NL1024707C1 - Voertuig, in het bijzonder voor gebruik op water en land. - Google Patents

Voertuig, in het bijzonder voor gebruik op water en land. Download PDF

Info

Publication number
NL1024707C1
NL1024707C1 NL1024707A NL1024707A NL1024707C1 NL 1024707 C1 NL1024707 C1 NL 1024707C1 NL 1024707 A NL1024707 A NL 1024707A NL 1024707 A NL1024707 A NL 1024707A NL 1024707 C1 NL1024707 C1 NL 1024707C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
floating bodies
vehicle
series
water
frame
Prior art date
Application number
NL1024707A
Other languages
English (en)
Inventor
Ulrike Folkert Bierma
Cornelis Hendrik Bierma
Original Assignee
U F Bierma H O Ufobie
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by U F Bierma H O Ufobie filed Critical U F Bierma H O Ufobie
Priority to NL1024707A priority Critical patent/NL1024707C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1024707C1 publication Critical patent/NL1024707C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60FVEHICLES FOR USE BOTH ON RAIL AND ON ROAD; AMPHIBIOUS OR LIKE VEHICLES; CONVERTIBLE VEHICLES
    • B60F3/00Amphibious vehicles, i.e. vehicles capable of travelling both on land and on water; Land vehicles capable of travelling under water
    • B60F3/0007Arrangement of propulsion or steering means on amphibious vehicles
    • B60F3/0015Arrangement of propulsion or steering means on amphibious vehicles comprising tracks specially adapted therefor
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60FVEHICLES FOR USE BOTH ON RAIL AND ON ROAD; AMPHIBIOUS OR LIKE VEHICLES; CONVERTIBLE VEHICLES
    • B60F3/00Amphibious vehicles, i.e. vehicles capable of travelling both on land and on water; Land vehicles capable of travelling under water
    • B60F3/003Parts or details of the vehicle structure; vehicle arrangements not otherwise provided for
    • B60F3/0038Flotation, updrift or stability devices
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60FVEHICLES FOR USE BOTH ON RAIL AND ON ROAD; AMPHIBIOUS OR LIKE VEHICLES; CONVERTIBLE VEHICLES
    • B60F3/00Amphibious vehicles, i.e. vehicles capable of travelling both on land and on water; Land vehicles capable of travelling under water
    • B60F3/0061Amphibious vehicles specially adapted for particular purposes or of a particular type
    • B60F3/0069Recreational amphibious vehicles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Motorcycle And Bicycle Frame (AREA)

Description

Titel: Voertuig, in het bijzonder voor gebruik op water en land.
De uitvinding heeft betrekking op een voertuig. De uitvinding heeft meer in het bijzonder betrekking op een voertuig dat ten minste op een wateroppervlak bruikbaar is.
Voertuigen voor gebruik op het water zjjn bekend, bijvoorbeeld 5 boten en waterfietsen. Waterfietsen omvatten gebruikelijk ten minste twee drijvers, waarop een ondersteuningsinrichting voor een of meer personen wordt gedragen en waartussen een aandrijfinrichting is voorzien, bijvoorbeeld een via een door trappers en een ketting aandrijfbare schroef. Een dergelijke waterfiets heeft een relatief laag rendement. Bovendien is 10 een dergelijke waterfiets weinig interessant in gebruik.
De uitvinding beoogt een voertuig, in het bijzonder een voertuig ten minste geschikt voor gebruik op water, dat een bijzondere bewegingsbeleving, in het bijzonder vaarbeleving geeft.
Voorts beoogt de uitvinding een voertuig te verschaffen met een 15 relatief goed rendement, in het bijzonder door ten minste spierkracht aandrijfbaar.
De uitvinding beoogt verder een voertuig te verschaffen dat een vaarbeleving biedt, anders dan een gebruikelijke waterfiets.
De uitvinding beoogt bovendien een vaartuig te verschaffen dat 20 tevens op vaste bodem gebruikt kan worden.
Deze en andere doelen worden bereikt met een voertuig gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
Bij een voertuig volgens de uitvinding drijft of staat het voertuig. met drijflichamen op een ondergrond zoals een wateroppervlak, welke 25 drijflichamen individueel roteerbaar zijn rond individuele assen. Bovendien zijn de drijflichamen als een ketting rond een framedeel beweegbaar. Bij een dergelijke beweging van de drijflichamen als een ketting zal het voertuig worden bewogen alsof het op rupsbanden wordt gedragen. Door ‘1024707 2 tegelijkertijd de individuele drijflichamen te roteren rond de individuele assen zal de beweging nog worden versterkt. Immers, de drijflichamen zullen zich relatief ten opzichte van het oppervlak verplaatsen door afwikkeling van hun buitenoppervlak als gevolg van genoemde rotatie rond 5 de individuele assen terwijl de assen met de drijflichamen een translerende beweging zullen ondergaan ten opzichte van genoemd oppervlak als gevolg van de beweging van de reeks drijflichamen als zodanig. Hiermee wordt een relatief hoog rendement verkregen.
Een voertuig volgens de uitvinding kan zowel voor recreatieve als w 10 voor professionele toepassing geschikt worden uitgevoerd. Bij een voertuig volgens de uitvinding kan op geschikte wijze gebruik worden gemaakt van weerstand in het water voor het verkrijgen van optimale voortstuwing.
Bij een voertuig volgens de uitvinding zijn bij voorkeur twee reeksen drijflichamen naast elkaar opgesteld, welke bij voorkeur althans 15 gedeeltelijk onafhankelijk van elkaar aandrijfbaar zijn. Daarmee wordt het voordeel bereikt dat sturing van het voertuig relatief eenvoudig mogelijk is, namelijk op een wijze vergelijkbaar met een rupsvoertuig. Evenwel kan uiteraard ook gebruik worden gemaakt van andere middelen voor manoeuvreren, bijvoorbeeld een roer, straalbuizen en dergelijke. w 20 De drijflichamen van een voertuig volgens de uitvinding zijn bij voorkeur in hoofdzaak rotatiesymmetrisch, ten minste rond de respectieve assen, meer in het bijzonder in hoofdzaak cilinder of tonvormig, waarbij de buitenoppervlakken bij voorkeur zijn voorzien van profileringen waardoor de weerstand in het water wordt vergroot, althans in één richting, de 25 aandrijfrichting. Deze profilering kan bijvoorbeeld schubben, schoepen, ribben of ruggen omvatten. Hierdoor wordt het rendement nog verder vergroot.
De drijflichamen kunnen actief worden aangedreven, individueel of groepsgewijs, doch het verdient de voorkeur dat althans een serie het 30 voertuig dragende drijflichamen althans met een gedeelte van hun - 1024 70 7 3
Buitenoppervlak aanliggen tegen een framedeel, zodanig dat bij beweging van de drijflichamen als ketting (in hoofdzaak door translatie van de respectieve assen) de betreffende drijflichamen gedwongen worden te roteren rond genoemde assen. Op deze wijze wordt automatisch de 5 gecombineerde beweging van translatie van de betreffende assen en rotatie van de drijflichamen verkregen.
Bij beweging van de drijflichamen als ketting en tegelijkertijd roteren van de drijflichamen wordt per omwenteling van een aandrijflichaam het frame over een afstand verplaatst die bij benadering ^ 10 twee maal de omtrékslengte van elk drijflichaam bedraagt. In deze beschrijving dient onder drjjflichaam overigens ten minste te worden verstaan elk lichaam waarmee het voertuig kan worden aangedreven en/of op een wateroppervlak of vaste ondergrond kan worden gedragen, al dan niet drijvend.
15 In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm hebben de drijflichamen elk ten minste één en bij voorkeur ten minste twee loopvlakken waarmee zij in dragendé toestand kunnen afrollen langs een framedeel, in het bijzonder een in hoofdzaak balk- of plaatvormig framedeel, waarbij naast of tussen de loopvlakken profileringen zijn aangebracht voor w 20 vergroten van de weerstand in water. Bijvoorbeeld de eerder genoemde profileringen. Bij verplaatsing van het voertuig op een vaste ondergrond kan dit dan rusten op de loopvlakken, zodat de profilering in hoofdzaak vrij van de grond blijft en tegen beschadiging is beschermd. Bovendien wordt daardoor de rolweerstand, althans het contactvlak van de drijflichamen 25 verkleind. De drijflichamen zijn bij voorkeur zodanig vormgegeven en uitgevoerd dat bij gebruik op water de assen van de serie dragende drijflichamen zich steeds boven het wateroppervlak uitstrekken, waardoor optimaal rendement kan worden verkregen.
Een voertuig volgens de uitvinding is bij voorkeur uitgerust met 30 aandrijfiniddelen voor het althans in hoofdzaak op spierkracht aandrijven 1024707 4 daarvan, bijvoorbeeld trappers met een ketting. Uiteraard kunnen evenwel ook andere aandrijvingen worden toegepast, bijvoorbeeld een gemotoriseerde aandrijving. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van ten minste een differentieel, zodat onafhankelijke aandrijving mogelijk wordt, 5 althans verschillende snelheden van twee onafhankelijke reeksen drijflichamen, teneinde besturing te vereenvoudigen.
Een voertuig volgens de uitvinding kan zijn voorzien van een frame met aan weerszijden een reeks drijflichamen, in twee zich ongeveer evenwijdig aan elkaar uitstrekkende vlakken of twee vlakken die enigszins 10 hellen ten opzichte van elkaar, zodanig dat de basis van het voertuig enigszins breder is dan de bovenzijde, ter vergroting van de stabiliteit. Zitondersteuningen voor passagiers kunnen zowel tussen als boven de of elke reeks drijflichamen zijn voorzien.
Een voertuig volgens de uitvinding kan eenvoudig zodanig worden 16 uitgevoerd dat geen andere delen in het water steken dan de aandrijvende delen van de drijflichamen, in het bijzonder delen van de drijflichamen onder de assen. Hierdoor wordt minimale weerstand verkregen.
In de verdere volgconclusies zijn nadere voordelige uitvoeringsvormen van een voertuig volgens de uitvinding beschreven. Ter v-s 20 verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een voertuig volgens de uitvinding'nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont: fig. 1 in bovenaanzicht schematisch een voertuig volgens de uitvinding, op een wateroppervlak; 25 fig. 2 in doorgesneden zijaanzicht schematisch een voertuig volgens de lijn II-II in fig. 1; fig. 3 in vooraanzicht schematisch een voertuig volgens fig. 1; fig. 4 in vooraanzicht schematisch een voertuig volgens de uitvinding, in een alternatieve uitvoeringsvorm.
1 0 2 4 7 0 7 5
In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingsdjfere. De hierna getoonde uitvoeringen zijn slechts ter illustratie getoond en dienen niet beperkend te worden begrepen. Variaties op en combinaties van delen van deze 5 uitvoeringsvormen worden tevens geacht binnen het raam van de uitvinding te vallen. In de getoonde uitvoeringsvormen is steeds een aandrijving op spierkracht getoond en beschreven. Het zal duidelijk zijn dat ook een gemotoriseerde aandrijving mogelijk is.
Fig 1-3 toont in respectievelijk boven-, doorgesneden zij- en ^ 10 vooraanzicht een voertuig volgens de uitvinding, in de vorm van een amfibisch voertuig. Uiteraard kan een dergelijk voertuig ook zodanig worden uitgevoerd dat dit alleen geschikt is of gebruikt wordt voor , toepassing op een wateroppervlak of op een vaste ondergrond.
Fig. 1 en 2 tonen in boven- en zijaanzicht schematisch een voertuig 15 1 volgens de uitvinding, voorzien van een frame 2 en twee reeksen 3 drijflichamen 4, in fig. 2 schematisch als cirkels getekend. De drijflichamen 4 zijn bijvoorbeeld hol cilindrisch of tonvormig maar kunnen ook andere vormen hebben en/of massief zijn uitgevoerd. Elk drijflichamen 4 is bij voorkeur in hoofdzaak symmetrisch is ten opzichte van een as 5 waarop dit 20 drijflichaam 4 roteerbaar is aangebracht. In het bijzonder zijn de drijflichamen 4 geheel symmetrisch en kunnen aan weerszijden van het voertuig worden toegepast. De assen 5 zijn gelagerd in lagers 6, schematisch weergegeven in fig. 1 rechtsonder, welke lagers 5 eventueel geleid kunnen worden in een geleiderail 7 zoals in onderbroken lijnen weergegeven in 25 figuur 1 en 2 en onderling zijn verbonden door een ketting 8, althans schalmen, stangen, kabels of dergelijke, zodanig dat de reeks 3 drijflichamen 4, althans de assen 5 daarvan onderling zijn verbonden tot een in zichzelf gesloten ketting 9, geleid rond een gedeelte 10 van het frame 2. Door de ondersteuning van de drijflichamen door het framedeel 10 iis een 1 0 24 70 7 ¥ 6 geleiding 7 evenwel niet noodzakelijk. De drijflichamen kunnen afrollen direct langs het framedeel 10.
Aandrijfmiddelen 11 zijn voorzien, in de getoonde uitvoeringsvorm een aandrijfketting 12, enerzijds geleid rond een kettingwiel 13 met 5 trappers 14 en anderzijds geleid over een kettingwiel 15 dat is verbonden met een differentieel 16 waarmee via assen 17 onafhankelijk van elkaar aandrijfschijven 18 kunnen worden aangedreven, in figuur 2 schematisch weergegeven als vierkante platen die met de hoeken assen 5 van drijflichamen 4 kunnen aangrijpen voor het bewegen van genoemde ketting 10 9 met drijflichamen 4. In figuur 2 is de ketting 12 schematisch gedeeltelijk weergegeven in onderbroken lijnen. Het zal duidelijk zijn dat ook andere middelen kunnen worden toegepast voor aandrijven van de ketting 9,met drijflichamen 4 rond genoemd framedeel 10, bijvoorbeeld een elektrische of verbrandingsmotor. Ook kunnen middelen worden toegepast die 15 bijvoorbeeld direct aangrijpen op de ketting 9, althans schalmen 8 of der gelijke. In figuur 1 is een zitting 19 getoond waarop een gebruiker kan plaatsnemen voor het aandrijven van de trappers 14, waardoor het voertuig 1 in hoofdzaak door spierkracht kan worden aangedreven. Uiteraard kunnen meerdere zittingen zijn voorzien, bijvoorbeeld voor passagiers.
^ 20 Zoals duidelijk blijkt uit figuur 2 is het framedeel 10 waar rond de ketting 9, althans de drijflichamen 4 worden geleid, enigszins balkvormig is en omvat dit twee rijvlakken 20, 21, respectievelijk boven en onder. Elke reeks 3 drijflichamen 4 omvat een bovenste serie 22 drijflichamen 4 welke langs het bovenste rijvlak 20 afrollen en een onderste serie 23 welke langs 25 het onderste rijvlak 21 afrollen. Het frame 2 rust derhalve met het onderste rijvlak 21 op de bovenzijde van de onderste serie 23 drijflichamen 4, daarbij wrijving opwekkend tussen genoemd rijvlak 21 en de buitenzijde van de drijflichamen 4, althans die delen daarvan die daarmee contact maken.
Wordt de ketting 9 met de drijflichamen 4 derhalve in de richting V 30 aangedreven, met behulp van de aandrijfmiddelen 11, dan zullen tenminste 1 024 70 7______ 7 de drijflichamen 4 van de onderste serie 23 worden geroteerd in de richting T rond de respectieve individuele assen 5, hetgeen betekent dat het frame 2 bij elke omwenteling van de trappers 14 over een relatief grote afstand zal worden verplaatst.
5 Naast de zitting 19 zijn handles 24 voorzien waarmee remmiddelen 25, slechts schematisch getoond, kunnen worden bekrachtigd of vrijgegeven, voor het tegenhouden van één of beide reeksen 3 drijflichamen 4. Hiermee kan worden gestuurd. Immers, wordt één reeks 3 afgeremd of gestopt dan zal het voertuig van een rechte lijn afwijken, in de richting van de 10 afgeremde reeks 3. In een niet getoonde variant kan met de handles 25 zodanig worden geregeld dat een eerste reeks 3 in een eerste richting wordt aangedreven, terwijl de tweede reeks 3 in de tegenovergestelde richting kan worden aangedreven, bijvoorbeeld door toepassing van omkeer-tandwiel-kasten waardoor het voertuig 1 in hoofdzaak op zijn plaats kan roteren rond 15 een verticale as wederom vergelijkbaar met een rupsvoertuig. Hiermee kan een voertuig 1 volgens de uitvinding bijzonder wendbaar worden uitgevoerd. Uiteraard kunnen ook andere middelen worden toegepast voor sturen van het voertuig, bijvoorbeeld op zichzelf bekende roermiddelen, straaldrjjvingen of dergelijke.
^ 20 In figuur 2 is een voertuig 1 volgens de uitvinding getoond, drijvend op water 25, waarvan het oppervlak is weergeven door de lijn 26, welke zich enigszins onder de assen 5 van de onderste serie 23 uitstrekt. Hiermee wordt ervoor zorggedragen dat het zich boven de assen 5 uitstrekkende deel van de drijflichamen van de onderste serie 23 niet een 25 negatieve werking hebben op het voortbewegen. In figuur 2 is schematisch door een onderbroken lijn 27 een vaste ondergrond getoond waarop een voertuig 1 met de drijflichamen 4 eveneens kan worden opgesteld en zich kan voortbewegen. Een voertuig 1 volgens de uitvinding kan daarmee eenvoudig amfibisch worden uitgevoerd en toegepast.
102470 7 8
In figuur 3 is in vooraanzicht schematisch een voertuig 1 volgens de uitvinding getoond, waarbij gelijke delen gelijke verwijzingscijfers hebben. Bij deze uitvoeringsvorm zijn de drijflichamen 4 aan de buitenzijde geprofileerd uitgevoerd, zodat twee rijvlakken 28 zijn verkregen met 5 daartussen drijfvlakken 29. De rijvlakken 28 zijn in hoofdzaak cilindrische lichamen met een diameter Di welke enigszins groter is dan de diameter van het eveneens in hoofdzaak cilindrische tussengelegen lichaam dat de drijfvlakken 29 bepaalt, welke doorsnede is aangeduid met D2. Uiteraard kunnen de diameters Di en D20ok gelijk zijn aan elkaar, of D2 groter dan Di. ^ 10 De drijfvlakken 29 zijn voorzien van weerstand verhogende middelen, bijvoorbeeld ribben, schubben, groeven of dergelijke, waarmee ervoor zorg wordt gedragen dat bij rotatie in de richting T, als getoond in figuur 2, de weerstand ten opzichte van het water 25 relatief groot is, zodat een hoog rendement van de rotatie wordt verkregen. De rijvlakken 28 zijn bij 15 voorkeur relatief glad, althans niet voorzien van genoemde ribben, ruggen of dergelijke. De rijvlakken 28 hebben het voordeel dat indien het voertuig 1 op een vaste ondergrond wordt gebruikt de drijfvlakken 29 vrij van genoemde ondergrond blijven, terwijl de rijvlakken 28 bovendien aanliggen tegen de framedelen 10, terwijl de drijfvlakken 29 daarvan vrijliggen, w 20 waardoor de wrijvingsweerstand wordt verkleind. Hetzelfde geldt uiteraard ten opzichte van de genoemde vaste ondergrond. De rijvlakken 28 kunnen eenvoudig worden voorzien van een slijtvaste buitenlaag, terwijl de drijfvlakken 29 eenvoudig tegen beschadiging zijn beschermd. Het zal duidelijk zijn dat op vergelijkbare wijze ook voor andere type profileringen 25 kan worden gekozen zolang het gezamenlijk drijfverxnogen van de drijflichamen voldoende is.
Bij deze uitvoeringsvorm zijn geen geleidingen 7 voorzien maar rollen de drijflichamen 4 direct af langs het framedeel 10 waarbij zij zijdelings door de ketting 8, welke bij voorkeur uit relatief starre elementen 30 is opgebouwd, worden opgesloten.
1024707 9
In figuur 4 is een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een voertuig 1 volgens de uitvinding getoond, waarbij de twee reekeen 3 drijflichamen 4 onderling een hoek α insluiten, welke in figuur 4 enigszins overdreven is weergeven. Dit betekent dat tijdens normaal gebruik de assen 5 5 een hoek insluiten met de horizontaal, bijvoorbeeld van enkele graden.
Het frame 2 is hierbij zodanig uitgevoerd dat de reeksen 3 drijflichamen 4 relatief dicht bij elkaar kunnen liggen, waarbij de zitondersteuning 19 met de trappers 13,14 zich nagenoeg volledig boven de reeksen 3 drijflichamen 4 uitstrekken, waardoor de totale breedte van het voertuig 1 relatief klein ie. ^ 10 Bij deze uitvoeringsvorm zijn drijflichamen 4 met relatief grote doorsnede toe gepast. Als gevolg van de enigszins hellende stand van de reeksen 3 wordt de stabiliteit van het voertuig 1 enigszins vergroot. Een voertuig 1 volgens de uitvinding in een dergelijke uitvoeringsvorm is minder geschikt voor gebruik op een vaste ondergrond.
15 In een niet getoonde variant, die met name (semi) professioneel kan worden toegepast, ie een cabine en/of laadruimte voorzien, waaronder en/of naast de reeksen drijflichamen zijn opgesteld. De drijflichamen kunnen relatief groot zijn uitgevoerd en motorisch worden aangedreven, voor voldoende stabiliteit en aandrijvend vermogen en een voldoende w 20 drijfvermogen.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in tekening en beschrijving getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.
Zo kunnen andere aantallen en vormen drijflichamen worden 25 toegepast, waarbij meerdere reeksen 3 naast en/of achter elkaar kunnen worden toegepast. Ook kunnen additionele middelen worden toegepast voor het verhogen van het drijfvermogen van het voertuig of het vergroten van de stabiliteit daarvan, bijvoorbeeld drijvers. De aandrijfiniddelen, in het bijzonder de ketting 9 met de schakels 8 kunnen zodanig worden uitgevoerd 30 dat bij aandrijving daarvan door de geleidemiddelen 7 de drijflichamen 4 1024707 10 actief in rotatiè worden gedwongen, bijvoorbeeld door rotatie van de assen 5 met daaraan vast verbonden drijflichamen 4. Alsdan kan eventueel worden afgezien van het langs de rijvlakken 20,21 afrollen van de drijflichamen. Combinaties van delen van de getoonde uitvoeringsvoorbeelden kunnen 5 worden toegepast. De drijflichamen kunnen uit elk gewenst materiaal worden vervaardigd of combinaties van materialen, bijvoorbeeld kunststof, schuim, hout, metaal en dergelijke. Bijzonder voordelig is toepassing van geschuimde kunststoffen, meer in het bijzonder Expanded Polypropylene (EPP).
w 10 Eventueel kan ook slechte een reeks drijflichamen zijn voorzien met zitplaatsen daarboven, waarbij bijvoorbeeld een roer is voorzien als stuurmiddel.
Deze en vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.
15 1 0 24 70 7

Claims (11)

1. Voertuig, voorzien van een frame en ten minste één reeks drijflichamen, waarbij de drijflichamen op individuele assen roteerbaar zijn opgesteld en onderling zijn gekoppeld door aandrijfmiddelen, zodanig dat de drijflichamen als een ketting rond ten minste een gedeelte van liet frame 5 beweegbaar zijn, waarbij dwangmiddelen zijn voorzien, zodanig dat ten minste een aantal van de drijflichamen daarbij tegelijkertijd om genoemde individuele assen roteren.
2. Voertuig volgens conclusie 1, waarbij ten minste twee reeksen drijflichamen zijn voorzien.
3. Voertuig volgens conclusie 1 of 2, waarbij de dwangmiddelen genoemd gedeelte van het frame omvatten waaromheen de of elke genoemde reeks drijflichamen is aangebracht, zodanig dat de of elke reeks drijflichamen twee series boven elkaar gepositioneerde drijflichamen omvat, waarbij genoemd gedeelte van het frame op de onderste serie drijflichamen 15 rust, zodanig dat genoemd gedeelte voor de betreffende reeks drijflichamen de dwangmiddelen vormen, althans omvatten.
4. Voertuig volgens conclusie 3, waarbij genoemd gedeelte van het frame in hoofdzaak balk- of plaatvormig is en de drijflichamen in hoofdzaak ten opzichte van de betreffende individuele assen rotatiesymmetrisch zijn 20 en ten minste één loopvlak omvatten waarmee de onder genoemd gedeelte opgestelde drijflichamen afrollen langs genoemd gedeelte van het frame dat daarop wordt gedragen.
5. Voertuig volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de drijfmiddelen zijn ingericht voor het op een watervlak dragen van het 25 voertuig.
6. Voertuig volgens conclusie 5, waarbij de drijflichamen op ten minste een gedeelte van hun buitenoppervlak zijn vóórzien van profilering 1024707" voor het verhogen van de weerstand in het water, waarbij tijdens gebruik dé assen van de drijflichamen zich boven het water uitstrekken, een en ander zodanig dat bij rotatie van de drijflichamen die zich althans gedeeltelijk in het water bevinden rond genoemde individuele assen de profilering in 5 hoofdzaak voor beweging van het voertuig ten opzichte van het water zorgdragen.
7. Voertuig volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de aandrijfmiddelen zijn ingericht voor het met behulp van ten minste spierkracht voortbewegen van het voertuig.
8. Voertuig volgens een der voorgaande conclusies, waarbij op afstand van elkaar twee reeksen drijflichamen zijn opgesteld, in twee bij voorkeur in hoofdzaak evenwijdige vlakken, waarbij tussen genoemde vlakken ondersteuningsmiddelen zijn opgesteld voor ten minste een passagier, waarbij de reeksen ten minste gedeeltelijk onafhankelijk van elkaar 15 aandrijfbaar zijn zodat als gevolg van aandrijfverschiUen sturing van het voertuig mogelijk is.
9. Voertuig volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de drijflichamen zodanig zijn uitgevoerd dat het voertuig zowel op een vaste ondergrond als op een wateroppervlak bruikbaar is.
10. Voertuig volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de drijflichamen ten minste in hoofdzaak zijn vervaardigd uit kunststof.
11. Voertuig volgens een der voorgaande conclusies, waarbij bij normaal gebruik op water geen ander deel in het water steekt dan delen van de drijflichamen. 25 1024707-
NL1024707A 2003-11-05 2003-11-05 Voertuig, in het bijzonder voor gebruik op water en land. NL1024707C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024707A NL1024707C1 (nl) 2003-11-05 2003-11-05 Voertuig, in het bijzonder voor gebruik op water en land.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024707A NL1024707C1 (nl) 2003-11-05 2003-11-05 Voertuig, in het bijzonder voor gebruik op water en land.
NL1024707 2003-11-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1024707C1 true NL1024707C1 (nl) 2005-05-09

Family

ID=34699114

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1024707A NL1024707C1 (nl) 2003-11-05 2003-11-05 Voertuig, in het bijzonder voor gebruik op water en land.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1024707C1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102011116671A1 (de) 2011-10-13 2013-04-18 Dmitrij Kopanev Amphibisches lineares Schrittraupenfahrzeug mit invertiertem Schienenfahrzeug-Prinzip

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102011116671A1 (de) 2011-10-13 2013-04-18 Dmitrij Kopanev Amphibisches lineares Schrittraupenfahrzeug mit invertiertem Schienenfahrzeug-Prinzip

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN1170697C (zh) 水陆两用车
US4522420A (en) All terrain vehicle conversion system
NL1013353C2 (nl) Voertuig.
US11225116B2 (en) Amphibious multi-terrain water planing high speed tracked vehicle
US4882998A (en) Car for traveling along a sheathed cable
NL1024707C1 (nl) Voertuig, in het bijzonder voor gebruik op water en land.
US20070108716A1 (en) Trial bidirectional wheels, tires and vehicles
US5061211A (en) Amphibian air car
GB2061208A (en) Vehicle turntable
NL1013352C2 (nl) Voertuig.
RU2339537C1 (ru) Автоприцеп - амфибийный паром
FR2595632A1 (fr) Vehicule de transport a double regime d e marche, terrestre et aquaplanant
KR102556200B1 (ko) 저빌링 방지 모노휠 차량
US20070132305A1 (en) Mudskipper wheels, tires and vehicles
EP0386102B1 (en) Amphibious craft
FR2471901A1 (fr) Chariot de transport sur rails sans conducteur
FR2939092A1 (fr) Vehicule ferroviaire a propulsion humaine et procede de fabrication des roues d'un tel vehicule
FR2501606A1 (fr) Perfectionnements aux vehicules a coussins d'air
WO2008132355A2 (fr) Équipement de roulement pour véhicule monorail en porte à faux
NL1015447C2 (nl) Voertuig.
FR2598672A1 (fr) Flotteur rotatif et engins equipes d'un tel flotteur
FR2499015A1 (fr) Vehicule a usage urbain a propulsion humaine
NL1013351C2 (nl) Voertuig.
WO2000053439A1 (fr) Vehicule utilisant une chenille comme corps flottant
FR2791113A1 (fr) Dispositif d'entrainement rotatif par contact a friction d'une roue et application a un support d'un fauteuil roulant sur sol meuble

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080601