NL1013351C2

NL1013351C2 - Voertuig.

Info

Publication number: NL1013351C2
Application number: NL1013351A
Authority: NL
Inventors: Karel Van Den Berg
Original assignee: Lely Res Holding
Priority date: 1999-10-20
Filing date: 1999-10-20
Publication date: 2001-04-23
Also published as: EP1140538A1; CA2352069A1; IL143399A0; JP2003512225A; WO2001028795A1; NZ512416A; AU7816900A; KR20010093177A

Description

VOERTUIG

De uitvinding heeft betrekking op een voertuig 5 volgens de aanhef van conclusie 1. Voertuigen zijn in vele verschillende uitvoeringen algemeen bekend.

De uitvinding heeft tot doel een compact en eenvoudig voertuig te verschaffen. Volgens de uitvinding wordt dit door de maatregelen in het kenmerk van conclusie 1 10 bereikt.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren.

Figuur 1 toont schematisch een aanzicht in 15 perspectief van een uitvoeringsvorm van een voertuig volgens de uitvinding;

Figuur 2 toont een schematische dwarsdoorsnede van een deel van het voertuig volgens Figuur 1;

Figuur 3 toont een schematisch zijaanzicht van het 20 voertuig volgens de pijl in Figuur 2;

Figuur 4 toont een schematische dwarsdoorsnede van een deel van een verdere uitvoeringsvorm van het voertuig volgens de uitvinding;

Figuur 5 toont een schematisch zijaanzicht van het 25 voertuig volgens de pijl in Figuur 4;

Figuur 6 toont schematisch een aanzicht in perspectief van nog een verdere uitvoeringsvorm van een voertuig volgens de uitvinding;

Figuur 7 toont een schematisch frontaanzicht van 30 nog een verdere uitvoeringsvorm van een voertuig volgens de uitvinding en

Figuur 8 toont een schematisch frontaanzicht van nog een verdere uitvoeringsvorm van een voertuig volgens de uitvinding.

35

In de Figuren 1, 2 en 3 is schematisch respectievelijk een aanzicht in perspectief, een 1013351 2 dwarsdoorsnede en een zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een voertuig volgens de uitvinding weergegeven. Het voertuig omvat twee wielen 1, 2 die docr middel van een frame 3 zijn verbonden. Het middenstuk van het 5 frame 3 is aan weerszijden met een afdekschijf 4 verbonden (zie Figuur 2), welke schijf 4 langs de binnenkant van het bijbehorende wiel 1, 2 is aangebracht, maar niet met het wiel 1, 2 is verbonden. Iedere schijf 4 is op zijn beurt verbonden met een in het bijbehorende wiel 1, 2 aangebrachte 10 aandrijfeenheid, welke een motor 5, een aandrijfwiel 6 en accu's 7 omvat (zie Figuren 2 en 3). Eventueel kan elfce aandrijfeenheid ter verzwaring verder zijn voorzien van een extra gewicht. De motoren 5 zijn ieder geschikt on,, bijvoorbeeld met behulp van een wormwielconstructie, het 15 bijbehorende aandrijfwiel 6 aan te drijven, welk aandrijfwiel 6 voorzien is van tanden die samenwerken met een vertanding 8 aan de binnenzijde van het bijbehorende wiel 1, 2.

De met het frame 3 verbonden aandrijfeenheid is via lagers vrij draaibaar opgehangen aan de as van het 20 bijbehorende wiel 1, 2. Deze ophanging aan de fysieke draaiingsas van het wiel 1, 2 geeft een stevige constructie!. Het door de motor 5 aangedreven aandrijfwiel 6 zorgt ervoor dat de aandrijfeenheid uit zijn evenwichtspositie wordt gebracht, zodat het zwaartepunt van het voertuig wordt 25 verplaatst en de wielen 1, 2 door de werking van de zwaartekracht gaan draaien. Het voertuig streeft ernaar zi;m zwaartepunt weer te verlagen. De motor 5 verhoogt echter voortdurend het zwaartepunt van het voertuig, zodat de wielen 1, 2 verder draaien en het voertuig zich in hoofdzaak 30 rechtlijnig voortbeweegt.

De motoren 5 kunnen samenwerken om beide wielen 1, 2 aan te drijven. Wanneer de draairichting van één van de motoren 5 wordt omgekeerd, worden de wielen 1, 2 Ln tegengestelde richting gedraaid en zal het voertuig draaien 35 om een centrale, verticale as. Op deze wijze kan de rijrichting van het voertuig worden beïnvloed. Ook is hst mogelijk, het voertuig van een besturingsmechanisme te 1013351 3 voorzien dat geschikt is om de motor 5 selectief geen van beide, één van beide of beide wielen 1, 2 te laten aandrijven.

De wielen 1, 2 kunnen zijn vervaardigd van 5 kunststof en/of metaal en hebben een doorsnede die afhangt van de functie en het toepassingsgebied van het voertuig. Aan de buitenzijde kunnen de wielen 1, 2 zijn voorzien van een buitenschijf 9 met spaken en/of openingen. Ook kunnen in plaats van wielen één of meer rollen en/of één of meer 10 schoepenraderen worden gebruikt.

In een verdere, niet weergegeven uitvoeringsvorm omvat het voertuig slechts één motor 5, die in één van de wielen 1, 2 of ook centraal aan het frame 3 kan zijn aangebracht. De ene motor 5 kan dan één van beide of beide 15 wielen 1, 2 aandrijven. Door de aandrijfverhouding tussen de beide wielen 1, 2 te veranderen kan het voertuig gestuurd worden.

In nog een verdere, niet weergegeven uitvoeringsvorm is het frame 3 niet met de aandrijf eenheden 20 verbonden. De afdekschijven 4 met het middenstuk van het frame 3 zijn dan vrij draaibaar en los van de aandrijfeenheden via lagers aan de assen van de wielen 1, 2 opgehangen. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat de volledig onafhankelijke aandrijfeenheden het voertuig 25 directer kunnen sturen. Het is echter moeilijker om het frame 3 stabiel in een vaste positie ten opzichte van de grond te houden wanneer het voertuig rijdt.

Het voertuig is zeer wendbaar en kan nauwkeurig bestuurd worden. Ook is het voertuig in staat om zonder 30 nadelige gevolgen gemakkelijk over kleine hindernissen te rijden. De besturing kan op afstand plaatsvinden, bijvoorbeeld met behulp van een (niet weergegeven) computer, die via een zend- en ontvangeenheid in verbinding staat met het voertuig. Het frame 3 kan gebruikt worden om daaraan 35 werktuigen te bevestigen.

De verplaatsing van het zwaartepunt van het voertuig door middel van de motor (en) 5 kan, zoals boven 1013351 4 beschreven, geschieden door een aandrijfgewicht (bijvoorbeeld gevormd door de motor 5 met zijn energievoorziening) om een draaiingsas van een wiel 1, 2 te doen draaien, maar kan ook geschieden door het aandrijfgewicht anderszins te 5 verplaatsen, bijvoorbeeld met behulp van een door cle motor(en) 5 aangedreven (niet weergegeven) uitschuifbaar element.

In de Figuren 4 en 5 is schematisch ee;n dwarsdoorsnede en een zijaanzicht van een verdere 10 uitvoeringsvorm van het voertuig volgens de uitvinding weergegeven. Eenvoudigheidshalve is slechts één wiel 10 van het paar wielen getoond. Het frame 11 dat de beide wielen verbindt is voorzien van een motor 12 die een wormelement :.3 aandrijft, dat op zijn beurt samenwerkt met een wormwiel :.4 15 rond de as van het wiel 10. Niet weergegeven accu's (in eventuele verdere gewichten vormen het aandrijfgewicht dat het wiel 10 in beweging zet, wanneer het aandrijfgewicht door de wormwielconstructie 13, 14 en de motor 12 om de as van het wiel 10 wordt gedraaid. Ook andere constructies met 20 tandwielen en/of tandkransen zijn mogelijk. Bij voorkeur zijn/is de tandwiel- en/of de wormwielconstructie in een afgesloten kast aangebracht. Hierdoor wordt voorkomen, dat de aandrijving verontreinigd wordt. Wederom kan het frame LI gebruikt worden om daaraan werktuigen te bevestigen.

25 Figuur 6 toont schematisch een aanzicht ίη perspectief van nog een verdere uitvoeringsvorm van een voertuig volgens de uitvinding. Als draaibaar element dient nu een rol of cilinder 15, waarbinnen de motor en het aandrijfgewicht zijn aangebracht. Het principe van Ie 30 aandrijving is hetzelfde als boven beschreven: hst aandrijfgewicht wordt door de motor zodanig verplaatst dat het zwaartepunt van het voertuig verhoogd wordt. De rol 15 Ls voorzien van een stuurinrichting 16 voor het beïnvloeden van zijn rijrichting. Deze stuurinrichting 16 omvat middelen voor 35 het veranderen van de momentane afstand van de draaiingsas van een deel van de rol 15 tot de ondergrond.

1013351 5

De genoemde middelen zijn in het getoonde voorbeeld uitgevoerd als een element met een veranderbaar volume (bijvoorbeeld een opblaasbare ring). Andere, niet weergegeven mogelijkheden zijn: een in- of uitklapbaar of een in- of 5 uitschuifbaar element. Ook kan de stuurinrichting middelen omvatten voor het veranderen van de momentane wrijvingscoëfficiënt van ten minste een deel van de rol 15. Verder kan het voertuig ook twee wielen of rollen omvatten, die door middel van een vaste as zijn verbonden. Het voertuig 10 kan bijvoorbeeld gebruikt worden als aandrukrol. De beide uiteinden van de rol 15 met de stuurinrichting 16 vormen twee draaibare elementen die star met elkaar zijn verbonden. Binnenin de rol 15 kunnen aan een frame werktuigen bevestigd worden.

15 In Figuur 7 is een schematisch frontaanzicht van nog een verdere uitvoeringsvorm van een voertuig volgens de uitvinding weergegeven. Het voertuig is hier voorzien van een frame 17 dat geschikt is voor het daaraan bevestigen van werktuigen. De wielen 18, 19 zijn weer via het frame 17 met 20 elkaar verbonden. Aan de onderzijde is het frame 17 voorzien van motoren 20, 21 en accu's 22, 23, die de aandrijfgewichten vormen. De motoren 20, 21 drijven tandwielen 24, 25 aan, die met tandkransen aan de binnenzijde van de wielen 18, 19 samenwerken.

25 Het frame 17 is verder voorzien van een rail 26, die draaibaar (met behulp van een motor 27) aan het frame 17 is bevestigd en waarlangs een werktuig, zoals bijvoorbeeld een camera 28 kan bewegen. De camera 28 kan verschuifbaar langs de rail 26 zijn uitgevoerd. Het voertuig kan aldus 30 gebruikt worden om moeilijk toegankelijke objecten te observeren.

Figuur 8 toont een schematisch frontaanzicht van nog een verdere uitvoeringsvorm van een voertuig volgens de uitvinding. Het voertuig is hier wederom voorzien van een 35 frame 29 dat geschikt is voor het daaraan bevestigen van werktuigen. De wielen 30, 31 zijn via het frame 29 met elkaar verbonden. Aan de onderzijde is het frame 29 voorzien van 1013351 6 motoren 32, 33 met niet weergegeven energievoorzieningen. Db motoren 32, 33 drijven weer tandwielen aan, die met tandkransen aan de binnenzijde van de wielen 30, 31 samenwerken. Het frame 29 is verder voorzien van twee 5 opslagruimten 34, 35, waarin een last kan worden getransporteerd. Centraal kan een nog grotere last 36 worden bevestigd.

Het frame 29 omvat een parallellogramconstructie 37, met behulp waarvan de draaiingsassen 38, 39 van de wielen 10 30, 31 in hoofdzaak in verticale richting ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn. Op deze wijze is het voertuig geschikt om te worden ingezet op een hellende ondergrond. Ee gedeelten van het frame 29 met de opslagruimten 34, 35 en de last 36 blijven daarbij nagenoeg verticaal geörienteerd.

15 In een verdere, niet weergegeven uitvoeringsvorm is het frame verbonden met een afbakenelement, zoals bijvoorbeeld een af- en oprolbare en spanbare draad of banc, voor het afbakenen van een terrein. Zodoende kan het voertuig worden gebruikt voor het instelbaar positioneren van een 20 uiteinde van een recht stuk van het afbakenelement. Met behulp van een aantal van zulke voertuigen kan eenvoudig een bepaald gebied worden afgebakend. Het frame van een dergelijk voertuig kan verder zijn voorzien van middelen voor he:t bepalen van de richting en de lengte van een instelbaar 25 gedeelte van het afbakenelement.

1013351

Claims

1. Voertuig met een motor (5; 12; 20, 21; 32, 33) en precies twee draaibare elementen (1, 2; 15; 18, 19; 30, 31) 5 die tijdens de voortbeweging van het voertuig in contact zijn met de ondergrond, met het kenmerk, dat de draaiingsassen van beide draaibare elementen (1, 2; 15; 18, 19; 30, 31) in hoofdzaak op één lijn of in één verticaal vlak liggen en dat het voertuig is voorzien van een frame (3; 11; 17; 29) dat 10 geschikt is voor het daaraan bevestigen van werktuigen (26 -28; 34 - 36).

2. Voertuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het voertuig is voorzien van ten minste één met behulp van de motor (5; 12; 20, 21; 32, 33) verplaatsbaar aandrij f gewicht 15 (5, 7; 12; 20 - 25; 32 - 36).

3. Voertuig volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat voor ieder van de draaibare elementen (1, 2,- 15; 18, 19; 30, 31) een motor (5; 12; 20, 21; 32, 33) is voorzien.

4. Voertuig volgens één der conclusies 2 en 3, met het 20 kenmerk, dat ieder draaibaar element (1, 2; 15; 18, 19; 30, 31. is voorzien van een aandrijf gewicht (5, 7; 12; 20 - 25; 32 - 36).

5. Voertuig volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het frame (3; 11; 17; 29) een verbindingselement 25 tussen de draaibare elementen (1, 2; 15; 18, 19; 30, 31) omvat.

6. Voertuig volgens conclusies 5, met het kenmerk, dat het frame (3; 11; 17; 29) een parallellogramconstructie (37) omvat, met behulp waarvan de draaiingsassen (38, 3 9) van de 30 draaibare elementen (1, 2; 15; 18, 19; 30, 31) in hoofdzaak in verticale richting ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn.

7. Voertuig volgens één der conclusies 4-6, met het kenmerk, dat het frame (3; 11; 17; 29) is verbonden met de 35 aandrijfgewichten (5, 7; 12; 20 - 25; 32 - 36). 1013351

8. Voertuig volgens één der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het frame (3; 11; 17; 29) is verbonden met een afbakenelement.

9. Voertuig volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat 5 het frame (3; 11; 17; 29) is voorzien van middelen voor het bepalen van de richting en de lengte van een instelbaar gedeelte van het afbakenelement.

10. Voertuig volgens één der conclusies 1-9, met het kenmerk, dat het frame (3; 11; 17; 29) is voorzien van een 10 rail (26) waarlangs een werktuig (28) kan bewegen.

11. Voertuig volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de rail (26) draaibaar aan het frame (3; 11; 17; 29) :.s bevestigd.

12. Voertuig volgens één der conclusies 1-11, met het 15 kenmerk, dat het frame (3; 11; 17; 29) is voorzien van een camera (28).

13. Voertuig volgens één der conclusies 1-12, met het kenmerk, dat het voertuig is voorzien van een stuurinrichting voor het beïnvloeden van zijn rijrichting.

14. Voertuig volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat ten minste één draaibaar element (1, 2; 15; 18, 19; 30, 3L) ten behoeve van het beïnvloeden van de rijrichting van het voertuig is voorzien van middelen (16) voor het veranderen van de momentane afstand van de draaiingsas van ten mins:e 25 een deel van het betreffende draaibare element (1, 2; 15; 13, 19; 30, 31) tot de ondergrond.

15. Voertuig volgens één der conclusies 1-14, met het kenmerk, dat het voertuig twee in hoofdzaak parallelle, enkelvoudig doorlopen contactsporen met de ondergrond heeft 30 en de twee draaibare elementen (1, 2; 15; 18, 19; 30, 3L) onafhankelijk van elkaar aandrijfbaar zijn.

16. Voertuig volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het voertuig is voorzien van een besturingsmechanisme, dat geschikt is om de motor (5; 12; 20, 21; 32, 33) selectief 35 geen van beide, één van beide of beide draaibare elementen (1, 2; 15; 18, 19; 30, 31) te laten aandrijven. 1013351

17. Voertuig volgens één der conclusies 2-16, met het kenmerk, dat het aandrijfgewicht (5, 7; 12; 20 - 25; 32 - 36) een motor (5; 12; 20, 21; 32, 33) met een energiebron, zoals een accu (7; 22, 23) en/of een zonnecel en/of een 5 brandstofvat omvat.

18. Voertuig volgens één der conclusies 2-17, met het kenmerk, dat het aandrijfgewicht (5, 7; 12; 20 - 25; 32 - 36) in hoofdzaak in het draaibare element (1, 2; 15; 18, 19; 30, 31) is aangebracht.

19. Voertuig volgens één der conclusies 3-18, met het kenmerk, dat ieder van de beide motoren (5; 12; 20, 21; 32, 33) in hoofdzaak in een van de draaibare elementen (1, 2; 15; 18, 19; 30, 31) is aangebracht.

20. Voertuig volgens één der conclusies 1-19, met het 15 kenmerk, dat de motor (5; 12; 20, 21; 32, 33) en/of het aandrijfgewicht (5, 7; 12; 20 - 25; 32 - 36) zijn/is verbonden met een door de motor (5,- 12; 20, 21; 32, 33) aandrijfbaar tandwiel (6; 24, 25) dat geschikt is om samen te werken met een tandkrans (8) die is verbonden met een 20 draaibaar element (1, 2; 15; 18, 19; 30, 31).

21. Voertuig volgens één der conclusies 1-19, met het kenmerk, dat de motor (5; 12; 20, 21; 32, 33) en/of het aandri j f gewicht (5, 7; 12; 20 - 25; 32 - 36) zijn/is verbonden met een door de motor (5; 12; 20, 21; 32, 33) 25 aandri j f bare tandkrans (8), die geschikt is om samen te werken met een tandwiel (6; 24, 25), dat is verbonden met een draaibaar element (1, 2; 15; 18, 19; 30, 31) .

22. Voertuig volgens conclusie 20 of 21, met het kenmerk, dat het tandwiel (6; 24, 25) en de tandkrans (8) in 30 een in hoofdzaak afgesloten kast zijn aangebracht.

23. Voertuig volgens één der conclusies 1-19, met het kenmerk, dat de motor (5; 12; 20, 21; 32, 33) en/of het aandrijf gewicht (5, 7; 12; 20 - 25; 32 - 36) zijn/is verbonden met een door de motor (5; 12; 20, 21; 32, 33) 35 aandri jfbaar wormelement (13) dat geschikt is om samen te 1013351 * 10 * werken met een wormwiel (14) dat is verbonden met een draaibaar element (1, 2; 15; 18, 19; 30, 31).

24. Voertuig volgens één der conclusies 1-19, met het kenmerk, dat de motor (5; 12; 20, 21; 32, 33) en/of het 5 aandrijfgewicht (5, 7; 12; 20 - 25; 32 - 36) zijn/Ls verbonden met een door de motor (5; 12; 20, 21; 32, 3 3) aandrijfbaar wormwiel (14) dat geschikt is om samen te werken met een wormelement (13) dat is verbonden met een draaibaar element (1, 2; 15; 18, 19; 30, 31).

25. Voertuig volgens conclusie 23 of 24, met hst kenmerk, dat het wormelement (13) en het wormwiel (14) in e sn in hoofdzaak afgesloten kast zijn aangebracht.

26. Voertuig volgens één der conclusies 2-6, met hst kenmerk, dat het frame (3; 11; 17; 29) vrij draaibaar om ie 15 draaiingsas van het draaibare element (1, 2; 15; 18, 19; 3 3, 31. en los van het aandrij f gewicht (5, 7; 12; 20 - 25; 32 - 36. is gelagerd. 1013351