NL1024287C1 - Vloerrand beveiligingssysteem bij kalkzandsteenbouw. - Google Patents

Description

Vloerrand beveiligingsysteem bij kalkzandsteenbouw 1 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting bestaande uit ophangstrippen, beugels en speciale balusters voor het aanbrengen van leuningen aan de bovenzijde van een kalkzandsteenmuur. Dit ten behoeve van het beveiligen van de vloeren bij het optrekken van een gebouw met kalkzandsteen muren.

5 Dergelijke beveiliging door middel van beugels en ophangstrippen is bekend van firma BMF Holland b.v. (type Bulldog). De ophangstrip wordt door middel van pluggen en schroeven bevestigd op de kalkzandsteenmuur. In deze strip kan een beugel, welke voorzien is van een pen, gehaakt worden.

Uit E04G21/32 is bekend een inrichting met een ophangstrip en een beugel.

10 De ophangstrip wordt hierbij bevestigd met een hulsnagel. Hiervoor moet men eerst een gat boren in de bovenzijde van de muur. De beugel geeft geen zijdelijkse steun aan de baluster.

Bovengenoemde systemen en andere bekende systemen maken geen gebruik van het bevestigen van de ophangstrip aan de bovenzijde van de kalkzandsteenmuur zonder dat er 15 in de muur geboord of gespijkerd hoeft te worden. Bekend is dat bij alle systemen de kop van het bevestigingsmiddel boven de ophangstrip uitsteekt, wat bezwaarlijk is bij een te plaatsen prefab betonvloer (breedplaat).

Alle bekende beugels worden gehaakt aan de ophangstrip. Ook zijn alle andere systemen pas veilig bruikbaar nadat de vloer, als steun op de ophangstip, aangebracht is.

20 Het doel van onderhavige uitvinding is het voorzien in een veiligheidsysteem welke eenvoudig en relatief goedkoop en zonder mechanische hulpmiddelen vanuit de binnenzijde van het op te trekken gebouw kan worden aangebracht. Bij uitvoering van de balusters en lichtgewicht leuningen kunnen deze in het geheel reeds voor het aanbrengen van de vloer aangebracht worden.

25 De uitvinding wordt gekenmerkt door ophangstrippen welke voorzien zijn van lippen. Door het omzetten van een van deze lippen in een hijsgat van een kalkzandsteenelement en deze daarna klemmend vast te slaan met een borgblokje in het hijsgat ontstaat een deugdelijke verbinding. Dit te meer daar deze hijsgaten iets tapvormig zijn.De ophangstrippen hebben een neus met een sleuf. Door deze sleuf wordt van onderuit 30 een beugel gestoken waarna deze beugel vanonder tegen de muur wordt gedraaid. Door deze constructie kunnen de beugels later na het storten van de vloer gemakkelijk verwijdert 1024287 2 worden.

Door de vorm van het lijf van de beugel is deze geborgd tegen een naar boven gerichte kracht. De beugel is aan de onderzijde voorzien van een vork voor een optimale zijdelingse steun. Daarbij drukken de punten van de vorken in de kalkzandsteenmuur. Aan 5 de bovenzijde is de beugel voorzien van een sparing voor een baluster en aan de onderzijde van een lip waar de baluster overheen kan vallen. De beugels kunnen steeds weer hergebruikt worden.

De baluster kan bestaan uit een steigerbuis waaraan als leuning steigerbuizen worden bevestigd.

10 Een alternatief is het gebruik van speciale lichtgewicht balusters met een voorziening voor het bevestigen van de vloerafzetting en kantplank. Verder is de baluster voorzien van een inrichting voor het ophangen van lichtgewicht leuninghekken. De baluster kan geborgd worden door deze na het plaatsen een kwartslag te draaien. Het voordeel van het gebruik van lichtgewicht balusters en leuninghekken is gelegen in de 15 manier van aanbrengen. Door na het aanbrengen van de beugels met de balusters deze naar de binnenzijde van de muur te kantelen en te laten steunen op de onderslagen voor de breedplaatvloer of vloerbekisting kan men eenvoudig de leuninghekken aanbrengen. Na het aanbrengen van een leuninghek per twee balusters kan men deze omhoogklappen waarna met de werkzaamheden voor de vloer begonnen kan worden.

0 2 4 2 6 7 3

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont schematisch een type ophangstrip met beugel en een baluster Fig. 2 toont het bevestigen van een ophangstrip op de kalkzandsteenmuur 5 Fig. 3,4 en 5 tonen ophangstrippen met mogelijke alternatieve op ophangstip in fig. 1 en 2.

Fig. 6 toont de situatie met een ophangstrip, een beugel en een steigerbuis als baluster.

Fig. 7 toont de situatie met een ophangstrip, een beugel en een speciale 10 lichtgewicht baluster met een lichtgewicht leuninghek.

Fig. 8 toont de situatie met een ophangstrip, en een stalen baluster met aanhangvoorzieningen.

Fig. 9 toont de situatie bij het aanbrengen van lichtgewicht balusters met leuninghek zoals genoemd in fig.7.

15 In fig. 1 wordt beugel 2 getoond welke is bevestigd aan ophangstrip 1.

De ophangstrip is voorzien van lippen 4 welke gevormd zijn door deze driezijdig te snijden in de ophangplaat. De beugel 2 is van onder gevorkt 5 voor steun tegen de muur en is verder van onder voorzien van een naar boven gerichte lip 6 waarover de baluster 3 valt. Van boven is de beugel voorzien van een sparing 7 waardoor de baluster 3 gestoken 20 kan worden.

Voor het borgen van een lichtgewicht baluster is een sleufgat 8 in de beugel aangebracht. Een nok 9 op de baluster valt hierdoor. Door de baluster een kwartslag te draaien wordt de baluster geborgd. Voor het gemakkelijk kantelen van de beugel met baluster is de beugel voorzien van een boring 10 waarin een pen of spijker 25 gestoken kan worden.

Fig. 2 toont het monteren van een ophangstrip 1 op een kalkzandsteenmuur met hijsgaten 11. De ophangstrip is geschikt voor het bevestigen op een muurdikte van 100, 120 en 150 mm. De plaats van een van de lippen 4 correspondeert met een hijsgat welke in het midden van de muur zit. Door met een borgblokje 12 een lip 4 in een hijsgat 11 te slaan 30 en deze daarin te klemmen ontstaat een vaste verbinding.

Fig. 3, 4 en 5 zijn varianten op de op de in fig. 1 en 2 genoemde ophangstrip 1.

In fig. 3 zijn de lippen dwars op de voorzijde van de muur aangebracht. Een nadeel hiervan is dat bij het bevestigen de kalkzandsteenmuur kan splijten. Bij fig. 4 worden • ·' // 7 : 4 steeds twee tegenover elkaar gelegen lippen met een borgblokje in een hijsgat vastgeslagen. Bij fig. 5 zijn de lippen onder een hoek aangebracht.

In fig. 6 is de situatie aangegeven met ophangstrip 1, beugel 2 en een stalen baluster 3 waaraan met steigerkoppelingen leuningen 13 (steigerbuizen) zijn 5 bevestigd. De vloer is reeds aangebracht.

Ook andere lipvarianten met o.a. rondlopende of met een deels rondlopende lip vallen onder dit octrooi.

In figuur 7 is de situatie aangegeven met ophangstrip 1, beugel 2 en een lichtgewicht baluster 3 voorzien van borgnok 9, een bevestiging 14 voor het bevestigen 10 van een kantplank of een vloerafzetting, en een speciale wegdraaibare beugel 15 voor het bevestigen van lichtgewicht leuninghekken 16.

In fig. 8 is de situatie aangegeven met ophangstrip 1. De baluster 3 haakt door middel van lip 17 aan de ophangstrip 1. Baluster 3 is vanonder voorzien van een brede steun 5 gelijk de uitvoering van de beugels. Aan elke baluster zitten 2 beugels voor het 15 aanbrengen van leuningen 13 (steigerbuis). Verder een bevestiging 14 voor het bevestigen van een kantplank of een vloerafzetting.

In fig. 9 is aangegeven de situatie van het aanbrengen van het lichtgewicht leuninghek 16 volgens fig. 7. Na het bevestigen van ophangstrip 1 en het aanbrengen van beugel 2 wordt vertikaal baluster 3 aangebracht. Nadat beugel 2 voorzien is van een pen 20 of spijker 10 in gat 10 wordt de baluster naar binnen gekanteld op een bekistingonderslag 18 en voorzien van een leuninghek 16. De baluster wordt daarna gelijk met een baluster ernaast weer verticaal gekanteld. Hierna kan met de werkzaamheden voor de vloer worden begonnen.

1024287

Claims (4)

1. 2. De ophangstrip(l) met het kenmerkt dat deze bevestigd kan worden door middel van een of meerdere lippen (4) welke naar onder gebogen kunnen worden en door middel van een borgblokje (12) vastgezet kunnen worden in (hijs)gaten aan de bovenzijde van een kalkzandsteen muur.
2. 3. De beugel (2) wordt gekenmerkt door de gevorkte ondersteun (5) en het schuine 10 lijf vanaf de ophangstrip van de wand af naar onder. De beugel kan hierdoor niet naar boven getrokken worden.
3. 4. De beugel (2) wordt gekenmerkt door de mogelijkheid van het naar binnen kunnen kantelen (fig.9). Hiervoor is een voorziening (10) getroffen aan de beugel. Door het tijdelijk naar binnen kantelen van de beugel met baluster kan een leuninghek veilig 15 aangebracht worden.
4. 5. De baluster (3) (fig.7 en 9) wordt gekenmerkt door de borging (2) en door het systeem van vastzetten (15) van het leuninghek (16) 24287