NL1024286C2

NL1024286C2 - Waarneeminrichting.

Info

Publication number: NL1024286C2
Application number: NL1024286A
Authority: NL
Inventors: Sander Willem Van Schaik; Cornelis Johannes Janson
Original assignee: Bosch Gmbh Robert
Priority date: 2003-09-12
Filing date: 2003-09-12
Publication date: 2005-03-15
Also published as: CA2480932A1; EP1515288B1; EP1515288A1; CN1604623B; DE602004024358D1; US20070201862A1; CN1604623A; US7372645B2; ATE450849T1; CA2480932C

Description

« 1

Waarneeminrichting.

BESCHRIJVING

De uitvinding heeft betrekking op een waarneeminrichting 5 omvattende een behuizing, een optische lens met een zlchtbundel opgenomen binnen de behuizing, de behuizing omvattende een, althans In de zichtbundel van de lens, transparante buitenste koepel voor bescherming van de lens en een aan de binnenzijde van de buitenste koepel gelegen binnenste koepel, de waarneeminrichting aldus uitgevoerd bestand zijnde 10 tegen inslag door een object met een maximale inslagenergie ter grootte van een eerste waarde en de waarneeminrichting uitgevoerd zijnde zonder binnenste koepel bestand zijnde tegen inslag door het object met een maximale inslagenergie ter grootte van een tweede waarde.

De eerste waarde en de tweede waarde dienen binnen het 15 kader van de uitvinding bepaald te worden met behulp van de norm IEC 60068-2-75 part 2 waarbij gebruik wordt gemaakt van een vallend object met een bepaalde energie-inhoud. Bij die waarde van de energie-inhoud waarbij een camera faalt, met andere woorden na Inslag niet meer kan functioneren, dient de camera beschouwd te worden als niet bestand zijnde 20 tegen Inslag door het betreffend object.

Waarneemlnrichtingen met uitsluitend een buitenste koepel en dus zonder binnenste koepel zijn in verschillende uitvoeringsvormen bekend. Een waarneeminrichting volgens de aanhef, dus uitgevoerd met een binnenste koepel, 1s bekend uit de Europese octrooiaanvrage EP 1136964 A2 25 en uit het Amerikaanse octrooi US 3819856.

Camera's met tenminste een buitenste koepel vinden veelal toepassing als observatieamera, met name bevestigd aan een plafond, waarbij de buitenste koepel ter bescherming van de lens dient. Uit oogpunt van de aard van de functie van dergelijke camera's is het 30 tenminste wenselijk of veelal zelfs vereist dat dergelijke camera's bestendig zijn tegen vandalisme. Dat houdt in dat de buitenste koepel een 1 024286 I 2 I zekere weerstand moet bieden tegen inslag met of door een voorwerp zoals I een knuppel of dergelijke zodat de vervorming die de buitenste koepel I ondergaat ten gevolge van een dergelijke inslag dusdanig klein Is dat I uiteindelijk de lens niet wordt geraakt door bijvoorbeeld de binnenzijde I 5 van de buitenste koepel en/of van de binnenste koepel en de camera I wellicht onderhoud nodig heeft ten gevolge van de inslag maar op zich nog I wel functioneert.

I Om aan deze wens/e1s te voldoen ziet men veelal dat de diameter van de buitenste koepel dusdanig groot wordt gekozen dat er I 10 sprake 1s van een aanzienlijke afstand tussen de binnenzijde van de buitenste koepel en de lens. Aldus kan de buitenste koepel dus 1n grote mate vervormen zonder dat de lens wordt geraakt. Deze oplossing voor de I omschreven problematiek is strijdig met de veelal geldende wens/eis om de I camera's klein en compact uit te voeren teneinde de camera's zo 15 onopvallend mogelijk te maken. De praktijk leert namelijk dat naarmate I een camera minder opvallend is, vandalen minder snel geneigd zullen zijn de weerstand van de camera tegen vandalisme te toetsen. Daarnaast geldt I dat dikkere buitenste koepels ook in zijn algemeenheid resulteren in meer I beeldvervorming.

20 Een alternatieve oplossing voor het vergroten van de weerstand tegen vandalisme van camera's wordt gevormd door het vergroten H van de dikte van het materiaal van de buitenste koepel. Los van het feit H dat daardoor de fabricagekosten van dergelijke buitenste koepels relatief veel toenemen is gebleken dat het effect op de bestendigheid tegen Inslag 25 ook juist averechts kan zijn doordat tijdens inslag hogere interne spanningen zullen optreden die tot ontoelaatbaar falen van de buitenste koepel kunnen leiden.

H De camera zoals omschreven in US 3819856 bezit zowel een buitenste koepel als een binnenste koepel. De functie van de toepassing 30 van twee koepels per camera in deze beide documenten is er in gelegen een visuele afscherming te bieden voor de lens zodat het niet of althans I 1024286

I I

3 moeilijk zichtbaar is voor personen in welke richting de zichtbundel zich uitstrekt en dus of men zich in deze zichtbundel bevindt. De buitenste koepel in EP 1136964 A2 heeft als functie een universele afscherming te vormen voor camera's van verschillende types.

5 De uitvinding beoogt, al dan niet in voorkeursuitvoerings vormen daarvan, een camera te verschaffen met een verhoogde bestendigheid tegen inslag. Neer in het bijzonder beoogt de uitvinding daarbij een camera te verschaffen met relatief kleine afmetingen. Hiertoe kenmerkt de waarneeminrichting volgens de uitvinding zich in eerste instantie doordat 10 de verhouding tussen de eerste waarde en de tweede waarde tenminste 1,1 is. Bij een dergelijke verhouding bestaat er een substantiële bijdrage die de binnenste koepel biedt aan de slagbestendigheid van de waarneeminrichting. Aldus wordt de binnenste koepel een nieuwe functie gegeven ten opzichte van camera's volgens de stand van de techniek die 15 zijn uitgevoerd met een binnenste koepel terwijl bovendien de functie van de binnenste koepel om de lens zo veel mogelijk aan het zicht te ontrekken behouden kan blijven. Binnen het kader van de uitvinding dient de maximale inslagenergie te worden bepaald volgens de reeds eerder aangehaalde norm IEC 60068-2-75 part 2.

20 Bij een meer specifieke voorkeursuitvoerlngsvorm van de waarneeminrichting overeenkomstig de uitvinding is de verhouding tussen de eerste waarde en de tweede waarde tenminste 1,2 en bij verdere voorkeur tenminste 1,4 is waardoor de bijdrage van de binnenste koepel aan de inslagbestendigheid nog substantiëler wordt.

25 Doordat bij een specifieke uitvoeringsvorm de dikte van het materiaal van de buitenste koepel ten hoogste 5,0 mm is, wordt niet alleen het beeldvervorming van de camera zoveel mogelijk binnen de perken gehouden, maar wordt tevens voorkomen dat tijdens inslag bij vandalisme hoge interne spanningen optreden, die tot een ontoelaatbaar falen van de 30 buitenste koepel kunnen leiden. Door voorts de buitenste koepel niet te dik te maken, kan een lichte, kleine en compacte waarneeminrichting 1024286 I 4 I overeenkomstig de uitvinding worden verkregen. Daarnaast is het bij de I onderhavige voorkeursuitvoeringsvorm in beginsel nog mogelijk om de I buitenste koepel aldus op industrieel verantwoorde wijze te fabriceren.

I Met name deze laatste aspecten worden verder versterkt, I 5 doordat meer specifiek de afstand tussen de buitenzijde van de binnenste koepel en de binnenzijde van de buitenste koepel in zijn algemeenheid zo I klein mogelijk wordt gekozen en in ieder geval bij voorkeur ten hoogste 5,0 mm is. Aldus ervaart bij inslag de buitenste koepel reeds bij geringe I binnenwaartse vervorming de ondersteuning door de binnenste koepel.

I 10 Ter versteviging van de binnenste koepel kan overeenkomstig I de uitvinding de wand van de binnenste koepel voorzien zijn van verdikkingen. Deze verdikkingen kunnen bijvoorbeeld de vorm hebben van I randen die zich dwars of in langsrichting op de koepel vorm uitstrekken.

De verdikkingen kunnen zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde I 15 van de binnenste koepel aanwezig zijn.

I Een verbeterde functionaliteit van de waarneeminrichting I overeenkomstig de uitvinding kan worden bereikt door de waarneem- inrichting te voorzien van manipulatie met een voor het manipuleren van I de lens, welke bij een verbijzondering tevens is Ingericht voor het 20 gezamenlijk manipuleren van de lens en de binnenste koepel.

I Daarbij kan de waarneeminrichting overeenkomstig de I uitvinding zijn voorzien van aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de manipulatiemlddelen.

Bij een specifieke uitvoeringsvorm hiervan kan de 25 waarneeminrichting zodanig zijn uitgevoerd dat de lens elastisch is j I verbonden met de manipulatiemiddelen.

I Bij sterke voorkeur heeft de binnenste koepel een gesloten oppervlak ook ter plaatse van de zichtbundel alwaar de binnenste koepel I uiteraard wel transparant moet zijn voor de zichtbundel. Een gesloten 30 oppervlak van de binnenste koepel verschaft de binnenste koepel een hoge stijfheid waardoor uiteindelijk de bijdrage die de binnenste koepel aan I 1024286 • > 5 de slagbestendigheld van de waarneeminrichting geeft, groot kan zijn.

De binnenste koepel kan eveneens een grote bijdrage leveren aan de slagbestendigheid van de waarneeminrichting indien de binnenste koepel, overeenkomstig een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de 5 uitvinding, tenminste ten dele van metaal 1s vervaardigd. Een uitermate geschikt metaal wordt hierbij gevormd door gegoten aluminium. Uiteraard is het binnen het kader van de onderhavige uitvinding tevens mogelijk om gebruik te maken van andere geschikte materialen voor de binnenste koepel zoals bijvoorbeeld (transparant) polycarbonaat of ABS.

10 De uitvinding zal aan de hand van een tekening nader worden toegelicht, welke tekening achtereenvolgens toont:

Figuur 1 een opengewerkt uitvoerlngsvoorbeeld van een waarneeminrichting overeenkomstig de uitvinding;

Figuur 2 een dwarsdoorsnede van een waarneeminrichting 15 volgens figuur 1, nu in samengestelde toestand;

Figuur 3 een opengewerkt aanzicht van de binnenste en buitenste koepel van de in de figuren 1 en 2 getoonde waarneeminrichting.

In de navolgende figuurbeschrijving worden de in de figuren getoond overeenkomende onderdelen met identieke referentiecijfers 20 aangeduid.

In de figuur 1 (en de bijbehorende dwarsdoorsnede in figuur 2) wordt een eerste uitvoeringsvoorbeeld in opengewerkte toestand van een waarneeminrichting overeenkomstig de uitvinding getoond. De waarneeminrichting 100 is voorzien van een waarneemmodule 105 met een grondplaat 25 110 waarop een cameramodule 140 is gemonteerd. De cameramodule 140 is voorzien van optiek 131 bevattende een lens 130.

De cameramoudle 140 is handmatig manipuleerbaar over twee (rotatie) vrijheidsgraden, teneinde zo de oriëntatie van de zichtbundel van de lens 130 in een gewenste richting te wijzigen.

30 Zoals getoond in figuur 1 bezit de waarneeminrichting 100 overeenkomstig de uitvinding een transparante kunststof buitenste koepel 1024286

6 I

300 met een wanddikte van 3,2 mm, welke dient voor het beschermen van de I

cameramodule 140 en meer in het bijzonder het optiek 131 en de lens 130. I

De koepel 300 is voorzien van een omtrekrand 320, welke bij plaatsing op I

de grondplaat 110 aan komt te liggen tegen een op de grondplaat 110 I

5 aangebrachte opstaande rand of flens 120. I

Eveneens is de waarneemlnrichting 100 voorzien van een I

binnenste koepel 200, welke aan de binnenzijde van de buitenste koepel I

300 1s gelegen en eveneens is voorzien van een omtreksrand 220 voor I

plaatsing op cameramodule 140 of op de grondplaat 110. I

10 De binnenste koepel 200 is voorzien van een I

zichtvenster 210 alwaar de binnenste koepel 200 een opening heeft voor I

het doorlaten van de zichtbundel van de lens 130. De wanddikte van de I

binnenste koepel is 3,4 mm terwijl het materiaal van de binnenste koepel I

zwart polycarbonaat betreft. Alternatief is het mogelljk de binnenste I

15 koepel een gesloten oppervlak te geven waarbij de binnenste koepel ter I

plaatse van de zichtbundel van de lens 130 transparant dient te zijn. I

Tijdens gebruik kan de cameramodule 140 tezamen met de I

binnenste koepel 200 handmatig ten opzichte van de behuizing/grondplaat I

110 bewogen worden. Hierdoor is het mogelijk de zichtbundel van de lens I

20 130 om een hoek van 360° te roteren. I

De dikte van het materiaal van de buitenste koepel 300 is I

beperkt tot 3,2 mm. Hierdoor wordt niet alleen het beeldverlies vanwege I

de buitenste koepel zoveel mogelijk binnen de perken gehouden, maar wordt I

tevens voorkomen dat tijdens inslag bij vandalisme te hoge interne I

25 spanningen optreden, tot een ontoelaatbaar falen van de buitenste koepel I

kunnen leiden. I

Door de dikte van de buitenste koepel 300 tevens te I

beperken tot 3,2 mm wordt een lichte, kleine en compacte I

waarneeminrichting overeenkomstig de uitvinding verkregen. Dit laatste I

30 aspect maakt de waarneeminrichting minder opvallend, zodat vandalen I

minder snel geneigd zijn de weerstand van de camera tegen vandalisme te I

1024286 I

• I

7 toetsen.

Voorts is de afstand tussen de buitenzijde van de binnenste koepel 200 en de binnenzijde van de buitenste koepel 300 ten hoogste 5,0 mm. Ook hiermee worden de constructieafmetingen van de waarneeminrichting 5 beperkt.

In de figuur 3 wordt een detail aanzicht getoond van de waarneem1nr1cht1ng overeenkomstig de uitvinding, welke figuur de buitenste koepel 300 en de binnenste koepel 200 openbaart. Overeenkomstig de uitvinding is de binnenste koepel 200 voorzien van meerdere 10 verstevigingsribben 400, welke aan de binnenzijde van de koepel zijn aangebracht en zich over de binnenzijde uitstrekken.

Deze verstevigingsribben 400 beperken de kans op faleh/breuk van de koepel 200 en derhalve beschadiging aan het optiek 131 c.q. de lens 130 van de camera 140 bij vandalisme.

15 De verhouding tussen de maximale inslagenergle waartegen waarneeminrichting 100 gemeten volgens norm IEC 60068-2-75 part 2 bestand is en de maximale inslagenergie waartegen waarneeminrichting 100 uitgevoerd zonder binnenste koepel 200 bestand is, bedraagt 1,5.

20 1024286

Claims

1. Waarneeminrichting omvattende een behuizing, een optische I lens met een zichtbundel opgenomen binnen de behuizing, de behuizing I 5 omvattende een, althans in de zichtbundel van de lens, transparante I buitenste koepel voor bescherming van de lens en een aan de binnenzijde van de buitenste koepel gelegen binnenste koepel, de waarneeminrichting I aldus uitgevoerd bestand zijnde tegen inslag door een object met een I maximale inslagenergie ter grootte van een eerste waarde en de I 10 waarneeminrichting uitgevoerd zijnde zonder binnenste koepel bestand I zijnde tegen inslag door het object met een maximale inslagenergie ter I grootte van een tweede waarde, met het kenmerk, dat de verhouding tussen I de eerste waarde en de tweede waarde tenminste 1,1 1s. I

2. Waarneeminrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, I 15 dat de verhouding tussen de eerste waarde en de tweede waarde tenminste I 1,2 en bij verdere voorkeur tenminste 1,4 is. I

3. Waarneeminrichting volgens conclusie 1 of 2, met het I kenmerk, dat de dikte van het materiaal van de buitenste koepel ten I hoogste 5,0 mm is. I

4. Waarneeminrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het I kenmerk, dat de afstand tussen de buitenzijde van de binnenste koepel en I de binnenzijde van de buitenste koepel ten hoogste 5,0 mm is. I

5. Waarneeminrichting volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het I kenmerk, dat de wand van de binnenste koepel is voorzien van I 25 verdikkingen. I

6. Waarneeminrichting volgens één van de voorgaande I conclusies, met het kenmerk, dat de waarneeminrichting is voorzien van I manipulatiemiddelen voor het manipuleren van de lens. I

7. Waarneeminrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, I 30 dat de manipulatiemiddelen zijn ingericht voor het gezamenlijk I manipuleren van de lens en de binnenste koepel. I 1024286 I · *

8. Waarneeminrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de waarneeminrichting is voorzien van aandrijfmiddelen voor de manipulatiemiddelen.

8 I CONCLUSIES I

9. Waarneeminrichting volgens conclusie 6, 7 of 8, met het 5 kenmerk, dat de lens elastisch is verbonden met de manipulatiemiddelen.

10. Waarneeminrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de binnenste koepel een gesloten oppervlak heeft.

11. Waarneeminrichting volgens één van de voorgaande 10 conclusies, met het kenmerk, dat de binnenste koepel tenminste ten dele van metaal is vervaardigd. '024286