NL1024259C2 - Stofopvangfilter voor stofzuiger en stofzuiger daarvan voorzien. - Google Patents

Description

• I

Stofopvangfilter voor stofzuiger en stofzuiger daarvan voorzien

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

1. Gebied van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een stofopvangfilter voor een stofzuiger, en meer in het bijzonder 5 op een stofopvangfilter dat opnieuw kan worden gebruikt nadat het is geleegd en gewassen en een stofzuiger voorzien van het stofopvangfilter.

2. Beschrijving van de stand van de techniek 10 Over het algemeen zuigt een stofzuiger stof en vreem de substanties (hierna genoemd "stof") op van een oppervlak dat moet worden schoongemaakt, samen met lucht door gebruik te maken van een zuigkracht die wordt opgewekt bij een zuigborstel door een vacuümopwekkende inrichting en scheidt 15 het stof van de naar binnen gezogen lucht en verzamelt het stof door gebruik te maken van een filter.

Een dergelijke filter maakt over het algemeen gebruik van een papierfilter (papieren zak). Het papieren filter is een verbruiksproduct, dat van de stofzuiger wordt verwijderd 20 en samen met het stof dat daarin is opgeslagen wordt weggeworpen wanneer het vol zit met stof. Derhalve veroorzaakt een dergelijk wegwerpbare papieren filter dat de onderhoudskosten van de stofzuiger toenemen. Het veroorzaakt eveneens een gezondheidsprobleem omdat het papieren filter een conditie ver-25 schaft waarin bacteriën gemakkelijk kunnen leven en zich voortplanten. Ook is het ongemakkelijk om regelmatig het papieren filter te moeten vervangen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

30 De onderhavige uitvinding is ontwikkeld om de boven genoemde problemen in de stand van de techniek op te heffen. Derhalve is het een doelstelling van de onderhavige uitvinding om een stofopvangfilter voor een stofzuiger te verschaffen, dat opnieuw gebruikt kan worden nadat het is geleegd en gewas-35 sen, zodat het weer bruikbaar is.

:0 2 4 2 ^0 I - 2 - I Een ander doel van de onderhavige uitvinding is om I een stofopvangfilter voor een stofzuiger te verschaffen dat I hygiënisch is omdat het geen verblijf van bacteriën mogelijk I maakt en dat eenvoudig kan worden aangebracht in en verwijderd 5 uit een stofopvangkamer van de stofzuiger.

I Weer een ander doel van de onderhavige uitvinding is om een stofzuiger te verschaffen die het stofopvangfilter ge- I bruikt met de bovenbeschreven eigenschappen, waardoor wordt I bijgedragen aan een vermindering van onderhoudskosten en aan I 10 het gebruiksgemak.

De bovenstaande doelen van de onderhavige uitvinding I worden bereikt door een stofopvangfilter voor een stofzuiger I te verschaffen dat is aangebracht in een stofopvangkamer van I de stofzuiger die is voorzien van een luchtinlaat en een I 15 luchtuitlaat, om stof te filteren uit de lucht die door de I luchtinlaat naar binnen is gezogen, waarbij het stofopvangfil- ter is voorzien van een filterhuis met een achteroppervlak en I met een zijoppervlak dat zich verticaal uitstrekt van een rand I van het achteroppervlak en daardoor een vooraf bepaalde ruimte I 20 daarin bepaalt, waarbij het achteroppervlak is voorzien van I een luchtuitstootgat dat daarin is aangebracht om een vloeien- de verbinding te vormen met de luchtuitlaat, een deksel voor- I zien van een luchtinlaatgat dat in vloeiende verbinding staat met de luchtinlaat en scheidbaar is verbonden met het filter- I 25 huis en een stoffilterorgaan dat is aangebracht in het filter- I huis, om stof uit de lucht te filteren die door het luchtin- laatgat naar binnen is gezogen en wordt uitgestoten door het luchtuitstootgat. De stofopvangfilter kan opnieuw worden ge- I bruikt nadat het is geleegd en gewassen.

I 30 Volgens de onderhavige uitvinding kunnen de kosten om I het filter te vervangen worden verminderd, omdat het niet I noodzakelijk is om het filter te vervangen. Eveneens, omdat I het filter ontworpen is om de voortplanting van bacteriën te I voorkomen, kan de omgeving schoon worden gehouden. Ook bevor- I 35 dert het eenvoudig demonteren en monteren van het filteren het gebruiksgemak van de stofzuiger.

Bij voorkeur heeft het filterhuis een cilindrische vorm en het filterhuis èn het deksel zijn verwijderbaar ver- bonden met elkaar door een uitstekend deel en haken die res- I * - 3 - pectievelijk zijn aangebracht aan het filterhuis en aan het deksel en die met elkaar overeenkomen.

Het verdient de voorkeur dat het stoffilterorgaan is voorzien van een eerste stoffilterdeel om grotere stofdelen 5 uit te filteren en een tweede stoffilterdeel om klein stof te filteren dat niet wordt gefilterd door het eerste stoffilter-deel.

Het eerste stoffilterdeel is voorzien van een frame dat een geheel vormt met het achteroppervlak van het filter-10 huis om een binnenruimte van het filterhuis te verdelen in een buitenste stofopvangdeel en een binnenste luchtuitstootdeel, waarbij het frame is voorzien van een veelvoud van gaten die zijn aangebracht in de radiale richting, en een netachtig lichaam dat is aangebracht aan de zijde van het frame om de ga-15 ten van het frame te omvatten.

Ook is het tweede stoffilterdeel voorzien van een eerste beugel die het achteroppervlak van het filterhuis dat overeenkomt met het luchtuitstootdeel raakt en is voorzien van een doorgangsgat dat in het midden daarvan is aangebracht en 20 overeenkomt met het luchtuitstootgat, en van een tweede beugel die door een eind van het frame aan een rand daarvan wordt gesteund en van een kleinstoffilter dat wordt gesteund door om-trekeinden van de eerste en tweede beugels.

Hierin heeft het de voorkeur dat de tweede beugel een 25 conische vorm heeft die geleidelijk breder wordt vanuit een centraal punt naar het andere eind, waardoor lucht die door de luchtinstroomopening van het deksel naar binnen wordt gezogen vloeiend in het stofopvangdeel dat is aangebracht in de filterhuis kan stromen.

30 Het verdient ook de voorkeur dat het kleinstoffilter gemaakt is van niet-geweven stof en dat de niet-geweven stof is voorzien van een veelvoud van gevouwen delen om het stof-filterend oppervlak te vergroten.

Het verdient ook de voorkeur dat het deksel wordt 35 voorzien van een veelvoud van ribben die uitsteken vanuit de binnenzijde van het deksel waarbij de ribben tegen de tweede beugel die wordt ondersteund door het eind van het frame aandrukken, wanneer het deksel wordt verbonden met het filterhuis .

1024259 I - 4 - I Ondertussen worden de bovenstaande doelen van de on- I derhavige uitvinding bereikt door een stofzuiger te verschaf- I fen die is voorzien van een stofzuigerhuis met een stofopvang- I kamer voorzien van een luchtinlaat en een luchtuitlaat en ver- I 5 bonden met een zuigborstel, waarbij een vacuümopwekkende in- I richting is aangebracht in een aandrijfkamer om een negatieve I druk op te wekken in de stofopvangkamer, waarbij de aandrijf- I kamer is geplaatst in het achterste deel van de stofopvangka- I mer van het stofzuigerhuis, in vloeiende verbinding met de I 10 stofopvangkamer door de luchtuitlaat, en waarbij een stofop- I vangfilter is aangebracht in de stofopvangkamer om stof te I filteren uit de lucht die naar binnen wordt gezogen en te ver- I zamelen in de stofopvangkamer, waarbij het stofopvangfilter I opnieuw bruikbaar is.

I 15 Het stofopvangfilter is voorzien van een filterhuis met een achteroppervlak· en een zijoppervlak dat zich verticaal I uitstrekt vanaf een rand van het achteroppervlak om daardoor een vooraf bepaalde ruimte daarin te bepalen, waarbij het ach- teroppervlak is voorzien van een luchtuitstootgat dat daarin 20 is aangebracht in vloeiende verbinding met de luchtuitlaat, en van een deksel met een luchtinlaatgat in vloeiende verbinding met de luchtinlaat en scheidbaar verbonden met het filterhuis I en een stoffilterorgaan dat is aangebracht in het filterhuis, I om stof te filteren uit de lucht die naar binnen wordt gezogen I 25 door een luchtinlaatgat om te worden uitgestoten door een I luchtstootgat.

I KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

I De bovenstaande doelen en eigenschappen van de onder- 30 havige uitvinding zullen duidelijker worden door een beschrij- ving van een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uit- vinding met verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen, waarin: FIG. 1 een plofbeeld is in perspectief dat een stof- opvangfilter toont voor een stofzuiger volgens een voorkeurs- 35 uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; FIG. 2 een aanzicht is in perspectief dat de stofop- vangfilter van FIG.l toont in een samengestelde toestand; FIG. 3 een zijaanzicht is in doorsnede die de helft van de binnenzijde van het stofopvangfilter toont voor de - 5 - stofzuiger volgens de voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; FIG. 4 een zijaanzicht is in doorsnede die het stof-opvangfilter voor de stofzuiger toont die de stoffilterbewer-5 king uitvoert volgens de voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; FIG. 5 een zijaanzicht is in doorsnede die het stof-opvangfilter toont gemonteerd in een stofopvangkamer van de stofzuiger volgens de voorkeursuitvoeringsvorm van de onderha-10 vige uitvinding; FIG. 6 een bovenaanzicht is dat het stofopvangfilter toont van FIG. 5.

BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOERINGSVORM 15 Een stofopvangfilter van een stofzuiger volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zal in meer detail worden beschreven met verwijzing naar de bij gevoegde tekeningen.

Zoals getoond in de FIG. 1 tot 4 omvat een stofop-20 vangfilter 100 voor een stofzuiger volgens een voorkeursuit-voeringsvorm van de onderhavige uitvinding een filterhuis 10, een deksel 20 en een stoffiltermiddel 30. Het stofopvangfilter 100 kan opnieuw gebruikt worden zelfs wanneer het stofopvang-filter 100 vol zit met stof, door het deksel 20 te verwijderen 25 van het filterhuis 10 en het filterhuis 10 te legen en te wassen. Dat wil zeggen het stofopvangfilter 100 is opnieuw bruikbaar. De volgende beschrijvingen betreffen de respectievelijke onderdelen van de stofopvangfilters 100.

Het filterhuis 10 is in een cilindrische vorm gemaakt 30 met een achteroppervlak 10a en een zijoppervlak 10b dat zich verticaal uitstrekt van de rand van het achteroppervlak 10a. Derhalve heeft het filterhuis 10 een vooraf bepaalde ruimte daarin. Het achteroppervlak 10a is voorzien van een luchtuit-stootgat 11 dat ongeveer in het midden daarvan is aangebracht. 35 Het zijoppervlak 10b is voorzien van een uitstekend deel 12 dat aan het eind daarvan in de richting van de omtrek is aangebracht. Een groef 13a is aangebracht binnen het uitstekende deel 12 om een O-ring 13 te ontvangen. De O-ring 13 dient om de luchtdichtheid te behouden wanneer het deksel 20 verbonden 40 is met het filterhuis 10. Het luchtuitstootgat 11 staat in 10242 sq I - 6 - I vloeiende verbinding met een luchtuitlaatfilter 221 van een I stofopvangkamer 210 van een stofzuigerhuis 200, wanneer het I stofopvangfilter 100 in de stofopvangkamer 210 is gemonteerd, I zoals is getoond in FIG. 5. Het verwijzingscijfer 230 van FIG.

I 55 geeft een. aandrijfkamer 230 aan waarin een vacuümopwekkende I inrichting 300 is gemonteerd. De stofopvangkamer 210 en de I aandrijfkamer 230 zijn van elkaar gescheiden door een schei- ding 220 en staan met elkaar in vloeiende verbinding door de I luchtuitlaat 221 die is aangebracht in het deel 220. Het ver- I 10 wijzingscijfer 211 van FIG. 5 geeft een luchtinlaat 210 aan van de stofopvangkamer 210, die verbonden is met een zuigslang van een zuigborstel (niet getoond).

I Het deksel 20 is verwijderbaar verbonden met het fil- terhuis 10. Het deksel 20 is voorzien van een luchtinlaatgat I 15 21 dat ongeveer in het midden daarvan is aangebracht en van een veelvoud van haken die zijn aangebracht op de rand van het I deksel 20 om het uitstekende deel 12 van het filterhuis 10 aan I te haken. Ten gevolge van de aanwezigheid van het uitstekende deel 12 en de haken 22, kan het deksel 20 worden verbonden met 20 en worden losgemaakt van het filterhuis 10. Het luchtinlaatgat I 21 staat in vloeiende verbinding met de luchtinlaat 211 van de I stofopvangkamer 210 wanneer het stofopvangfilter 100 in de I stofopvangkamer 210 van het stofzuigerhuis 200 is gemonteerd, I zoals is getoond in FIG. 5. Derhalve, wanneer vacuümopwekkende H 25 inrichting 300 wordt aangedreven, wordt de lucht beladen met stof in de stofopvangkamer 100 van de zuigborstel gezogen door het luchtinlaatgat 21. Ondertussen is het deksel 20 voorzien van een veelvoud van ribben 23 die van de binnenzijde daarvan uitstrekken en die later zal worden beschreven.

Het stoffilterorgaan 30 is gemonteerd in het filter- 30 huis 20 om het stof te filteren uit de met stof beladen lucht die door het luchtinlaatgat 21 van het deksel 20 naar binnen wordt gezogen en door het luchtuitstootgat 11 van het filter- huis 10 wordt uitgestoten. Het stoffiltermiddel 30 is voorzien I van een eerste stoffilterdeel 31 om grote stofdelen te filte- I 35 ren en van een tweede stoffilterdeel 35 om fijn stof te filte- ren dat niet wordt gefilterd door het eerste stoffilterdeel H Het eerste stoffilterdeel 31 is voorzien van een fra- me 32 en een netlichaam 33. Het frame 32 vormt een geheel met - 7 - het achteroppervlak 10a van het filterhuis 10 om een binnenruimte S van het filterhuis 10 te verdelen in een buitenste stofopvangdeel SI en een binnenste luchtuitstootdeel S2. Het frame 32 is voorzien van een veelvoud van gaten 32a die in ra-5 diale richting zijn aangebracht. Het netlichaam 33 is aan een zijkant van het frame 32 verbonden om de gaten 32a van het frame 32 te omvatten. De lucht die stroomt door het luchtin-laatgat 21 van het deksel 20 wordt uitgestoten door het stofopvangdeel SI, het netlichaam 33, het luchtuitstootdeel S2 en 10 het luchtuitstootgat 11 van het filterhuis 10. Op dit moment wordt het stof dat zich in de lucht bevindt geblokkeerd door het netlichaam 33 en wordt derhalve van de lucht gescheiden en verzameld in het stofopvangdeel SI.

Het tweede stofopvangdeel 35 omvat eerste en tweede 15 beugels 36 en 37 en een fijn stoffilter 38. De eerste beugel 36 is in contact met het achteroppervlak 10a van het filterhuis 10 overeenkomstig het luchtuitstootdeel S2 van het filterhuis 10, en een doorgangsgat 35a is in een middendeel van de eerste beugel 36 aangebracht, dat overeenkomt met het 20 luchtuitstootgat 11. De tweede beugel 37 wordt aan het eind van het frame 32 aan de rand daarvan ondersteund. Beide uiteinden van het kleinstoffilter 38 worden op de omtreksranden van de eerste en tweede beugels 36 en 37 ondersteund. Hierbij kan het kleine stoffilter zijn vervaardigd uit niet-geweven 25 stof, die bij voorkeur is voorzien van een veelvoud van gevouwen delen om een stoffilterend gebied te vergroten. Ook wordt de tweede beugel 37 in een conische vorm gemaakt, dat wil zeggen wordt geleidelijk breder vanuit een centraal punt naar het andere eind, en maakt dus een vloeiende luchtstroom mogelijk. 30 Dat wil zeggen als gevolg van de aanwezigheid van de conische tweede beugel 37, stroomt de lucht die door het luchtinlaatgat 21 van het deksel 20 naar binnen is gezogen vloeiend in het stofopvangdeel SI dat is aangebracht binnen het filterhuis 10. Ondertussen, wanneer het deksel 20 verbonden is met het fil-35 terhuis 10, drukken het veelvoud van ribben 23 van het deksel 20 tegen de tweede beugel 37 die wordt ondersteund aan het eind van het frame 32, en voorkomt daardoor dat de tweede beugel wordt gescheiden van zijn geïnstalleerde positie.

Het verwijzingscijfer 14 geeft een O-ring aan om de 40 luchtdichtheid tussen het achteroppervlak 10a van het filter- 1024259 I - 8 - I huis 10 en de eerste beugel 36 te handhaven. De O-ring is ge- I plaatst in een groef 14a die is aangebracht langs een deel van het achteroppervlak 10a, geplaatst naast het frame 32.

I Hieronder zullen de bewerkingen van een stofzuiger 5 voorzien van het stofopvangfilter volgens de onderhavige uit- I vinding, zoals boven geconstrueerd, zal worden beschreven met I verwijzing naar FIG. 5 en 6.

I Het stofopvangfilter 100 als hoofddeel van de onder- I havige uitvinding is verwijderbaar gemonteerd in de stofop- H 10 vangkamer 210 van het stofzuigerhuis 200 zoals is getoond in I de FIG. 5 en 6. Het luchtinlaatgat 21 van het stofopvangfilter 100 staat in vloeiende verbinding met de luchtinlaat 211 van I de stofopvangkamer 210 en het luchtuitstootgat 11 van het stofopvangfilter 100 staat in vloeiende verbinding met de I 15 luchtuitlaat 221 van de stofopvangkamer 210.

Wanneer de vacuümopwekkende inrichting 300 van de I aandrijfkamer 230 wordt aangedreven voor de schoonmaakbewer- king, ontstaat een negatieve druk in de stofopvangkamer 210.

Derhalve wordt als gevolg van de sterke zuiging de lucht bela- 20 den met stof van het schoon te maken oppervlak in de stofop- vangkamer 210 gezogen door de zuigborstel (niet getoond).

De naar binnen gezogen lucht stroomt in het stofop- I vangfilter 100 door de luchtinlaat 211 van de stofopvangkamer 210 en het luchtinlaatgat 21 van het stofopvangfilter 100. Dan 25 wordt de lucht geleid naar het stofopvangdeel SI van het fil- terhuis 10 door de tweede beugel 37 van het tweede stoffilte- rend deel 35 en wordt uitgestoten door het netlichaam 33 van het eerste stoffilter eerste stoffilterend deel 31, het klein- H stoffilter 38 van het tweede stoffilterend deel 35, het lucht- 30 uitstootdeel S2, het luchtuitstootgat 11 van het stofopvang- filter 100, de luchtuitlaat 221 van de stofopvangkamer 210 en H de aandrijfkamer 230.

Op dit moment, aangezien de grote stofdelen die in de lucht aanwezig zijn worden geblokkeerd door het netlichaam 33 35 van het eerste stoffilterend deel 31, worden deze gescheiden van de lucht en verzameld in het eerste stoffilterdeel 31. Het fijne stof dat niet gefilterd is door het eerste stoffilterend deel 31 wordt voor de tweede keer gefilterd door het fijnstof- filter 38 van het tweede stoffilterdeel 35. Schone lucht wordt 40 uitgestoten door de bovenbeschreven uitstootpaden.

- 9 -

Bovendien, wanneer het stofverzameldeel SI van het filterhuis 10 vol is van het afgescheiden stof, wordt het stofopvangfilter 100 verwijderd van de stofopvangkamer 210 van het stofzuigerhuis 200, het deksel 20 wordt van het filterhuis 5 10 afgehaald en dan wordt het filterhuis 10 geleegd. Tegelij kertijd wordt het tweede stoffilterend deel 35 ook geleegd. Nu wordt na te zijn gewassen en opnieuw te zijn samengesteld, het stofopvangfilter 100 opnieuw gemonteerd in de stofopvangkamer 210 van het stofzuigerhuis 200 voor hergebruik.

10 Volgens de onderhavige uitvinding zoals boven is be schreven, omdat het stofopvangfilter 100 voor het filteren van het stof uit de naar binnen gezogen lucht hergebruikt kan worden, worden de kosten van de vervanging van het papieren filter verminderd. Derhalve kunnen de onderhoudskosten van de 15 stofzuiger worden verminderd.

Eveneens volgens de onderhavige uitvinding, omdat het stofopvangfilter 100 ontworpen is om de voortplanting van bacteriën te voorkomen, kan het de reinheid van de omgeving bewaren. Ook verhoogt het eenvoudig losmaken en bevestigen van het 20 stofopvangfilter 100 het gebruiksgemak van de stofzuiger.

Dat wil zeggen, de onderhavige uitvinding verschaft de stofzuiger die hygiënisch is en bijdraagt tot de vermindering van onderhoudskosten en tot verhoging van het gebruiksgemak. Derhalve kan een in hoge mate bevredigende stofzuiger 25 worden verschaft die de behoefte van de gebruiker bevredigt.

Hoewel een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is getoond en beschreven zullen deskundigen begrijpen dat wijzigingen in deze uitvoeringsvorm kunnen worden aangebracht zonder af te wijken van de beginselen en de geest 30 van de uitvinding, waarvan de reikwijdte wordt bepaald in de conclusies en hun equivalenten.

1024259

Claims (16)

1. Stofopvangfilter voor een stofzuiger gemonteerd in | een stofopvangkamer van de stofzuiger voorzien van luchtinlaat | en luchtuitlaat, om stof te filteren uit lucht die naar binnen | wordt gezogen door de luchtinlaat, waarbij het stofopvangfil- | 5 ter opnieuw bruikbaar is, en het stofopvangfilter is voorzien I van: I een filterhuis met een achteroppervlak en een zijop- H pervlak dat zich verticaal uitstrekt van een rand van het ach- H teroppervlak en daardoor een vooraf bepaalde ruimte daarin be- 10 paalt, waarbij het achteroppervlak is voorzien van een lucht- uitstootgat dat daarin is aangebracht om een vloeiende verbin- I ding te vormen met de luchtuitlaat; I een deksel voorzien van een luchtinlaatgat dat in I vloeiende verbinding staat met de luchtinlaat en scheidbaar is 15 verbonden met het filterhuis; I en een stoffilterorgaan dat is aangebracht in het I filterhuis, om stof uit de lucht te filteren die door het I luchtinlaatgat naar binnen is gezogen en wordt uitgestoten I door het luchtuitstootgat.

2. Stofopvangfilter voor de stofzuiger van conclusie I 1, waarin het filterhuis een cilindrische vorm heeft en het H filterhuis en een deksel verwijderbaar met elkaar zijn verbon- I den door een uitstekend deel en door haken, die respectieve- I lijk zijn aangebracht aan het filterhuis en aan een deksel, en 25 die met elkaar overeenkomen.

3. Stofopvangfilter voor de stofzuiger van conclusie 1, waarin het stoffilterend orgaan is voorzien van: een eerste stoffilterend deel om grote stofdelen te filteren; en 30 een tweede stoffilterend deel om fijn stof te filte- ren dat niet wordt gefilterd door het eerste stoffilterend deel.

4. Stofopvangfilter voor de stofzuiger volgens con- clusie 3, waarin het eerste stoffilterend deel is voorzien 35 van: , I - 11 - een frame dat een geheel vormt met het achteropper-vlak van het filterhuis om een binnenruimte van het filterhuis te verdelen in een buitenste stofopvangdeel en een binnenste luchtuitstootdeel, waarbij het frame is voorzien van een veel-5 voud van gaten die zijn aangebracht in een radiale richting; en een netlichaam dat is aangebracht aan een zijkant van het frame om de gaten van het frame te omvatten.

5. Stofopvangfilter voor de stofzuiger volgens con-10 clusie 4, waarin het tweede stoffilterend deel is voorzien van: een eerste beugel die het achteroppervlak van het filterhuis aanraakt die overeenkomt met het luchtuitstootdeel en voorzien is van een doorgangsgat dat is aangebracht in het 15 midden daarvan en overeenkomt met het luchtuitstootgat; een tweede beugel die wordt gesteund door een uiteinde van het frame aan een rand daarvan; en een fijnstoffilter dat wordt gesteund door de omtrek-suiteinden van de eerste en tweede beugel.

6. Stofopvangfilter voor de stofzuiger volgens con clusie 5, waarin de tweede beugel een conische vorm heeft die geleidelijk breder wordt vanuit een centraal punt tot het andere uiteinde, waardoor het mogelijk wordt dat de lucht die door het luchtinlaatgat van het deksel naar binnen wordt gezo-25 gen vloeiend in het stofopvangdeel stroomt dat is aangebracht in het filterhuis.

7. Stofopvangfilter voor de stofzuiger volgens conclusie 5, waarin het fijnstoffilter gemaakt is van niet-geweven stof en de niet-geweven stof is voorzien van een veel- 30 voud van geplooide delen om het stoffilterend oppervlak te vergroten.

8. Stofopvangfilter voor de stofzuiger volgens conclusie 5, waarin het deksel is voorzien van een veelvoud van ribben die uitsteken vanuit de binnenzijde van het deksel, 35 waarbij de ribben drukken tegen de tweede beugel die wordt ondersteund door het uiteinde van het frame wanneer het deksel verbonden is met het filterhuis.

9. Stofzuiger voorzien van: 1024259 I - 12 - I een stofzuigerhuis met een stofopvangkamer voorzien I van een luchtinlaat en een luchtuitlaat en verbonden met een I zuigborstel; I een vacuümopwekkende. inrichting die is aangebracht in H 5 een aandrijfkamer om een negatieve druk op te wekken in de I stofopvangkamer, waarbij de aandrijfkamer is aangebracht in I een achterste deel van de stofopvangkamer van het stofzuiger- huis om een vloeiende verbinding te vormen met de stofopvang- I kamer door de luchtuitlaat; en I 10 een stofopvangfilter dat is aangebracht in de stofop- H vangkamer, voor het filteren en verzamelen van stof uit de I lucht die in de stofopvangkamer wordt gezogen, waarbij het stofopvangfilter opnieuw gebruikt kan worden, I waarbij het stofopvangfilter is voorzien van: I 15 een filterhuis voorzien van een achteroppervlak en een zij oppervlak dat zich verticaal uitstrekt van een rand van I het achteroppervlak en daardoor een vooraf bepaalde ruimte daarin bepaalt, waarbij het achteroppervlak is voorzien van een luchtuitstootgat dat daarin is aangebracht voor een vloei- I 20 ende verbinding met de luchtuitlaat; I een deksel met een luchtinlaatgat dat in vloeiende I verbinding staat met de luchtinlaat en scheidbaar is verbonden I met het filterhuis; en een stoffilterorgaan dat is gemonteerd in het filter- 25 huis, om stof te filteren uit de lucht die door het luchtin- laatgat naar binnen wordt gezogen en wordt uitgestoten door I het luchtuitstootgat.

10. Stofzuiger volgens conclusie 9, waarin het fil- terhuis een cilindrische vorm heeft en het filterhuis en het 30 deksel verwijderbaar met elkaar zijn verbonden door een uit- stekend deel en haken die respectievelijk zijn aangebracht aan het filterhuis en het deksel, en die met elkaar overeenkomen.

11. Stofzuiger volgens conclusie 9, waarin het stof- filterorgaan is voorzien van: 35 een eerste stoffilterend deel om grote stofdelen te H filteren; en een tweede stoffilterend deel om fijnstof te filteren dat niet wordt gefilterd door het eerste stoffilterend middel.

12. Stofzuiger volgens conclusie 11, waarin het eer- 40 ste stoffilterend deel is voorzien van: - 13 - een frame dat een geheel vormt met het achteropper-vlak van het filterhuis om een binnenruimte van het filterhuis te verdelen in een buitenste stofopvangdeel en een binnenste luchtuitstootdeel, waarbij het frame is voorzien van een veel-5 voud van gaten die in radiale richting zijn aangebracht; en een netlichaam dat is aangebracht aan de zijkant van het frame om de gaten van het frame te omvatten.

13. Stofzuiger volgens conclusie 12, waarin het tweede stoffilterend deel is voorzien van: 10 een eerste beugel die het achteroppervlak van het filterhuis raakt en die overeenkomt met het luchtuitstootdeel en is voorzien van een doorgangsgat in het midden daarvan aangebracht en dat overeenkomt met het luchtuitstootgat; een tweede beugel die wordt ondersteund door een uit- 15 einde van het frame aan de rand daarvan; en een fijnstoffilter dat wordt ondersteund door de om-treksuiteinden van de eerste en tweede beugels.

14. Stofzuiger volgens conclusie 13, waarin de tweede beugel een conische vorm bezit die geleidelijk breder wordt 20 vanuit een centraal punt naar het andere uiteinde, waardoor lucht die door het luchtinlaatgat van het deksel naar binnen is gezogen vloeiend in het stofopvangdeel dat is aangebracht in het filterhuis kan stromen.

15. Stofzuiger volgens conclusie 13, waarin het fijn- 25 stoffilter is gemaakt van niet-geweven stof, en de niet- geweven stof is voorzien van een veelvoud van gevouwen delen om een stoffilterend oppervlak te vergroten.

16. Stofzuiger volgens conclusie 13, waarin het deksel is voorzien van een veelvoud van ribben die uitsteken van- 30 uit een binnenzijde van het deksel, waarbij de ribben drukken tegen de tweede beugel die wordt ondersteund door het uiteinde van het frame als het deksel verbonden is met het filterhuis. 1024259