NL1024006C2

NL1024006C2 - Slotkern-sleutel-constructie.

Info

Publication number: NL1024006C2
Application number: NL1024006A
Authority: NL
Inventors: I Hui Ho
Original assignee: I Hui Ho
Priority date: 2003-07-25
Filing date: 2003-07-25
Publication date: 2006-11-14
Also published as: NL1024006A1

Description

SLOTKERN-SLEUTEL-CONSTRUCTIE

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een j slotkern-sleutel-constructie, in het bijzonder op de 5 constructie van een basis van een slotkern in samenhang met een sleutel, maar waarbij een sleutelsteel volgens de onderhavige uitvinding is aangepast aan een slotkern volgens de onderhavige uitvinding in een cirkelvormige, halfcirkelvormige, vierhoekige of rechthoekige vorm teneinde 10 daarmee een diefstal te kunnen voorkomen.

De uitvinder is een fabrikant van sloten en bezit voldoende beroepsmatige ervaring. Hij heeft zich altijd ingespannen een slotkern en een sleutel middels onderzoekingen en ontwikkelingen te verbeteren. Inmiddels 15 werden aan de uitvinder de volgende twee octrooirechten toegekend, namelijk:

Publicatie 202700 van het Taiwanese octrooibureau, betiteling: "Opbouwverbetering van een slotkern", waarbij de constructie van een slotkern en een daarbij behorende sleutel 20 volgens de betreffende uitvinding een verbetering van een slot van de derde generatie betreft en publicatie 216887 van het Taiwanese Octrooibureau, betiteling: "Opbouwverbetering van sperinrichtingen van een slotkern", waarbij de constructie van een slotkern en een daarbij behorende sleutel 25 volgens de betreffende uitvinding een verbetering van een slot van de vierde generatie betreft.

De uit hierboven genoemde octrooien bekende verbeteringen van slotkern en sleutel zijn reeds veel beter dan diegene van de eerste generatie uit de stand van de 30 techniek. Derhalve is het onmogelijk dat een dief respectievelijk een dievegge dergelijke sloten kan ontsluiten. Echter wanneer een dief respectievelijk dievegge een sleutel daarvan kan krijgen en een kopie daarvan kan 1024006 2 maken, bestaat in dit geval desondanks een risico van diefstal.

De uitvinding betreft derhalve de belangrijke opgave ! een slotkern-sleutel-constructie zodanig vorm te geven dat 5 een cirkelvormige verdieping aan de bodem van de holle slotcilinder een zodanige slotkern vertoont en op zodanige wijze een basis op deze verdieping is geplaatst dat deze een aanslag vertoont midden op de basis en dat deze basis in de vorm van een ringvormige schijf uit gehard metaal is 10 vervaardigd dat er een klein gat midden op het voorste voorvlak van een sleutelsteel aanwezig is. Nadat de sleutelsteel in de slotkern is ingestoken wordt het voorste voorvlak van deze sleutelsteel eerst in de basis gedrukt en wordt de aanslag van de basis daarbij gelijktijdig in het 15 kleine gat van de sleutelsteel inzetbaar, waardoor de insnede van de sleutelsteel zich in lijn brengt met de sperinrichting van de slotkern teneinde het ontsluiten van het slot mogelijk te maken.

Het wezenlijke voordeel van de uitvinding bestaat 20 daaruit dat een sleutelsteel die gelijke insnedes vertoont echter zonder de aanwezigheid van een klein gat aan het voorste voorvlak een sleutelkern niet kan ontsluiten teneinde op doelmatige wijze tegen diefstal te kunnen beschermen.

De genoemde doelstellingen worden door de in de 25 octrooiconclusies aangegeven maatregelen opgelost.

In de tekeningen wordt de inrichting volgens de onderhavige uitvinding middels een voorbeeld weergegeven. Er wordt getoond: - Pig. 1 een weergave in perspectief van een 30 voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding, waarbij de constructie van een slotkern en een daarbij behorende sleutel volgens de eerste generatie omvat; 1024006 3 - Fig. 2 een weergave in doorsnede van een samengestelde constructie van een slotkem en een daarbij behorende sleutel van de eerste generatie volgens de onderhavige uitvinding; 5 - Fig. 3 een weergave in doorsnede van een samengestelde constructie van een slotkern en een daarbij behorende sleutel volgens de onderhavige uitvinding met daarbij geen klein gat aan het voorste voorvlak van de sleutelschacht; 10 - Fig. 4 een verdere uitvoeringsvorm van de doorsnedeweergave (I) van de samengestelde constructie van een slotkern en een daarbij behorende sleutel volgens de onderhavige uitvinding; - Fig. 5 een verdere uitvoeringsvorm van een 15 dwarsdoorsnede (II) van de samengestelde constructie van een slotkern en een daarbij behorende sleutel volgens de onderhavige uitvinding; - Fig. 6 een verdere uitvoeringsvorm van de dwarsdoorsnede (III) van de samengestelde constructie van een 20 slotkern en een daarbij behorende sleutel volgens de onderhavige uitvinding; - Fig. 7 een weergave in perspectief van een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld volgens de onderhavige uitvinding, waarbij de constructie een slotkem en een 25 daarbij behorende sleutel van de tweede generatie omvat; - Fig. 8 een weergave in perspectief van een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld volgens de onderhavige uitvinding, waarbij de constructie een slotkern en een daarbij behorende sleutel van de derde generatie omvat; en 30 - Fig. 9 een weergave in perspectief van een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld volgens de onderhavige uitvinding, waarbij de constructie een slotkern en een daarbij behorende sleutel van de vierde generatie omvat.

1024006 4

De constructie van een slotkern en een daarbij behorende sleutel van de eerste generatie zoals in figuur 1 zichtbaar, bestaat in wezen uit een slotkern (10) en een sleutel (20), waarbij de slotkern (10) een slothuis (1), een 5 veelheid van blokkeerinrichtingen (2), een veelheid van tussenringen (ook pasringen genoemd), een slotcilinder (4), een kemstift (5) en een C-vormige veer (6) vertoont. Voor het samenstellen van deze bouwdelen wordt een veelheid van sperinrichtingen (2) en een veelheid van tussenringen (3) 10 eerst achtereenvolgens in de binnenzijde van de holle slotcilinder (4) geplaatst, waarbij de slotcilinder (4) een i 90' inwendige neervalsleuf (41) en een insnede (42) vertoont.

Nadat de slotcilinder (4) is geplaatst in de slotopening (11) van het slothuis (1) en wordt vastgezet in de insnede (42) 15 van de slotcilinder (4) zodat de slotcilinder (4) zich niet naar links respectievelijk rechts bewegen kan in de slotopening (11). De C-vormige veer (6) kan vervolgens in de aan het achterdeel van de slotopening (11) vormgegeven ringsleuf (13) worden aangebracht, zodat de slotcilinder (4) 20 besloten is in de slotopening en vanuit het slothuis (1) niet in werking gesteld kan worden. De aanslagsleuf (41) van de slotcilinder (4) dient als aanslag van de voorsprong (71) van de speciale sperinrichting (7), om een bepaalde draaigradatie van de bijzondere sperinrichting (7) mogelijk te maken. De 25 bijzondere sperinrichting (7) kan in veelvoud worden aangebracht en de posities van twee van dergelijke bijzondere sperinrichtingen (7) kunnen naar believen gerangschikt worden.

De sleutelsteel (201) van de sleutel (20) is met de 30 rechthoekige inkepingen (21) van de sperinrichtingen (2) overeenkomend vierhoekig uitgevoerd. Wanneer de inkepingen (21) van de sperinrichtingen (2) vierhoekig zijn, moet het profiel van de sleutelsteel (201) eveneens vierhoekig zijn.

1024006 5

Op soortgelijke wijze moet, wanneer de inkepingen (21) van de sperinrichtingen (2) cirkelvormig of halfcirkelvormig zijn, het profiel van de sleutelsteel (201) eveneens cirkelvormig of halfcirkelvormig zijn, dat wil zeggen dat de vormen van de - 5 inkepingen (21) van de sperinrichtingen (2) telkens overeen moeten komen met het profiel van de sleutelsteel (201).

Figuur 2 toont een dwarsdoorsnedeweergave van de samengestelde constructie van een slotkem en een daarbij behorende sleutel van de eerste generatie volgens de 10 onderhavige uitvinding. De sleutelsteel (201) kan diep in de slotkern (10) ingestoken worden. De sleutelsteel (201) van de sleutel (20) kan eerst in de aan het voorste voorvlak van het slothuis (1) opengestelde slotopening (14) en vervolgens door de sperinrichtingen (2) en tussenringen (pasringen) en 15 vervolgens tot in de aan de bodem van de slotcilinder vormgegeven cirkelvormige verdieping (43) gestoken worden, waarbij de doorsnede van deze verdieping (43) enigszins groter is dan de doorsnede van de sleutelsteel (201) is uitgevoerd en de cirkelvormige verdieping (43) als een 20 aanboring voor het omdraaien van de sleutelsteel (201) kan dienen waardoor de voorste zijde van de sleutelsteel (201) na het insteken in de verdieping (43) in het midden van de slotcilinder (4) ingesteld kan worden teneinde een rotatie van de sleutelsteel (201) mogelijk te maken.

25 Een wezenlijk voordeel van de uitvinding bestaat daarin dat een cirkelvormige verdieping (43) aan de bodem van de holle slotcilinder (4) een slotkern (10) omvat en dat een basis (8) op deze verdieping is geplaatst; een aanslag (81) in het midden van deze basis (8) omvat en deze basis (8) in 30 de vorm van een cirkelvormige schijf uit gehard metaal is vervaardigd, een klein gat (202) midden in het voorste voorvlak van een sleutelsteel (201) aanwezig is; nadat de sleutelsteel (201) is ingestoken in de slotkern (10) het 1024006 6 voorste voorvlak van deze sleutelsteel (201) eerst tegen de basis (8) wordt gedrukt en dat de aanslag (81) van de basis (8) daarbij gelijktijdig in het kleine gat (202) van de sleutelsteel (201) kan worden geplaatst zodat de insnede 5 (206) van de sleutelsteel (201) met de sperinrichtingen (2) van de slotkern (10) worden gelijkgericht teneinde het ontsluiten van het slot mogelijk te maken.

Figuur 3 toont een dwarsdoorsnedeweergave van de samengestelde constructie van een slotkern en een daarbij 10 behorende sleutel volgens de onderhavige uitvinding waarbij geen klein gat aan het voorste voorvlak van de sleutelsteel (201) aanwezig is. In dit geval kan, nadat de sleutelsteel (201) in de slotkern (10) is ingestoken, de aanslag (81) van de basis (8) zich in verbinding stellen met het voorste 15 voorvlak (201a) (zie figuur 9) van de sleutelsteel (201) en kan daarbij een speling LI veroorzaken. Hierdoor kunnen de insnedes (206) van de sleutelsteel (201) zich niet uitlijnen met de sperinrichtingen (2) en de tussenringen (pasringen) (3) van de slotkern (10)waardoor de sleutelsteel (201) van de 20 slotkern (10) niet kan worden vrijgegeven. Derhalve kan de door de dief gereproduceerde sleutel (20) de slotkern (10) niet ontsluiten, aangezien het voorste voorvlak van de sleutelsteel (201) van een gereproduceerde sleutel (20) geen klein gat (202) ter beschikking heeft. Aangezien normaal 25 gesproken een bekende sleutelsteel (201) geen klein gat (202) vertoont aan dit voorste voorvlak, heeft men geen begrip over de werking, het doel en het belang van een dergelijk klein gat (202) . Op grond hiervan heeft de uitvinder op doelmatige wijze een aanslag (81) in het midden van de basis (8) |

10240nR

30 gecreëerd, waardoor men de sperinrichtingen (2) door een j

sleutelsteel (201) middels de aansluiting tussen de aanslag I

(81) en een klein gat (202) mogelijk maakt vrij te geven.

7

Integendeel kan het hierboven genoemde kleine gat (82) ook aan de basis (8) en de aanslag (203) aan het voorste voorvlak van de sleutelsteel (201) aangebracht worden (zoals is weergegeven ifT f iguur 4) ~of~ kan een-klein gat (44) in het - 5 midden van de bodem van de ringvormige verdieping (43) van de slotcilinder (4) (zoals getoond in figuur 5) aangebracht worden, teneinde het kleine gat (82 of 44) aan te kunnen sluiten aan het voorste voorvlak van de sleutelsteel (201) voorziene aanslag (203) teneinde de sleutelsteel (201) te 10 kunnen uitrusten met telkens de sperinrichtingen (2) en tussenringen (pasringen) (3) teneinde het ontsluiten van de slotkern (10) mogelijk te maken.

Zoals is getoond in figuur 6 kan een aanslag (45) in het midden van de bodem van de cirkelvormige verdieping (43) 15 van de slotcilinder (4) en een klein gat (202) op het voorste voorvlak van de sleutelsteel (201) gerangschikt worden.

Alle hierboven genoemde uitvoeringsvoorbeelden kunnen de gewenste werkingen voor diefstalbescherming bereiken.

Derhalve bevinden zich alle hierboven beschreven maatregelen 20 binnen de omvang van de onderhavige uitvinding.

Figuur 7 vertoont een verdere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding van de tweede generatie die zich van de uitvoeringsvorm van figuur 1 onderscheidt door de maatregelen dat een hoekstuk (73) telkens op de hoeklijn van de 25 rechthoekige inkeping (72) van de bijzondere sperinrichtigen (7) vertoont en telkens een hoekkerf (204) telkens in overeenstemming met het hoekstuk (73) op de hoeklijn van de sleutelsteel (201) is gerangschikt om een slotkern (10) te kunnen ontsluiten.

30 Figuur 8 toont een verdere uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding van de derde generatie die zich onderscheidt van de uitvoeringsvorm van figuur 1 doordat een geleidingspegel (74) telkens op de tegenoverliggende zijde 1024006 8 van de rechthoekige inkeping (73) van de bijzondere sperinrichting (7) vertoont en weliswaar een kerf (205) telkens in overeenstemming met de geleidingspegel (74) op de tegenoverliggende zijde van de sleutelsteel (201) is 5 gerangschikt om de slotkern (10) te kunnen ontsluiten.

Figuur 9 toont een verdere uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding van de vierde generatie die zich van de uitvoeringsvorm in figuur 1 onderscheidt door de maatregel dat een hoekstuk (73) telkens op de hoeklijn van de 10 rechthoekige inkeping (72) van de bijzondere sperinrichtingen (7) vertoont en een geleidingspegel (74) telkens op de tegenoverliggende zijde van de rechthoekige inkeping (72) van de bijzondere sperinrichtingen (7) vertoont, dat een hoekkerf (204) telkens in overeenstemming met het hoekstuk (73) 15 vertoont op de hoeklijn van de sleutelsteel (201) en een kerf (205) telkens in overeenstemming met de geleidingspegel (74) op de tegenoverliggende zijde van de sleutelsteel (201) gerangschikt teneinde een slotkern (10) te kunnen ontsluiten.

De beschrijvingen van de onderdelen van de 20 uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding evenals de tekeningen dienen slechts als voorbeeld van de voorkeursuitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding en beperken zich niet op de omvang van de onderhavige uitvinding. Er moet worden begrepen dat de hierboven 25 beschreven uitvoeringsvorm op verschillende manieren kan worden uitgewerkt zonder dat hierbij van de gedachte en het doel van de onderhavige uitvinding hoeft te worden afgeweken.

Derhalve gelden de navolgende conclusies, die deel uitmaken i van deze uitvinding, eveneens voor verscheidene afwijkingen 30 van de uitvoeringsvorm.

1024006

Claims

1. Een slotkem-sleutel-constructie omvat in hoofdzaak een slotkem (10) en een sleutel (20) die een 5 slotkern (10) een slothuis (1), een veelheid van sperinrichtingen (2), een veelheid van tussenringen (ook pasringen genoemd), een slotcilinder (4), een kernstift (5) en een C-vormige veer (6) omvat, waarbij een veelheid van sperinrichtingen (2) en een veelheid van tussenlagen (3) na 10 elkaar in de binnenzijde van de holle slotcilinder (4) plaatsbaar zijn en de slotcilinder (4) in de slotopening (11) van het slothuis (1) wordt geplaatst evenals de kernstift (5) in de slotopening (11) en het slothuis (1) steekt, waarbij de slotcilinder (4) op zichzelf in de slotopening (11) 15 plaatsbaar is en vanuit het slothuis (1) niet in werking te stellen is, waarbij een veer aan het achterdeel van de slotopening (11) is aangebracht om de slotcilinder (4) te verzekeren in de slotopening (11), gekenmerkt doordat een cirkelvormige verdieping (43) in de bodem van de holle 20 slotcilinder (4) een slotkern (10) omvat en weliswaar een basis (8) op deze verdieping is geplaatst zodanig dat er een aanslag (81) in het midden van deze basis (8) is en deze basis (8) in de vorm van een cirkelvormige schijf uit gehard metaal is vervaardigd; en doordat er een klein gat (202) in 25 het midden van het voorste voorvlak van een sleutelsteel (201) is dat, nadat de sleutelsteel (201) in de slotkern (10) is ingestoken, het voorste voorvlak van deze sleutelsteel (201) eerst tegen de basis (8) en de aanslag (81) van de basis (8) wordt gedrukt en daarbij tegelijkertijd in het 30 kleine gat (202) van de sleutelsteel (201) geplaatst kan worden, zodat de insnede (206) van de sleutelsteel (201) kan worden gelijkgericht met de sperinrichtingen (2) van de 1024006 . 10 slotkern (10) om het ontsluiten van het slot mogelijk te maken.

2. Een slotkern-sleutel-constructie volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat een klein gat (202) in het midden van 5 deze basis (8) aanwezig is en deze basis (8) in de vorm van een cirkelvormige schijf uit gehard metaal is vervaardigd, zodanig dat een aanslag (81) in het midden van het voorste voorvlak van een sleutelsteel (201) vertoont.

3. Een slotkern-sleutel-constructie volgens conclusie 10 1, gekenmerkt doordat een klein gat (202) midden in de cirkelvormige verdieping (44) van de slotcilinder (4) vertoont en deze basis (8) in de vorm van een cirkelvormige schijf uit gehard metaal is vervaardigd; en doordat een aanslag (81) in het midden van het voorste voorvlak van een 15 sleutelsteel (201) omvat en een aanslag (81) midden in het voorste voorvlak van een sleutelsteel (201) vertoont.

4. Een slotkern-sleutel-constructie volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat er een aanslag (81) midden in de cirkelvormige verdieping (43) van de slotcilinder is en er 20 een klein gat (202) midden in het voorste voorvlak van dé sleutelsteel (201) is. 1024006