NL1023482C2 - Bevestigingsinrichting voor een ten minste een buis omvattende radiator. - Google Patents
Bevestigingsinrichting voor een ten minste een buis omvattende radiator. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1023482C2 NL1023482C2 NL1023482A NL1023482A NL1023482C2 NL 1023482 C2 NL1023482 C2 NL 1023482C2 NL 1023482 A NL1023482 A NL 1023482A NL 1023482 A NL1023482 A NL 1023482A NL 1023482 C2 NL1023482 C2 NL 1023482C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- clamping
- fastening device
- tube
- clamping band
- radiator
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24D—DOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
- F24D19/00—Details
- F24D19/02—Arrangement of mountings or supports for radiators
- F24D19/024—Functioning details of supporting means for radiators
- F24D19/0256—Radiators clamped by supporting means
- F24D19/0259—Radiators clamped by supporting means around a column or tube
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24D—DOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
- F24D19/00—Details
- F24D19/02—Arrangement of mountings or supports for radiators
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24D—DOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
- F24D19/00—Details
- F24D19/02—Arrangement of mountings or supports for radiators
- F24D19/0203—Types of supporting means
- F24D19/0209—Supporting means having bracket
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24D—DOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
- F24D2220/00—Components of central heating installations excluding heat sources
- F24D2220/20—Heat consumers
- F24D2220/2009—Radiators
- F24D2220/2018—Column radiators having vertically extending tubes
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Thermal Sciences (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Clamps And Clips (AREA)
Description
Bevestigingsinrichting voor een ten minste een buis omvattende radiator
De uitvinding heeft betrekking op een bevestigings-inrichting voor een ten minste een buis omvattende radiator, welke 5 bevestigingsinrichting is voorzien van een aan een wand bevestigbaar basisdeel en een losneembaar aan het basisdeel bevestigbaar klemdeel, welk klemdeel aan een van het basisdeel afgekeerde zijde in bedrijf klembaar is aan de buis.
Bij een dergelijke, uit de Europese octrooiaanvrage 10 EP-A2-1.003.001 bekende bevestigingsinrichting omvat het klemdeel twee aan weerszijden tussen twee buizen van een radiator te positioneren vormdelen. De vormdelen hebben elk een contour die afhankelijk is van de diameter van de buizen van de radiator alsmede van de afstand tussen de buizen. De beide vormdelen worden met behulp van een bus met elkaar 15 verbonden. De bus is vervolgens losneembaar koppel baar met het basisdeel. Een nadeel van de bekende bevestigingsinrichting is dat afhankelijk van de diameter van de buizen en de onderlinge afstand tussen de buizen van de radiator de contour van de vormdelen moet worden aangepast. Hierdoor is de bevestigingsinrichting niet geschikt voor het bevestigen van 20 radiatoren met buizen met uiteenlopende diameters en met uiteenlopende afstanden tussen de buizen.
De uitvinding beoogt een bevestigingsinrichting te verschaffen waarmee op eenvoudige wijze een van ten minste een buis voorziene radiator aan een wand kan worden bevestigd, waarbij de nadelen 25 van de bekende bevestigingsinrichting worden vermeden.
Dit doel wordt bij de bevestigingsinrichting volgens de uitvinding bereikt doordat het klemdeel is voorzien van een in bedrijf om de buis heen uitstrekkende klemband, waarbij uiteinden van de klemband met elkaar koppel baar zijn.
30 Doordat de klemband om een enkele buis heen aan te brengen is, is de bevestigingsinrichting onafhankelijk van de afstand tussen twee ! 1023482 naast elkaar gelegen buizen. Bovendien kan de klemband eenvoudig om een I buis een willekeurige diameter en een willekeurige vorm heen worden I geslagen. Daardoor is de bevestigingsinrichting toepasbaar bij een groot I aantal uiteenlopende radiatoren, waarbij de om de buis heen uitstrekkende I 5 klemband zich eenvoudig aanpast aan de vorm van de buis.
I Opgemerkt wordt dat uit DT-A1-24.36.331 een bevestigings- I inrichting bekend is die is voorzien van een band die om een op een I ondergrond geplaatste staander heen is geschoven. Uiteinden van de band I zijn vast verbonden met een draadeinde. Ten opzichte van dit draadeinde I 10 is een klemstuk verschuifbaar dat met een van de band afgekeerde zijde I tegen een deel van de radiator aan wordt gedrukt. Bij het aandrukken I tegen de radiator, zal de band losser om de staander heen komen te I zitten. Doordat de band met beide uiteinden vast is verbonden met het I draadeinde is het bovendien niet mogelijk om de band om een buis van een 15 radiator aan te brengen, aangezien een dergelijke buis met beide I uiteinden is verbonden met andere delen van de radiator.
I Een uitvoeringsvorm van bevestigingsinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de klemband een cirkel vormig middendeel, zich aan weerszijden van het middendeel uitstrekkende I 20 banddelen en aan van het middendeel afgekeerde zijde met de banddelen I verbonden uiteinden omvat.
I Door het cirkel vormige middendeel kan de klemband eenvoudig I om de buis heen worden gepositioneerd, waarbij vervolgens de aan van het I middendeel afgekeerde zijde met de banddelen verbonden uiteinden met 25 elkaar kunnen worden verbonden.
Een verdere uitvoeringsvorm van de bevestigingsinrichting I volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de uiteinden tegen veerkracht in naar elkaar toe verplaatsbaar zijn.
I Bij een onbelaste klemband zijn de uiteinden op'afstand van 30 elkaar gelegen, waardoor de klemband eenvoudig om de buis heen kan worden I gepositioneerd. Door vervolgens de uiteinden tegen de veerkracht in naar I 1023482 3 elkaar toe te verplaatsen, wordt de klemband om de buis heen getrokken.
Een weer verdere uitvoeringsvorm van de bevestigings- inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de uiteinden van de klemband zijn voorzien van in elkaar aangrijpende delen.
5 Op deze wijze wordt een stevige verbinding tussen de uiteinden van de klemband gerealiseerd.
Een nog verdere uitvoeringsvorm van de bevestigings- inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat elk uiteinde van de klemband is voorzien van een opening, welke openingen bij met 10 elkaar gekoppelde uiteinden coaxiaal zijn gelegen, waarbij een bevestigingsmiddel zich door de openingen heen uitstrekt.
Met behulp van het bevestigingsmiddel zijn de uiteinden eenvoudig aan elkaar koppel baar.
Een verdere uitvoeringsvorm van de bevestigingsinrichting 15 volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het klemdeel is voorzien van een aan het basisdeel bevestigbare bus, waarbij de uiteinden van de klemband met behulp van het bevestigingsmiddel in de bus bevestigbaar zijn.
Met behulp van de bus kunnen de uiteinden van de klemband 20 eenvoudig met elkaar worden verbonden en in een van de buis afgekeerde richting in de bus worden getrokken, waarbij de klemband stevig om de buis heen wordt getrokken.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen waarin: 25 fig. 1 een uitgeslagen perspectivisch aanzicht van een bevestigingsinrichting volgens de uitvinding toont, fig, 2A en 2B perspectivische aanzichten tonen van een klemband van de in fig. 1 weergegeven bevestigingsinrichting in respectievelijk een geopende en gesloten positie, 30 fig. 3 een perspectivisch aanzicht toont van een samengestelde bevestigingsinrichting volgens de uitvinding, 1023482 I fig. 4 een perspectivisch aanzicht toont van de I bevestigingsinrichting volgens de uitvinding met een daarmee bevestigde I buis, fig. 5-8 perspectivische aanzichten tonen van het 5 bevestigen van het klemdeel van de bevestigingsinrichting volgens de I uitvinding aan een radiator, I fig. 9 een perspectivisch aanzicht toont van het bevestigen van basisdelen van bevestigingsinrichtingen volgens de uitvinding aan een I wand toont, 10 fig. 10 een zijaanzicht toont van een aan een met behulp van bevestigingsinrichtingen volgens de uitvinding aan een wand I bevestigde radiator, I fig. 11 een bovenaanzicht toont van de in fig. 10 aan een I wand bevestigde radiator.
15 In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.
Fig. 1 toont een bevestigingsinrichting 1 volgens de uitvinding die is voorzien van een kokervormig basisdeel 2 dat aan een I uiteinde is voorzien van een horizontaal uitstrekkende sleufvormige 20 opening 4. Aan een van de opening 4 afgekeerd uiteinde is het I kokervormige basisdeel 2 voorzien van cirkel vormige uitsparingen 5.
I Tussen de cirkel vormige uitsparingen 5 en de opening 4 is het I kokervormige basisdeel 2 voorzien van een van schroefdraad voorziene I doorgang 6. Het basisdeel 2 is met behulp van een in een plug 7 aan te I 25 brengen schroef 8 bevestigbaar aan een wand W. Hierbij is een kop 9 van I de schroef 8 in het basisdeel 2 gelegen en strekt de schroef 8 zich uit door de opening 4.
I De bevestigingsinrichting 1 is verder voorzien van een I klemdeel 3 dat een in het kokervormige basisdeel 2 schuifbare I 30 kokervormige bus 10 alsmede een daarin positioneerbare klemband 11 omvat.
I De bus 10 is aan een naar het basisdeel 2 toegekeerde zijde voorzien van I 1023482 5 een plaat 12 met een daarin gelegen opening 13 (zie fig. 7). De bus 10 is aan naar de klemband 11 toegekeerde zijden voorzien van cirkelvormige uitsparingen 14. De cirkel vormige uitsparingen 14 strekken zich evenwijdig aan de cirkelvormige uitsparingen 5 uit. De klemband 11 omvat, 5 zoals duidelijker zichtbaar in fig. 2A en 2B, een cirkel vormig middendeel 15, zich aan weerszijden van het middendeel 15 uitstrekkende banddelen 16, 17 en aan van het middendeel 15 afgekeerde zijde met de banddelen 16, 17 verbonden uiteinden 18, 19. De uiteinden 18, 19 strekken zich nagenoeg dwars op de banddelen 16, 17 uit. De banddelen 16, 17 zijn 10 tegen veerkracht in naar elkaar toe verplaatsbaar vanuit de in fig. 2A weergegeven geopende positie naar de in fig. 2B weergegeven gesloten positie. In de gesloten positie ligt het uiteinde 19 aan een van het middendeel 15 afgekeerde zijde tegen het uiteinde 18 aan. Het uiteinde 19 is voorzien van een opening 20 die wordt begrensd door een ringvormige 15 flens 21. De flens 21 is bij de in fig. 2B weergegeven gesloten positie in een in het uiteinde 18 aanwezige opening 22 gelegen. Het uiteinde 18 is aan een naar het middendeel 15 toegekeerde zijde voorzien van een vierkante moer 23 waarvan een opening 24 bij de in fig. 2B weergegeven gesloten positie coaxiaal is gelegen met de openingen 20 en 22 in de 20 uiteinden 19 en 18.
Het klemdeel 3 omvat verder een bout 26 die vanaf een van de klemband 11 afgekeerde zijde door de opening 13 in de plaat 12 van de bus 10 positioneerbaar is en in aangrijping te brengen is met de moer 23 van de klemband 11. Door het in de moer 23 schroeven van de bout 26 25 worden de uiteinden 18, 19 en de daarmee verbonden banddelen 16, 17 in de door pijl PI aangegeven richting in de bus 10 getrokken. Hierbij komen de banddelen 16, 17 aan te liggen tegen de zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende zijwanden 28, 29 van de bus 10 en wordt het middendeel 15 in bedrijf om een buis aangetrokken en opgespannen. Nadat de klemband 11 30 met de bus 10 is verbonden, wordt de bus 10 in de door pijl PI aangegeven richting in het basisdeel 2 geschoven, waarna met behulp van een door de 1 1023482 I opening 6 aan te brengen moer 30 de bus 10 ten opzichte van het basisdeel 2 wordt gefixeerd. De samengestelde bevestigingsinrichting 1 is I weergegeven in fig. 3. In fig. 4 is de samengestelde bevestigings- I inrichting 1 weergegeven waarbij de schroef 8 voor de duidelijkheid I 5 achterwege is gelaten. In de door het cirkel vormige middendeel 15 I begrensde ruimte is nu een buis 31 van een radiator 32 gelegen die met I behulp van de klemband 11 stevig is omsloten en met de bus 10 is I verbonden. De cirkel vormige uitsparingen 14 liggen hierbij aan tegen de I buitenzijde van de buis 31. Indien de buis 31 een relatief kleine I 10 diameter, zoals bijvoorbeeld 20 mm heeft dan zal bij het met behulp van I de bout 26 in de door pijl Pl aangegeven richting in de bus 10 verplaatsen van de moer 23 ook aan de banddelen 16, 17 grenzende delen van het cirkel vormige middendeel 15 in de bus 10 worden getrokken. Indien I de diameter van de buis 31 relatief groot is, bijvoorbeeld 30 mm dan zal I 15 nagenoeg het hele middendeel om de buis 31 zijn gelegen. De vorm van de I cirkel vormige uitsparingen 14 is bij voorkeur zodanig dat deze I overeenkomt met de diameter van de grootste buis die met behulp van de I bevestigingsinrichting 1 kan worden bevestigd.
I Het bevestigen van een radiator 32 aan een wand W met 20 behulp van bevestigingsinrichtingen 1 volgens de uitvinding zal nu aan de hand van fig. 5-11 nader worden toegelicht.
I Fig. 5 toont een radiator 32 die is voorzien van een aantal I zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende buizen 31. De radiator 32 wordt I bij voorkeur met een aantal, bijvoorbeeld vier, bevestigings- I 25 inrichtingen 1 volgens de uitvinding aan een wand W opgehangen. Hiertoe
I wordt van elke bevestigingsinrichting 1, de klemband 11 in de in fig. 2A
I weergegeven geopende positie zodanig tegenover een buis 31 van de radiator 32 gepositioneerd dat de klemband 11 via een tussen de uiteinden 18, 19 gelegen opening 34 om de buis 31 heen kan worden geschoven.
I 30 Vervolgens wordt de klemband 11 in de door pijl P2 aangegeven richting om de buis 31 heen geroteerd naar de in fig. 5 weergegeven positie. Daarna I 1023482 7 worden de uiteinden 18, 19 tegen veerkracht van de klemband 11 in in door pijlen P3, P4 aangegeven richtingen naar elkaar toe verplaatst waarbij de klemband 11 vanuit de geopende positie naar de gesloten positie wordt gebracht (fig. 6).
5 Daarna wordt de bus 10 over de banddelen 16, 17 van de klemband 11 geschoven waarna de bout 26 door de opening 13 in de plaat 12 van de bus 10 in de uitgelijnde openingen 20, 22 en 24 van respectievelijk het uiteinde 19, het uiteinde 18 en de moeren 23 wordt gestoken. Door het aandraaien van de bout 26 worden de uiteinden 18, 19 10 in de richting van de plaat 12 van de bus 10 getrokken waarbij de met de uiteinden 18, 19 verbonden banddelen 16, 17 eveneens in de bus 10 worden getrokken en het middendeel 15 stevig om de buis 31 wordt getrokken. De bout 26 wordt net zo lang aangedraaid totdat een verdere verplaatsing van de uiteinden 18, 19, in de door pijl PI aangegeven richting niet meer 15 mogelijk is. Op dat moment is de buis 31 stevig met het klemdeel 3 verbonden (zie fig. 7). Deze procedure wordt net zo lang herhaald totdat een gewenst aantal, bijvoorbeeld vier, klemdelen 3 aan de radiator 32 zijn bevestigd.
Voorafgaande, tegelijkertijd of nadat de klemdelen 3 aan de 20 radiator 32 worden bevestigd, wordt een gelijk aantal basisdelen 2 aan een wand W bevestigd. Hiertoe wordt in de wand U een gat 35 geboord waarin de plug 7 wordt gestoken. Vervolgens wordt de sleufvormige opening 4 tegenover het gat 35 gepositioneerd en wordt de schroef 8 door de opening 4 in de in het gat 35 aangebrachte plug 7 geschroefd. Door de 25 sleufvormige opening 4 is het mogelijk om het basisdeel 2 in horizontale richting in te stellen.
Vervolgens worden de klemdelen 3 in de basisdelen 2 geschoven en op een gewenste positie met behulp van een door de opening 6 aan te brengen bout 30 met de basisdelen 2 gefixeerd (fig. 10, fig. 11). 30 Fig. 10 toont een zijaanzicht van een radiator 32 die met behulp van bevestigingsinrichtingen 1 volgens de uitvinding aan een 1023482 8 wand W is bevestigd. Doordat de klemband 11 op nagenoeg elke positie om een buis 31 kan worden aangebracht, kan op eenvoudige wijze een gewenste afstand H tussen twee boven elkaar gelegen bevestigingsinrichtingen 1 worden gerealiseerd. Doordat de bus 10 in en uit het basisdeel 2 5 verschuifbaar is kan de afstand A tussen radiator 32 en de wand W eenvoudig worden aangepast waarbij ook bij een niet geheel vlakke wand W toch een correct opgehangen radiator 32 kan worden verkregen.
Doordat de klemband 11 om elke buis 31 van de radiator 32 bevestigbaar is, is op eenvoudige wijze de afstand B tussen twee naast 10 elkaar gelegen bevestigingsinrichtingen 1 realiseerbaar (fig. 11).
Het is ook mogelijk om in plaats van een vierkante moer 24 de uiteinden 18, 19 te voorzien van openingen waarin schroefdraad is aangebracht.
Het is ook mogelijk om de bus 10 met behulp van veren in 15 het basisdeel 2 op te hangen, waardoor veranderingen in afmetingen B, H
ten gevolge van uitzetting van de radiator bij opwarming daarvan eenvoudig kunnen worden opgevangen. De onderdelen van de bevestigings-inrichting 1 kunnen van metaal of kunststof zijn vervaardigd. De onderdelen van de bevestigingsinrichting 1 kunnen op eenvoudige wijze in 20 eenzelfde kleur worden uitgevoerd als de radiator. Het is uiteraard ook mogelijk om met deze bevestigingsinrichting andersoortige pijpen of buizen aan een wand te bevestigen.
Het is ook mogelijk om het basisdeel 2 nabij de opening 4 te voorzien van een uitsparing waarin een isolatieplaatje kan worden 25 aangebracht, waardoor rechtstreeks contact tussen de wand W en de radiator 32 wordt voorkomen zodat ruisgeluiden in de radiator 32 niet aan de wand W worden doorgegeven en niet in de wand worden versterkt.
1023482
Claims (9)
1. Bevestigingsinrichting voor een ten minste een buis omvattende radiator, welke bevestigingsinrichting is voorzien van een aan 5 een wand bevestigbaar basisdeel en een losneembaar aan het basisdeel bevestigbaar klemdeel, welk klemdeel aan een van het basisdeel afgekeerde zijde in bedrijf klembaar is aan de buis, met het kenmerk, dat het klemdeel is voorzien van een in bedrijf om de buis heen uitstrekkende klemband, waarbij uiteinden van de klemband met elkaar koppel baar zijn.
2. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de klemband een cirkelvormig middendeel, zich aan weerszijden van het middendeel uitstrekkende banddelen en aan van het middendeel afgekeerde zijde met de banddelen verbonden uiteinden omvat.
3. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het 15 kenmerk, dat de uiteinden tegen veerkracht in naar elkaar toe verplaatsbaar zijn.
4. Bevestigingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de uiteinden van de klemband zijn voorzien van in elkaar aangrijpende delen.
5. Bevestigingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk uiteinde van de klemband is voorzien van een opening, welke openingen bij met elkaar gekoppelde uiteinden coaxiaal zijn gelegen, waarbij een bevestigingsmiddel zich door de openingen heen uitstrekt.
6. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het klemdeel is voorzien van een aan het basisdeel bevestigbare bus, waarbij de uiteinden van de klemband met behulp van het bevestigingsmiddel in de bus bevestigbaar zijn.
7. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 5 of 6, met het 30 kenmerk, dat het bevestigingsmiddel een bout is.
8. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 7, met het 1023482 kenmerk, dat ten minste een uiteinde is voorzien van een met de bout samenwerkende moer.
9. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de bus ten minste twee zich evenwijdig aan elkaar 5 uitstrekkende zijwanden heeft waarbij met de uiteinden van de klemband verbonden banddelen zich in bedrijf nagenoeg evenwijdig aan de zijwanden uitstrekken. 1023482
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1023482A NL1023482C2 (nl) | 2003-05-20 | 2003-05-20 | Bevestigingsinrichting voor een ten minste een buis omvattende radiator. |
EP04076473A EP1482250A1 (en) | 2003-05-20 | 2004-05-19 | Mounting device for a radiator comprising at least one tube. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1023482A NL1023482C2 (nl) | 2003-05-20 | 2003-05-20 | Bevestigingsinrichting voor een ten minste een buis omvattende radiator. |
NL1023482 | 2003-05-20 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1023482C2 true NL1023482C2 (nl) | 2004-11-24 |
Family
ID=33129158
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1023482A NL1023482C2 (nl) | 2003-05-20 | 2003-05-20 | Bevestigingsinrichting voor een ten minste een buis omvattende radiator. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1482250A1 (nl) |
NL (1) | NL1023482C2 (nl) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
ITVI20060074A1 (it) | 2006-03-17 | 2007-09-18 | Arduino Bordignon | Struttura di ancoraggio,particolarmente per radiatori |
ITVI20080103A1 (it) * | 2008-05-06 | 2009-11-07 | Arduino Bordignon | Dispositivo di fissaggio a muro perfezionato, particolarmente per radiatori. |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2436331A1 (de) * | 1974-07-27 | 1976-02-12 | Wolfgang Foerster | Standkonsole fuer radiatoren und heizkoerper |
EP1003001A2 (de) | 1998-11-19 | 2000-05-24 | Zehnder Verkaufs- und Verwaltungs AG | Vorrichtung zum Befestigen von Wärmekörpern |
-
2003
- 2003-05-20 NL NL1023482A patent/NL1023482C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2004
- 2004-05-19 EP EP04076473A patent/EP1482250A1/en not_active Withdrawn
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2436331A1 (de) * | 1974-07-27 | 1976-02-12 | Wolfgang Foerster | Standkonsole fuer radiatoren und heizkoerper |
EP1003001A2 (de) | 1998-11-19 | 2000-05-24 | Zehnder Verkaufs- und Verwaltungs AG | Vorrichtung zum Befestigen von Wärmekörpern |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP1482250A1 (en) | 2004-12-01 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
JP4246796B2 (ja) | 締着具の改良 | |
JP5030184B2 (ja) | 調整可能な取付けブラケット | |
US4103853A (en) | Aluminum cluster mount | |
EP1472488B1 (en) | Column | |
TWI688506B (zh) | 保持器及具有該保持器的兩輪車鎖 | |
NL1023482C2 (nl) | Bevestigingsinrichting voor een ten minste een buis omvattende radiator. | |
KR20180083838A (ko) | 디바이스를 장착하기 위한 마운팅 장치, 및 마운팅 장치를 장착하는 방법 | |
JP6319800B2 (ja) | マイクロホンホルダ | |
US20040061032A1 (en) | Mounting apparatus for area lighting fixtures | |
NL1033834C2 (nl) | Pijpbeugel. | |
EP0389864A2 (en) | Support mounting system; and mounting and support system | |
NL2009103C2 (en) | Pipe clip with spring washer. | |
US20170244233A1 (en) | Cable retainer assembly | |
US5306564A (en) | Mold closure system | |
JP2005503527A (ja) | ホース締金機構 | |
NL1010655C1 (nl) | Bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf. | |
JP7562183B2 (ja) | 吊りボルト用取付機構および吊りボルト用固定具 | |
JPS61500718A (ja) | 溶接キヤリツジ用レ−ル装置及びその調節装置 | |
NL8001866A (nl) | Inrichting voor het instelbaar ophangen van een pijp. | |
NL1011295C2 (nl) | Armatuur. | |
KR101188727B1 (ko) | 고정구 및 이를 이용한 조립식 선반장치 | |
NL1022973C2 (nl) | Pijphanger. | |
NL1009586C2 (nl) | Inrichting voor het bevestigen van een voorwerp, bijvoorbeeld een verkeersbord op een staand element. | |
NL1009809C2 (nl) | Bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf. | |
NL9100118A (nl) | Inrichting voor het op een buis vastzetten van een voorwerp. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20071201 |