NL9100118A

NL9100118A - Inrichting voor het op een buis vastzetten van een voorwerp.

Info

Publication number: NL9100118A
Application number: NL9100118A
Authority: NL
Original assignee: Konstruktie En Plaatbewerking
Priority date: 1991-01-24
Filing date: 1991-01-24
Publication date: 1992-08-17
Also published as: NL192469B; NL192469C

Description

INRICHTING VOOR HET OP EEN BUIS VASTZETTEN VAN EEN VOORWERP

De uitvinding betreft een inrichting voor het klemmend op een buis vastzetten van een voorwerp. De uitvinding betreft met name het op een verticaal opgestelde buis vastzetten van bijvoorbeeld een verkeersbord, een wegaanduidings-bord, of een straatnaambord.

Het is het doel van de uitvinding een inrichting te verschaffen, welke met eenvoudige handelingen en een minimum aan onderdelen een zeer bedrijfszekere klemmende verbinding tussen het vast te zetten voorwerp en de bevestigingsbuis waarborgt.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt door een inrichting bestaande uit een met het voorwerp te verbinden ü-vormig profielstuk en met het ü-vormige profielstuk te verbinden middelen voor het met de open zijde tot tegen de buis verplaatsen van het profielstuk.

Met de beschreven inrichting kunnen de benen van de ü tegen de buis worden getrokken, waardoor een groot aanleg-oppervlak van het profielstuk op de buis wordt verkregen. Dankzij het grote aanrakingsoppervlak wordt een zeer goede klemverbinding verkregen.

De middelen voor het verplaatsen van het ü-vormig profielstuk bestaan bij voorkeur uit een rond de buis te plaatsen beugel, een op de einden van de beugelbenen aangrijpende, tussen de benen van de U plaatsbare montageplaat en middelen voor het verplaatsen van de montageplaat in het U-vormige profielstuk. De middelen voor het verplaatsen van de montageplaat worden bij voorkeur gevormd door een door een opening in het lijf van de u stekende, in een schroefgat van de montageplaat reikende schroefbout. Door het verdraaien van de schroefbout wordt het U-vormige profielstuk ten opzichte van de rond de buis geslagen beugel verplaatst en legt zich klemmend tegen de beugel aan.

De onderlinge afmetingen zijn bij voorkeur zodanig gekozen dat bij het aanliggen van de benen van de U van het profielstuk tegen de beugel het schroefeinde tegen de buis rust. Op deze wijze wordt nog een extra fixatiepunt verkregen.

De montageplaat kan scharnierbaar met één van de einden van de beugel zijn verbonden, terwijl het andere einde van de montageplaat losmaakbaar met het betreffende einddeel van de beugel verbindbaar is. De verbinding tussen de montageplaat en de beugel kan plaatsvinden doordat de montageplaat achter de omgezette aangrijpingsranden van de einddelen van de beugel grijpt.

Volgens een voorkeursuitvoering zijn de benen van het ü-vormig profielstuk in langsrichting over een deel voorzien van een uitsparing, waarbij de lengte van de uitsparing ten minste de grootte van de hoogte van de beugel is.

Bij deze voorkeursuitvoering grijpen de delen van de benen van de u ter weerszijden van de uitsparing om de beugel en liggen direkt tegen het buislichaam aan. Hierdoor wordt een zeer groot contactoppervlak tussen ü-vormig profielstuk en het buislichaam verkregen zodat een nog grotere bedrijfszekerheid kan worden gewaarborgd.

De uitvinding wordt aan de hand van tekeningen van uitvoeringsvoorbeelden verduidelij kt.

Fig. 1 toont in perspectivisch aanzicht een eerste uitvoeringsvorm,

Fig. 2 toont een doorsnede-aanzicht langs de lijn II-II in fig. 1,

Fig. 3 toont een voorkeursuitvoering,

Fig. 4 toont de voorkeursuitvoering uit fig. 3 in perspectivisch aanzicht met uiteengenomen delen,

Fig. 5 toont de bevestiging van een verkeersaan- duidingsbord volgens de uitvinding,

Fig. 6 toont een perspectivisch aanzicht volgens de lijn VI uit fig. 5, en

Fig. 7 is een ten opzichte van fig. 6 alternatieve uitvoering.

De inrichting volgens de uitvinding bestaat uit een U-vormig profielstuk 1 dat zich klemmend tegen een buis-lichaam 2 kan aanleggen. Met het profielstuk 1 is door middel van bouten 3, 4 een voorwerp bijvoorbeeld een verkeersaandui-dingsbord 5 verbindbaar. Het buisvormige lichaam 2 is zoals gebruikelijk in de bodem verankerd. De inrichting volgens de uitvinding is voorts voorzien van een beugel 6 waarvan de einddelen 7, 8 zijn omgezet. Achter de omgezette einddelen grijpt een montageplaat 9 welke door middel van een schroefbout 10 die door een gat 11 in het lijf loopt en tot in het schroefgat 12 in de montageplaat 9 reikt langs de benen van de u verplaatsbaar is. Door het aandraaien van de schroefbout met behulp van bijvoorbeeld een sleutel 13 wordt het U-vormi-ge profielstuk 1 onder tussenkomst van de beugel 6 tegen het buisvormige lichaam 2 gedrukt waardoor een klemverbinding tot stand komt. Bij voorkeur zijn de afmetingen zodanig gekozen dat (zie fig. 3) bij het klemmend aanleggen van het U-vormige profielstuk tegen het buisvormige lichaam het uiteinde van de schroefbout 10 tegen het buisvormige lichaam rust zodat op deze wijze een extra fixatiepunt ontstaat.

De uitvoering volgens fig. 3 en 4 wijkt af van die in fig. 1 en 2 doordat de benen van het U-vormig profielstuk in langsrichting over een deel een uitsparing 14, resp. 15 vertonen. De lengte van de uitsparing 14, 15 is ten minste gelijk aan de hoogte van de beugel 16 zodat bij het aandraaien van de schroefbout 17 de beugel 16 in de uitsparing 14, 15 komt en de benen van de U ter weerszijden van de uitsparing 14, 15 om de beugel grijpen en rechtstreeks, dat wil zeggen zonder tussenkomst van de beugel 16 tegen het buisvormige lichaam komen te liggen. In vergelijking met de uitvoering van fig. 1 en 2 is het contactoppervlak derhalve niet beperkt tot de hoogte van de beugel 16 doch met uitzondering van de uitsparing 14, 15 de gehele lengte van de benen van het ü-vormig profielstuk. Op deze wijze wordt een nog grotere bedrijfszekerheid gewaarborgt.

Fig. 5 toont de bevestiging van bijvoorbeeld een wegaanduidingsbord 18 op een tweetal buisvormige pijpen 19 en 20. Het wegaanduidingsbord is vastgezet op resp. de U-vormige profielstukken volgens de uitvinding 21 en 22.

Fig. 6 toont een verbinding tussen de montageplaat 23 en de beugel 24. Aan één einddeel is de montageplaat 23 scharnierbaar verbonden met het einde van de beugel 24 terwijl aan het andere einde een losmaakbare verbinding met behulp van de pen 25 mogelijk is.

Fig. 7 toont een ten opzichte van de uitvoering volgens fig. 6 alternatieve uitvoeringsvorm.

De montageplaat 26 is verbonden met een plaat 27 met omgebogen einddelen 28, 29. De einddelen 28, 29 klemmen rond de omgezette randen van de beugel 24. Door middel van een klikverbinding wordt de montageplaat 26 met de doorsnede verbonden plaat 27 op de beugel 24 vastgehouden.

o

Claims

1. Inrichting voor het klemmend op een buis vastzetten van een voorwerp, bestaande uit een met het voorwerp te verbinden u-vormig profielstuk en met het U-vormige pro-fielstuk te verbinden middelen voor het met de open zijde tot tegen de buis verplaatsen van het profielstuk.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het verplaatsen van het u-vormige profielstuk bestaan uit een rond de buis te plaatsen beugel, een op de einden van de beugelbenen aangrijpende, tussen de benen van de U plaatsbare montageplaat en middelen voor het verplaatsen van de montageplaat in het U-vormige profielstuk.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de middelen voor het verplaatsen van de montageplaat worden gevormd door een door een opening in het lijf van de U stekende in een schroefgat van de montageplaat reikende schroefbout.

4. Inrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de montageplaat scharnierbaar met één van de einden van de beugel is verbonden.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de montageplaat losmaakbaar met het andere van de einden van de beugel verbindbaar is.

6. Inrichting volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat de einden van de beugel een omgezette aangrijpings-rand van de montageplaat vertonen.

7. Inrichting volgens conclusie 1-6, met het kenmerk, dat de benen van het U-vormige profielstuk in langs-richting over een deel een uitsparing ten minste ter grootte van de hoogte van de beugel vertonen.

8. Inrichting volgens conclusie 1-7, met het kenmerk, dat de lengte van de schroefbout zodanig is gekozen dat bij het klemmend aanliggen van het profielstuk tegen de buis het einde van de schroefbout tegen de buis rust.