NL1023170C2 - Systeem en werkwijze voor het vervaardigen van vormelingen. - Google Patents

Description

SYSTEEM EN WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN VORMELINGEN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem en werkwijze voor het vervaardigen van vormelingen uit klei. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een losinrichting en een vormbak waarmee de vormelingen te 5 vervaardigen zijn.

Voor het vervaardigen van vormelingen uit klei zijn inrichtingen bekend waarbij op een kettingtransporteur een groot aantal met klei te vullen vormbakken aangebracht zijn. De vormbakken worden van boven af met klei gevuld en op het moment 10 dat de vormbakken tijdens de rondgaande beweging van de kettingtransporteur omgekeerd worden, komt het klei in de vormbakken los en komt terecht op opvangplaten. Deze opvangplaten worden vervolgens door een verdere transporteur overgebracht naar een drogerij alwaar de stenen verder 15 behandeld worden. Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bekend te achten uit EP-0 917 938 Al van aanvraagster.

Alhoewel de bekende inrichtingen geschikt zijn voor het vervaardigen van grote hoeveelheden stenen, zijn deze minder geschikt wanneer men slechts kleine series bakstenen 20 wenst te vervaardigen.

In de praktijk zal voor het vervaardigen van kleine hoeveelheden speciale vormelingen, de vormelingen handmatig gevuld en gelost moeten worden. Dit is niet alleen arbeidsintensief, maar is tevens belastend voor de gezondheid 25 van het bedieningspersoneel. Zeker bij relatief grote vormelingen, zoals vloertegels of plavuizen, zijn bijvoorbeeld 1 n 9 q 1 7 n de vormbakken dermate zwaar, dat veelvuldige omkering hiervan I om de bakstenen te lossen gezondheidsklachten kan opleveren.

I Het is een doel van de uitvinding een systeem en een I werkwijze te verschaffen voor het vervaardigen van relatief I 5 kleine series vormelingen, in het bijzonder straatstenen, I metselstenen, plavuizen, vloertegels, et cetera, waarin I bovengenoemde bezwaren zijn ondervangen.

I Het is tevens een doel een systeem te verschaffen dat I compact is, een beperkt grondoppervlak in beslag neemt en I 10 bovendien relatief eenvoudig te transporteren is.

I Het is een verder doel van de uitvinding een I flexibele vervaardiging van vormelingen mogelijk te maken. Met I flexibel wordt hierin bedoeld dat relatief snel en eenvoudig I omgeschakeld kan worden tussen de productie van verschillende I 15 typen stenen (stenen van verschillende vorm en/of afmetingen, I stenen die een aparte na- en/of voorbehandeling benodigen, en I dergelijke).

I Volgens een eerste aspect van de onderhavige I uitvinding wordt daartoe een systeem verschaft voor het I 20 vervaardigen van vormelingen uit klei, omvattende: I - een rondgaande, vormbakken dragende transporteur voor het transporteren van vormbakken, boven welke transporteur I een kleiaanvoerinrichting te positioneren is voor het in ten I minste één vormholte in een vormbak aanbrengen van klei; I 25 - een transportplaten dragende transporteur voor het transporteren van transportplaten; I - een losinrichting voor het uit de ten minste ene I vormholte van een vormbak ontvormen van een vormeling en het I plaatsen daarvan op een transportplaat; I 30 waarbij de vormbakken zwenkbaar aan de I vormbaktransporteur zijn bevestigd en de losinrichting 3 zwenkmiddelen omvat voor het heen en weer doen zwenken van de vormbak tussen een vormeling dragende beginstand en een vormeling lossende eindstand. Door de vormbakken zwenkend uit te voeren kunnen telkens één of meer vormbakken, nadat deze 5 eenmaal met klei gevuld zijn en eventueel een voor- en nabehandeling ondergaan hebben, gezwenkt worden, waardoor zich in de vormbakken bevindende vormelingen onder invloed van de zwaartekracht de vormbakken verlaten en op een transportplaat terecht komen.

10 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het systeem besturingsmiddelen voor het intermitterend aandrijven van de vormbaktransporteur en voor het telkens gedurende een stilstaande vormbaktransporteur lossen van de vormbak. Wanneer de transporteur tot stilstand is 15 gekomen, wordt de nabij de losinrichting gepositioneerde vormbak vanaf de beginpositie naar de eindpositie gezwenkt, zodat de vormeling gelost wordt uit de vormbak. Nadat de vormbak wederom teruggezwenkt is naar de beginpositie, wordt de transporteur over een bepaalde afstand verder getransporteerd. 20 Dit betekent dat een nieuwe, nog met klei gevulde vormbak bij de losinrichting terecht komt en het ontvormen herhaald kan worden voor de nieuwe vormbak.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvatten de zwenkmiddelen: 25 - een zich over in hoofdzaak een halve cirkelboog uitstrekkend geleidingsorgaan; - een langs het geleidingsorgaan verplaatsbare zwenkwagen, - een of meer aan de zwenkwagen voorziene meenemers 30 waarmee telkens een vormbak mee te nemen is voor het doen zwenken van de betreffende vormbak.

1 no o 1 7 n H Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is de zwenkwagen verplaatsbaar met een van een elektromotor voorziene kettingaandrijving. De ketting grijpt hierbij aan op de zwenkwagen waardoor deze op en neer langs het I 5 geleidingsorgaan verplaatsbaar is, terwijl de elektromotor stationair opgesteld kan worden. Dit verzekert een eenvoudige en weinig storingsgevoelige werking van de zwenkwagen.

Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvat een I vormbak een de vormholte vrijgevende open zijde, waarbij de 10 open zijde in de genoemde beginstand en eindstand I respectievelijk opwaarts en neerwaarts is gericht. Dit betekent I dat in de eindstand de vormholte onder invloed van de I zwaartekracht ontladen wordt en de vormeling uiteindelijk op de I transportplaat terécht kan komen.

I 15 Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de I uitvinding omvat de losinrichting: I - een afdekorgaan waarmee de vormholte van de vormbak I af te dekken is; I - tweede zwenkmiddelen voor het in hoofdzaak I 20 synchroon met de vormbak zwenken van het afdekorgaan; I - verplaatsingsmiddelen voor het in de eindstand van I de vormbak verplaatsen van het afdekorgaan tussen een de I vormholte afsluitende en een de vormholte vrijgevende stand. De I afdekplaat zorgt ervoor dat de vormeling tijdens het zwenken I 25 niet te snel loskomt van de vormholte. Direct vanaf het begin I van de zwenkbeweging van de vormbak of pas wanneer de vormbak I zover gezwenkt is dat het gevaar van vroegtijdige ontlading I bestaat wordt de open zijde van de vormbak af geschermd door het afdekorgaan, zoals bijvoorbeeld een de vormholtes sluitende I 30 afdekplaat, totdat de vormbak zijn eindstand heeft bereikt. In I de eindstand wordt het afdekorgaan door de 5 verplaatsingsmiddelen onder de vormbak weggetrokken, zodat de vormeling direct op de transportplaat terechtkomt.

Voorts omvat het systeem bij voorkeur verplaatsingsmiddelen voor het neer- en opwaarts verplaatsen 5 van de transportplaat. De hoogte waarover de transportplaat verplaatst wordt is minimaal de hoogte van de vormeling, eventueel vermeerderd met de hoogte van het afdekorgaan. Hierdoor is het mogelijk om de transportplaat vooruit te transporteren zonder dat het gevaar bestaat dat de vormeling 10 achter een rand van de vormbak blijft hangen.

Ook zijn er andere voorkeursuitvoeringsvormen denkbaar waarin eerst de vormbak wordt terug gezwenkt en daarna de transportplaat getransporteerd wordt of waarin de terug zwenkbeweging van de vormbak en de transportbeweging van de 15 transportplaat gelijktijdig plaats vinden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de besturing van de transportplaat transporteur ingericht voor het intermitterend verplaatsten van de transportplaten. Gedurende het tijdsinterval waarin de transportplaten stationair zijn, 20 wordt een vormelingen of een stel vormelingen in het geval van meer dan één vormholte op de transportplaat geplaatst. Hierbij is de besturing van de genoemde transporteur ingericht voor het telkens over een vooraf ingestelde afstand transporteren van de betreffende transportplaat. De afstand is hierbij ingesteld 25 afhankelijk van de afmetingen van de vormholte van de vormbak die op dat moment aan de beurt is om gezwenkt te worden.

Bij voorkeur is de ingestelde afstand evenredig met de langsafmeting van de vormholte van de betreffende vormbak.

De afstand is derhalve relatief klein wanneer de afmetingen van 30 de vormholte van een vormbak relatief klein zijn en de afstand is relatief groot wanneer de afmetingen van de vormholte van de I vormbak relatief groot zijn. Dit zorgt voor een verbeterde benutting van het oppervlak van de transportplaat.

Overigens kan de afstand tevens afhankelijk worden gesteld van de vorm en de lengte van de transportplaat. Bij de I 5 overgang tussen opeenvolgende platen kan bijvoorbeeld een I grotere afstand nodig zijn om de vormelingen op een juiste positie op de transportplaat te laten deponeren.

Om het door het systeem ingenomen vloeroppervlak te I beperken omvat de vormbaktransporteur bij voorkeur een in I 10 hoofdzaak verticaal opgestelde kettingbaan en strekken de kettingbaan en de transportplaattransporteur zich in hoofdzaak I evenwijdig ten opzichte van elkaar uit.

I Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een I vormbak verschaft, omvattende: I 15 - een op een transporteur bevestigbare drager, - een aan de drager verwisselbaar aangebrachte houder I voorzien van een of meer vormholtes voor het houden van klei; I - aan de drager bevestigde scharniermiddelen voor het I zijwaarts ten opzicht van de langsrichting van de transporteur I 20 scharnieren van de houder. Door de vormbak uit te voeren met een verwisselbare houder is het mogelijk om de transporteur I snel en eenvoudig gereed te maken voor vervaardiging van de I gewenste steenvorm.

I Nadat de gewenste hoeveelheid van deze steenvorm I 25 vervaardigd is, kan de transporteur wederom snel en eenvoudig I worden aangepast voor vervaardiging van een ander steenvorm.

Bij voorkeur is de drager derhalve geschikt voor het aanbrengen I van verschillende houders die zijn voorzien van vormholtes van I verschillende afmetingen. Door bijvoorbeeld een eerste houder I 30 die voorzien is van relatief kleine vormholtes uit de drager te I schuiven en een tweede houder die voorzien is van relatief 7 grote vormhaltes in de drager in te schuiven, kunnen vormelingen van grotere afmetingen worden vervaardigd.

Opgemerkt wordt dat wanneer er sprake is van het variëren van de afmetingen van de vormholtes dit niet alleen de 5 lengte en breedte van de vormholtes betreft, maar tevens het aantal vormholtes alsmede de diepte en/of de vorm van de vormholtes in het algemeen. Dit betekent dat stenen van een willekeurige grootte en vorm te vervaardigen zijn.

Volgens een verder aspect van de onderhavige 10 uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het vervaardigen van vormelingen uit klei, omvattende: - het transporteren van klei in vormbakken die zijn opgesteld in een rondgaande transporteur; - het aanvoeren van een transportplaat; 15 - het lossen van de in een vormbak aangebrachte klei op de aangevoerde transportplaat, waarbij het lossen van de vormbakken de stappen omvat van: a) het zijwaarts zwenken een vormbak vanaf een vormeling dragende uitgangsstand naar een vormeling lossende 20 eindstand; b) het terugzwenken van de vormbak naar de uitgangsstand; c) het verplaatsen van de transportplaat; d) het herhalen van stappen a-c; en 25 - het afvoeren van de transportplaat.

Bij voorkeur omvat de werkwijze tevens het herhalen van stappen a-c totdat de transportplaat optimaal beladen is.

Door telkens een vormbak zijwaarts te zwenken en daardoor te legen en de transportplaat nadat de vormbak geleegd 30 is telkens te verplaatsen, kan de transportplaat gelijkmatig beladen worden. De transportplaat wordt als het ware telkens 1 Π O o Λ -7 Λ I verder beladen totdat een voldoende beladingsgraad bereikt is.

I De transportband wordt bij voorkeur telkens I intermitterend over een vooraf ingestelde afstand verplaatst.

I Deze vooraf ingestelde afstand is onder meer afhankelijk van de 5 grootte van de te producerende vormelingen. Bij kleine vormelingen, kan een relatief groot aantal vormelingen op een transportplaat worden aangebracht, terwijl bij grote vormelingen, een relatief klein aantal vormelingen op de transportplaat kan worden aangebracht.

I 10 Wanneer bovendien transportplaten van verschillende I afmetingen, bijvoorbeeld van verschillende lengtes worden I toegepast, kunnen deze afstanden eveneens aangepast worden. Bij bijvoorbeeld een kleine plaat waarop drie rijen vormelingen I kunnen worden geplaatst, moet telkens nadat drie rijen 15 vormelingen zijn geplaatst een volgende transportplaat I aangevoerd worden. De transportplaat wordt daartoe over een I vrij grote afstand verplaatst en een nieuwe transportplaats wordt aangevoerd. Wanneer echter een langere transportplaat I wordt toegepast, kunnen bijvoorbeeld vier of vijf rijen achter I 20 elkaar worden geplaatst. Nadat de transportplaats in dit geval I vijf keer over een vooraf bepaalde vaste afstand verplaatst is, treedt een grotere verplaatsing op om de transportplaat af te I voeren.

I Verdere voordelen, kenmerken en details van de 25 onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand I van de navolgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding. In de beschrijving wordt verwezen naar de I bijgevoegde figuren.

Figuur 1 toont een schematisch bovenaanzicht van een I 30 voorkeursuitvoering van een systeem voor het vervaardigen van bakstenen, inclusief de aan- en afvoer lijnen; 9

Figuur 2 toont een schematisch zijaanzicht van de voorkeursuitvoering van figuur 2, inclusief een kleiaanvoerinrichting en exclusief de losinrichting;

Figuur 3 toont een zijaanzicht van het systeem van 5 figuur 2, genomen vanaf de tegenoverliggende zijde en inclusief de losinrichting;

Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede ter plaatse van lijn IV-IV uit figuur 3; en

Figuur 5 toont een zijaanzicht van het systeem van 10 figuur 2, genomen vanaf dezelfde zijde en inclusief de losinrichting.

In figuur 1 is een bepaalde configuratie weergegeven van een aanvoerlijnen voor klei en transportplaten (droogplaten), een systeem voor het vormen van vormelingen 15 (bakstenen) en afvoerlijnen voor het naar een oven voor verdere behandeling afvoeren van de bakstenen. Er zijn echter vele alternatieve configuraties denkbaar.

Via een lopende band 1 wordt in de richting van pijl PI een hoeveelheid klei K aangevoerd, welke klei vervolgens via 20 een kleimixer 3 terecht komt in een kleivulinrichting 4. Via de kleivulinrichting 4 komt de klei terecht in een aan een stationair frame 11 bevestigde vormbaktransporteur (waarvan de werking hierna zal worden uiteengezet), waar de klei in de gewenste vorm wordt gebracht. Vervolgens worden de aldus 25 gevormde stenen getransporteerd (pijl P10, figuur 2) en op droogplaten 6 geplaatst. De droogplaten zijn aangevoerd via een in figuur 1 niet weergegeven transporteur (pijlen P2 en P3) en worden, nadat deze voorzien zijn van stenen, afgevoerd (pijl P4) in de richting van een steendrogerij s.

30 Figuur 2 toont een zijaanzicht van de kleiaanvoerinrichting 4 en een deel van het systeem 5. Via een n ·> ï 1 / n I slurf 10 wordt op intermitterende wijze klei van bovenaf in I vormbakken 17 van een intermitterend door een elektromotor 19 I aangedreven vormbaktransporteur 12 geleid. De I vormbaktransporteur 12 is opgebouwd uit een linker kettingwiel 5 13 en de rechter kettingwiel 14 die elk voorzien zijn van uitsparingen 15. In deze uitsparingen 15 kunnen rollen 16 I worden opgenomen, welke rollen op hun beurt zijn bevestigd aan I de vormbakken 17. De rollen 16 worden geleid langs een rail 19.

De vormbakken 17 zijn bovendien onderling met elkaar verbonden 10 (verbinding 18).

In de weergegeven uitvoeringen draait de I kettingtransporteur rechtsom (P10), hetgeen betekent dat een I éénmaal gevulde vormbak naar rechts wordt verplaatst totdat het I terecht komt in de nabijheid van het rechter kettingwiel 14.

I 15 Alvorens een bepaalde met klei gevulde vormbak het I rechter kettingwiel 14 bereikt heeft, wordt deze vormbak gelost I door een losinrichting van het systeem. Een voorkeursuitvoering B van een dergelijke losinrichting is gedetailleerd weergegeven B in figuren 3-5. De losinrichting is in figuur 2 voor de eenvoud B 20 weggelaten.

B De losinrichting zorgt voor het omkeren van de B betreffende vormbak, opdat de in de vormbak ontstane vormeling B op juiste wijze op een droogplaat terecht komt.

B In figuur 4 is een dwarsdoorsnede van het systeem B 25 weergegeven, waarin sommige delen van het systeem voor de B duidelijkheid zijn weggelaten. Uit de figuur blijkt dat de B vormbakken 17 bestaan uit een eerste deel 31 waaraan de rollen B 16 zijn bevestigd en een ten opzichte van het eerste deel 31 B met behulp van een scharnier 20 zwenkbaar deel 32. In het B 30 zwenkbare deel zijn de vormholten voorzien.

B Aan de onderzijde van de vormbaktransporteur 12 11 fungeert een vast aan het gestel 11 aangebrachte rail 21 als steun voor een nok 22 aan het schamierbare deel 32 van de vormbak 17. De rail 21 voorkomt hiermee dat de vormbak op deze positie naar beneden zou klappen. Aan de bovenzijde van de 5 vormbaktransportéur 12 fungeert de nok 22 als meeneemelement voor een loopwagen 33 die langs een zich dwars op de langsrichting van de transporteur 12 uitstrekkende halfcirkelvormige boog 28 kan verplaatsen. De loopwagen 33 is voorzien van rollen waarmee de loopwagen langs de boog 28 10 verplaatst wordt. De aandrijving van de loopwagen 33 is uitgevoerd als een systeem van kettingen en een elektromotor 34. Bij verplaatsing van de loopwagen 33 tegen de wijzers van de klok in (pijl Pil in figuur 4) zwenkt de vormbak vanaf de in het rechter deel van figuur 4 getoonde beginpositie mee totdat 15 deze in een, in het linker deel van figuur 4 weergegeven, eindpositie terecht is gekomen.

Om te voorkomen dat zich in de vormbak 17 bevindende klei halverwege uit de vormbak valt, is een afdekplaat 25 voorzien die meebeweegt met de vormbak 17. De afdekplaat 25 is 20 verplaatsbaar middels een tweede loopwagen,26 die met behulp van rollen over een tweede halfcirkelvormige boog 27 verplaatst kan worden. In het rechter deel van figuur 4 is de beginstand van de afdekplaat 25 weergegeven. Wanneer vanaf deze stand de vormbak 17 over een hoek van circa 20 graden linksom gedraaid 25 is, komt de bovenzijde van de vormbak 17 in de nabijheid van de afdekplaat 25. Op dat moment wordt de loopwagen 26 van de afdekplaat 25 geactiveerd en zullen de vormbak 17 en de afdekplaat 25 een gecombineerde rotatie uitvoeren totdat de in het linker deel van figuur 4 weergegeven eindpositie is 30 bereikt. De afdekplaat 25 zorgt in deze positie voor dat de klei niet uit de vormbak gelost kan worden.

H In de eindpositie bevindt de afdekplaat 25 zich direct op of vlak boven de transportplaat 6. Vervolgens trekt een hefcilindér 30 de afdekplaat 25 onder de vortnbak 17 vandaan, zodat de in vorm gebrachte klei direct op de 5 droogplaat 6 terecht komt. De teruggetrokken stand van de afdekplaat 25 is weergegeven in figuur 3.

Vervolgens wordt de droogplaat 6 naar beneden verplaatst. Hiertoe is een deel van de droogplaattransporteur 23 verticaal beweegbaar uitgevoerd. Nadat de transportplaat 6 10 aldus enigszins naar beneden is geplaatst, keren de afdekplaat H 25 en de vormbak 17 terug naar hun uitgangspositie. Wanneer I deze in de uitgangspositie zijn teruggekeerd of reeds tijdens I het terugtransport daarvan wordt de transportplaat wederom omhoog verplaatst tot in zijn uitgangspositie en in de richting 15 van pijl P10 verplaatst, zodat er ruimte ontstaat voor het I plaatsen van verdere stenen.

De afstand waarover de laatstgenoemde verplaatsing I plaats vindt is afhankelijk van de afmetingen van de op dat I moment aan de beurt zijnde vormbak 17, of beter gezegd, van de 20 afmetingen van de vormholtes in de vormbak. Wanneer grote vormholtes worden toegepast en derhalve grote stenen worden I vervaardigd, zal de transportplaat over een grotere afstand I verplaatst moeten worden, dan in het tegenovergestelde geval, H Door de transport af stand aldus af te stemmen op de grote van de I 25 te vervaardigen stenen, kan een transportplaat aanwezige oppervlakte optimaal benut worden. Dit is schematisch in figuur 1 weergegeven.

Het is bijvoorbeeld mogelijk om een drietal relatief grote stenen, zoals vloertegels en dergelijke, op een 30 transportplaat 6' aan te brengen. Het is echter evenzeer mogelijk om telkens twee opeenvolgende vormbakken te voorzien 13 van relatief grote vormholtes, terwijl een derde vormbak wordt voorzien van een drietal kleine holtes. Deze configuratie levert de voor droogplaat 6'' getoonde rangschikking van stenen op. Ook is het mogelijk om alle vormbakken te voorzien van meer 5 dan één vulholte. Het resultaat van een dergelijke rangschikking levert bijvoorbeeld een transportplaat 6m op, waarin in totaal negen stenen op de transportplaat worden aangebracht. In de voorbeelden 61, 6n en 6111 worden weliswaar telkens stenen van andere vormen en afmetingen op een 10 transportplaat 6 aangebracht, de afstand waarover de transportplaat telkens wordt geplaatst is in hoofdzaak gelijk. Transportplaat 6IV geeft echter aan dat wanneer kleinere stenen worden gebruikt dan de bijvoorbeeld op de transportplaat 6' weergegeven stenen, de afstand waarover een transportplaat 15 telkens verplaatst wordt kan worden verkleind, zodat er geen drie maar vier stenen achter elkaar op een transportplaat passen. De transportplaat 6V geeft zelfs een situatie aan waarin de afstand verder is verkleind zodat vijf stenen achter elkaar op een transportplaat aangebracht kunnen worden. Dit betekent 20 dat de beladingscapaciteit van elke transportplaat optimaal kan worden benut. Dit is met name van belang bij de verdere verwerking van de stenen. In veel gevallen is bijvoorbeeld de capaciteit in de drogerij waarin de stenen gedroogd worden beperkt. Een niet optimale belading van de transportplaten 25 zorgt in dergelijk geval voor een te geringe productie en relatief hoge productiekosten.

De vormbakken bestaan in een bijzonder voordelige voorkeursuitvoering uit een verwisselbare container 17' en een drager 17·'. De rollen zijn bevestigd aan de drager 17'', 30 terwijl de vormholtes waarin de klei wordt aangebracht zijn voorzien in de verwisselbare container 17' . Twee zijwanden van 1 n ? 317 n de container 17’ zijn voorzien van groeven terwijl de drager 17' is voorzien van corresponderende uitsteeksels. De containers 17' zijn hierdoor eenvoudig zijwaarts van de drager af te schuiven en eventueel te vervangen door andere 5 containers. Zodoende kan het bedieningspersoneel de vormband eenvoudig voorzien van containers met vormholtes van een geschikte afmeting en een vorm. Wanneer een volgende serie stenen moeten worden gemaakt, kunnen de vormholtes van de vormbakken derhalve snel verwisseld worden.

I 10 De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de I boven beschreven voorkeursuitvoeringsvorm daarvan. De gevraagde I rechten worden velerlei bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar I zijn.

Claims (28)

1. Systeem voor het vervaardigen van vormelingen uit 5 klei, omvattende: - een rondgaande, vormbakken dragende transporteur voor het transporteren van vormbakken, boven welke transporteur een kleiaanvoerinrichting te positioneren is voor het in ten minste één vormholte in een vormbak aanbrengen van klei; 10. een transportplaten dragende transporteur voor het transporteren van transportplaten; - een losinrichting voor het uit de ten minste ene vormholte van een vormbak ontvormen van een vormeling en het plaatsen daarvan op een transportplaat; 15 waarbij de vormbakken zwenkbaar aan de vormbaktransporteur zijn bevestigd en de losinrichting zwenkmiddelen omvat voor het heen en weer doen zwenken van de vormbak tussen een vormeling dragende beginstand en een vormeling lossende eindstand.

2. Systeem volgens conclusie 1, omvattende besturingsmiddelen voor het intermitterend aandrijven van de vormbaktransporteur en voor het telkens gedurende een stilstaande vormbaktransporteur lossen van de vormbak.

3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de 25 zwenkmiddelen omvatten: - een zich over in hoofdzaak een halve cirkelboog uitstrekkend geleidingsorgaan; - een langs het geleidingsorgaan verplaatsbare zwenkwagen, 30. een of meer aan de zwenkwagen voorziene meenemers waarmee telkens een vormbak mee te nemen is voor het doen 1 η Ί ·< . - H zwenken van de betreffende vormbak.

4. Systeem volgens conclusie 3, waarbij de zwenkwagen I verplaatsbaar is met een van een elektromotor voorziene kett ingaandrij ving.

5. Systeem volgens conclusie 1, waarbij een vormbak een de vormholte vrijgevende open zijde omvat, waarbij de open I zijde in de genoemde beginstand en eindstand respectievelijk I opwaarts en neerwaarts is gericht.

6. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, 10 waarbij de losinrichting omvat: - een afdekorgaan waarmee de vormholte van de vormbak I af te dekken is; I - tweede zwenkmiddelen voor het zwenken van het I afdekorgaan; 15. verplaatsingsmiddelen voor het in de eindstand van I de vormbak verplaatsen van het afdekorgaan tussen een de I vormholte afsluitende en een de vormholte vrijgevende stand.

7. Systeem volgens conclusie 6, waarbij de tweede zwenkmiddelen omvatten: 20. een zich over in hoofdzaak een halve cirkelboog I uitstrekkend tweede geleidingsorgaan; I - een langs het geleidingsorgaan verplaatsbare tweede I zwenkwagen waaraan het afdekorgaan bevestigd is.

8. Systeem volgens conclusie 6 of 7, waarbij de I 25 eerste en tweede zwenkmiddelen zijn ingericht voor het in I hoofdzaak synchroon zwenken van het afdekorgaan en de vormbak.

9. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, I omvattende transportorgaanverplaatsingsmiddelen voor het neer- I en opwaarts verplaatsen van de transportplaat. I 30

10. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, I waarbij de besturing van de transportplaat transporteur is ingericht voor het intermitterend verplaatsten van de transportplaten.

11. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de transportplaat transporteur is ingericht voor het 5 telkens over een vooraf ingestelde afstand transporteren van een transportplaat, welke afstand afhankelijk van de afmetingen van de vormholte van een vormbak is ingesteld.

12. Systeem volgens conclusie 11, waarbij de ingestelde afstand evenredig is met de langsafmeting van de 10 vormholte van de betreffende vormbak.

13. Systeem volgens een der conclusies 11-12, waarbij de ingestelde afstand tevens afhankelijk is van de lengte van de transportplaat.

14. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, 15 waarbij de vormbaktransporteur een in hoofdzaak verticaal opgestelde kettingbaan omvat.

15. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarin beide transporteurs zich in hoofdzaak evenwijdig ten opzichte van elkaar uitstrekken.

16. Vormbak zoals gedefinieerd in een der voorgaande conclusies.

17. Vormbak voor het vervaardigen van vormelingen van klei, bij voorkeur in een systeem zoals gedefinieerd in een der conclusies 1-15, omvattende: 25. een op een transporteur bevestigbare drager, - een aan de drager verwisselbaar aangebrachte houder voorzien van een of meer vormholtes voor het houden van klei; - aan de drager bevestigde schamiermiddelen voor het zijwaarts ten opzicht van de langsrichting van de transporteur 30 scharnieren van de houder.

18. Vormbak volgens conclusie 17, waarbij de drager 1. o o 1 -7 λ H geschikt is voor het aanbrengen van verschillende houders die zijn voorzien van vormholtes van verschillende vorm en/of afmetingen.

19. Losinrichting zoals gedefinieerd in een van de I 5 voorgaande conclusies 1-15.

20. Systeem, vormbak of losinrichting volgens een der I voorgaande conclusies, waarbij de vormeling een baksteen is.

21. Werkwijze voor het vervaardigen van vormelingen I uit klei, omvattende: 10. het transporteren van klei in vormbakken die zijn I opgesteld in een rondgaande transporteur; I - het aanvoeren van een transportplaat; I - het lossen van de in een vormbak aangebrachte klei op de aangevoerde transportplaat, waarbij het lossen van de I 15 vormbakken de stappen omvat van: a) het zijwaarts zwenken een vormbak vanaf een I vormeling dragende uitgangsstand naar een vormeling lossende I eindstand; I b) het terugzwenken van de vormbak naar de 20 uitgangsstand; I c) het verplaatsen van de transportplaat; I d) het herhalen van stappen a-c; en - het afvoeren van de transportplaat.

22. Werkwijze volgens conclusie 21, omvattende het I 25 herhalen van stappen a-c totdat de transportplaat optimaal I beladen is.

23. Werkwijze volgens conclusie 21 of 22, omvattende het intermitterend over telkens een vooraf ingestelde afstand I verplaatsen van de transportplaat. I 30

24. Werkwijze volgens conclusie 23, omvattende het I afhankelijk van de afmetingen van de te zwenken vormbak instellen van de genoemde afstand.

25. Werkwijze volgens conclusie 24, omvattende het zodanig instellen van de afstand, dat een optimale belading van de transportplaat verschaft wordt.

26. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusie 21-25, omvattende het over in hoofdzaak een halve cirkelboog zwenken van de vormbak.

27. Werkwijze volgens een der conclusies 21-26, omvattende: 10. het met een afdekorgaan afdekken van de vormholte van de te zwenken vormbak; - het in hoofdzaak synchroon met de zwenkbeweging van de vormbak zwenken van het afdekorgaan; - het in de eindpositie verwijderen van het 15 afdekorgaan voor het vrijgeven van de vormholte van de vormbak.

28. Werkwijze volgens een der conclusies 21-27, waarin het systeem en/of de vormbak volgens een der conclusies 1-19 wordt toegepast. i n ? 31 7 n