NL1022857C2 - Koppeling, systeem en fiets. - Google Patents

Koppeling, systeem en fiets. Download PDF

Info

Publication number
NL1022857C2
NL1022857C2 NL1022857A NL1022857A NL1022857C2 NL 1022857 C2 NL1022857 C2 NL 1022857C2 NL 1022857 A NL1022857 A NL 1022857A NL 1022857 A NL1022857 A NL 1022857A NL 1022857 C2 NL1022857 C2 NL 1022857C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mudguard
coupling
coupling according
recess
bicycle
Prior art date
Application number
NL1022857A
Other languages
English (en)
Inventor
Rudi Keulen
Sandra Kelder
Original Assignee
Lepper Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lepper Beheer B V filed Critical Lepper Beheer B V
Priority to NL1022857A priority Critical patent/NL1022857C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1022857C2 publication Critical patent/NL1022857C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62JCYCLE SADDLES OR SEATS; AUXILIARY DEVICES OR ACCESSORIES SPECIALLY ADAPTED TO CYCLES AND NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. ARTICLE CARRIERS OR CYCLE PROTECTORS
    • B62J15/00Mud-guards for wheels
    • B62J15/02Fastening means; Stays

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Axle Suspensions And Sidecars For Cycles (AREA)

Description

I ,
KOPPELING, SYSTEEM EN FIETS
5 De onderhavige uitvinding betreft een koppeling voor een element en een langgerekte drager voor het element, zoals voor een spatbord en een spatbordstang voor het verbinden van het spatbord met een fietsframe, een systeem voor het monteren van een spatbord voor een fiets aan een fietsframe via 10 tenminste één spatbordstang met een dusdanige koppeling en een fiets met een frame, wielen en tenminste één spatbord over een wiel, met ook een spatbordstang tussen het frame en het spatbord, gekoppeld door een dusdanige koppeling.
Het is in de techniek gebruikelijk, dat een drager 15 ter plaatse van een verbinding met een element een plat gedeelte omvat, met daarin een gat, waarbij het element op een overeenkomstige plaats eveneens van een gat is voorzien. De drager en het element zijn dan te verbinden door het steken van een bout-moer verbinding door de gaten, na het uitlijnen 20 daarvan. Het uitlijnen van de gaten en het steken van een bout-moer verbinding daar doorheen is vaak omslachtig. Dit geldt in het bijzonder in het geval, dat het element een spatbord is en de drager een spatbordstang. Een spatbord heeft namelijk veelal een gebogen vorm om een wiel te over-25 kappen. Dat betekent, dat een moer of bout in de zeer beperkte ruimte tussen het wiel en het spatbord moet worden aangegrepen om de spatbordstang en het spatbord met elkaar te verbinden. Verder is een dergelijke verbinding nogal kwetsbaar, in het bijzonder wanneer zich vuil ophoopt bij de ver-30 binding, waardoor roestvorming wordt veroorzaakt.
Verder is bekend uit EP-A-1.036.731: een koppeling met eerste aangrijpingsmiddelen voor aangrijping van de drager; en tweede aangrijpingsmiddelen voor aangrijping van het 1022857 I element, waarbij de eerste en tweede aangrijpingsmiddelen I onderling structureel samenhangen. Met een dusdanige configu- I ratie wordt het samenstellen en verbinden van het element I (een spatbord) en de drager (een spatbordstang) al enigszins I 5 vereenvoudigd. Verbindingshandelingen kunnen worden uitge- I voerd zonder belemmering door de beperkte ruimte tussen de fietsband en het spatbord, en zonder dat een plaats ontstaat, waar vuil zich kan ophopen om roestvorming te veroorzaken.
I Volgens de uitvinding omvatten de eerste aangrij- I 10 pingsmiddelen een behuizing met daarin een kamer, waar de I drager in gebruik insteekt, en een tevens in gebruik in de I kamer te steken en bekrachtigbaar knelorgaan. Door bekrachti- I ging van het knelorgaan wordt de drager in de kamer gefixeerd I op een gewenste positie langs de lengte van die drager. Een I 15 dergelijk knelorgaan is daarbij een excentrisch verdraaibare I of elliptisch vormgegeven verdraai-bare cilinder. Het be- I krachtigen van een dergelijk knelorgaan omhelst dan niet meer I dan het om de lengteas (excentrisch) verdraaien daarvan.
I De koppeling kan de eigenschap vertonen, dat de eer- I 20 ste en tweede aangrijpingsmiddelen een eenheid vormen. Op deze wijze wordt een zo eenvoudig mogelijke constructie ver- I schaft.
I Tevens kan tenminste één van de eerste en tweede I aangrijpingsmiddelen selectief te bekrachtigen zijn. In een I 25 dusdanig geval kunnen stapsgewijs aangrijping van het element I en van de drager, of vice versa, worden uitgevoerd. Tevens is I het mogelijk, dat de eerste en tweede aangrijpingsmiddelen een enkelvoudig, gezamenlijk bekrachtigingsmechanisme om- I vatten. Dit is in het bijzonder gunstig, wanneer de aangrij- I 30 pingsmiddelen in onbekrachtigde toestand in staat zijn om het I element en de drager "losjes" aan te grijpen en reeds dan de gewenste onderlinge oriëntaties althans bij benadering te I bewerkstelligen. Gezamenlijke bekrachtiging van beide aan- I 1022857 3 grijpingsmiddelen resulteert dan in de situatie, waarin slechts een enkele handeling nodig is om de dan bereikte positioneringen (bij benadering de gewenste positioneringen) van de componenten onderling te fixeren. Het fixeren met een 5 enkel bekrachtigingsmechanisme kan tevens een stellende werking hebben om de uiteindelijk gewenste oriëntaties te verkrijgen .
Bij voorkeur omvatten de eerste aangrijpingsmiddelen een selectief langs de lengte van de drager aan te brengen 10 klem. Hierdoor wordt een extra stelmogelijkheid verschaft, waarmee de bevestiging van het element langs de lengte van de drager kan worden gevarieerd. In het geval van een fiets kan dit gunstig zijn om de gewenste afstand tussen het spatbord en de band in te kunnen stellen.
15 Bij voorkeur vertoont het knelorgaan een verruwing aan het in gebruik naar de drager gekeerde werkzame oppervlak. Daardoor kan het knelvermogen van het knelorgaan worden verhoogd. Een dergelijke verruwing kan een vertanding omvatten.
20 Verder kan de koppeling bij voorkeur een dekplaat op de cilinder omvatten, die in gebruik de kamer afdekt. Daardoor wordt een gesloten geheel verkregen en kan het binnendringen van vuil in de kamer worden voorkomen. Als de kamer een doorlopende doorgang door de behuizing heen vormt, kan 25 tevens gebruik worden gemaakt van een dekplaat over de kamer aan de zijde van de behuizing tegenover die, waar de cilinder in wordt gestoken om met de dekplaat daarvan die tegenover gelegen zijde te sluiten.
Bij voorkeur vormt het element een tong en omvatten 30 de tweede aangrijpingsmiddelen een groef voor opname daarin van de tong. Op een dusdanige wijze kunnen de aangrijpingsmiddelen zeer eenvoudig worden verwezenlijkt, zonder (zoals bij de bekende techniek) over een voor een behoorlijke fixe- 1022857 4 ring benodigde afstand langs het element te hoeven lopen. Slechts de rand van het element hoeft door de aangrijpings-middelen aangegrepen te worden. In een dusdanige uitvoeringsvorm kan het element verder een uitsparing vertonen op af-5 stand vanaf de rand van de tong, waarbij de tweede aangrij-pingsmiddelen een met de uitsparing overeenkomende uitstulping in de groef omvatten. Op een dusdanige wijze grijpen de componenten elkaar gemakkelijk en eenvoudig aan, waarbij tevens zorg kan worden gedragen voor een gewenste oriëntatie, 10 wanneer de uitsparing en de bijbehorende uitstulping in een met een gewenste stand van de drager overeenkomende oriëntatie zijn aangebracht.
Zoals reeds is vermeld, betreft de uitvinding tevens een systeem voor het monteren van een spatbord voor een fiets 15 aan een fietsframe via tenminste één spatbordstang. Een dergelijk systeem onderscheidt zich dan door een koppeling met een van de hierboven beschreven eigenschappen. Een dergelijk systeem kan zodanig zijn, dat het spatbord te monteren is aan twee spatbordstangen aan weerszijden van een fietswiel met 20 voor elke stang een afzonderlijke koppeling, waarbij de koppelingen voor elke van de stangen in hoofdzaak gespiegeld zijn vormgegeven. Op een dergelijke wijze is het mogelijk om een optimale breedte voor een fietswiel te verschaffen, terwijl de afstand tussen het spatbord en dat fietswiel gemini-25 maliseerd kan worden. In een dusdanige uitvoeringsvorm kan het gunstig zijn, dat de koppelingen van elkaar te onderscheiden zijn aan de hand van de gebruikte uitsparingen en uitstulpingen, die in elkaar moeten vallen om de koppelingen met het spatbord te verbinden. Aldus kunnen fouten tijdens 30 montage doeltreffend worden voorkomen.
Tot slot omhelst de onderhavige uitvinding tevens, zoals hierboven ook reeds is opgemerkt, een fiets, waarvan het spatbord en de spatbordstang(en) zijn verbonden door 1 n 9 ? ft 5 7 5 middel van een koppeling met hierboven beschreven eigenschappen .
De onderhavige uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van de hierna volgende figuurbeschrijving, die is 5 opgesteld in samenhang met de bijgevoegde figuren, waarin gelijke of soortgelijke onderdelen en componenten zijn aangeduid met dezelfde referentienummers, en waarin: fig. 1 een perspectivisch aanzicht toont van een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; 10 fig. 2 een perspectivisch uiteengenomen aanzicht toont van de uitvoeringsvorm van fig 1; fig. 3a en 3b een vooraanzicht tonen van een koppeling volgens de onderhavige uitvinding, en de werking daarvan; 15 fig. 4 en 5 in hoofdzaak spiegelbeeldig vormgegeven koppelingen tonen volgens de onderhavige uitvinding; fig. 6 een perspectivisch, uiteengenomen aanzicht toont van een koppeling volgens de onderhavige uitvinding; en fig. 7 een perspectivisch aanzicht toont van een 20 component van de in fig. 6 weergegeven koppeling.
In fig. 1 is een systeem 1 volgens de onderhavige uitvinding weergegeven. Dit systeem omhelst een als spatbord 2 vormgegeven element en een als spatbordstang 3 vormgegeven drager voor dat element. In de hier getoonde uitvoeringsvorm 25 zijn twee spatbordstangen 3 verschaft, die tezamen zorg dragen voor het fixeren van het spatbord 2 ten opzichte van en aan een (niet getoond) fietsframe.
Elke van de spatbordstangen 3 is door middel van een afzonderlijke koppeling 4, 5 verbonden met het spatbord 2, 30 zoals hieronder in meer detail zal worden beschreven.
Elke van de koppelingen 4, 5 omvat een behuizing 6, waarin de spatbordstangen 3 in gemonteerde toestand zijn gestoken. Tevens omvatten de koppelingen 4, 5 een dekplaat 7 1022857 H om een (hieronder nader te beschrijven) kamer af te schermen, waarin de spatbordstangen 3 doordringen. In fig. 1 is nog te I zien, dat een cilinder 9 door de behuizing 6 heen is gestoken I vanaf de zijde van de dekplaat 7.
I 5 Het samenstel van behuizing 6, dekplaat 7, kamer 8 en cilinder 9 vormt eerste aangrijpingsmiddelen 10. Voor aan- grijping van het spatbord 2 zijn tweede aangrijpingsmiddelen 11 verschaft. De tweede aangrijpingsmiddelen 11 grijpen aan I op tenminste een kraal 12 aan de rand van het spatbord 2. De 10 tweede aangrijpingsmiddelen 11 omvatten hiertoe een tong 13, die als uitsparing is vormgegeven om althans de kraal 12 aan te grijpen.
Het is duidelijk in fig. 1 te zien, dat de koppelin- gen 4, 5 eikaars spiegelbeeld zijn, althans in hoofd-zaak. De I 15 reden hiervoor is, dat de spatbordstangen 3 aan weerszijden I van een wiel moeten zijn gelegen en dan vanaf tegenover el- I kaar gelegen zijden het spatbord 2 moeten aangrijpen.
H In fig. 2 is weergegeven, dat gebruik kan worden I gemaakt van verschillend vormgegeven uitsparingen 14 en 15 in I 20 het spatbord naast de kralen 12. In de tong 13 van de tweede I aangrijpingsmiddelen 11 zijn overeenkomstig vormgegeven uit- I stulpingen aangebracht, die in de uitsparingen 14 en 15 pas- I sen. Hiertoe is een eerste van de uitsparingen 14 cirkel- I vormig, en is een tweede van de uitsparingen 15 rechthoekig.
I 25 Dat wil zeggen, dat in de tongen 13 van de afzonderlijke I koppeling 4 en 5 cirkelvormige, resp. rechthoekige uitstul- pingen zijn aangebracht, die in de uitsparingen 14, 15 moeten I passen. De tongen 13 van de koppelingen 4, 5 zijn bij voor- keur enigszins elastisch vormgegeven, of kunnen dicht geklemd I 30 worden, waarbij de uitstulpingen in de tongen 13 kunnen wor- I den gedrukt in de uitsparingen 14, 15.
I Bij voorkeur zijn daarbij de uitsparingen zodanig, I dat een daarin aangrijpende koppeling ook direct een op voor- I 1022857 % 7 I hand bepaalde, gewenste oriëntatie inneemt, die verband houdt I met de stand van de spatbordstang. Dit is wel het geval bij I de uitsparing 15, die rechthoekig is, en maar in één oriënta- I tie van de koppeling 5 door een uitstulping in de tong 13 van I 5 die koppeling 5 aan kan grijpen in de uitsparing 15. Daaren- I tegen is de uitvoeringsvorm van de koppeling 4 in samenhang I met de uitsparing 14 niet oriëntatie-afhankelijk, hetgeen nog I altijd is gelegen binnen het kader van de onderhavige uitvin- I ding.
I 10 In fig. 3A is een configuratie van één van de koppe- I lingen 4 of 5 weergegeven. Deze omvat, zoals reeds is opge- I merkt, de behuizing 6, waarin een doorgang 16 is aangebracht I voor het insteken van de spatbordstang 3. Deze door-gang 16 I mondt uit in de kamer 8, tot waar ook de spatbord-stang 3 in I 15 de behuizing 6 gestoken dient te worden, zoals in fig. 3B is I getoond.
I Nadat de spatbordstang 3 is ingestoken door de door- I gang 16 heen tot in de kamer 8, is de dekplaat 7 te draaien in de richting van pijl A om een als draaibare cilinder vorm- I 20 gegeven knelorgaan te bekrachtigen. De cilinder 17 is excen- I trisch om zich tegen een binnenwand 18 van de kamer 8 af te I zetten bij draaiing van de dekplaat 7 in de richting van pijl I A, waarbij wordt opgemerkt, dat de cilinder 17 vast is beves- I tigd aan de dekplaat 7. Bij een dergelijke rotatie van de
I 25 dekplaat 7, wordt deze ook zijwaarts ver-plaatst in fig. 3A
I naar links om uiteindelijk de in fig. 3B getekende stand te bereiken, waarin de kamer 8 door de dekplaat 7 bedekt is.
I Gelijktijdig vindt bij draaiing van de dekplaat 7 in de rich- I ting van pijl B het inklemmen plaats van de spatbordstang 3 I 30 tussen de binnenwand van de kamer 8 en de cilinder 17, die I zich op zijn beurt tegen een tegenover gelegen binnenwand 18 I van de kamer 8 afzet.
I 1022857
De cilinder 17 omvat aan het manteloppervlak daarvan een vertanding 19 om aangrijping op het buitenoppervlak van de spatbordstang 3 te optimaliseren.
H In de hier getoonde uitvoeringsvorm is derhalve de H 5 cilinder 17 op zich excentrisch, en is tevens excentrisch H aangebracht aan de dekplaat 7. Aldus wordt een dubbele wer- king verkregen voor het sluiten van de kamer 8 en voor het inklemmen van de spatbordstang 3. Soortgelijke effecten kun- H nen tevens worden bewerkstelligd met alternatieve (niet ge- H 10 toonde uitvoeringsvormen, waar de cilinder bijvoorbeeld el- H lipsvormig in dwarsdoorsnede is vormgegeven, en dan bijvoor- beeld nog steeds excentrisch met de dekplaat 7 kan zijn ver- H bonden, of zelfs coaxiaal.
De fig. 4 en 5 zijn bedoeld om in meer detail de 15 oriënterende uitstulpingen aan de koppelingen 4 of 5 te to- nen, zoals die kunnen zijn vormgegeven in daadwerkelijke uitvoeringsvormen als alternatief voor de vormgevingen daarvan, zoals die al worden geïmpliceerd door de uitsparingen 14 en 15 in fig. 2. Fig. 4 toont een cilindervormige uitstulping 20 20 met een afkanting 21, die maar in één relatieve oriëntatie van de koppeling 4 ten opzichte van het spatbord 2 in een uitsparing in dat spatbord 2 past.
Hetzelfde geldt voor de uitstulping 22 aan de koppeling 5 in fig. 5, die rechthoekig is, maar in de lengterich-25 ting daarvan grotere afmetingen heeft dan de uitsparing 15 in fig. 2. Deze uitstulping 22 past ook maar in één relatieve oriëntatie van de koppeling 5 ten opzichte van het spatbord 2 in een daarbij behorende uitsparing (hier niet getoond).
In de fig. 6 en 7 wordt meer aandacht besteed aan de 30 eerste aangrijpingsmiddelen van een koppeling volgens de onderhavige uitvinding. De dekplaat 7 en de cilinder 17 zijn aan elkaar bevestigd, waarbij aan het uiteinde van de cilinder 17 een lagerstuk 23 is aangebracht. Dit lagerstuk 23 valt 1 n o 9 ft IS 7 9 achter rand 24 in een doorgang 25 voor de cilinder 17. In het bijzonder dit lagerstuk 23 is in fig. 7 in meer detail weergegeven. Het lagerstuk 23 is uit twee delen gevormd, die naar elkaar toe te brengen zijn op basis van enigszins elastische 5 eigenschappen van het materiaal, waaruit het geheel van de in fig. 7 getoonde componenten kan zijn gevormd. Als dan het lagerstuk 23 in de doorgang 25 wordt gedrukt, komt het in aangrijping achter de rand 24 in de doorgang 25, en kan de dekplaat 7 worden geroteerd om de lengteas, die samenhangt 10 met het middelpunt van het lagerstuk 23. Daardoor wordt de in samenhang met fig. 3A en 3B hierboven beschreven knelwerking van die eerste aangrijpingsmiddelen verwezenlijkt. Daarbij hebben de vertandingen 19 een buitenomtrek, die elliptisch of althans excentrisch is ten opzichte van het genoemde middel-15 punt van het lagerstuk 23, en hetzelfde geldt voor de positionering van de dekplaat 7 ten opzichte van dat middelpunt.
Na kennisneming van het voorgaande zullen zich diverse aanvullende en alternatieve uitvoeringsvormen opdringen aan de vakman, die echter alle dienen te worden beschouwd als 20 gelegen binnen de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding, zoals die is gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies, tenzij een dergelijke uitvoeringsvorm hier wezenlijk van afwijkt. Zo is het mogelijk om diverse soorten uitsparingen en uitstulpingen te gebruiken, voor de verbinding 25 tussen de tweede aangrijpingsmiddelen 11 en het spatbord 2, maar opgemerkt wordt, dat hier ook geheel en al vanaf kan worden gezien, afhankelijk van de door de tweede aangrij-pingsmiddelen uitgeoefende klemkracht en de eventuele andere montagemiddelen langs de lengte van het spatbord 2. Tevens 30 zijn uitvoeringsvormen denkbaar, die spiegel-symmetrisch zijn. Dat wil zeggen, dat de koppelingen 4 en 5 in fig. 1,
Idie in de daar getoonde uitvoeringsvorm onderling gespiegeld zijn vormgegeven, zodanig kunnen worden aangepast, dat iden- 1022857
Itieke koppelingen kunnen worden toegepast. In een dusdanig geval zal ook de behoefte vervallen om te voorzien in verschillend vormgegeven uitsparingen en uitstulpingen in de tong van de koppelingen, die naast een oriënterende werking 5 ook een onderscheidende functie kunnen vervullen om verschillende koppelingen 4, 5 op de goede plaats gemonteerd te krijgen .
Bij voorkeur worden de koppelingen volgens de onderhavige uitvinding verder nog voorzien van een tweede dekplaat 10 aan de tegenover de dekplaat 7 gelegen zijde daarvan. Op een dusdanige wijze wordt binnendringen van vuil in de kamer 8 nog doeltreffender vermeden. Tevens is een uitvoeringsvorm denkbaar, waarbij een enkel bekrachtigingsmechanisme, zoals het samenstel van de dekplaat 7 met de elliptische of excen-15 trische cilinder daaraan, kan worden gebruikt voor het bekrachtigen van beide van de eerste en tweede aangrijpingsmid-delen 10, 11. In plaats van de passieve aangrijping, waarop de tweede aangrijpingsmiddelen 11 in de in de figuren getoonde en hierboven beschreven uitvoeringsvormen zijn gebaseerd, 20 kan dan ook voor de bijvoorbeeld als tong vormgegeven aangrijping gebruik worden gemaakt van een actief bekrachtigbare verbinding. Verder wordt opgemerkt, dat de combinaties van uitsparingen en uitstulpingen kan worden gebruikt voor een voorlopige positionering van de koppelingen 4, 5 aan het 25 spatbord 2, vooruitlopend op het fixeren daarvan door middel van het bekrachtigen van bekrachtigingsmechanismen, bijvoorbeeld omvattende de dekplaat met daaraan de cilinder, die in de kamer steken, tezamen met de spatbordstangen voor een knelverbinding daarin.
1022857 30

Claims (11)

  1. 2. Koppeling volgens conclusie 1, waarbij de eerste I en tweede aangrijpingsmiddelen een eenheid vormen. I 20 3. Koppeling volgens conclusie 1 of 2, waarbij ten I minste één van de eerste en tweede aangrijpingsmiddelen se- I lectief te bekrachtigen zijn.
  2. 4. Koppeling volgens conclusie 3, waarbij de eerste I en de tweede aangrijpingsmiddelen een enkelvoudig gezamenlijk I 25 bekrachtigingsmechanisme omvatten.
  3. 5. Koppeling volgens ten minste één van de voorgaande I conclusies, waarbij de eerste aangrijpingsmiddelen een selec- I tief langs de lengte van de drager aan te brengen klem omvat- I ten. I 30 6. Koppeling volgens ten minste één van de voorgaande I conclusies, waarbij het knelorgaan een verruwing aan het in gebruik naar de drager gekeerde werkzame oppervlak vertoont. I 1022857
  4. 7. Koppeling volgens conclusie 6, waarbij de ver- H ruwing een vertanding omvat.
  5. 8. Koppeling volgens één van de voorgaande conclu- H sies, waarbij een dekplaat op de cilinder is aangebracht, 5 welke in gebruik de kamer afdekt.
  6. 9. Koppeling volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij het element een tong omvat, en de tweede aangrijpingmiddelen een groef omvatten voor opname daarin van de tong.
  7. 10. Koppeling volgens conclusie 9, waarbij het ele- ment verder een uitsparing op afstand vanaf de rand van de tong omvat en de tweede aangrijpingsmiddelen een met de uit- sparing overeenkomende uitstulping in de groef omvatten.
  8. 11. Koppeling volgens conclusie 10, waarbij de uit- 15 sparing en de bijbehorende uitstulping in een met een gewen- H ste stand van de drager overeenkomende oriëntatie zijn aan- gebracht.
  9. 12. Systeem voor het monteren van een spatbord voor een fiets aan een fietsframe via ten minste één spatbord- 20 stang, met een koppeling volgens ten minste één van de voorgaande conclusies. „ 13. Systeem volgens conclusie 12, waarbij het spat bord te monteren is aan twee spatbordstangen aan weerszijden van een fietswiel met voor elke stang een afzonderlijke kop-25 peling, waarbij de koppelingen voor elke van de stangen in hoofdzaak gespiegeld zijn vormgegeven.
  10. 14. Systeem volgens conclusie 13 met een koppeling volgens conclusie 10 of 11, waarbij de uitsparing in het spatbord en de behorende uitstulping van een eerste van de 30 koppelingen voor een eerste van de spatbordstangen een zich onderscheidende vormgeving hebben ten opzichte van de uitspa- 1022857 1 * ring in het spatbord en de behorende uitstulping van een tweede van de koppelingen voor een tweede van de spatbord-stangen.
  11. 15. Fiets, omvattende een frame, wielen en ten minste 5 een spatbord over een fietswiel, met ten minste één spatbord-stang, welke zich tussen het frame en het spatbord uitstrekt, waarbij een koppeling volgens ten minste één van de voorgaande conclusies 1-11 tussen het spatbord en de spatbord-stang is aangebracht. 1022857
NL1022857A 2003-03-06 2003-03-06 Koppeling, systeem en fiets. NL1022857C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022857A NL1022857C2 (nl) 2003-03-06 2003-03-06 Koppeling, systeem en fiets.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022857A NL1022857C2 (nl) 2003-03-06 2003-03-06 Koppeling, systeem en fiets.
NL1022857 2003-03-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1022857C2 true NL1022857C2 (nl) 2004-09-09

Family

ID=33297496

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1022857A NL1022857C2 (nl) 2003-03-06 2003-03-06 Koppeling, systeem en fiets.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1022857C2 (nl)

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1790558A1 (en) * 2005-11-29 2007-05-30 Ivan Passuello Attachment device, in particular for a mudguard and a support rod
EP1852340A1 (en) * 2006-05-05 2007-11-07 Ivan Passuello Fastener particularly for a supporting rod and fender
EP1867562A1 (en) * 2006-06-16 2007-12-19 Ivan Passuello Fastener for a fender and a supporting rod of cycles
EP1810915A3 (en) * 2006-01-19 2008-04-30 Ivan Passuello Safety release member, particularly for single stay and mudguard
NL1037218C2 (nl) * 2009-08-21 2011-02-22 Curana Invest Bvba Veiligheidsverbinding voor een fietsspatbord.

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE29704524U1 (de) * 1997-03-13 1997-05-07 Huang, Kuei C., Shu Lin Chen, Taipeh Schutzblechhalterung
EP0934870A2 (fr) * 1998-02-04 1999-08-11 Passuello, Michele Crampon d'assemblage d'un garde-boue pour bicyclette avec une tringle de support
EP0967141A1 (en) * 1998-06-24 1999-12-29 San Giorgio s.n.c. di De Poli Livia & C. Device for securing a bicycle mudguard
EP1036731A1 (fr) * 1999-03-16 2000-09-20 Z E F A L Dispositif de fixation de garde-boue de bicyclette

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE29704524U1 (de) * 1997-03-13 1997-05-07 Huang, Kuei C., Shu Lin Chen, Taipeh Schutzblechhalterung
EP0934870A2 (fr) * 1998-02-04 1999-08-11 Passuello, Michele Crampon d'assemblage d'un garde-boue pour bicyclette avec une tringle de support
EP0967141A1 (en) * 1998-06-24 1999-12-29 San Giorgio s.n.c. di De Poli Livia & C. Device for securing a bicycle mudguard
EP1036731A1 (fr) * 1999-03-16 2000-09-20 Z E F A L Dispositif de fixation de garde-boue de bicyclette

Cited By (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1790558A1 (en) * 2005-11-29 2007-05-30 Ivan Passuello Attachment device, in particular for a mudguard and a support rod
EP1810915A3 (en) * 2006-01-19 2008-04-30 Ivan Passuello Safety release member, particularly for single stay and mudguard
EP1852340A1 (en) * 2006-05-05 2007-11-07 Ivan Passuello Fastener particularly for a supporting rod and fender
EP1867562A1 (en) * 2006-06-16 2007-12-19 Ivan Passuello Fastener for a fender and a supporting rod of cycles
NL1037218C2 (nl) * 2009-08-21 2011-02-22 Curana Invest Bvba Veiligheidsverbinding voor een fietsspatbord.
EP2287068A1 (en) * 2009-08-21 2011-02-23 Curana Invest BVBA Safety connection device for a bicycle mudguard

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1022857C2 (nl) Koppeling, systeem en fiets.
US7669444B2 (en) Steering lock assembly
US8456311B2 (en) Sensor with mount
EP0566473B1 (fr) Dispositif pour la fixation d'un échangeur de chaleur à boîte collectrice tubulaire
CA2992547C (en) Hinge
EP1919760B1 (fr) Support de nervure pour la fixation d'une pièce rapportée sur une peau de carrosserie d'un véhicule automobile, ensemble comportant une telle pièce et un tel support, et procédé de fixation d'une telle pièce rapportée
US10207737B2 (en) Fabricated steering knuckles
FR2890361A1 (fr) Insert pour caisse de vehicule automobile
EP1331165B1 (fr) Dispositif de fixation de garde-boue de bicyclette
CA2570668A1 (en) Grille arrangement for a drive unit enclosure
US9771002B2 (en) Locking unit for a vehicle seat, and vehicle seat
EP3969329B1 (fr) Agencement de montage d'un systeme optique sur un element de carrosserie d'un vehicule
EP2127956B1 (fr) Dispositif de mise en référence géométrique d'un pare-chocs pour son montage sur une structure de véhicule
TWI257357B (en) A new type of automobile anti-theft device
FR2872117A1 (fr) Pieces pour vehicules automobiles comprenant un absorbeur d'energie voie basse
EP1715119A2 (en) Inset gripping device for sliding leaves and the like
EP1094728A1 (en) Rear view apparatus
EP2437951B1 (en) A support means, a device for attaching a first vehicle member to a second vehicle member and a vehicle suspension arrangement
FR3039043A1 (fr) Dispositif de connexion pour sangles, objets parties de vetements et accessoires
EP0288386B1 (en) Individual front seat for a vehicle
NL1024068C2 (nl) Diefstalbeveiliging voor een trekkogelkoppeling.
EP2167347A2 (fr) Systeme de fixation d'une jupe de feu de vehicule, et procede d'assemblage d'une jupe de feu sur un boitier de feu au moyen d'un tel systeme
EP2804255B1 (fr) Dispositif électronique muni d'une antenne radio
NL2009838C2 (nl) Schild voor een cilinderslot.
NL1024679C1 (nl) Sluitorgaan en fietsslot voorzien van een dergelijk sluitorgaan.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20101001