NL1022807C2 - Schaafmachine met verbeterde spaanafvoer. - Google Patents

Description

4

SCHAAFMACHINE MET VERBETERDE SPAANAFVOER

De uitvinding heeft betrekking op een schaafmachine, omvattende een behuizing, een in de behuizing aangebrachte 5 motor, een in de behuizing aangebrachte mesrolholte, een in de mesrolholte aangebrachte mesrol die voor aandrijving met de motor is gekoppeld en een zich in het huis vanaf de mesrolholte uitstrekkend spaanafvoerkanaal.

Dergelijke schaafmachines zijn algemeen bekend.

10 Bij dergelijke schaafmachines omvat het spaanafvoerkanaal een zich in tangentiele uitstrekkend deel dat aansluit op een zich in axiale richting van de mesrol uitstrekkend deel. Bij de meeste schaafmachines is de motor achter de mesrol geplaatst. De aansluiting van een 15 tangentieel deel van het kanaal op een axiaal deel brengt een richtingsverandering van de luchtstroom met de daarin meegevoerde spanen met zich mee, die de effectiviteit van de spaanafvoer verslechteren. Door de richtingsverandering zullen de spanen immers gemakkelijker uit de luchtstroom 20 treden en het kanaal verstoppen.

Een ander nadeel van deze tot de stand van de techniek behorende configuratie is dat een afvoerslang of een opvangbak voor spanen aan de zijkant van de schaafmachine is geplaatst. Hierdoor wordt het zicht op het werkstuk 25 gehinderd.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een dergelijke schaafmachine waarbij de kans tot verstopping van het kanaal sterk is verminderd.

Dit doel wordt bereikt, doordat het spaanafvoerkanaal 30 zich over zijn gehele traject uitstrekt met een richtingscomponent in de bewegingsrichting van de schaafmachine. Ook biedt deze configuratie de mogelijkheid de 1 Π O O λ η -» 2 afvoermiddelen van de spanen aan de achterzijde te plaatsen zodat deze het zicht op het werkstuk niet hinderen.

Deze maatregel heeft tot gevolg dat de luchtstroom die de spanen met zich meevoert niet of nauwelijks aan 5 richtingsveranderingen onderhevig is, zodat verstopping aanzienlijk afneemt.

Volgens een eerste uitvoeringsvorm is de behuizing van een zich hoofdzakelijk in de bewegingsrichting uitstrekkende handgreep voorzien, en strekt het 10 spaanafvoerkanaal zich door de handgreep heen uit.

Deze uitvoeringsvorm vermijdt het probleem van de veelal een directe route van het afvoerkanaal blokkerende motor door het kanaal over de motor, en zelfs over de behuizing heen door de handgreep te leiden. Hierbij biedt de 15 configuratie van de handgreep de mogelijkheid een bocht met een grote kromtestraal toe te passen, zodat de invloed van de traagheid van de spanen gering is en de spanen gemakkelijk met de luchtstroom kunnen worden meegevoerd.

Een andere voorkeursuitvoeringsvorm verschaft de 20 maatregel dat het spaanafvoerkanaal zich boven de motor en onder de handgreep uitstrekt.

Hierbij maakt men gebruik van een configuratie waarbij het huis iets verhoogd is om plaats te bieden aan de doorgang van het spaanafvoerkanaal boven de motor.

25 Volgens weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm strekt het spaanafvoerkanaal zich tussen de motor en de mesrolholte uit. Hierbij is de motor verhoogd aangebracht om ruimte te bieden voor het kanaal.

In alle drie de uitvoeringsvormen strekt het 30 spaanafvoerkanaal zich vanaf de mesrolhouder aanvankelijk bij voorkeur in tangentiale richting uit.

Andere aantrekkelijke voorkeursuitvoeringsvormen blijken uit de overige onderconclusies.

3

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van bijgaande figuren, waarin voorstellen: figuur 1: een doorsnedeaanzicht van een eerste 5 uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 2: een doorsnedeaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding; en figuur 3: een doorsnedeaanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding.

10 In figuur 1 is een in zijn geheel met 1 aangegeven schaafmachine afgebeeld in de vorm van een lengtedoorsnede aanzicht. De schaafmachine omvat een huis 2 dat voorzien is van een bodemplaat 3. In de behuizing, in de bewegingsrichting voorafgaande aan de bodemplaat is een 15 mesrolholte 4 uitgespaard, waarin een mesrol 5 geplaatst is. De mesrol 5 is door middel van een as 6 gelagerd in deze figuur niet weergegeven lagers. De mesrolhouder wordt aangedreven door een in het huis geplaatste elektromotor 6 door middel van een getande riem 7 welke geleid is om een op 20 de motoras aangebrachte riemschijf 8 en een op de motoras aangebrachte riemschijf 10.

Aan de voorzijde van het huis is een verstelbare bodem 11 aangebracht. Het mechanisme voor het verstellen van de bodem is niet weergegeven omdat het voor de onderhavige 25 uitvinding niet van belang is.

De tot nu toe beschreven componenten zijn allen terug te vinden bij de tot de stand vein de techniek behorende schaafmachines.

De uitvinding voorziet in het aanbrengen van een 30 spaanafvoerkanaal 12 dat zich uitstrekt door een in het huis geïntegreerde handgreep 13. De handgreep 13 strekt zich in de lengterichting van de schaafmachine, dat wil zeggen in de bewegingsrichting van de schaafmachine uit.

1ΠΟΟΟΛ7 ' H De handgreep 13 is aan zijn voorzijde voorzien van een extra handgreep 14, waarbij de handgrepen zodanig zijn gevormd, dat een gebruiker met een hand de handgreep 13 aangrijpt en met een andere hand de handgreep 14 voor het I 5 goed kunnen besturen en geleiden van de schaafmachine.

I Het spaanafvoerkanaal 12 sluit in tangentiele richting aan op de mesrolholte 4. Het gevolg daarvan is dat de zich door het spaanafvoerkanaal heen bewegende lucht wordt I aangedreven door het op de mesrol 5 aanwezige mes. De mesrol I 10 5 wordt immers met een hoge snelheid in rotatie aangedreven, waarbij de snijrand van een in de mesrol 5 opgenomen mes I uitsteekt uit de mesrol en de lucht aandrijft. Deze lucht I wordt hoofdzakelijk aangedreven in tangentiele richting, I zodat een tangentiele luchtstroom rondom de mesrolhouder I 15 ontstaat die zich voortzet in het spaanafvoerkanaal.

I Het spaanafvoerkanaal 12 is zodanig gedimensioneerd I dat de doortocht ervan in stroomafwaartse richting in geen I geval afneemt. Hierdoor wordt verstopping zo veel mogelijk vermeden.

20 Alhoewel dit in de figuur niet is weergegeven, kan I gebruik gemaakt worden van de op de motoras aanwezig I ventilator voor het versterken van de betreffende luchtstroom. Voor het koelen van de elektromotor 6 is immers I een ventilator noodzakelijk, die veelal op de motoras is I 25 aangebracht. De hierdoor opgewekte luchtstroom kan gebruikt I worden voor het niet alleen koelen van de motor 6, maar voor I het versterken van de door de mesrol opgewekte, zich door het I spaanafvoerkanaal 12 voortplantende luchtstroom.

I De uitvoeringsvorm omvat verder een hefboom 15 voor I 30 het bedienen van de schakelaar 16. Om de schakelaar 16 zo I dicht mogelijk bij de elektromotor te plaatsen, en aldus de I lengte van de verbindingsdraden zo veel mogelijk te verkleinen wordt gebruik gemaakt van de hefboom 15. Hiermee 5 wordt het toch mogelijke de schakelaar te bedienen door de wijsvinger van de hand waarmee de handgreep 13 wordt aangegrepen.

Het spaanafvoerkanaal 12 mondt aan zijn einde uit in 5 een aansluitstuk 17 voor een afvoerslang, zoals een stofzuigerslang. Hiermee is het mogelijk de spanen af te voeren naar een stofzuiger. In plaats daarvan is het mogelijk andere afvoermechanismen aan te sluiten/ zoals opvangbak voor spanen of opvangzak daarvoor.

10 In figuur 2 is een andere uitvoeringsvorm getoond, waarbij overeenkomstige onderdelen zijn aangegeven met overeenkomstige referentienummers.

Bij deze uitvoeringsvorm is het afvoerkanaal 19 niet door een handgreep geleid, maar is deze opgenomen in de 15 eigenlijke behuizing 2. Hiermee wordt bereikt dat het spaanafvoerkanaal 19 van de onderhavige uitvoeringsvorm aanzienlijk korter kan worden gebouwd dan het spaanafvoerkanaal 12 van de eerste uitvoeringsvorm. Dit heeft verder tot gevolg dat de doortocht ervan kleiner kan worden 20 uitgevoerd.

Als gevolg daarvan kan direct aansluitend op het spaanafvoerkanaal 19 een aansluitstuk 20 worden geplaatst waarop een spaanopvanghouder 21 kan worden aangesloten, die voorzien is van een verbindingsstuk 23 dat koppelbaar is met 25 het aansluitstuk 20.

Ook in deze configuratie is het mogelijk het sluitstuk 20 geschikt te maken voor een aansluiting op een stofzuigerslang.

In figuur 3 is een configuratie getoond voor bij het 30 spaanafvoerkanaal 24 direct aftakt van de mesrolholte 4 aan de bovenzijde hiervan. Hierdoor heeft het spaanafvoerkanaal 24 een bijzonder korte lengte omdat het zich direct verwijdt naar een aansluitstuk 20.

I Deze configuratie is gekozen omdat zij het mogelijk maakt dat de motor 6 boven de mesrol wordt geplaatst.

Hierdoor wordt een bijzonder korte bouwwijze van de schaafmachine mogelijk. Bovendien leidt deze configuratie tot 5 een bijzonder korte uitvoering van het spaanafvoerkanaal, zodat het gevaar van verstopping uiterst minimaal is.

Elk van de drie hierboven genoemde uitvoeringsvormen kan worden gecombineerd met elk van de mogelijkheden tot spaanafvoer, zoals een aansluiting voor een afvoerslang, 10 zoals een stofzuigerslang, een opvangbak of -zak voor spanen.

Claims (9)

1. Schaafmachine, omvattende - een behuizing; 5. een in de behuizing aangebrachte motor; - een in de behuizing aangebrachte mesrolholte; - een in de mesrolholte aangebrachte mesrol die voor aandrijving met de motor is gekoppeld; - een zich in het huis vanaf de mesrolholte uitstrekkend 10 spaanafvoerkanaal, met het kenmerk, dat het spaanafvoerkanaal zich over zijn gehele traject uitstrekt met een richtingscomponent in de bewegingsrichting van de schaaf.

2. Schaafmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat de behuizing van een zich hoofdzakelijk in de bewegingsrichting uitstrekkende handgreep is voorzien en dat het spaanafvoerkanaal zich door de handgreep heen uitstrekt.

3. Schaafmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het spaanafvoerkanaal zich boven de motor en onder de 20 handgreep uitstrekt.

4. Schaafmachine volgens conclusie 1, zoet het kenmerk, I dat het spaanafvoerkanaal zich tussen de motor en de I mesrolholte uitstrekt.

5. Schaafmachine volgens een van de voorafgaande I 25 conclusies, met het kenmerk, dat het spaanafvoerkanaal zich I vanaf de mesrolhouder aanvankelijk in tangentiale richting uitstrekt.

6. Schaafmachine volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de doortocht van het 30 spaanafvoerkanaal in de stroomrichting tenminste gelijk I blijft.

1. Schaafmachine volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het spaanafvoerkanaal uitmondt in een aansluitstuk.

8. Schaafmachine volgens conclusie 7, met het kenmerk, 5 dat het aansluitstuk is ingericht voor aansluiting voor een af voerslang.

9. Schaafmachine volgens conclusie 7 of 6, met het kenmerk, dat het aansluitstuk is ingericht voor aansluiting H van een verzamelvat voor spanen.