NL1022805C2

NL1022805C2 - Kleminrichting.

Info

Publication number: NL1022805C2
Application number: NL1022805A
Authority: NL
Inventors: Rutger Alexander Brest Kempen; Alexander Adriaan Huntelerslag
Original assignee: R & S Techmedic B V
Priority date: 2003-02-28
Filing date: 2003-02-28
Publication date: 2004-09-21
Also published as: NL1022805A1

Description

» ·

Kleminrichting.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kleminrichting voor een infuuspaal, omvattende een in hoofdzaak U-vormig lichaam voor het daarin opnemen 5 van die infuuspaal, waarvan een been met het vrije einde gericht naar het andere been gekromd uitgevoerd is en het andere been voorzien is van een snelspanschroef, welke snelspanschroef omvat een draaiknop, een daarmee verbonden draaistang, snelspanmiddelen omvattende een behuizing en een klemplaat voor aangrijping op die infuuspaal.

10 Een dergelijke kleminrichting is in de stand der techniek algemeen bekend. Bij de meest elementaire uitvoering van een dergelijke kleminrichting bestaat de spanschroef uit een van schroefdraad voorzien deel met aan het uiteinde een draaiknop. In het lichaam van de kleminrichting is een overeenkomstig schroefdraad aangebracht.

Hoewel een dergelijke constructie bijzonder eenvoudig is, kleeft daaraan een 15 aantal nadelen.

I Ten eerste bestaat het probleem van onvoldoende vastzetten of te vast zetten. In I het laatste geval wordt de draaiknop te vast aangehaald waardoor het voor minder I sterke personen niet meer mogelijk is een en ander los te nemen. Bovendien is gebleken dat na herhaald gebruik van het schroefdraad schade daaraan optreedt waardoor niet I 20 langer optimale klemming verwezenlijkt kan worden.

Een verder nadeel is het grote aantal omwentelingen dat uitgevoerd moet worden door de schroef om tot klemming met de paal te komen. Immers om de waarborgen dat ook bij het enigszins losraken van de klemming de kleminrichting niet van de paal valt is een van de benen van het U-vormige lichaam aanzienlijk gekromd uitgevoerd zodat 25 een opname voor de klempaal ontstaat. Echter wordt door deze kromming een aanzienlijke “drempel” verschaft en de hoogte van deze drempel zal elke keer door los- H en vastschroeven van de spanschroef overwonnen dienen te worden. Gebleken is dat H indien een aanzienlijk aantal van dergelijke kleminrichtingen per dag aangebracht H wordt door verplegend personeel daarbij RSI-achtige verschijnselen optreden.

30 Bovendien is het bij aanwezig zijn van een groter gewicht op de kleminrichting niet eenvoudig mogelijk deze op grotere hoogte aan te brengen.

I M228 U-J- I * ,

Anderzijds is gebleken dat bij falen grote schade kan ontstaan. Indien een infuuspomp valt ontstaat daardoor schade. In grotere ziekenhuizen met vele infuuspompen is deze dagelijkse schade aanzienlijk.

Deze problemen zijn voor een deel opgelost door te voorzien in een 5 snelkleminrichting. Deze is door aanvraagster op de markt gebracht onder de aanduiding ‘Tastlock Γ. Een dergelijke inrichting is geschikt voor het opnemen van twee paalafmetingen. Tussenliggende of grotere en/of kleinere afmetingen kunnen niet door deze kleminrichting opgenomen worden. Hoewel een dergelijke kleminrichting bevredigend werkt, is de bediening daarvan enigszins afwijkend ten opzichte van 10 gebruikelijke kleminrichtingen hetgeen de acceptatie in de markt bemoeilijkt.

Uit US-A-3219336 is een kleminrichting bekend bestaande uit een draaiknop en een daarmee verbonden draai stang. Deze draaistang is voorzien van schroefdraad. Het U-vormige lichaam is voorzien van een daarin kantelbare bus die voorzien is van een inwendig schroefdraad dat met het hierboven beschreven 15 schroefdraad van de draaistang in aangrijping kan komen in een eerste gekantelde positie. In een tweede gekantelde positie kan het schroefdraad van de draaistang onbelemmerd langs de kantelbus bewegen.

Uit US-A-5775652 is een kleminrichting bekend bestaande uit een draaiknop en een daarmee verbonden draaistang welke van een uitwendig schroefdraad 20 voorzien is. Het uitwendige schroefdraad grijpt aan in het inwendige schroefdraad van een spanbus. Deze spanbus is in verschillende discrete posities ten opzichte van het U-vormige lichaam te plaatsen.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een snelklemsysteem te voorzien dat op dezelfde wijze als gebruikelijke in de markt bekende systemen bediend kan 25 worden en waarbij een enkele of slechts gedeeltelijke omwenteling van de draaiknop verbonden is om tot klemming resp. losnemen te komen. Bovendien dient deze slijtvast te zijn en dient onder alle omstandigheden voldoende klemming gewaarborgd te zijn. Eveneens dient voorkomen te worden dat door te vast aanhalen van de draaiknop het later losnemen aanzienlijk bemoeilijkt wordt.

30 Dit wordt bij de hierboven beschreven kleminrichting verwezenlijkt doordat die draaistang voor het positioneren tegen die infuuspaal axiaal vrij verplaatsbaar is in die behuizing, die snelspanmiddelen omvatten een spanbus voorzien van aangrijpmiddelen voor het onverdraaibaar maar axiaal verplaatsbaar aangrijpen op die draaistang, I · I 3 I alsmede voorzien van verplaatsingsmiddelen voor het bij verdraaiing ten opzichte van I die behuizing in axiale richting van die draaistang verplaatsen van die spanbus ten I opzichte van die behuizing, waarbij klemmiddelen aanwezig zijn, die bij bediening I door die draaibus die draaistang ten opzichte van die behuizing vastleggen.

I S Uitgaande van de bekende draaiknop en daarmee verbonden draaistang is volgens I de uitvinding een constructie voorgesteld bestaande uit een spanbus die bij rotatie van I de draaiknop bediend wordt. De draaistang is axiaal verschuifbaar ten opzichte van de I spanbus. Dat wil zeggen bij bediening wordt de draaistang en meer in het bijzonder de I klemplaat aan het uiteinde daarvan tegen de infuuspaal geplaatst en vervolgens vindt I 10 verdraaiing van de draaiknop plaats op de in de stand der techniek bekende wijze. Door I het draaien van de daarmee verbonden draaistang in welke stand dan ook te opzichte I van de draaibus wordt deze draaibus steeds axiaal ten opzichte van de hartlijn van de I draaistang verplaatst. Volgens de onderhavige uitvinding worden door die axiale I verplaatsing klemmiddelen geactiveerd die de draaistang aangrijpen en deze vastleggen 15 ten opzichte van de behuizing. Dit vastleggen vindt zowel in axiale richting als met I betrekking tot de rotatie plaats. Daardoor wordt dadelijk het gevoel van “vast is vast” I verkregen. Door het over een beperkte slag losdraaien van de draaiknop wordt de I hierboven beschreven klemming ongedaan gemaakt doordat de spanbus terugbewogen I wordt.

I 20 Aanslagmiddelen kunnen volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding aanwezig zijn die de verplaatsing van de klemmiddelen beperken.

I De klemmiddelen kunnen enigerlei in de stand van de techniek bekende constructie omvatten. Daaronder vallen wigachtige constructies en constructies met I vertandingen. Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding wordt I 25 echter een klemplaat gebruikt. Deze klemplaat is voorzien van een centrale opening I waardoor de draaistang zich heen strekt. In normale positie ligt deze opening, en meer in het bijzonder de begrenzingswand daarvan, in lijn met de buitenomtrek van de draaistang. Door het kantelen van de klemplaat wordt de draaistang aangegrepen.

Daardoor is verdere verplaatsing respectievelijk rotatie van de draaistang ten opzichte 30 van de klemplaat onmogelijk. Gebleken is dat bij passende materiaalkeuze van de klemplaat en de draaistang vastzetten mogelijk is zonder dat enige beschadiging respectievelijk het optreden van voorkeursposities optreedt.

I 1022805 I Om de klemplaat in de neutrale positie d.w.z. niet aangrijpende positie te drijven, zijn volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding veren aanwezig. Begrepen zal worden dat ook andere middelen gebruikt kunnen worden om de klemplaat in de neutrale positie terug te drijven.

5 De verplaatsmiddelen kunnen elke voorstelbare constructie omvatten. Als voorbeeld worden samenwerkende nokken genoemd, uitsparingen met wisselende diepte waarin kogels geplaatst zijn en dergelijke. Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding omvatten de verplaatsingsmiddelen schroefdraad. Dóór rotatie van de op de spanbus aangebrachte schroefdraad dat samenwerkt met 10 schroefdraad aangebracht op de behuizing vindt een axiale verplaatsing plaats van de spanbus.

De hierboven beschreven snelspanschroef kan zowel in bestaande kleminrichtingen als in nieuwe te vervaardigen kleminrichtingen toegepast worden. In het eerste geval dient de snelspanschroef, die de hierboven beschreven eigenschappen IS heeft, aan het lichaam van een kleminrichting bevestigd te worden. Daartoe is bij voorkeur de behuizing voorzien van een uitwendig schroefdraad dat zich om de draaistang heen uitstrekt. Dit uitwendige schroefdraad grijpt in een inwendige schroefdraad aangebracht in het lichaam van de kleminrichting. Andere bevestigingen zijn echter eveneens mogelijk zoals het aanbrengen van een inwendig schroefdraad op 20 verschillende plaatsen langs de buitenomtrek van de behuizing waarin schroeven of dergelijke gestoken kunnen worden die zich eveneens door de kleminrichting uitstrekken.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een medisch samenstel voorzien van de hierboven beschreven kleminrichting in combinatie met een medische inrichting 25 zoals een infuuspomp.

Begrepen moet worden dat de hierboven beschreven kleminrichting ook toegepast kan worden voor het klemmen van andere medische systemen.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van de in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij toont: 30 Fig. 1 schematisch een infuuspaalklem aangebracht op een infiiuspaal;

Fig. 2 de in fig. 1 gebruikte snelspanschroef;

Fig. 3 de constructie volgens fig. 2 in een eerste klempositie; en Fig. 4 de constructie volgens fig. 2 in de eindklempositie. inOOftAR* 5

In fig. 1 is met 1 een deel van een infuuspaal afgebeeld. Een dergelijke paal kan I enige in de stand der techniek bekende diameter hebben welke in het algemeen ligt I tussen 3-5 cm. Aan dergelijke palen worden alle soorten infiiusconstructies opgehangen I waaronder kostbare inrichtingen zoals een infuuspomp. Voor de bevestiging wordt een I 5 kleminrichting gebruikt en een dergelijke infuuspaalklem is met 2 aangegeven in fig. 1.

I Deze bestaat uit een klemlichaam 3 dat U-vormige uitgevoerd is. Het ene been 6 is I voorzien van een snelspanschroef 4 waarvan de details uit fig. 2 en verder blijken. Het I andere been 7 is gekromd uitgevoerd. Het vrije einde 8 daarvan ligt dichter bij het been I 6 dan het overige deel. Daardoor wordt een V-voimige opname voor de infuuspaal 1 I 10 verwezenlijkt. Op deze wijze is eenvoudig, eenduidig en gewaarborgd positioneren van I de klem ten opzichte van de paal mogelijk en wordt in een optimaal draagvlak I voorzien. Afgezien van de hieronder te bespreken snelspanschroef 4 is deze constructie I algemeen bekend in de stand der techniek.

I In fig. 2 is de snelspansschroef 4 in detail getoond Deze bestaat uit een I 15 handgreep of draaiknop 5 welke vast verbonden is met de draaistang 9. Draaistang 9 is I voorzien van een spiebaangroef 10. Draaistang 9 kan heen en weer verschuiven in I behuizing 11 van de snelspanschroef 4. Meer in het bijzonder kan de draaistang 9 heen I en weer schuiven in een spanbus 14. Deze spanbus 14 is voorzien van een spie 15 die I past in de spiegroef 10. Dat wil zeggen draaistang 9 is axiaal, d.w.z. in de richting van I 20 de hartlijn 13, verplaatsbaar ten opzichte van spanbus 14 maar is onverdraaibaar ten I opzichte van deze spanbus 14.

I De draaistang 9 is aan het vrije einde uiteinde van een klemplaat 12 of dergelijke voorzien voor optimale aangrijping op de infuuspaal 1. Spanbus 14 is voorzien van een I uitwendig verhoudingsgewijs grof, bij voorkeur trapeziumachtig schroefdraad 16. Dit I 25 werkt samen met een vast op de behuizing 11 aangebracht schroefdraad 17. Het I schroefdraad is zodanig uitgevoerd dat dit gemakkelijk bedienbaar is. Over draaistang 9 I is bovendien een klemplaat 18 aangebracht. De opening in klemplaat 18 is enigszins I groter dan de diameter van de draaistang 9. Een en ander is zodanig ontworpen dat bij I het kantelen van de klemplaat 18 deze de draaistang 9 blokkeert. Dit kantelen wordt I 30 voorkomen door de aanwezigheid van twee (schotel)veren 19 en 20 aan weerszijden I van de klemplaat 18. Klemplaat 18 wordt gekanteld door een nok 21 die aangebracht is op de spanbus 14. De behuizing 11 is aan het einde liggend nabij de aandrukplaat 12 I voorzien van uitwendig schroefdraad 22.

I '/Π99Λη^~ H In fig. 2 is de vrijloopstand van de klemplaat 18 getoond. In die positie kan de H draaïstang vrij heen en weer schuiven door de spanbus 14 en door de behuizing 11.

Bij gebruik van de infuuspaalklem volgens de onderhavige uitvinding wordt van deze vrije bewegingsmogelijkheid gebruik gemaakt door de handgreep/draaiknop 5 5 naar achteren te trekken waardoor de aandrukplaat terugbewogen wordt. Daardoor wordt het mogelijk de klem en meer in het bijzonder het lichaam 3 daarvan om een paal 1 te plaatsen. Vervolgens vindt retourbeweging van de draaiknop 5 plaats door schuiven volgens de hartlijn 13 totdat aandrukplaat 12 tegen paal 1 komt te liggen. Dit moment van contact wordt door de gebruiker vanzelfsprekend duidelijk gevoeld. Op 10 dat moment draait hij op de gebruikelijke wijze de draaiknop S. Daardoor zal de spanbus 14 ten opzichte van de behuizing 11 in de richting van de klemplaat 18 bewogen worden. De op de spanbus 14 aangebrachte nok 21 zal de klemplaat 18 raken en deze scheef drukken. Door passend kiezen van de spoed van het schroefdraad 16/17 kan reeds na een deel van een omwenteling deze kantelende positie bereikt worden I 15 zoals getoond is in fig. 3. In deze positie is axiale beweging van de draaistang 9 ten I opzichte van de klemplaat niet meer mogelijk. Een zeer geringe draaiing is nog wel I mogelijk en daarbij wordt de positie getoond in fig. 4 verkregen. Behalve dat de I klemplaat 18 nog iets schuiner gaat staan zal de draaistang 9 en meer in het bijzonder de aandrukplaat 12 iets verder naar de paal 1 bewogen worden waardoor optimale 20 aangrijping en klemming plaatsvindt. Begrepen zal worden dat door keuze van de I spoed van het schroefdraad en het kanteleffect van de klemplaat 18 nauwkeurig de opbouw van de klemkracht en de omvang daarvan bepaald kan worden. Immers zodra I de positie in fig. 4 bereikt is is verder “vastdraaien” met draaiknop 5 niet meer mogelijk. Daardoor is het mogelijk een nauwkeurig gedefinieerde klemkracht met 25 behulp van de kleminrichting volgens de uitvinding op paal 1 aan te brengen. Daardoor I wordt enerzijds beschadiging daarvan voorkomen en anderzijds voorkomen dat I ongewenst losraken later plaats kan vinden.

I Bij het losnemen wordt de draaiknop 5 in tegengestelde richting bewogen.

I Daardoor beweegt spanbus 14 en zo nok 21 terug en door de terugstelveren 19 ai 20 I 30 wordt de klemplaat 18 via de positie getoond in fig. 3 naar de positie in fig. 2 bewogen.

I Daarna kan de draaistang 9 simpelweg volgens as 13 door trekken aan de draaiknop 5 I naar buiten geschoven worden en kan de kleminrichting van de paal 1 verwijderd I worden.

7

Begrepen zal worden dat talrijke varianten van het hierboven beschrevene I mogelijk zijn. Bovendien zal begrepen worden dat aan de kleminrichting enigerlei I medische inrichting volgens de stand der techniek aangebracht. Bovendien kan de I kleminrichting en meer in het bijzonder het lichaam daarvan geïntegreerd zijn met een I 5 dergelijke inrichting.

I De spanschroef kan eveneens geïntegreerd zijn in het lichaam 3. In de hier I getoonde uitvoering is het echter door middel van het schroefdraad 22 mogelijk de I snelspanschroef in een van overeenkomstig schroefdraad voorziene opening in lichaam I 3 (later) aan te brengen.

I 10 Verdere varianten zullen dadelijk opkomen bij degene bekwaam in de stand der I techniek na het lezen van bovenstaande beschrijving en liggen binnen het bereik van de I bijgaande conclusies.

I 1022805-

Claims

2. Kleminrichting volgens conclusie 1, omvattende aanslagmiddelen welke de verplaatsing van die klemmiddelen beperken.
3. Kleminrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die klemmiddelen omvatten een klemplaat (8) voorzien van een opening voor het 25 doorleiden en klemmend aangrijpen van die draaistang.
4. Kleminrichting volgens conclusie 3, waarbij veren (19,20) aanwezig zijn, om die klemplaat in de niet klemmende positie ten opzichte van die draaistang te drijven. 30
5. Kleminrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die verplaatsingsmiddelen omvatten een op de spanbus aangebracht schroefdraad 10228 05 « « (16) en een daarmee samenwerkend op de behuizing aangebracht schroefdraad (17).
6. Kleminrichting volgens conclusie 5, waarbij die spanbus voorzien is van een 5 nok (21) voor het aangrijpen op die klemmiddelen.
7. Snelspanschroef voor een infuuspaalklem omvattende een draaikop (5), een daarmee verbonden draaistang (9), snelspanmiddelen omvattende een I behuizing (11) en een klemplaat voor aangrijping op die infuuspaal, waarbij 10 die draaistang voor het positioneren tegen die infuuspaal axiaal verplaatsbaar is in die behuizing, welke snelspanmiddelen omvatten een spanbus (14) voorzien van aangrijpmiddelen (15) voor het onverdraaibaar maar axiaal verplaatsbaar aangrijpen op die draaistang alsmede voorzien van verplaatsingsmiddelen (16) voor het bij verdraaiing ten opzichte van die 15 behuizing (11) in axiale richting van die draaistang verplaatsen van die spanbus ten opzichte van die behuizing, waarbij klemmiddelen aanwezig zijn, die bij bediening door die spanbus die draaistang ten opzichte van die behuizing vastleggen, waarbij die behuizing van bevestigingsmiddelen (22) is voorzien voor bevestiging aan het lichaam (3) van een infuuspaalklem. 20
8. Snelspanschroef volgens conclusie 7, waarbij die bevestigingsmiddelen een uitwendig schroefdraad omvatten aangebracht op een geleiding voor die draaistang.
9. Medisch samenstel omvattende een medische inrichting alsmede een kleminrichting volgens een van de conclusies 1-6.
10. Medisch samenstel volgens conclusie 9 waarbij die medische inrichting een pomp omvat 1022805-