NL1022600C2

NL1022600C2 - Stofzuiger voorzien van een stofopvanginrichting van het cycloontype.

Info

Publication number: NL1022600C2
Application number: NL1022600A
Authority: NL
Inventors: Jang-Keun Oh; Hyun-Ju Lee
Original assignee: Samsung Kwangju Electronics Co
Priority date: 2002-05-29
Filing date: 2003-02-05
Publication date: 2004-03-23
Also published as: CN1462605A; JP2003339582A; ES2270642A1; KR100437114B1; CA2411936C; GB2389036B; RU2241368C2; CN1245136C; CA2411936A1; US6968595B2; FR2840181A1; GB2389036A; NL1022600A1; KR20030093364A; ITTO20030357A1; AU2002302113B2; AU2002302113A1; JP3764410B2; ES2270642B1; DE10303731A1

Description

Stofzuiger voorzien van een stofopvanginrichting van het cycloon type

Achtergrond van de uitvinding 1. Gebied van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een stofzuiger, en meer in het bijzonder op een stofopvanginrich-5 ting van het cycloontype, die stof en vuil scheidt van een wervelende stroom door een centrifugale kracht die wordt opgewekt door de wervelende stroom in de aangezogen lucht die stof en vuil bevat, die naar binnen komt door de zuigmond van een stofzuiger.

10 2. Beschrijving van de verwante techniek

Een typisch voorbeeld van de boven beschreven stofopvanginrichting van het cycloontype voor een stofzuiger wordt getoond in Fig. 1 en hierna beschreven.

15 In Fig. 1 is het verwijzingscijfer 100 een conventi onele stofopvanginrichting van het cycloontype, 200 is het stofzuigerhuis, en 300 is een zuigborstel. Zoals getoond in Fig. 1, is de stofopvanginrichting van het cycloontype 100 voorzien van een cycloonlichaam 10, een stofopvang 20, een 20 roostersamenstelling 30, en een uitstekend stroompad 40.

Het cycloonlichaam 10 is voorzien van een luchtin-laatpijp 11 en een luchtuitlaatpijp 12. De luchtinlaatpijp 11 is verbonden met een luchtinlaatpad 210 (getoond als stippellijn) gemaakt om een verbinding te verschaffen door een zuig-25 mond (niet getoond) van een zuigborstel 300 van het stofzui-gerlichaam 200. De zuiguitlaatpijp 12 is verbonden met een luchtuitlaatpijp 220 (getoond als stippellijn) die is gemaakt om een verbinding te verschaffen door een motoraandrijfkamer 310 van de zuigborstel 300 van het stofzuigerlichaam 200. De 30 lucht, met daarin het stof en het vuil, die naar binnen stroomt door de zuigborstel 300 passeert door het luchtinlaatpad 210 en de luchtinlaatpijp 11 en stroomt in de richting dwars op het cycloonlichaam 10 en als gevolg daarvan wordt een wervelende stroom gevormd in het cycloonlichaam 10. 35 Het stof en het vuil die zich in de wervelende stroom bevin- 1022600 - v*waa wviwcu vuwj. uc uciuiiiuyaic mav*uc vau *ac ronddraaiende wervelende stroom en de schone lucht wordt uitgestoten naar buiten door de luchtuitlaatpijp 12, het lucht-uitlaatpad 220 en de motoraandrijfkamer 310.

5 De stofopvang 20 is verwijderbaar verbonden aan het onderste deel van het cycloonlichaam 10 en verzamelt stof en vuil dat is afgescheiden door de centrifugale kracht die wordt opgewekt door de wervelende stroom in het cycloonlichaam 10.

10 De roostersamenstelling 30, zoals getoond in door snede in Fig. 2, wordt aangebracht bij het begin van het luchtuitlaatpad 12 binnen het cycloonlichaam 10 en verhindert dat stof en vuil, die van de wervelende stroom gescheiden zijn terug stroomt door de luchtuitlaatpijp 12. De roostersa-15 menstelling 30 omvat een roosterlichaam 31 en een aantal paden 32, aangebracht op het buitenoppervlak van het roosterli-chaam 31, om te worden verbonden met de luchtuitlaatpijp.

Het uitstekende stroompad 40 is voor grote vuildelen die van de wervelende stroom in het stroomlichaam 10 zijn af-20 gescheiden en probleemloos zijn opgevangen in de stofopvang 20 die is aangebracht onder het uitstekende stroompad 40. Het uitstekende stroompad 40 heeft een eerste uitstekende deel 40a en een tweede uitstekende deel 40b die respectievelijk zij gevormd doordat één deel van het onderste deel van het 25 cycloonlichaam 10 en het bovenste deel van de stofopvang 20 naar buiten in de radiale richting uitsteken.

De algemene stofopvanginrichting 100 van het cy-cloontype is voorzien van een luchtinlaatpijp 11 en een luchtuitlaatpijp 12 van het cycloonlichaam 10 aangebracht in 30 het stofzuigerhuis 200 om respectievelijk te worden verbonden met het luchtinlaatpad 210 en het luchtuitlaatpad 220 van het stofzuigerhuis 200, zoals getoond in Fig. 2.

Wanneer de stofzuiger in werking is, wordt de zuigkracht opgewekt in de zuigborstel 300 wanneer de motor van de 35 motoraandrijfkamer 310 wordt aangedreven. De lucht met het stof en vuil dat op het schoon te maken oppervlak wordt gevonden, wordt door de zuigkracht in het cycloonlichaam 10 gezogen door de zuigborstel 300, het luchtinlaatpad 210 en de 1022600 3 luchtinlaatpijp 11. De naar binnen gezogen lucht wordt door de luchtinlaatpijp 11 bewogen om in een schuine of dwarsrich-ting langs de binnenomtrek van het cycloonlichaam 10 te bewegen om een wervelende stroom te vormen en dientengevolge wor-5 den het stof en het vuil dat zich in de lucht bevindt afgescheiden door het gewicht gecreëerd door de centrifugale kracht en wordt dan opgevangen in de stofopvang 20. De schoon gemaakte lucht wordt naar buiten uitgestoten via de paden 32 van de roostersamenstelling 30, de luchtuitlaatpijp 12, het 10 luchtuitlaatpad 220 en de motoraandrijfkamer 310. Tijdens het proces van het vuil afscheiden, worden grote delen vuil probleemloos opgevangen in de stofopvang 20 door het uitstekende stroompad 40 en voorkomt daardoor dat grote vuildeeltjes, die in het cycloonlichaam 10 zijn gezogen, de paden 32 van de 15 roostersamenstelling 30 verstoppen.

De conventionele stofzuiger die is voorzien van de stofopvanginrichting van het cycloontype, die het stof van de lucht scheidt en het opvangt met behulp van de hierboven beschreven structuur en werking, heeft over het algemeen een 20 stofzuigerlichaam 200 dat scheef is aangebracht op de zuig-borstel 300 met een tevoren bepaalde hoek en de stofopvangin-richting van cycloontype 100 van het stofzuigerlichaam 200 is ook onder dezelfde hoek en richting geneigd als waaronder het stofzuigerlichaam 200 scheef staat. Daarom is het vuil dat is 25 opgeslagen in de stofopvang 20 opgeslagen op een hoog niveau aan de kant van het uitstekende stroompad 40 van de stofopvang 200, zoals is getoond door de stippellijn in Fig. 2, en het vuil stroomt over via het uitstekende stroompad 40 wanneer het vuilniveau aan de kant van het uitstekende stroompad 30 40 van de stofopvang 20 het niveau bereikt van het cycloonli chaam 10. Het vuil dat is verzameld in de stofopvang 20 wordt uiteindelijk uitgestoten door de paden 32 van de roostersamenstelling 30 en verlaagt derhalve de schoonmaakdoelmatig-heid en vervuilt de omgeving buiten de stofzuiger tijdens de 35 uitstoot van de vervuilde lucht. Bovendien kunnen grotere deeltjes vuil, die niet door de paden 32 kunnen gaan, de paden 32 verstoppen, en maken het zo onmogelijk om verminderen van de schoonmaakdoelmatigheid te vermijden. Het is daarom r) 2 2 6 0 0 nooazaKeii^K om ae structuur van ae scoizuiger ce wijuyeu, I omdat een omgekeerde stroom van vuil wordt veroorzaakt door I het uitstekende stroompad 40 dat is aangebracht aan de ach- I terkant van het cycloonlichaam 10, d.w.z. aan het stofzuiger- I 5 lichaam 200.

I De stofopvang 20 voor het opslaan van vuil in de I stofzuiger voorzien van een stofopvanginrichting van het cy- I cloontype, verschaft aan verschillende bacteria een passende I plaats om te leven en zich voort te planten. Derhalve bestaan I 10 diverse bacteria, zoals mijten in de stofopvang 20, en dit I veroorzaakt problemen als de bacteria naar buiten worden ge- I stoten samen met het vuil dat de verkeerde richting uitgaat I of dat vrijkomt met het vuil wanneer de stofopvang 20 wordt I geleegd, en daardoor de omgeving vervuilt.

I 15

I SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

I Om de boven beschreven problemen op te lossen is de I onderhavige uitvinding ontwikkeld om te voorzien in een stof- I opvanginrichting van het cycloontype voor een stofzuiger die I 20 de hoeveelheid vuil die terugstroomt door het uitstekende I stroompad aanzienlijk vermindert door de vuilopslag van de I stofopvang te vergroten, in het bijzonder de ruimte tussen I het opgeslagen vuil nabij het uitstekende stroompad en het I cycloonlichaam.

I 25 Een ander doel van de onderhavige uitvinding is te I voorzien in een stofopvanginrichting van het cycloontype voor I een stofzuiger, die in staat is om de binnenkant van de stof- I opvang te desinfecteren en de omgeving buiten de stofzuiger I vrij te houden van bacteria en stofdelen.

I 30 De stofopvang in de richting van het cycloontype I voor een stofzuiger, volgens de onderhavige uitvinding omvat, I om bovenstaande doelen te bereiken, een cycloonlichaam voor- I zien van een luchtinlaatpijp die is verbonden aan een I luchtinlaatpad dat is gemaakt voor de verbinding met een I 35 zuigborstel van een stofzuigerlichaam en een luchtuitlaat- I pijp» verbonden met een luchtuitlaatpad gemaakt voor verbin- I ding met een motoraandrijfkamer van een stofzuigerlichaam, I een cycloonlichaam om een wervelende stroom van de lucht te 102260Π 5 vormen, -die stof en vuil bevat dat naar binnen is gezogen door de luchtinlaatpijp, een stofopvang die verwijderbaar is aangebracht in het onderste deel van het cyloonlichaam om stof en vuil te verzamelen dat is gescheiden door de centri-5 fugale kracht die wordt die wordt gevormd door een wervelende stroom van het cycloonlichaam tijdens de werking van de stofzuiger, en een roostersamenstelling die is aangebracht bij de ingang van de luchtuitlaatpijp binnen het cycloonlichaam om te verhinderen dat stof en vuil terugstromen door de lucht-10 uitlaatpijp, waarin een naar binnen verzonken lamp positione-ringgroef is aangebracht naast één zijde van de stofopvang voor het plaatsen van een ultraviolette lamp, aangebracht in het stofzuigerlichaam om de lucht binnen de stofopvang te desinfecteren.

15 De stofopvanginrichting van het cycloontype voor een stofzuiger volgens de onderhavige uitvinding is voor het bereiken van een ander doel, voorzien van een uitstekend stroompad, dat degelijk is aangebracht aan één kant van het cycloonlichaam en de stofopvang voor het probleemloos verza-20 melen van grote delen vuil, die zijn afgescheiden door de centrifugale kracht van de wervelende stroom binnen het cycloonlichaam in de stofopvang, waarbij het uitstekende stroompad is geplaatst aan de voorzijde wanneer de zijde van het stofzuigerlichaam waarin de stofopvang van het cycloonty-25 pe is aangebracht wordt gedefinieerd als de achterzijde.

Derhalve, geeft ultraviolette lamp, die is aangebracht in de groef van de stofopvang om de lamp te plaatsen, tijdens het gebruik van de stofzuiger, continu ultraviolette straling af aan de stofopvang en desinfecteert de binnenkant 30 daarvan.

Bovendien, omdat het uitstekende stroompad is aangebracht bij de voorzijde van de stofopvanginrichting van het cycloontype, is het opslagniveau van het vuil dat is opgeslagen bij het uitstekende stroompad van de stofopvang verlaagd 35 en daarom is de ruimte tussen het stof bij het uitstekende stroompad en het cycloonlichaam vergroot en omgekeerde stroming van het vuil door het uitstekende stroompad wordt dientengevolge verminderd.

1 fi ? ? ft n fi 6

Hier is het uitstekende stroompad voorzien van een eerste uitstekend deel en een tweede uitstekend deel dat wordt gevormd door één kant van het onderdeel van het cy-cloonlichaam 10 en het bovendeel van de stofopvang 20 naar 5 buiten in een radiale richting uit te laten steken. Een paar handgrepen kunnen worden aangebracht op het tweede uitstekende deel.

De stofopvanginrichting van het cycloontype voor een stofzuiger volgens de onderhavige uitvinding kan ook zijn 10 voorzien van een scheidingswand die is aangebracht in het onderste deel van het cycloonlichaam en is geplaatst tussen het cycloonlichaam en de stofopvang en de scheidingswand is voorzien van een doorgangsgat waarop een deel van het uitstekende stroompad is gevormd. Derhalve kan omgekeerde stroming van 15 vuil effectief worden voorkomen wanneer het cycloonlichaam en de stofopvang worden gescheiden door de scheidingswand.

Om een ander doel te bereiken, is de inventieve stofopvanginrichting van het cycloontype voor een stofzuiger voorzien van een zuigborstel die over een oppervlak beweegt 20 dat moet worden schoon gemaakt en voorzien van een motoraan-drijfkamer waarin een vacuüm motor is aangebracht, een stof-zuigerlichaam dat verwijderbaar is verbonden aan de zuigborstel onder een tevoren bepaalde hoek en van een luchtuitlaat-pad, gemaakt voor verbinding met een luchtinlaatpad, dat is 25 verbonden aan de zuigborstel en de motoraandrijfkamer, een cycloonlichaam met een luchtuitlaatpijp verbonden met een luchtinlaatpijp, gemaakt voor verbinding met de zuigborstel, en waarbij het luchtuitlaatpad een wervelende stroom vormt in de lucht, die stof en vuil bevat, dat naar binnen wordt gezo-30 gen door de luchtinlaatpijp, waarbij een stofopvang verwijderbaar is aangebracht in het onderste deel van het cycloonlichaam om stof en vuil te verzamelen dat is afgescheiden door middel van de centrifugale kracht die wordt opgewekt door een wervelende stroom in het cycloonlichaam, een roos-35 tersamenstelling die is aangebracht bij het begin van de luchtuitlaatpijp binnen het cycloonlichaam om te voorkomen dat het stof en vuil terugstromen door de luchtuitlaatpijp, waarbij een ultraviolette lamp is aangebracht naast de stof- 1022600 - 7 opvang van het stofzuigerhuis, en een groef om een lamp te plaatsen, naar binnen verzonken aan één kant van de stofopvang om het mogelijk te maken dat een ultraviolette lamp wordt geplaatst in de stofopvang wanneer de stofopvang ver-5 bonden is met het stofzuigerhuis, om ultraviolette stralen af te geven.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

Het voornoemde doel en kenmerk van de onderhavige 10 uitvinding zal worden verduidelijkt door een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding te beschrijven onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen, waarin:

Fig. 1 een aanzicht is in perspectief dat een algemene stofopvanginrichting van het cycloontype voor een stof-15 zuiger toont;

Fig. 2 is een dwarsdoorsnede van een stofzuiger met een stofopvanginrichting van het cycloontype zoals is getoond in Fig. 1, tijdens gebruik.

Fig. 3 is een aanzicht in perspectief van een in 20 stofopvanginrichting van het cycloontype voor een stofzuiger volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Fig. 4 is een aanzicht in perspectief dat een stof-zuigerhuis toont, voorzien van een stofopvanginrichting van het cycloontype volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavi-25 ge uitvinding die is getoond in Fig. 3;

Fig. 5 is een aanzicht in dwarsdoorsnede die een stofzuiger toont, getoond in Fig. 4 tijdens gebruik; en

Fig. 6 is een aanzicht in perspectief die een stofopvanginrichting toont van het cycloontype volgens een andere 30 uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOERINGSVORM Hierna zal een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding in meer detail worden beschreven met 35 verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen.

Nu met verwijzing naar Fign. 3 en 4, bevat de stofopvanginrichting 100 van het cycloontype voor een stofzuiger volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding een '-2600 cycloonlichaam 10, een stofopvang 20, een roostersamenstelling 30, een uitstekend stroompad 40, en een groef 50 voor het aanbrengen van een lamp. Zoals is getoond in Fig. 4 omvat de stofzuiger, een stofopvanginrichting 100 van het cycloon-5 type, een stofzuigerhuis 200, een vacuüm borstel 300, en een ultraviolette lamp 500. Voor het doel van de figuren van de tekeningen en de beschrijving van de uitvinding, zullen soortgelijke onderdelen worden aangegeven door dezelfde ver-wijzingscijfers als die zijn getoond in de Fign. 1 en 2, 10 hierboven.

Het cycloonlichaam 10 is voorzien van een inlaatbuis 11 en een luchtuitstootbuis 12 en het stofzuigerhuis 200, waarin het cycloonlichaam is geplaatst, heeft een luchtin-laatpad 210 dat is verbonden met een zuigmond (niet getoond) 15 van de zuigborstel 300 en een luchtuitlaatpad 220 dat is verbonden met een motoraandrijfkamer van de zuigborstel 300. Het cycloonlichaam 10 is op het stofzuigerhuis 200 geplaatst waarbij de luchtinlaatbuis 11 is verbonden met het luchtin-laatpad 210 (gestippeld getoond in Fig. 4) en de luchtuit-20 laatbuis 12 verbonden met het luchtuitlaatpad 220 (getoond met stippellijn in Fig. 4). Derhalve zal de lucht, met het stof en vuil dat door de zuigborstel 300 tijdens het schoonmaken naar binnen wordt gezogen, in het cycloonlichaam 10 stromen door het luchtinlaatpad 210 en de luchtinlaatbuis 11 25 in een dwarsrichting en daardoor wordt een wervelende stroom gevormd in het cycloonlichaam 10. Het stof en vuil in de wervelende stroom wordt door de centrifugale kracht afgescheiden en de schone lucht wordt uitgestoten door de luchtuitlaatpijp 12, het luchtuitlaatpad 220, en de motoraandrijfkamer 310.

30 De stofopvang 20 is verwijderbaar verbonden met het onderste deel van het cycloonlichaam 10 en verzamelt het stof en vuil, dat wordt afgescheiden door de centrifugale kracht die wordt opgewekt door de wervelende stroom van het cycloonlichaam 10.

35 De roostersamenstelling 30 is aangebracht bij het begin van de uitlaatbuis 12 binnen het cycloonlichaam 10 en verhindert dat stof en vuil dat is afgescheiden van de wervelende stroom in omgekeerde richting stroomt en door de lucht- 1022600 9 uitlaatbuis 12 naar buiten treedt. De roostersamenstelling 30 is voorzien van een roosterlichaam 31 en een aantal paden 32 die zijn aangebracht aan het buitenoppervlak van het rooster-lichaam 31 en vormen een verbinding met de luchtuitlaatpijp 5 12.

Het uitstekend stroompad 40 dient om probleemloos grote delen vuil op te vangen, die zijn afgescheiden van de wervelende stroom van het cycloonlichaam 10, in de stofopvang 20 daar onder, en is voorzien van eerste en tweede uitsteken-10 de delen 40a, 40b, respectievelijk gevormd doordat één kant van het onderste deel van het cycloonlichaam 10 en het bovenste deel van de stofopvang 20 naar buiten uitsteken in de radiale richting.

De structuur en vorm van het uitstekende stroompad 15 40 verschilt niet van betekenis van een conventionele, maar het kenmerk van het uitstekende stroompad van de stofopvanginrichting van het cycloontype volgens de onderhavige uitvinding is dat, in tegenstelling tot een conventionele, het uitstekende stroompad zich bevindt aan de voorkant wanneer de 20 kant waar de cycloonstofopvanginrichting is geplaatst op het stofzuigerhuis 200 wordt geacht de achterkant te zijn, zoals duidelijker wordt getoond in Fig. 5. Derhalve heeft het voordelen dat, wanneer de stofzuiger in gebruik is, het opslagni-veau van het vuil dat is opgeslagen in de stofopvang 20, in 25 het bijzonder het opslagniveau van het vuil in de nabijheid van het uitstekende stroompad van de stofopvang 20, zich op een lagere positie bevindt, zoals is getoond met de stippellijn in de tekening tijdens het proces van het scheiden en verzamelen van stof, terwijl de stofopvanginrichting van het 30 cycloontype scheef staat onder de tevoren bepaalde hoek waarmee het stofzuigerhuis 200 scheef staat. Daarom is de ruimte tussen het stof bij het uitstekende stroompad 40 van de stofopvang 20 en het cycloonlichaam 10 uitgebreid, en omgekeerde stroming van het vuil door het uitstekende stroompad kan be-35 duidend worden verminderd in vergelijking met een conventionele inrichting. Ondertussen kan het tweede uitstekende deel 40b, dat is gevormd aan de kant van de stofopvang 20, zijn voorzien van ten minste één paar handgrepen 41 om vast te 102? firm 10 grijpen, om het een gebruiker mogelijk te maken om eenvoudig de stofopvang van het stofzuigerhuis 200 of het cycloonli-chaam 10 te verwijderen door de aangebrachte handgrepen te gebruiken.

5 De groef 50 voor het plaatsen van de lamp is aange bracht op de bodem van de achterkant van de stofopvang 20 om tot een van tevoren bepaalde diepte naar binnen uit te steken en de ultraviolette lamp 500 wordt aan één kant geplaatst waar de stofopvanginrichting van het cycloontype van het 10 stofzuigerhuis 200 is geplaatst. Wanneer de stofopvang 20 in het stofzuigerhuis 200 is geplaatst, wordt de ultraviolette lamp 500 (Fign. 4 en 5) daarin aangebracht en geplaatst in de groef 50 voor het plaatsen van de lamp. De ultraviolette lamp 500 wordt aangeschakeld wanneer de stofzuiger wordt aangedre-15 ven en zal derhalve continu ultraviolette stralen uitstralen die worden opgewekt door de ultraviolette lamp 500, naar het binnenste van de stofopvang 20, terwijl de stofzuiger in gebruik is. Ten gevolge daarvan zullen verschillende bacteria in de stofopvang 20 worden gedood door de ultraviolette stra-20 len en vermindert derhalve het aantal bacteria binnen de stofopvang 20 die naar buiten kunnen worden uitgestoten en/of worden vrijgegeven buiten de stofzuiger. Dat wil zeggen dat de reinheid van de omgeving bewaard kan blijven.

Ondertussen is, volgens een andere uitvoeringsvorm 25 van de onderhavige uitvinding, zoals is getoond in Fig. 6, aan de stofopvanginrichting van het cycloontype een afscheiding bevestigd aan het ondereind van het cycloonlichaam 10, geplaatst tussen het cycloonlichaam 10 en de stofopvang 20.

De afscheiding 60 is voorzien van een doorgangsgat 61, dat is 30 aangebracht in het deel waarin het uitstekende stroompad is gevormd, en het vuil dat is afgescheiden van de lucht in het cycloonlichaam 10 kan in de stofopvang 20 worden verzameld door het doorgangsgat 61. Echter het stof dat is verzameld in de stofopvang 20 kan nauwelijks terug stromen naar het cy-35 cloonlichaam 10 omdat de stofopvang 20 en het cycloonlichaam 10 zijn gescheiden door scheiding 60. Met andere woorden, scheiding 60 kan doelmatig omgekeerde stroming van het stof naar de roostersamenstelling 30 voorkomen. Omdat de struc- ' *' "Λ n λ λ ' / . ···> Π ) — 11 tuur, behalve de afscheiding 60, gelijk is aan de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm, zal «en gedetailleerde beschrijving achterwege worden gelaten door eenvoudigweg dezelfde verwijzingcijfers te geven aan dezelfde onderdelen van de 5 structuur.

Fig. 5 toont in een schematische dwarsdoorsnede de stofzuiger met de stofopvanginrichting van het cycloontype volgens de onderhavige uitvinding, zoals hierboven beschreven, tijdens gebruik.

10 Zoals getoond, heeft de stofopvanginrichting 100 van het cycloontype een luchtinlaatbuis 11 die verbonden is met een luchtinlaatpad 210 (niet getoond in Fig. 5) van het stof-zuigerlichaam 200, en een luchtuitlaatbuis 12 verbonden met een luchtuitlaatpad 220 (niet getoond in Fig. 5), beiden aan-15 gebracht in het stofzuigerlichaam 200. De stofopvang 20 is verbonden met een cycloonlichaam 10. Bovendien is de ultraviolette lamp 500 in het stofzuigerlichaam 200 geplaatst in de groef 50 voor het plaatsen van de lamp van de stofopvang 20 wanneer de stofopvanginrichting 100 van het cycloontype in 20 het stofzuigerlichaam 200 is geplaatst.

Wanneer de stofzuiger in werking is, wordt zuigkracht opgewekt door de zuigborstel 300 wanneer de motor van de motoraandrijfkamer 310 wordt aangedreven. De lucht, met het stof en vuil van het oppervlak dat moet worden schoonge-25 maakt, wordt door de zuigkracht in het cycloonlichaam 10 gezogen via de zuigborstel 300, het luchtinlaatpad 210 en de luchtinlaatbuis 11. De naar binnen gezogen lucht wordt door de luchtinlaatbuis 11 ertoe gebracht om in een schuine of dwarse richting langs de binnenomtrek van het cycloonlichaam 30 te bewegen, om een wervelende stroom te vormen en dientengevolge worden stof en vuil dat zich in de lucht bevindt, gescheiden door de centrifugale kracht, en verzameld door de stofopvang 20. De schoon gemaakte lucht wordt naar buiten uitgestoten via de paden 32 van de roostersamenstelling 30, 35 de luchtuitlaatbuis 12, het luchtuitlaatpad 220 en de motoraandrijf kamer 310. Het bovengenoemde vuilafscheidingspro-ces verschilt niet sterk van het conventionele proces.

1022600 12

Echter, omdat het uitstekende stroompad van de onderhavige uitvinding, dat een uitlaatpad is voor grote bevuilde delen, aan de voorzijde van stofopvanginrichting 200 van het cycloontype is aangebracht, wordt het opslagniveau 5 van het vuil, dat wordt opgeslagen bij het uitstekende stroompad 40 van de stofopvang 20, verlaagd, en de ruimte tussen het stof en het cycloonlichaam 10 wordt uitgebreid, zoals met de stippellijn in de tekening wordt getoond, wat aangeeft dat het vuilniveau, en daardoor omgekeerde stroming 10 van het vuil door het uitstekende stroompad, dramatisch kan worden verminderd.

Bovendien worden, volgens de onderhavige uitvinding, ultraviolette stralen, die worden opgewekt door de ultraviolette lamp 500, die zich bevindt in de groef 50 voor het 15 plaatsen van de lamp van de stofopvang 20, continu in het binnenste van de stofopvang 20 gestraald, wanneer de stofzuiger in gebruik is, en daardoor worden bacteria in de stofopvang 20 geëlimineerd. Dat wil zeggen, de omgeving wordt niet vervuild door bacteria omdat bacteria niet kunnen blijven le-20 ven binnen de stofopvang 20.

Volgens de onderhavige uitvinding hierboven beschreven, omdat het uitstekende stroompad aan de voorzijde van de stofopvanginrichting van het cycloontype is aangebracht, kan de ruimte, wanneer de stofzuiger in gebruik is, tussen het 25 stof dat is verzameld en opgeslagen in de stofopvang, en het cycloonlichaam worden uitgebreid, en derhalve kan omgekeerde stroming van het stof door het uitstekende stroompad aanzienlijk worden verminderd. Derhalve kan het conventionele probleem, waarbij de omgeving wordt vervuild en de paden van de 30 roostersamenstelling verstopt raken, als gevolg van de grote hoeveelheid vuil die terugkeert door het uitstekende stroompad, worden opgelost.

Bovendien worden de bacteria binnen de stofopvang, volgens de onderhavige uitvinding, geëlimineerd wanneer ul-35 traviolette straling continu in de stofopvang stralen tijdens het in werking zijn van de stofzuiger, en derhalve kan vervuiling als gevolg van bacteria worden voorkomen.

i 022300 " 13

Hoewel de voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn beschreven, zal het voor deskundigen duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding niet beperkt dient te worden tot de hierboven beschreven voorkeursuitvoeringsvormen.

5 Diverse wijzigingen en veranderingen kunnen worden aangebracht binnen de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding, zoals gedefinieerd door de bijgevoegde conclusies .

ji ύ £· ü ü J

Claims

1. Stofopvanginrichting van het cycloontype voor een stofzuiger die is voorzien van: een cycloonlichaam voorzien van een luchtinlaatbuis, verbonden met een luchtinlaatpad, ter verbinding met een 5 zuigborstel van een stofzuigerlichaam en een luchtuitlaat-buis, verbonden met een luchtuitlaatpad ter verbinding met een motoraandrijfkamer van een stofzuigerhuis, een cycloonlichaam om een wervelende stroom te vormen van de lucht, waarin zich vuil en stof bevinden, die naar binnen wordt gezogen 10 door de luchtinlaatbuis; een stofopvang die verwijderbaar is aangebracht aan het onderste deel van het cycloonlichaam, om stof en vuil te verzamelen dat door centrifugale kracht, die wordt gevormd door een wervelende stroom, van het cycloonlichaam tijdens de 15 schoonmaakbewerking; een roostersamenstelling, aangebracht bij de ingang van de luchtuitlaatbuis binnen het cycloonlichaam, om te verhinderen dat stof en vuil terugstromen door de luchtuitlaatbuis, waarbij een groef voor het aanbrengen van een lamp naar 20 binnen is aangebracht, direct naast één kant van de stofopvang, om een ultraviolette lamp te plaatsen, die is aangebracht in het stofzuigerhuis, om de lucht binnen de stofopvang te desinfecteren; en een uitstekend stroompad, dat respectievelijk is 25 aangebracht aan één kant van het cycloonlichaam en de stof opvang, om probleemloos grote stofdelen te verzamelen, die zijn afgescheiden door de centrifugale kracht van de wervelende stroom binnen het cycloonlichaam, in de stofopvang, net het kenmerk, dat het uitstekende stroompad is aangebracht aan de 30 voorzijde wanneer de zijde van het stofzuigerlichaam waarin de stofopvanginrichting van het cycloontype is aangebracht, wordt gedefinieerd als de achterzijde.

2. Stofopvanginrichting van het cycloontype voor een stofzuiger volgens conclusie 1, waarbij het uitstekende 35 stroompad is voorzien van een eerste uitstekend deel en een tweede uitstekend deel, gevormd doordat één deel van het on- !0?26l'u- derste deel van het eyeloonlichaam 10 en het bovenste deel van de stofopvang 20 naar buiten uitsteken in een radiale richting.

3. Stofopvanginrichting van het cycloontype voor een 5 stofzuiger volgens conclusie 2, waarin het tweede uitstekende deel is voorzien van ten minste een paar handgrepen.

4. Stofopvanginrichting van het cycloontype voor een stofzuiger volgens conclusie 1, waarbij een scheiding is aangebracht tussen het cycloonlichaam en de stofopvang, ge- 10 plaatst aan de onderkant van het cycloonlichaam en waarbij de scheiding is voorzien van een doorgaand gat dat overeenstemt met het uitstekende stroompad.

5. Stofopvanginrichting van het cycloontype voor een stofzuiger, voorzien van: 15 een zuigborstel die zich over een oppervlak beweegt dat moet worden schoon gemaakt en voorzien van een motoraan-drijfkamer waarin een vacuüm motor is aangebracht; een stofzuigerlichaam dat verwijderbaar is verbonden met de zuigborstel onder een van tevoren bepaalde hoek en 20 voorzien van een luchtuitlaatpad om te worden verbonden met een luchtinlaatpad dat is verbonden met de zuigborstel, en met de motoraandrijfkamer; een cycloonlichaam voorzien van een luchtuitlaat-buis, verbonden met een luchtinlaatbuis ter verbinding met de 25 zuigborstel, en met het luchtuitlaatpad, om een wervelende stroom te vormen in de lucht, die het stof en vuil bevat, die door de luchtinlaatbuis naar binnen wordt gezogen; een stofopvang die verwijderbaar is aangebracht in het onderste deel van het cycloonlichaam, om stof en vuil te 30 verzamelen dat is afgescheiden door de centrifugale kracht, veroorzaakt door een wervelende stroom in het cycloonlichaam; een roostersamenstelling aangebracht bij het begin van de luchtuitlaatbuis binnen het cycloonlichaam, om te voorkomen dat stof en vuil terug stromen door de luchtuit-35 laatpijp; een ultraviolette lamp aangebracht nabij de stofopvang van het stofzuigerlichaam; een groef voor het aanbrengen van de lamp, die naar 1022600- lb binnen uitsteekt aan één zijde van de stofopvang om het mogelijk te maken om een ultraviolette lamp in de stofopvang te plaatsen wanneer de stofopvang aan het stofzuigerhuis is verbonden om het mogelijk te maken dat de ultraviolette lamp ul-5 traviolette straling uitstraalt; en een uitstekend stroompad aangebracht aan één zijde van het cycloonlichaam en de stofopvang om probleemloos grote delen stof te verzamelen, die zijn afgescheiden door een centrifugale kracht, opgewekt door een wervelende stroom in het 10 cycloonlichaam, met het kenmerk, dat het uitstekende stroompad aan de voorzijde is geplaatst, wanneer de zijde van het stofzuigerhuis waarin stofopvanginrichting van het cycloonty-pe is geplaatst, wordt gedefinieerd als de achterzijde.

6. Stofopvanginrichting van het cycloontype voor een 15 stofzuiger volgens conclusie 5, waarbij het uitstekende stroompad is voorzien van een eerste uitstekend deel en een-tweede uitstekend deel die respectievelijk worden gevormd doordat respectievelijk één kant van het onderste deel van het cycloonlichaam en het bovenste deel van de stofopvang 20 naar buiten uitsteken in de radiale richting.

7. Stofopvanginrichting van het cycloontype voor een stofzuiger volgens conclusie 6, waarbij het tweede uitstekende deel is voorzien van ten minste een paar handgrepen.

8. Stofopvanginrichting van het cycloontype voor 25 een stofzuiger volgens conclusie 5, voorzien van een afscheiding, aangebracht tussen het cycloonlichaam en de stofopvang, waarin de afscheiding is voorzien van een doorgangsgat in het deel waarin het uitstekende stroompad is gevormd. 1022600