— "'r'm β J ........ 111 »rT--w-rrrm -—cm------·, _' -i·1-* · ' - - - ^-, 1 (
Regenkledingstuk
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kledingstuk voor het beschermen van een gebruiker tegen regen welk kledingstuk de voorzijde van het been bedekkende been-flappen omvat en de achterzijde van de benen in wezen vrij-5 laat, waarbij de beenflappen zijn vervaardigd uit waterdicht materiaal, en het kledingstuk is voorzien van bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de bovenbeenflappen.
Een kledingstuk is bekend uit US 4.984.303, welk regenkledingstuk de gebruiker in enigerlei mate tegen regen be-10 schermt, terwijl het tegelijk transpiratievocht de mogelijkheid geeft weg te komen. In vergelijking met een regenbroek is het kledingstuk gemakkelijk aan te trekken en belemmert het de bewegingen van sommige potentiële gebruikers, zoals hardlopers, tijdens het gebruik minder sterk dan een regen-15 broek.
De onderhavige uitvinding beoogt een kledingstuk van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen dat een verhoogd draagcomfort heeft.
Hiertoe wordt het kledingstuk volgens de uitvinding 20 gekenmerkt doordat het kledingstuk de voorzijde van het bovenbeen bedekkende bovenbeenflappen omvat en de achterzijde van de bovenbenen in wezen vrijlaat, waarbij de bovenbeen-flappen zijn vervaardigd uit waterdicht materiaal, en het kledingstuk is voorzien van bevestigingsmiddelen voor het be-25 vestigen ter hoogte van de bovenbenen bevestigen van de bo-venbeenflappen, en een bovenbeenflap aan het distale uiteinde ervan is voorzien van een ten minste semi-rigide uitstekend element, dat bij een gestrekt been van de gebruiker de knie van de gebruiker bedekt.
30 Aldus wordt bijgedragen aan het voorkomen dat regen water dat van het kledingstuk afloopt op de voeten terecht komt. Vanzelfsprekend zijn bij voorkeur beide bovenbeenflappen voorzien van een dergelijk uitstekend element. Onder de term "ten minste semi-rigide" wordt in de onderhavige aanvra-35 ge verstaan een zodanige stijfheid dat, bij horizontaal bovenbeen en vertikaal onderbeen, het element voldoende stijf- 1022367
> I
2 heid heeft om uit te steken en niet op de knie neer te hangen. Het uitstekende element mag rigide zijn, doch de voorkeur geniet dit meestal niet. Het kledingstuk volgens de uitvinding beschermt die delen die tijdens het bewegen, zoals in 5 het bijzonder fietsen, hardlopen en dergelijke het natst worden. De bovenbenen worden het natst, zowel doordat deze tijdens bepaalde bewegingen zoals fietsen en hardlopen uitsteken, als doordat de gebruiker doordat deze beweegt de. meeste regen van voren krijgt. Doordat de achterzijden van de boven-10 benen in wezen onbedekt blijven, heeft transpiratievocht de mogelijkheid te verdwijnen. Onder de term "in wezen onbedekt" wordt verstaan dat de achterzijde van het bovenbeen voor ten minste 10%, zoals ten minste 20%, bij voorkeur ten minste 40%, zoals ten minste 50%, met meer voorkeur ten minste 60%, 15 zoals ten minste 75% en met de meeste voorkeur voor meer dan 80%, zoals ten minste 90% onbedekt blijft door het kledingstuk volgens de uitvinding. Aangezien pijpen worden vermeden, is het kledingstuk gemakkelijk te gebruiken. Verder is het compacter. In de onderhavige aanvrage wordt onder de term 20 "waterdicht materiaal" elk materiaal verstaan dat vloeibaar water tegenhoudt. Het materiaal mag dus water, in het bijzonder transpiratievocht, in de vorm van damp doorlaten, hetgeen zelfs gunstig is. Een geschikt materiaal is dan bijvoorbeeld een micromembraan, zoals bekend onder de naam Goretex™. Vol-25 gens een zeer eenvoudige uitvoeringsvorm bestaat het kledingstuk uit twee bovenbeenflappen welke zijn voorzien van klittenband, welke klittenband samenwerkt met een broek die ter hoogte van de bovenbenen is voorzien van complementair klittenband. De plaatsing van het klittenband op broek en boven-30 beenflappen komt niet kritisch en dienen uiteraard wel bij projectie zodanig te overlappen dat bij bevestiging van de bovenbeenflappen aan de broek de bovenbenen van de drager van de broek bescherming biedt.
Uit DE 101 55 954 Al is een regenkledingstuk bekend 35 dat ten minste de bovenbenen aan de achterzijde vrijlaat. Aan de voorzijde worden de benen geheel bedekt, waarbij een uitstekend element is voorzien voor het bedekken van de schoenen. Een dergelijk kledingstuk heeft voor diverse gebruikers, ƒ'··. i*v <j‘ ./-7 .
-¾ \ ; O y -4 r*. ,·* I V u ** V 4 .
3 zoals hardlopers, een te beperkte bewegingsvrijheid.
NL1000062 beschrijft een met de voornoemde publicatie overeenkomend regenkledingstuk voor wielrijders, waarbij het uitstekende element schoenvormig is uitgevoerd voor het 5 opnemen van een schoen. Niet alleen is de bewegingsvrijheid voor fietsers beperkt, voor hardlopers en beoefenaren van andere sporten is de geboden bewegingsvrijheid volstrekt ontoereikend.
JP-A 11/061513 beschrijft een motorkledingstuk, dat 10 de gehele voorzijde van de benen bedekt.
JP-A 10/204705 een regenkledingstuk waarbij de zomen van de onderzijden van de pijpen zijn voorzien van middelen voor het via de hiel afvoeren van regenwater.
Volgens een voorkeursuitvoering zijn de bevesti-15 gingsmiddelen bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van het kledingstuk ter hoogte van de heupen van de gebruiker en de bevestigingsmiddelen met eerste en tweede bovenbeenflappen zijn verbonden.
De bevestigingsmiddelen zijn hierbij bijvoorbeeld 20 clips die achter de bovenzijde van de broek of achter een riem haken. Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm worden de bevestingsmiddelen gevormd door een band, bijvoorbeeld een band voorzien van een gesp, welke band elastisch kan zijn.
Dit vergroot de tijdens het bewegen gewenste bewegingsvrij-25 heid voor de gebruiker.
Volgens een voorkeursuitvoering zijn de bevestigingsmiddelen via een het onderste deel van het onderlichaam bedekkend basisvlak met de bovenbeenflappen verbonden.
Aldus wordt bevorderd dat het onderste deel van het 30 onderlichaam droog blijft.
Bij voorkeur zijn de bovenbeenflappen voorzien van elastische bevestigingsmiddelen voor het aan het respectievelijke bovenbeen bevestigen van de bovenbeenflappen.
Ofschoon het denkbaar is dat de bovenbeenflappen aan 35 weerszijden zijn voorzien van gewicht of aan door de gebruiker gedragen kleding hechten voor het in een opgetrokken stand van een bovenbeen het voorste deel van het bovenbeen bedekkende stand te houden, geniet het voor een zo goed moge- H lijke bescherming tegen regen de voorkeur om de bovenbeen- H flappen aan de bovenbenen te bevestigen. Door gebruik van H elastische bevestigingsmiddelen wordt de wisselende diameter H van een bovenbeen tijdens bewegen opgevangen zonder beperking H 5 van het draagcomfort voor de gebruiker.
H Hierbij geniet het de voorkeur dat de elastische be- vestigingsmiddelen worden gevormd door bandjes met een gesp, H klikverbinding of klittenband.
Aldus wordt voorkomen dat de verhoogde bescherming H 10 ten koste gaat van het gemak om het kledingstuk aan te trek- ken.
Bij voorkeur omvatten de bovenbeenflappen warmte- isolerend materiaal.
Terwijl koude omstandigheden bij het bekende kle- H 15 dingstuk, een regenbroek, leidt tot verhoogde condensatie en meer ongemak voor de gebruiker, kan, doordat met het kleding- stuk volgens de uitvinding transpiratievocht een veel gerin- ger probleem is, isolatie worden verschaft. Dit is met name voor hardlopers, waarvan de benen tijdens regen door die re- 20 gen en wind sterk afkoelen, een belangrijk voordeel.
Bij voorkeur zijn de bovenbeenflappen voorzien van een in lengterichting verlopend, regenafvoerend element.
Dit regenafvoerende element kan bijvoorbeeld worden gevormd door een groef, een opstaande rand, een aan zijranden 25 van de bovenbeenflappen aanwezige goot. Vanzelfsprekend ge- I niet het de voorkeur dat elke bovenbeenflap van meer dan 1 regenafvoerend element is voorzien.
Volgens een aantrekkelijke uitvoeringsvorm is het I kledingstuk nabij de bevestigingsmiddelen voorzien van midde- I 30 len voor het bevestigen ter hoogte van de heup voor het in een opgevouwen toestand houden van de beenflappen.
Dit maakt het mogelijk om het kledingstuk met zeer gering verlies aan comfort mee te nemen, en zeer beschikbaar te hebben in geval van plotseling vallende regen. De middelen 35 worden bijvoorbeeld gevormd door klittenband, bandjes met klittenband of een zakje, dat bijvoorbeeld met een rits aan de onderzijde afsluitbaar is.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een set van .« noOQ h 7 1 U C~ 5 twee kledingstukken gevormd door i) een broek en ii) twee al dan niet met elkaar verbonden bovenbeenflappen, waarbij de broek is voorzien van klittenband en de bovenbeenflappen van complementair klittenband voor het tijdens gebruik bedekken 5 van de bovenbenen van de gebruiker waarbij de bovenbeenflappen aan het distale uiteinde ervan zijn voorzien van een ten minste semi-rigide uitstekend element, dat bij een gestrekt been van de gebruiker de knie van de gebruiker bedekt.
De onderhavige uitvinding zal thans worden toege-10 licht aan de hand van de tekening, waarin figuur 1 een bovenaanzicht is van het kledingstuk volgens de uitvinding, en figuur 2 een zijaanzicht is van het kledingstuk volgens figuur 1, waarbij de gebruiker een been heeft opgetrok-15 ken.
Figuur 1 toont in bovenaanzicht een regenkledingstuk 1 volgens de uitvinding, voorzien van bovenbeenflappen 2,2' voor het tijdens regen bedekken van de bovenbenen van een gebruiker, zoals een fietser of een hardloper. Het regenkle-20 dingstuk 1 omvat bevestigingsmiddelen 3. In de weergegeven uitvoeringsvorm is worden de bevestigingsmiddelen gevormd door een band 4 voorzien van een gesp 5. De band 4 kan rond de heupen van de gebruiker worden aangebracht, waardoor het regenkledingstuk 1 door de gebruiker kan worden gedragen.
25 De lengte van de bovenbeenflappen 2, 2’ is zodanig gekozen dat deze de bovenbenen van de gebruiker aan de voorzijde bedekken. De bovenbeenflappen 2, 2’, in het bijzonder H de van de heupen afgelegen, distale uiteinden daarvan, kunnen op verscheidene manier op hun plaats worden gehouden. In de 30 weergegeven uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van banden 6, welke van klittenband (niet weergegeven) zijn voorzien. De banden worden rond het bovenbeen gespannen. Voor het ongehin- derd kunnen uitvoeren van tijdens door de gebruiker uitge- voerde bewegingen (zoals loop- of trapbewegingen), waarbij de 35 diameter van de bovenbenen varieert, zijn de banden 6, bij voorkeur uit elastisch materiaal uitgevoerd.
H In de weergegeven uitvoeringsvorm strekken de boven- H beenflappen 2, 2' zich uit vanaf een basisvlak 7, dat volgens Η een voorkeursuitvoeringsvorm is ingericht om zich naar het onderlichaam van de gebruiker te vormen. Hiertoe zijn bij-voorbeeld plooien 8, 8' voorzien.
Het regenkledingstuk 1 volgens de uitvinding is ver-5 vaardigd uit in wezen waterdicht materiaal, zoals buigzame kunststof. Hierbij kan worden gedacht aan PVC. In plaats daarvan kan ook een waterdichte, dampdoorlatend materiaal H worden gebruikt, zoals Goretex™. Naast het waterdichte karakul ter kan het materiaal ook isolerend zijn uitgevoerd, bijvoor- 10 beeld in de vorm van een dunne schuimlaag. Indien de waterkers ring niet door deze laag wordt verschaft, zal de schuimlaag een schuim met gesloten celstructuur omvatten.
De breedte van de bovenbeenflappen 2, 2' is zodanig gekozen dat ten minste de voorzijde van de bovenbenen van de H 15 gebruiker wordt bedekt. Met voordeel wordt ook de binnen- en H buitenzijde van elk bovenbeen bedekt. De achterzijde blijft H in wezen onbedekt, zoals eerder gedefinieerd.
H Teneinde te voorkomen dat regenwater over de schoe- H nen loopt, zijn de distale uiteinden van de bovenbeenflappen 20 2, 2' bij voorkeur voorzien van semi-rigide uitstekende ele- menten 9, 9'. Bij opgetrokken benen, zoals dit gebeurt bij hardlopen en fietsen, steken de uitstekende elementen 9, 9' uit over de knieën (zie fig. 2) en kan water niet op de be- nen/broek of voeten van de gebruiker lopen.
25 Teneinde een gerichte afvoer van water te verzeke- ren, zijn volgens een voorkeursuitvoering regenafvoerende I elementen in de vorm van watergeleidingsgroeven (15), door I een verdikking gevormde) watergeleidingsstrips of een op- staande rand (niet weergegeven) voorzien, welke in hoofdzaak I 30 in de lengterichting (welke parallel loopt met de lengterich- I ting van het bovenbeen) verlopen. De banden 6, 6' kunnen met voordeel niet aan de buitenrand van een bovenbeenflap 2, 2' zijn voorzien, doch iets naar binnen versprongen. Aldus I steekt de bovenbeenflap aan de zijkant iets over het been 35 heen, en wordt natworden van de benen/broek vermeden.
Het regenkledingstuk 1 omvat bij voorkeur middelen I 11 voor het in opgevouwen toestand houden van de bovenbeen- flappen 2, 2' . De middelen kunnen bestaan uit een buidel 7 (niet weergegeven), zoals bekend van een rond de heupen te dragen tasje voor persoonlijke bezittingen (paspoort, geld), waarbij de bovenbeenflappen vast, en eventueel losneembaar, met de buidel zijn verbonden. Daarbij zijn de bovenbeenflap-5 pen 2, 2' wanneer zijn niet worden gebruikt in de eventueel met een rits afsluitbare buidel worden opgeborgen. Een gebruiker kan de buidel vrijwel zonder enige hinder dragen, en kan de bovenbenen in uiterst korte tijd tegen regen beschermen indien de gebruiker door regen wordt overvallen. Deze 10 uitvoeringsvorm zal voor de gewone ter zake kundige geheel duidelijk zijn en behoeft geen verdere toelichting. Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm met hetzelfde effect kan het basisvlak 7 zijn voorzien van klittenband 12a (middels stippellijnen zijn aan de achterzijde van het kledingstuk 1 aan-15 gebrachte complementaire elementen van klittenband 12b aangegeven) . De bovenbeenflappen kunnen worden opgerold, en klit-tenbandelementen 12a en 12b worden met elkaar bevestigd voor het in een opgerolde stand houden van het kledingstuk.
In de weergeven uitvoeringsvorm is het kledingstuk 20 instelbaar afhankelijk van de lengte van het bovenbeen van de gebruiker.
Voor het aan de lengte van de bovenbenen aanpassen zijn volgens een voorkeursuitvoering samenwerkende stroken klittenband 13 en 14 voorzien. Strook 14 kan daarbij tegen de 25 strook 13 worden gedrukt, waarbij de uitstekende elementen 9 weer worden teruggebogen (langs de onderbroken lijn die de grens van het semi-rigide element 9 markeert).
De onderhavige uitvinding is niet gericht op het volledig drooghouden van de gebruiker, doch de hoeveelheid 30 water die de benen bereikt wordt vergaand teruggebracht, terwijl de nadelen van eigen (transpiratie)vocht vergaand worden vermeden. Tevens is de verschafte regenkledingstuk 1 in vergelijking met bekende regenkledingstukken sneller in gebruik te nemen.
i 35 i · *