NL1022192C2 - Samenstel van een binnenbuis, een buitenbuis en een afstandhouder. - Google Patents

Description

I Samenstel van een binnenbuis, een buitenbuis en een afstandhouder.

I De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een samenstel van een binnenbuis, I een buitenbuis en een afstandhouder voor het onderling positioneren van die binnenbuis I 5 en die buitenbuis, terwijl ze in elkaar gestoken zijn, waarbij de afstandhouder omvat I een omvattingsdeel voor het rondom omvatten van de binnenbuis, waarbij het I omvattingsdeel omvat: I · tenminste een binnensegment aangrijpend op het uitwendige van de binnenbuis; I · tenminste een buitensegment aangrijpend op het inwendige van de buitenbuis, en I 10 · tenminste drie zich tussen het tenminste ene binnensegment en het tenminste ene I buitensegment uitstrekkende radiale segmenten, welke over de omtrek van het I omvattingsdeel verdeeld zijn aangebracht, waarbij de radiale segmenten, in axiale I richting beschouwd, een naar de axiale hartlijn toe toelopend, in het bijzonder taps I toelopend, vlak omvatten.

I 15 Een dergelijk samenstel is, op de taps toelopende vlakken na, bekend uit I EP-A-0.553.936. Hierin wordt geopenbaard een in een vlak liggende draadvormige I afstandhouder. Verwijzend naar de figuren 4 en 2 van deze openbaring zijn in de I draadvormige afstandhouder drie buitensegmenten (7) te onderscheiden, zes radiale I segmenten (6) alsmede drie binnensegmenten. De binnensegmenten worden telkens 20 gevormd door een bochtdeel dat twee aangrenzende radiale segmenten (6) verbindt.

Voor bevestiging van deze afstandhouder in de binnenbuis en buitenbuis, zijn zowel I binnenbuis als buitenbuis uitwendig respectievelijk inwendig voorzien van een groef waarin de binnensegmenten respectievelijk buitensegmenten van de draad tot aangrijping komen. Een van de buitensegmenten is gedeeld uitgevoerd zodat men de I 25 draadvormige afstandhouder kan openbuigen of tegenovergesteld kan comprimeren. Er zijn twee montagemogelijkheden. De eerste mogelijkheid is dat men de draadvormige I afstandhouder open buigt om deze eerst rondom de binnenbuis te bevestigen en vervolgens het aldus gevormde samenstel van binnenbuis en draadvormige afstandhouder in de buitenbuis steekt. De andere wijze van bevestiging is dat men eerst I 30 de draadvormige aftstandhouder comprimeert om deze in de buitenbuis te bevestigen en vervolgens de binnenbuis steekt in het samenstel van buitenbuis en daarin bevestigde draadvormige afstandhouder. Bij beide wijzen van bevestiging dient een I nauwkeurige uitlijning van de binnenbuis ten opzichte van de buitenbuis plaats te I 1022192 vinden, daar men anders de al vooraf op de ene buis gemonteerde draadvormige afstandhouder met de andere buis eraf zal kunnen drukken, althans van zijn plaats zal kunnen wegdrukken.

Een samenstel volgens de aanhef van conclusie 1 is bekend uit US 2,991,867. De 5 publicatie openbaart een binnenste oliepijp met daar omheen een buitenste isolatiepijp. Op de oliepijp zijn langs de lengte verdeeld, met onderlinge tussenafstanden “a” afstandhouders voorzien. De afstandhouders zijn elk opgebouwd uit een veelheid trapeziumvormige plaatdelen die over de omtrek van de oliepijp verdeeld zijn aangebracht. De trapeziumvormige plaatdelen hebben elk twee evenwijdige zijden, 10 waarvan de lange telkens tegen de binnenste pijp ligt en de korte tegen de buitenste pijp. Aldus wordt een sledegeleiding verschaft voor de over de oliepijp te schuiven H isolatiepijp. De oliepijp dient hier lekdicht te zijn, terwijl het gegarandeerd lekdicht zijn H van de isolatiepijp niet zozeer speelt. Bij de montage zal dan ook steeds de oliepijp H eerst opgebouwd worden door verscheidene pijpdelen aan elkaar te bevestigen en zal 15 men daarna de isolatiepijp eromheen schuiven na eerst nog de afstandhouders op de oliepijp bevestigd te hebben.

Het opbouwen van een systeem met binnenpijpstelsel en buitenpijpstelsel als bekend uit EP 553.936 of US-2,551,867 is in beide gevallen omslachtig en vergt veel handelingen.

20 De onderhavige uitvinding heeft tot doel te verschaffen een samenstel volgens de aanhef van conclusie 1, waarmee men eenvoudig en snel een systeem met binnenpijpstelsel en buitenpijpstelsel kan opbouwen.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door te verschaffen een samenstel volgens de aanhef van conclusie 1, met het kenmerk, dat de afstandhouder is voorzien 25 op een uiteinde van de binnenbuis met de toelopende vlakken van de radiale segmenten I gekeerd naar dat uiteinde alsmede is voorzien in een uiteinde van de buitenbuis, en dat de toelopende vlakken van de radiale segmenten buiten de buitenbuis of buiten de binnenbuis liggen. Doordat de afstandhouder op het uiteinde van de binnenbuis en in I het uiteinde van de buitenbuis is gemonteerd en de toelopende vlakken naar het I 30 uiteinde georiënteerd zijn, laat het samenstel volgens de uitvinding zich gemakkelijk en I betrouwbaar doorkoppelen met een verder binnenbuis/buitenbuissamenstel. De taps toelopende vlakken fungeren namelijk als centrerende geleidingen voor het verdere I binnenbuis/buitenbuissamenstel.

3

Het in axiale richting beschouwd, naar de axiale hartlijn toe toelopende vlak op de radiale segmenten verschaft een zoekrand, welke bij assemblage van het samenstel voordeel biedt. Wanneer de afstandhouder volgens de uitvinding eerst op de binnenbuis (dan wel buitenbuis) is bevestigd dan zal de zoekrand als geleiding dienen die de 5 buitenbuis (respectievelijk de binnenbuis) ten opzichte van de binnenbuis (respectievelijk buitenbuis) centreert indien de centreerring onvolledig mocht zijn.

Doordat de afstandhouder aan het uiteinde van de binnenbuis en buitenbuis is voorzien, wordt de assemblage van het samenstel verder vereenvoudigd, enerzijds omdat de afstandhouder langs een van de pijpen niet verschoven hoeft te worden, 10 anderzijds omdat de afstandhouder na aan een van de pijpen gemonteerd te zijn voor de andere pijp als centreringsorgaan functioneert bij het in elkaar steken.

Volgens een voordelige uitvoeringsvorm omvat de afstandhouder volgens de uitvinding tenminste drie van die radiale segmenten, en zijn deze radiale segmenten over de omtrek van het omvattingsdeel verdeeld, in het bijzonder gelijkmatig verdeeld, 15 aangebracht. Aldus wordt over de omtrek verdeeld een geleiding voor de centrering verschaft.

Volgens een verdere voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding is de afstandhouder gevormd uit een plaatdeel, in het bijzonder een enkel plaatdeel, omvattende een veelheid van die binnensegmenten en een veelheid van die 20 buitensegmenten, waarbij de binnen- en buitensegmenten bij de tangentiële einden via een vouwlijn overgaan in een genoemd radiaal segment. Een dergelijke afstandhouder laat zich door vouw-, buig- en stanshandelingen eenvoudig uit een plaatdeel, in het bijzonder een strookvormig plaatdeel, vervaardigen. De binnensegmenten en buitensegmenten kunnen daarbij op eenvoudige wijze een aan de buitenomtrek van de 25 binnenbuis respectievelijk binnenomtrek van de buitenbuis aangepast tangentieel verlopend strook plaatmateriaal omvatten. De ten opzichte van de axiale hartlijn van de afstandhouder toelopende vlakken zijn eenvoudig met een geschikte stansmatrijs te verkrijgen. Zoals de vakman duidelijk zal zijn laat een en ander zich eenvoudig in een gecombineerde stans/vouwmatrijs realiseren, in het bijzonder middels een stapsgewijs 30 proces waarbij men het plaatdeel, als het ware in tangentiële richting de processtappen doorlopend, de vorm geeft die uiteindelijk gewenst is.

Op voordelige wijze zal een van de binnensegmenten uit twee delen bestaan. Dit verschaft de mogelijkheid om de afstandhouder open te buigen en/of in omtrek te 1022192 I verkleinen ten behoeve van montage in de buitenbuis. Een verder voordeel is dat een dergelijke afstandhouder zich eenvoudig uit een strook plaatmateriaal laat vormen.

Volgens een verder voordelige uitvoeringsvorm zijn de twee delen waaruit dat gedeelde binnensegment is gevormd middels verbindingsmiddelen onderling I 5 koppelbaar. Dergelijke verbindingsmiddelen kunnen op velerlei wijze zijn uitgevoerd.

I Men kan bijvoorbeeld denken aan klemschnallen. Een zeer eenvoudige uitvoering I voorziet in een aan het ene deel van het gedeelde binnensegment voorziene lip en een I aan het andere deel van het gedeelde binnensegment voorziene sleuf waarin die lip op I verankerende wijze is te steken.

I 10 Het is volgens de uitvinding verder van voordeel wanneer het tenminste ene I buitensegment telkens een tangentieel verlopend deel voor aanligging langs het I inwendige van de buitenbuis omvat. Aldus wordt een stabiele positionering van de afstandhouder ten opzichte van de buitenbuis mogelijk. Op overeenkomstige wijze is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer het ten minste ene binnensegment 15 telkens een tangentieel verlopend deel voor aanligging langs het uitwendige van de binnenbuis omvat.

I Ten behoeve van axiale evenals ook tangentiële fixering van de afstandhouder ten opzichte van de binnenbuis en/of buitenbuis is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer het ten minste ene binnensegment en/of tenminste ene buitensegment een I 20 uitsparing omvat en wanneer de binnenbuis respectievelijk buitenbuis een in die I uitsparing opneembare uitstulping omvat.

De onderhavige uitvinding zal in het navolgende aan de hand van een in de I tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht. Hierin toont:

Figuur 1 in perspectivisch aanzicht een afstandhouder volgens een eerste I 25 uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Figuur 2 een aanzicht op de afstandhouder volgens fig. 1 in de richting volgens pijl II; echter in gemonteerde toestand met binnenbuis en buitenbuis in doorsnede;

Figuur 3 een zijaanzicht op de afstandhouder volgens figuur 1 uit de richting van I pijl ui; 30 Figuur 4 een aanzicht op een opengelegde afstandhouder volgens figuur 1;

Figuur 5 als detail een langsdoorsnedeaanzicht V (fig. 2) van de afstandhouder I volgens fig. 1 in gemonteerde toestand; I 1022192 5

Figuur 6 een overeenkomstig doorsnedeaanzicht als fig. 5, echter met een andere uitvoeringsvorm van de afstandhouder volgens de uitvinding.

De in de figuren 1,2, 3 en 4 getoonde afstandhouder is opgebouwd uit een strook plaatmateriaal. In de strook plaatmateriaal worden bij het vormen van de afstandhouder 5 vouwlijnen 11 t/m 23 gevormd die telkens aansluitende segmenten van het omvattingsdeel van de afstandhouder begrenzen. Het omvattingsdeel omvat drie binnensegmenten 1,2, 3. Hiervan is het binnensegment 3 opgebouwd uit twee delen, te weten 3a en 3b. Het omvattingsdeel omvat verder drie buitensegmenten 4, 5 en 6. Buitensegment 4 is met binnensegment 1 verbonden via een radiaal segment 7.

10 Buitensegment 4 is verder via een radiaal segment 8 verbonden met het binnensegment 2. Op overeenkomstige wijze verbinden radiale segmenten 24 en 25 het buitensegment 6 met binnensegment 2 respectievelijk 3 a en verbinden radiale segmenten 9 en 10 het buitensegment 5 met binnensegment 1 respectievelijk binnensegment deel 3b. Aan het eind van binnensegment deel 3a is een lip 26 met insnoering 27 gevormd. Aan het eind 15 van binnensegmentdeel 3b is een rondvouwlijn 23 radiaal naar buiten te buigen lip 28 met een T-vormige uitsparing voorzien. Door het brede gedeelte van de T-vormige uitsparing 29 laat zich het brede gedeelte van de lip 26 steken, waarna het ingesnoerde gedeelte 27 van de lip in het smallere gedeelte van de T-vormige uitsparing 29 komt te liggen ter verankering. Deze verbinding van de binnensegmentdelen 3 a en 3b is in het 20 bijzonder in figuren 2 en 3 veraanschouwelijkt.

Overeenkomstig de uitvinding is elk radiaal segment 7, 8, 9, 10, 24,25 voorzien van een schuin vlak 30.

De afstandhouder, in zijn geheel aangeduid met het verwijsnummer 50, laat zich rond een binnenbuis 51 monteren en in een buitenbuis 52. De radiale segmenten 7, 8,9, 25 10,24 en 25 zorgen daarbij dan voor een radiale positionering van de binnenbuis ten opzichte van de buitenbuis. Teneinde de buitenbuis 52 tangentieel ten opzichte van de afstandhouder 50 te fixeren is de afstandhouder 50 in een buitensegment 4 voorzien van een uitsparing 31 en is de buitenbuis 52 voorzien van een in die uitsparing 31 passende indeuking 32. Dit is in fig. 5 veraanschouwelijkt. Teneinde op een dergelijke wijze 30 gelijktijdig een axiale fixering te realiseren zou men de uitsparing 31, zoals met streeplijnen in het buitensegment 6 is aangegeven als gat 33 kunnen uitvoeren. Op overeenkomstige wijze is ook een tangentiële en/of axiale fixering van de afstandhouder 50 aan de binnenbuis 51 mogelijk. Axiale fixeringen van de i 0 L L 1 9 & 6 afstandhouder ten opzichte van de binnenbuis 51 en/of buitenbuis 52 zijn ook realiseerbaar door een uitstulping op het uitwendig oppervlak van de binnenbuis respectievelijk een uitstulping op het inwendig oppervlak van de buitenbuis welke een axiale aanslag vormt voor de afstandhouder 50. Een voorbeeld hiervan is aangegeven in 5 fig. 5, welke een ringvormige omtreksuitstulping 34 toont op de binnenbuis. Aan de binnenzijde is die binnenbuis 51 aldaar voorzien van een afdichtring 35. De afdichtring 35 maakt een luchtdichte afdichting op een in de binnenbuis 51 te steken pijpdeel mogelijk.

Figuur 6 toont een variant van een afstandhouder 50, namelijk afstandhouder 60. 10 Het verschil tussen afstandhouder 50 en afstandhouder 60 is dat de richting van de schuine vlakken 30 van afstandhouder 50 thans is omgekeerd. De schuine vlakken 30 zijn in fig. 6 aangeduid als omgekeerde schuine vlakken 65. De axiale hartlijn 40 uit fig. 5 is in fig. 6 aangeduid met 66. In fig. 6 is verder de binnenbuis aangeduid met 61 en de buitenbuis met 62. Het in de doorsnede van de fig. 6 zichtbare radiale segment is 15 aangeduid met 64 en het in fig. in doorsnede zichtbare buitensegment is aangeduid met 63. Een binnensegment is in fig. 6 niet zichtbaar omdat dit achter het radiale segment 64 ligt.

Bij het monteren van een binnenbuis in een buitenbuis biedt de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 voordeel indien men de afstandhouder eerst op de binnenbuis monteert 20 en vervolgens het samenstel van binnenbuis en afstandhouder in de buitenbuis steekt. De schuine vlakken 30 zullen de buitenbuis dan vanzelf ten opzichte van de binnenhuis centreren. De uitvoeringsvorm volgens fig. 6 biedt voordeel wanneer men de afstandhouder eerst in de buitenbuis monteert en vervolgens het samenstel van afstandhouder 60 en buitenbuis 62 over een binnenbuis 61 steekt (of anders gezegd de 25 binnenbuis 61 in genoemd samenstel steekt). Geheel los van de montagevolgorde van binnenhuis ten opzichte van buitenbuis bieden de schuine vlakken 30 en 65 van de afstandhouders 50 en 60 ook een groot voordeel bij het doorkoppelen met een verdere binnenbuis/buitenbuis samenstel 70, 80 (zie fig. 5 en 6). Verwijzen naar fig. 5 zal de buitenbuis van het binnenbuis/buitenbuis samenstel 70 namelijk langs de schuine 30 vlakken 30 geleid worden om tot een kopse aanligging te komen op buitenbuis 52, terwijl tegelijkertijd de binnenbuis van het samenstel 70 met een daartoe vernauwd einddeel in de binnenbuis 51 komt te steken. Afdichting van de buitenbuis van het samenstel 70 op de buitenbuis 52 kan dan zoals conventioneel bekend plaatsvinden 1022192 7 middels een afdichttape of een van afdichtingen voorziene knelring. Op overeenkomstige wijze biedt de afstandhouder 60 in wezen hetzelfde voordeel. Hier zal de binnenhuis van het samenstel 80 geleiding vinden op de schuine rand 65 om aldus in de binnenhuis 61 te geraken met het vernauwde insteekdeel, terwijl tegelijkertijd de 5 buitenbuis van het samenstel 80 tot kopse aanligging zal komen op de buitenbuis 62. Het moge duidelijk zijn dat de buitenbuizen van de samenstellen 70 en 80 ook van een verwijd einddeel zouden kunnen zijn voorzien dat om het einddeel van de buitenbuis 52 respectievelijk 62 heen grijpt.

I 02? 192

Claims (9)

1. Samenstel van een binnenbuis, een buitenbuis en een afstandhouder voor het I onderling positioneren van die binnenbuis en die buitenbuis, terwijl ze in elkaar I 5 gestoken zijn, waarbij de afstandhouder omvat een omvattingsdeel voor het rondom I omvatten van de binnenbuis, waarbij het omvattingsdeel omvat: · tenminste een binnensegment aangrijpend op het uitwendige van de binnenbuis; · tenminste een buitensegment aangrijpend op het inwendige van de 10 buitenbuis, en I · tenminste drie zich tussen het tenminste ene binnensegment en het tenminste ene I buitensegment uitstrekkende radiale segmenten, welke over de omtrek van het I omvattingsdeel verdeeld zijn aangebracht, waarbij de radiale segmenten, in axiale I richting beschouwd, een naar de axiale hartlijn toe toelopend, in het bijzonder taps 15 toelopend, vlak omvatten, met het kenmerk, dat de afstandhouder is voorzien op een uiteinde van de binnenbuis met de toelopende vlakken van de radiale segmenten gekeerd naar dat uiteinde alsmede I is voorzien in een uiteinde van de buitenbuis, en dat de toelopende vlakken van de radiale segmenten buiten de buitenbuis of buiten de binnenbuis liggen. I 20

2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij de toelopende vlakken van de radiale I segmenten radiaal naar buiten gekeerd respectievelijk radiaal naar binnen gekeerd zijn.

3. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de radiale I 25 segmenten gelijkmatig over de omtrek van het omvattingsdeel verdeeld zijn aangebracht.

4. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afstandhouder is I gevormd uit een plaatdeel, in het bijzonder een enkel plaatdeel, omvattende een I 30 veelheid van die binnensegmenten en een veelheid van die buitensegmenten, welke I binnen- en buitensegmenten bij de tangentiële einden daarvan via een vouwlijn I overgaan in genoemd radiaal segment. I 1022192 ' 9

5. Samenstel volgens conclusie 4, waarbij een van de binnensegmenten uit twee delen bestaat.

6. Samenstel volgens conclusie 5, waarbij die twee delen middels 5 verbindingsmiddelen onderling koppelbaar zijn.

7. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het tenminste ene buitensegment telkens een tangentieel verlopend deel aanliggend langs het inwendige van de buitenbuis omvat. 10

8. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het tenminste ene binnensegment telkens een tangentieel verlopend deel aanliggend langs het uitwendige van de binnenbuis omvat.

9. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het tenminste ene binnensegment en/of tenminste ene buitensegment een uitsparing omvat en waarbij de binnenbuis respectievelijk buitenbuis een in die uitsparing opneembare uitstulping omvat. 20 1022 I 9 ,·" i