NL8003258A - Afdichting voor toepassing bij met mof- en spieeende in elkaar te steken buizen. - Google Patents

Description

VO 621

Afdichting voor toepassing tij met mof- en spieëinde in elkaar te steken txdzen.

:: - De uitvinding heeft betrekking op een afdichting voor - _ toepassing tij met mof- en spieëinde in elkaar te steken huizen» : * · ' · meteen in de mof aangetracht, uit een elastomeer materiaal ver vaardigde afdichtingsmanchet.

5 -- Onder met mof- en spieëinde in elkaar te steken huizen · - —-—worden in deze aanvrage verstaan alle tuisvertindingen, waarbij. een buiseinde (spieëinde) kan worden gestoken in een wijder buisgedeelte (mof). Deze mof kan zijn het verwijde uiteinde of een zijwaartse aftakking van een andere tuis oiWel een hulpstuk, ---- -: 20 : zoals een koppelmof of een T-stuk, waarop twee of meer buizen--, aansluittaar zijn.

Om te verhinderen, dat men de tij het vertinden van tui-, zen, zoals rioleringsbuizen, eventueel optredende moeilijkheden ondervangt door de afdichtingsmanchet te verwijderen om aldus 15 het koppelen te vergemakkelijken, is voorgeschreven, dat voor - het verwijderen van de manchet uit de mof een bepaalde minimum-kracht nodig is (DIN 1230). Om dit te bereiken wordt de manchet in de mof gelijmd of hierin met behulp van een tussen de mof en de manchet aangebrachte verhardende gietmassa vastgezet. Beide 20 methoden zijn vrij arbeidsintensief en dus duur. Het lijmen heeft bovendien nog het bezwaar, dat de manchet vooraf een voorbehandeling met een aggressieve stof, zoals zwavelzuur, moet ondergaan om het materiaal van de manchet geschikt te maken voor de verlijming.

25 Verder is het bekend om bij buizen, die met een geringe maattolerantie kunnen worden vervaardigd, zoals kunststofbuizen, de manchet vast te zetten met behulp van een om de mof grijpende snapring.

800 32 58 - 2 -

De, uitvinding vóórziet in een constructie, waarbij een goede verankering van de manchet in de mof wordt verkregen zonder dat hiervoor extra bewerkingen, zoals verlijmen of het ingieten van een verhardende massa, nodig zijn.

. 5 - Daartoe is de manchet voorzien van een injradiale richting - - . 'verend element, een en ander zodanig, dat de afdichting na mon- . tage in de mof door de radiale veerkracht van dit element in de mof wordt vast geklemd.

____ . ... Het verende element wordt bij het monteren van de afdichting _ -IQ i -in de mof elastisch ingedrukt, zodat de afdichting zich na de - • montage steeds onder een radiale voorspanning in de mof bevindt.

De. afmetingen van het element worden zodanig gekozen, dat ook in het geval, dat de mof de in verband met de bij de vervaardiging van de buizen toegepaste maattolerantie maximale binnendiameter X5 heeft, de radiale voorspanning nog zo groot is, dat de wrijvings-weerstand, die moet worden overwonnen om de manchet uit de mof te verwijderen, groter is dan de kracht, die volgens de voorschriften minimaal is voorgeschreven.

Het verende element bestaat bij vooikeur uit een bus,, welke 20 is voorzien van evenwijdig aan de hartlijn van de bus lopende golven of insnijdingen. Deze uitvoering heeft het voordeel, dat een goeds centrering van de buizen bij het koppelen wordt verkregen. Ook bij het koppelen van zware buizen is de voor het monteren benodigde kracht betrekkelijk klein, doordat bij het in-25 brengen van het spieêinde van de ene buis in de mof van de andere buis dit spieêinde over het binnenoppervlak van de bus glijdt.

De bus is bij voozkeur voorzien van een kraag, welke door zich over de? gehele breedte van de kraag uitstrekkende insij-dingen is verdeeld in segmenten. Hierdoor is het mogelijk de af-30 dichting mechanisch te monteren, waarbij de kraag enerzijds dient als drukvlak voor de stempel van een pers en als aanslag voor het begrenzen van de afstand, waarover de afdichting in de mof wordt gedrukt en anderzijds vooikomt, dat bij het in de mof steken van 800 3 2 58 VT «ΓΓ 1M-~lLWT'~ - -·-----... - · " - —^- . »- --- - 3 - het spieëinde van een huis de afdichting door dit spieëinde wordt meegenomen.

De afdichtingsmanchet wordt tij deze uitvoering hij voor--keur voorzien van een flens, waarin verdiepingen zijn aange-5 --bracht voor het opnemen van de segmenten van de kraag van de bus.

----- - - - Bij toepassixg van een van golven voorziene bus kunnen de _ -- -: : -insnijdingen in de kraag liggen in radiale vlakken, gaande door - - de toppen van de naar buiten gerichte golven. De segmenten, - — - - - - —waarin de kraag door de insnijdingen is verdeeld, sluiten dan .

- " ίο - aan op het verbindingsstuk tussen deze golven. Bij toepassing — -i. van een van insnijdingen voorziene bus lopen de insnijdingen in .. _______ ~r . de kraag door tot tussen de insnij dingen in de bus. - - - _

Bij toepassing van een van golven voorziene bus wordt een -goede verbinding tussen de bus en de af di chtingsmanchet ver-- 15 kregen wanneer de naar buiten gerichte golven steken in openingen of nissen in de wand van de manchet.

De bus kan ter bevestiging van de manchet ook zijn voorzien van nokken, die steken in verdiepingen in het binnenoppervlak van de manchet. Verder kan de manchet met een uiteinde geklemd zijn 20 tussen de bus en een in radiale richting verend uitgevoerde op de bus bevestigde ring. De onderdelen van de afdichting worden dan ook bij elkaar gehouden wanneer zij nog niet in de mof gemonteerd zijn.

Door de afdichting onder radiale voorspanning in de mof is 25 gemonteerd, is zij ongevoelig voor maat afwijkingen van de buizen binnen de tolerantiegrenzen.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: fig. 1 een perspectief aanzicht van een deel van de verende 30 "bus; fig. 2 een perspectief aanzicht van een deel van de af di chtingsmanchet ; fig. 3 een langs doorsnede van de afdichting in gemonteerde toestand bij buizen, waarbij de. speling tussen mof en spie mini- 800 32 58 O '* - k - maal is; fig. U een langs doorsnede van deze afdichting, waarbij de speling tussen mof en spie maximaal is; £Lg. 5 een perspectief aanzicht van een deel van de verende 5 bus in gewijzigde uitvoering; . fig. 6 een perspectief aanzicht van een snapring, toegepast bij de uitvoering volgens fig. 5» fig. T een perspectief aanzicht van een bij de uitvoering volgens fig. 5 toegepaste afdichtingsmanchet; 10 fig. 8 een langs doorsnede van de afdichting volgens de fig.

5-7 in gemonteerde toestand bij buizen, waarbij de speling tussen mof en spie minimaal is; en fig. 9 een langs doorsnede van de afdichting volgens fig. 8, waarbij de speling tussen mof en spie maximaal is.

15- Het in de figuren weergegeven afdichtingselement bestaat uit een afdichtingsmanchet 1 en een radiaal verend element 2. De afdichtingsmanchet 1 is vervaardigd uit een elastomeer materiaal, zoals rubber, en het verende element 2 uit een elastisch materiaal, zoals staal of een thermoplastische kunststof, bij-20 voorbeeld polypropeen. Het verende element 2 bestaat uit een in de man diet stekende bus 3, welke is voorzien van een kraag U.

In de uitvoering volgens fig. 1 t/m 4 is de bus in dwarsdoorsnede gegolfd en de kraag voorzien van insnijdingen 5» die zich over de gehele breedte van de kraag uitstrekken en deze ver-25 delen in segmenten 6. De naar buiten stekende golven 7 bevinden zich met de toppen in hetzelfde radiale vlak als de insnijdingen 5 in de kraag U. De segmenten 6 zijn met de verbindingsstukken 8 tussen de golven van de bus verbonden (fig. l)·

De afdichtingsmanchet bestaat uit een cilindrisch deel 9» dat 30 aan het ene uiteinde is voorzien van een flens 10, waarin zich verdiepingen 11 bevinden voor het opnemen van de segmenten 6 van . de kraag, en aan het andere uiteinde van een hamerkopvormige afdichting 12. In het cilindrische deel zijn nissen of openingen 13 aangebracht (fig. 2).

803 3 2 58 jUwi:Éi:^]itj|ar^-1Trf| —·. - ------------·» ·· ----- - ........................ ....... ....... - — - , ·*.— - · .. . .

- 5 -

Het element 2 en de mamchet 1 worden in afzonderlijke matrijzen vervaardigd, en daarna aan elkaar "bevestigd door de manchet 1 zoTer over de bus 3 te schuiven tot de golven 7 in de nissen of openingen 13 steken en de segmenten 6 in de verdie-____.--..-5 . -pingen 11 komen te liggen. Het aldus verkregen afdichtingselement - . -.-wordt in de mof lU van een buis 15 gebracht, hetgeen mechanisch . .

:-: -kan geschieden met behulp van een pers, waarbij de kraag k als ..

I - λ -drukvlak voor de stempel van de pers dient. De afmetingen van de- .

bus 3 zijn zodanig gekozen, dat de bus bij het in de mof lU IQ' brengen van het afdichtingselement 1-2 in radiale lichting wordt .

: . .. ingedrukt. Door de elastische meegevendheid van de bus 3 in ra-- . .. t..

.. £ -- r _ . -diale richting zal het afdichtingselement dan steeds, onafhanke- - :... .

* - "--'lijk van de binnen diameter van de mof binnen de bij de ’vervaar- :-.----diging van de buis 15 toegepaste maattoleranties zodanig in de 15 mof 1¼ zijn geklemd, dat het slechts bij uitoefening van een zeer - - grote .axiale kracht uit de mof kan worden verwijderd. De voor.het. - verwijderen van het afdichtingselement 1-2-benodigde kracht kan nog worden vergroot door de mof ik te voorzien van een rondlopende groef en de golftoppen 7 van nokken, die in gemonteerde toe-20 stand in deze groef steken of door de wand van de nissen 13 van de afdichtingsmanchet plaatselijk in deze groef drukken.

In de mof wordt het spieëinde van een buis 16 gestoken.

Het spieëinde wordt hierbij door de bus 3 gecentreerd. Bij het in-brengen van het spieëinde behoeft aanvankelijk alleen de wrij-25 vingsweerstand bij het glijden over het hinnenoppervlak van de bus 3 te worden overwonnen en pas in laatste instantie de betrekkelijk geringe weerstand nodig om het hameikopvormige afdich-tingsdeel 12 naar buiten om te buigen.

Fig. 3 toont de buizen in gemonteerde toestand, waarbij de 30 speling tussen mof en spieëinde minimaal is en fig. 4 de situatie, waarbij deze speling maximaal is. In beide gevallen ligt de afdichting 1-2 door de elastische bus 13 onder voorspanning tegen het hinnenoppervlak van de mof ik aan en past de diameter van de bus 3 met kraag k zich aan de binnendiameter van de mof 800 32 58 0 - 6 - ik aan.

In het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 5 t/m 9 is de bus 3 voorzien van insnijdingen 17, die zich vanaf het vrije uiteinde van de bus in axiale richting uitstrekken tot nabij de kraag k.

5 In de kraag 1* bevinden zich radiale insnijdingen l8, die vanaf . .. . . de buitenomtrek van de kraag tot tussen de insnijdingen 17 in de . - . ._bus 3 doorlopen. De bus 3 is hierdoor evenals in de uitvoering - .....

. . volgens‘fig. 1 t/m U in radiale richting elastisch indrukbaar.

De bus 3 is verder aan het vrije uiteinde voorzien van naar bui-10 - ten stekende nokken 19, die snappen in een ringvormige groef 20 in-het binnenoppervlak van de af di chtingsmanchet 1. Ha het aan- ....

-^brengen van de manchet 1 op de bus 3 kan op het buitenoppervlak van de manchet 1 een snapring 21 worden aangebracht. Deze is aan het ene uiteinde voorzien van een naar binnen stekende rand 22, 15 die in een op het buitenoppervlak van de manchet aangebrachte groef 23 snapt en aan het andere uiteinde van ruggen en groeven 2U, die in overeenkomstige groeven en ruggen 25 op het buitenoppervlak van de bus 3 snappen. Op deze wijze wordt ook bij deze uitvoering in ongemonteerde toestand een goede verbinding tussen 20 de manchet 1 en de bus 3 verkregen. De af di chtingsmanchet 1 bezit bij deze uitvoering een cilindrisch verlengstuk 26, dat na montage van de buizen door de hamerkop 12 tegen het binnenoppervlak van de mof lU wordt gedrukt. De snapring 21 is eveneens in radia-le richting elastisch vervormbaar ten gevolge van de axiaal 25 aangebrachte insnijdingen 27 en 28.

¥ 800 32 58

Claims (8)

1. Afdichting voor toepassing hij met mof- en spieêinde in elkaar - .te steken buizen, met een in de mof aangebrachte, uit een elastοι .~meer materiaal vervaardigde afdichtingsmanchet, met het kenmerk,.. . 1____- r - dat de manchet (l) is voorzien van een in radiale richting verend ~ -5 .· element (2), een en ander zodanig, dat de afdichting na montage - - . - in de mof (lU) door de radiale veerkracht van dit element (2) in de mof wordt vast geklemd. .- r-: . . T.: Afdichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het veren- _de element (2) bestaat uit een bus (3), welke is voorzien van. . ·.: — ;io 'evenwijdig aan de hartlijn lopende golven of insnijdingen (?). . ..

3. Afdichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de bus (3) is voorzien van een kraag (l·), welke door zich over de - -gehele breedte van de kraag uitstrekkende insnijdingen (5) is . .. verdeeld in segmenten (6).

15 U. Afdichting volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de manchet (l) is voorzien van een flens (10), waarin verdiepingen * (ll) zijn aangebracht voor het opnemen van de segmenten (6) van de kraag (4) van de bus (3).

5. Afdichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat bij toe-20 passing van een van golven (?) voorziene bus (3) de insnijdingen (5) in de kraag (4) liggen in radiale vlakken door de stoppen van de naar buiten gerichte golven (7).

6. Afdichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat bij toepassing van een van insnijdingen (l7,l8) voorziene bus (3) de 25 insnijdingen (l8) in de kraag (¾) doorlopen tot tussen de insnijdingen (l?) in de bus. ?. Afdichting volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat bij toepassing van een van golven (?) voorziene bus (3) de naar buiten gerichte golven (7) steken in openingen of nissen (13) in de 30 wand van de manchet (l).

8. Afdichting volgens een of meer der conclusies 1-7, met het 800 3 2 58 - 8 - kenmerk, dat de bus (3) ia voorzien van nokken (l9), die steken in een groef (20) in het binnenoppervlak van de manchet (l).

9. Afdichting volgens een of meer der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de manchet (l) met een uiteinde geklemd is tussen de 5- bus (3) en een in radiale richting verend uitgevoerde op de bus (3)· bevestigde ring (21).

10. Mof-spieverbinding tussen twee buizen, gekenmeikt door een _ - - . radiale voorspanning in de mof aangebrachte afdichting volgens een der conclusies 1-9· j 800 32 58