NL1022161C2 - Urologisch instrument voor het beoordelen van een urinestroom. - Google Patents

Description

V

Urologisch instrument voor het beoordelen van een urinestroom

De uitvinding heeft betrekking op een urologisch instrument voor het beoordelen van een urinestroom, omvattende een aan haar bovenzijde open opvangorgaan voor de urine welke tevens aan haar onderzijde open is en uitmondt in een urine-5 geleider die voorzien is van eerste indicatormiddelen voor het beoordelen van de hoegrootheid van de urinestroom.

Een dergelijk instrument is bekend uit het Nederlands octrooi NL-A-1015080.

Het bekende instrument is uitgevoerd met een trech-10 tervormig opvangorgaan waarop de urinegeleider aansluit. Deze urinegeleider kan aan haar onderzijde een uitstroomopening bezitten, terwijl de zijwand van de geleider voorzien is van een aantal regelmatig verdeelde uitstroomopeningen. Uitstroom uit deze openingen is maatgevend voor het debiet van de inge-15 brachte urinestroom.

Een nadeel van het bekende instrument is dat deze niet geschikt is voor het meten van de hoeveelheid van de ingebrachte urinestroom.

Een verder nadeel is dat de praktische bruikbaarheid 20 van het bekende instrument in een moderne ziekenhuisomgeving, dan wel in de eigen omgeving van de patiënt niet op gelijke hoogte staat met de eenvoud van het bekende instrument en de lage kosten waarmee dit vervaardigbaar is.

Met de uitvinding is beoogd deze problemen van het 25 bekende instrument tegen te gaan en voordelen te bereiken die uit het navolgende duidelijk zullen worden.

In een eerste aspect van de uitvinding is het urologisch instrument er daartoe door gekenmerkt dat op de urinegeleider aan een uiteinde tegenover het opvangorgaan een ver-30 zamelzak voor de urine aansluit die voorzien is van een af-sluitorgaan die een normaal-gesloten positie bezit, en welke verzamelzak is voorzien van tweede indicatormiddelen voor de hoeveelheid van de urinestroom.

Op deze wijze kan eenvoudig niet alleen het debiet 35 van de urinestroom worden gemeten, maar is het tevens moge-lijk om de hoeveelheid urine te meten die als basis dient i * _ .

voor de met het instrument uit te voeren meting. Na het meten I van deze hoeveelheid van de urinestroom kan door bediening I van het afsluitorgaan de verzamelzak geleegd worden.

I In een verder aspect van de uitvinding is het in- I 5 strument er echter door gekenmerkt dat dit is uitgevoerd als I verbruiksmiddel dat voorzien is van een gebruiksgerede stand I en een opslagstand, waarbij het instrument in hoofdzaak uit buigzaam materiaal is gevormd zodat in de opslagstand het op- vangorgaan, de urinegeleider en de verzamelzak op elkaar ge- I 10 vouwen kunnen zijn en in de gebruiksgerede stand in eikaars verlengde kunnen zijn geplaatst. Een dergelijk als verbruiks- middel uitgevoerd instrument leent zich zeer goed voor ge- I bruik in een moderne omgeving zoals een professioneel geou- tilleerd ziekenhuis. Het op deze wijze uitgevoerde instrument I 15 is bovendien zeer geschikt voor thuisgebruik. Na gebruik van het instrument voor de meting van de hoegrootheid en de hoe- veelheid van de urinestroom kan de verzamelde urine uit de verzamelzak verwijderd worden door bediening van het afsluit- orgaan en is het instrument gereed voor afvoer met het zie- 20 kenhuisafval respectievelijk het huisvuil.

Teneinde betrouwbare en reproduceerbare metingen te kunnen garanderen is het in een verder aspect van de uitvin- ding wenselijk dat het urologisch instrument voorzien is van H een niet-herstelbare verbreeksluiting voor het houden van het 25 instrument in de opslagstand, waarbij slechts na verbreken H · van de verbreeksluiting het instrument in de gebruiksgerede stand kan worden gebracht.

Het urologisch instrument volgens de uitvinding laat zich daarbij geschikt zo uitvoeren dat in de opslagstand het 30 opvangorgaan en/of de verzamelzak de urinegeleider aan de zijde van de eerste indicatormiddelen afdekt.

H De uitvinding zal in het navolgende verder worden H toegelicht aan de hand van de tekening.

H In de tekening toont: 35 - figuur 1 het urologisch instrument volgens de uit- H vinding in de opslagstand H - figuur 2 het urologisch instrument volgens de uit- vinding in gebruiksgerede stand aan de voorzijde, en - figuur 3 het urologisch instrument volgens de uit- vinding in gebruiksgerede stand aan de achterzijde.

In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers verwijzen naar dezelfde onderdelen.

I 5 Verwijzend nu eerst naar figuur 1 wordt het urolo- gisch instrument 1 volgens de uitvinding in de opslagstand I getoond. Dit instrument 1 is voorzien van een niet- I herstelbare verbreeksluiting in de vorm van een lostreklip 2.

I Na het verwijderen van deze lostreklip 2 kan het urologisch I 10 instrument 1 gebracht worden in de gebruiksgerede stand zoals I de pictorials 3 en 4 tonen.

I De gebruiksgerede stand is verder getoond in de fi- I guren 2 en 3. In deze figuren is te zien dat het instrument 1 I van de in figuur 1 getoonde opgevouwen opslagstand gebracht 15 is in een uitgevouwen gebruiksgerede stand.

I Het instrument 1 omvat ten behoeve van haar meet- I functie aan de bovenzijde een open opvangorgaan 5 voor ont- I vangst van de urine waaraan een hoegrootheidsmeting van het debiet en een hoeveelheidsmeting dient te worden verricht.

I 20 Dit opvangorgaan 5 is aan haar onderzijde tevens open uitge- I voerd en mondt uit in een urinegeleider 6 die voorzien is van de in figuur 2 getoonde eerste indicatormiddelen 7 die dienen I voor het kunnen beoordelen van de hoegrootheidsmeting van de I urinestroom. De wijze waarop dit geschiedt is uitvoerig toe- I 25 gelicht in het Nederlands octrooi NL-A-1015080 waarvan de in- I houd hierin door verwijzing geacht is te zijn opgenomen. De in genoemd Nederlands octrooi beschreven werking van het instrument is aan de vakman geheel bekend en behoeft geen verdere toelichting op deze plaats.

30 Op de urinegeleider 6 sluit voorts aan het uiteinde dat ligt tegenover het opvangorgaan 5 een verzamelzak 8 aan voor het opvangen van de urine waarmee de zojuist bedoelde debietmeting (hoegrootheid) van de urinestroom heeft plaatsgevonden. Deze verzamelzak 8 is bij voorkeur aan haar onder-35 zijde voorzien van een afsluitorgaan 9 die een normaal- gesloten positie bezit. Door bediening van dit afsluitorgaan 9 kan de verzamelzak 8 geleegd worden.

Figuur 2 toont verder dat de verzamelzak 8 aan haar 1 022 1 R1 - Η I voorzijde is voorzien van tweede indicatormiddelen 10 voor het meten van de hoeveelheid van de urinestroom.

I Uit dé hiervoor gegeven toelichting zal duidelijk zijn dat het instrument 1 bij voorkeur als verbruiksmiddel is 5 uitgevoerd, waarbij het voordelig is dat deze in hoofdzaak I uit buigzaam materiaal is gevormd. Dit biedt de mogelijkheid H dat het urologisch instrument 1 eenvoudig van de in figuur 1 I getoonde opslagstand waarin het opvangorgaan 5, de urinege- leider en de verzamelzak 8 op elkaar gevouwen zijn, gebracht 10 kan worden naar de in figuur 2 en 3 getoonde gebruiksgerede stand waarin deze onderdelen in eikaars verlengde zijn ge- plaatst.

H Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de beschermingsom- vang die aan de navolgende conclusies toekomt, bepaald wordt 15 door slechts de inhoud van deze conclusies voorzover deze het wezen van de uitvinding betreffen zoals dat uit de voorgaande beschrijving, de tekeningen of het verleningsdossier kan H blijken.

r\\ r·

Claims (4)

1. 2. Urologisch instrument (l) volgens conclusie 1, I met het kenmerk, dat het instrument is uitgevoerd als ver- 15 bruiksmiddel dat voorzien is van een gebruiksgerede stand en I een opslagstand, waarbij het instrument (1) in hoofdzaak uit buigzaam materiaal is gevormd zodat in de opslagstand (fig. I 1) het opvangorgaan (5), de urinegeleider (6) en de verzamel- I zak (8) op elkaar gevouwen kunnen zijn en in de gebruiksgere- I 20 de stand (fig. 2,3) in eikaars verlengde kunnen zijn ge- I plaatst.
2. 3. Urologisch instrument (1) volgens conclusie 2, I met het kenmerk, dat deze voorzien is van een niet- I herstelbare verbreeksluiting (2) voor het houden van het in- 25 strument in de opslagstand (fig. 1), en dat slechts na verbreken van de verbreeksluiting (2) het instrument in de gebruiksgerede stand (fig. 2,3) kan worden gebracht.
3. 4. Urologisch instrument (1) volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat in de opslagstand het opvangorgaan 30 (5) en/of de verzamelzak (8) de urinegeleider (6) aan de zij de van de eerste indicatormiddelen (7) afdekt.
4. 5. Urologisch instrument (l) volgens de inhoud van een der voorgaande conclusies, gekenmerkt door het wezen der uitvinding zoals blijkt uit de voorgaande beschrijving en/of 35 de tekeningen en/of het verleningsdossier.