NL1022130C1 - Remlichtindicatie. - Google Patents

Description

Remlichtindicatie

Tijdens het rijden in een file moet er vaak worden geremd. In H veel gevallen is de snelheid van de (dicht op elkaar) rijdende 5 voertuigen hoger dan misschien verantwoord zou zijn. Na de introductie van het derde remlicht, dat overigens nog lang niet I op ieder voertuig is aangebracht is het aantal kop- I staartbotsingen enigszins afgenomen. Het derde remlicht treedt I tezamen met de twee andere remlichten pas in werking als het I 10 rempedaal wordt ingedrukt. De achterop komende automobilist die I reageert op het oplichten van de remlichten heeft in de tussentijd al weer enkele tientallen meters afgelegd.

15 De uitvinding heeft betrekking op een meet- en regelunit die in een bewegend voorwerp (voertuig /vaartuig) is aangebracht, waarbij de vertragingen en ook de versnellingen worden geregistreerd. Deze snelheidsveranderingen worden indirect gemeten door een acceleration sensor met een capacitive 20 detection. De grootte van het sensorsignaal dat daarbij ontstaat is in directe relatie met de versnelling / vertraging. Het afgegeven sensorsignaal kan eenvoudig elektronisch worden omgezet in een optisch en / of een akoestisch waarschuwingssignaal en kan op de volgende wijzen worden 25 toegepast. Vertragen: Wanneer de bestuurder van een voertuig hard remt,is het sensor signaal sterker en worden de remlichten met een hogere lichtopbrengst zichtbaar voor de achterop komende weggebruikers dan wanneer er slechts zachtjes wordt geremd. Versnellen: De acceleration sensor registreert bij snel 30 optrekken een andere versnelling dan bij kalm optrekken.

Overschrijding van een bepaalde vooraf vastgelegde versnelling gaat gepaard met een akoestisch signaal of met een optisch signaal (of beide). Natuurlijk kan er ook een relatie zijn met de grootte van het sensorsignaal : snel optrekken ,oplichten 35 van een rood dashboard lampje, langzaam optrekken geen signaal of het oplichten van een groen lampje.

I Langzaam optrekken heeft als resultaat een lager I brandstofgebruik.

I De meet- en regelunit van deze uitvinding is mens I onafhankelijk; een snelheidsvermindering wordt, reeds wanneer I 5 het gas wordt losgelaten, feilloos geregistreerd en omgezet in een remlichtsignaal. Ook indien een zwaar beladen vrachtauto I vaart verliest bij een klim dan zorgt deze meet- en regelunit I voor een remlichtsignaal.

H 10 Het Amerikaanse octrooischrift US 6,268,792 beschrijft een vergelijkbare meet- en regelunit. Met behulp van deze inrichting wordt met een piëzo-elektrische drukopnemer die de pedaaldruk meet, de remkracht gemeten. Er wordt geen melding gemaakt of het systeem ook geschikt is voor een meetmethodiek 15 die brandstofbeperkend werkt. Ook is de drukopnemer afhankelijk van de pedaaldruk, dus mensafhankelijk.

Uit het Amerikaanse octrooidocument US 6,351,211 is eveneens H een meet- en regelunit bekend. Hier worden met behulp van een H deceleration sensor de remlichten flikkerend aangestuurd.

20 Patent benoemt de mogelijkheden van de toe te passen sensoren maar benoemt niet het type sensor.

Of het systeem ook geschikt is voor een meetmethodiek die brandstofbeperkend werkt, wordt niet vermeld.

H Aan de hand van de figuren zal de onderhavige vinding hieronder nader uiteengezet worden.

Vertragen : De achterzijde van een motorvoertuig is schematisch weergegeven in de figuren 1, 2 en 3. Figuur 1 geeft een 30 situatie weer waarbij de bestuurder hard remt: de beide achterlichten (1) worden door de bestuurder aangestuurd, het derde remlicht (2) door de regelunit. Aangezien de vertraging groot is worden alle lampen in het derde remlicht geactiveerd. Figuur 2 laat een situatie zien waarbij middelmatig geremd 35 wordt, de mensafhankelijke remlichten worden maximaal aangestuurd, het derde remlicht heeft een lagere lichtintensiteit die gerelateerd is met de vertraging.

Wanneer de bestuurder alleen maar even zijn voet van het gaspedaal neemt en verder het rempedaal niet gebruikt, vertraagt hij wel, maar de remlichten lichten niet op. Deze H situatie wordt in figuur 3 weergegeven. Het derde remlicht 5 wordt dan juist wel aangestuurd door de sensor en licht op.

Versnellen : Evenals het visualiseren van vertragingen kunnen ook versnellingen worden omgezet in licht- of geluidsignalen.

Daartoe is binnen in een motorvoertuig een voorziening I 10 aangebracht die schematisch is weergegeven in de figuur 4.

Figuren 4a, b en c geven in volgorde langzaam, middelmatig en snel optrekken weer. Het aantal rode indicatielampjes is in I relatie met de snelheidsverandering van het voertuig. Deze I indicatielampjes kunnen zijn uitgevoerd in diverse kleuren, I 15 zoals bijvoorbeeld groen voor langzaam optrekken, dus weinig brandstofgebruik, geel voor een middelmatige versnelling en gemiddeld brandstofverbruik en uiteindelijk rood voor een maximale versnelling en een maximaal brandstofgebruik. Tevens kan in een andere gebruikssituatie gedacht worden aan een 20 gecombineerd gebruik van zowel een optisch als een akoestisch signaal, variërend van weinig geluid met weinig licht bij een geringe versnelling, tot veel geluid en meer lampjes bijen een grote versnelling.

25 Het aansturen van zowel de remlichten (vertragen) als het aansturen van indicatielampjes en of de geluidsbron (versnellen) wordt verzorgd door een meet- en regelunit op basis van een acceleration sensor die ergens in het voer- of vaartuig is gemonteerd.

30 35 1 n ? ? 1 3 n

Claims (3)

1. 2. Een meet- en regelunit volgens conclusie 1 met het kenmerk, I dat het mensonafhankelijk is
2. 2. Een meet- en regelunit volgens conclusie 1 met het kenmerk, 10 dat het optisch of akoestisch signaal niet afhankelijk is van de druk op het rempedaal.
3. 3. Een meet- en regelunit volgens conclusie 1 en 2 met het kenmerk, dat de vertraging wordt omgezet in een optisch signaal waar te nemen door de andere weggebruikers. H 15 4) Een meet- en regelunit volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de versnelling wordt omgezet in een optisch dan wel een akoestisch signaal dat door de bestuurder van het motorvoertuig waarneembaar is. H