NL1022089C2

NL1022089C2 - Zuiginrichting voor een stofzuiger.

Info

Publication number: NL1022089C2
Application number: NL1022089A
Authority: NL
Inventors: Dong-Hun Yoo
Original assignee: Samsung Kwangju Electronics Co
Priority date: 2002-05-11
Filing date: 2002-12-05
Publication date: 2004-12-30
Also published as: FR2839434B1; US20030208880A1; US6880200B2; RU2241367C2; NL1022089A1; GB0227854D0; ES2239509B1; FR2839434A1; CA2398732C; KR20030088532A; AU2002301380A1; CA2398732A1; GB2388306B; GB2388306A; ES2239509A1; KR100470559B1; DE10240622A1; ITMI20022583A1

Description

’ f

Zuiginrichting voor een stofzuiger.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

1. Gebied van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een zuiginrichting voor een stofzuiger, en meer 5 in het bijzonder op op een zuiginrichting voor een stofzuiger met een ronddraaiende borstel, die wordt rondgedraaid door een turbine.

2. Beschrijving van de stand der techniek

Zoals ruimschoots bekend is vormt een zuiginrichting 10 van een stofzuiger een zuigpad voor de stofzuiger van een oppervlak dat moet worden schoongemaakt naar een huis van de stofzuiger wanneer de stofzuiger voortbeweegt in contact met het oppervlak dat moet worden schoongemaakt. Bijgevolg wordt met stof beladen lucht door de zuigmond in het stofzuigerhuis 15 naar binnen gehaald.

Intussen verricht de stofzuiger, voor het schoonmaken van een voorwerp van stof zoals een vloerkleed, doelmatigere schoonmaakhandelingen door het stof van het oppervlak dat moet worden schoongemaakt in de lucht te laten zwe-20 ven. Voor dit doel werd er voorgesteld dat de. zuiginrichting een ronddraaiende borstel heeft die over het oppervlak dat moet worden schoongemaakt krast of strijkt, teneinde het stof van het oppervlak in de lucht te laten zweven.

Conventionele stofzuigers zijn in het algemeen in 25 het stofzuigerhuis voorzien van een kamer voor een ronddraaiende borstel, met een zuigmond waarin de ronddraaiende borstel, een turbinekamer die is afgescheiden van de kamer voor de ronddraaiende borstel door een afscheiding en is verbonden met de kamer voor de ronddraaiende borstel via een doorgang 30 die in de afscheiding is aangebracht, en een turbine die in de turbinekamer draaibaar wordt ondersteund om te worden rondgedraaid door de aangezogen lucht en welke draaibaar de ronddraaiende borstel ondersteunt.

1022089 Η . , Η 1 1 r Η Fig. 1 is een ten dele opengewerkt aanzicht in per- I spectief dat een typisch voorbeeld van de zuiginrichting van de stofzuiger toont, en fig. 2 is een aanzicht in doorsnede H dat de zuiginrichting van fig. 1 toont na samenstelling.

I 5 Zoals getoond in de fign. 1 en 2 bevat de conventio- nele zuiginrichting van de stofzuiger een zuiginrichtingshuis 10, een ronddraaiende borstel 20, een turbine 30 en een door- I gangbepalend deel 40.

H Het zuiginrichtingshuis 10 heeft een bovenste en een I 10 onderste behuizingsdeel 11, 12, welke tegenover elkaar lig- I gend met elkaar zijn verbonden. Aan de binnenzijde van het I zuiginrichtingshuis 10 bevinden zich een kamer 14 voor de ronddraaiende borstel en een turbinekamer 15. De kamer 14 voor de ronddraaiende borstel is ook voorzien van een zuig- I 15 mond 12a (fig. 2) die is aangebracht in het onderste behui- I zingsdeel 12 om het onderste behuizingsdeel 12 te verbinden met de kamer 14 voor de ronddraaiende borstel. De kamer 14 I voor de ronddraaiende borstel en de turbinekamer 15 zijn van elkaar gescheiden door een wand of afscheiding 16. Ongeveer 20 in het midden van de afscheiding 16 is een doorgangsgat 16a aangebracht om een vloeiende verbinding te verschaffen tussen de kamer 14 voor de ronddraaiende borstel en de turbinekamer H 15.

De ronddraaiende borstel 20 is draaibaar aangebracht 25 in de kamer 14 voor de ronddraaiende borstel van het zuig- inrichtingshuis 10, en de turbine 30 is draaibaar aangebracht in de.turbinekamer 15 van het zuiginrichtingshuis 10. De draaibare borstel 20 en de turbine 30 zijn met elkaar verbon- H den door middelen om vermogen over te brengen, zoals een H 30 tandriem 50. Wanneer de turbine 30 draait, draait bijgevolg de draaibare borstel 20. De turbine 30 wordt rondgedraaid door de luchtstroom, welke in de zuiginrichting van de stof- H zuiger wordt aangezogen door de zuigmond 12a, door de kamer 14 voor de ronddraaiende borstel, het doorgangsgat 16a, de 35 turbinekamer 15, en dan door een verlengpijp (niet getoond) die is verbonden met de turbinekamer 15.

3 I , » ' t

De mate van omwenteling (tpm) van de turbine 30 varieert afhankelijk van de vorm en de snelheid van de aangezogen luchtstroom, en teneinde de tpm van de turbine 30 te vergroten, wordt de snelheid van de lucht die door het gat 5 16a gaat verhoogd.

Het doorgangbepalende deel 40 is aan de binnenzijde van het doorgangsgat 16a aangebracht om te voorzien in een middel om de luchtstroom die door het doorgangsgat 16a gaat te versnellen. Het doorgangbepalende deel 40 bepaalt een 10 nauwere luchtdoorgang 40a door de luchtdoorgang te beperken ongeveer onderaan in het midden van het doorgangsgat 16a. Bijgevolg wordt de lucht met een hogere snelheid aangezogen in de turbinekamer 15 uit de kamer 14 voor de ronddraaiende borstel door de lucht doorgang 4 0a, waardoor de turbine 30 met 15 een hogere snelheid wordt rondgedraaid.

In de conventionele zuiginrichting van de stofzuiger die is samengesteld zoals hierboven beschreven, is het doorgangbepalende deel 40 aangebracht aan het doorgangsgat 16a van het onderste behuizingsdeel 12, waarbij het bovenste 20 behuizingsdeel 11 aan het onderste behuizingsdeel 12 'is gekoppeld door middel van een veelvoud van schroeven. De zuiginrichting is ook bevestigd aan de verlengpijp van de stofzuiger (niet getoond).

Tijdens bedrijf wordt de met stof beladen lucht van 25 het oppervlak dat moet worden schoongemaakt in het stofzui- gerhuis naar binnen gehaald door de zuigmond 12a, de kamer 14 voor de ronddraaiende borstel, de luchtdoorgang 40a van het doorgangbepalende deel 40 en in de turbinekamer 15. Op dit moment wordt de turbine 30 in de turbinekamer 15 snel rond-30 gedraaid door de luchtstroom die met hoge snelheid door de luchtdoorgang 40a gaat, en bijgevolg krast of strijkt de ronddraaiende borstel 20 over het oppervlak dat moet worden schoongemaakt in een draaiende beweging om het stof te verplaatsen en dit in de lucht te laten zweven.

35 In de conventionele zuiginrichting van de stofzuiger is, teneinde de tpm van de turbine 30 te verhogen, het doorgangbepalende deel 40 aangebracht aan de binnenzijde van het doorgangsgat 16a dat de kamer 14 voor de ronddraaiende borstel verbindt met de turbinekamer 15. Bijgevolg wordt, om de ? ft2?089 Η ( t I luchtstroom van de luchtdoorgang 40a van het doorgangbepa- I lende deel 40 te ontvangen, de buitenomtrek van de turbine 30 I onder een vooraf bepaalde afstand gehouden ten opzichte van I het bodemvlak van de doorgang. Dit veroorzaakt een probleem I 5 wanneer betrekkelijke grote delen van de verontreinigingen in I de met stof beladen lucht tussen het luchtdoorgang 40a en de I turbine 30 komen, waardoor het ronddraaien van de turbine 30 I wordt beperkt. Wanneer dit gebeurt, moet een gebruiker van de I stofzuiger de bovenste en de onderste behuizingsdelen 11, 12 I 10 van elkaar scheiden teneinde de verontreinigingen tussen de I luchtdoorgang 40a en de turbine 30 te verwijderen, hetgeen I zeer moeizaam en ongemakkelijk is. Omdat de luchtdcorgang 40a is aangebracht aan de binnenzijde van het zuiginrichtingshuis I 10, heeft de gebruiker geen andere keus dan het zuiginrich- I 15 tingshuis 10 te ontmantelen om de verontreinigingen te ver- I wijderen die tussen de luchtdoorgang 40a en de turbine 40 I vastzitten. Als gevolg hiervan wordt de gebruiker ongemak bezorgd bij het uitvoeren van onderhoud en reparatie.

I 20 SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

I De onderhavige uitvinding beoogt het overwinnen van I de bovengenoemde problemen van de conventionele stofzuiger- zuiginrichtingen. Bijgevolg is het een doelstelling van de I onderhavige uitvinding om te voorzien in een zuiginrichting 25 voor een stofzuiger die het probleem oplost van de beperking van het ronddraaien van de turbine, d.w.z. het is de doel- stelling van de onderhavige uitvinding om de voorzien in de zuiginrichting van de stofzuiger die voorziet in een gemakke- lijk onderhoud en reparatie door het op eenvoudige wijze ver- 30 wij deren van de verontreinigingen van tussen de luchtdoorgang en de turbine mogelijk te maken.

De bovenvermelde doelstelling wordt bereikt door te H voorzien in een zuiginrichting van een stofzuiger volgens de onderhavige uitvinding, die is voorzien van een zuiginrich- 35 tingshuis een bovenste behuizingsdeel en een onderste behui- zingsdeel, tegenover elkaar aangebracht en bevestigd aan het bovenste behuizingsdeel, een kamer voor een ronddraaiende H borstel waarin een zuigmond is aangebracht, en een turbine- kamer die is afgescheiden van de kamer voor de ronddraaiende 5 borstel door een afscheiding en is verbonden met de kamer voor de ronddraaiende borstel door een doorgang die is aangebracht in de afscheiding; een ronddraaiende borstel die draaibaar wordt ondersteund in de kamer voor de ronddraaiende 5 borstel; een turbine die draaibaar wordt ondersteund in de turbinekamer en wordt rondgedraaid door een luchtstroom die in de stofzuiger wordt aangezogen, de turbine voor het aandrijven van de ronddraaiende borstel; een deel dat een onder-houdsgat bepaalt, dat is aangebracht aan de turbinekamer van 10 het zuiginrichtingshuis, om ten dele de turbine bloot te leggen; een afdekking voor het onderhoudsgat dat verwijderbaar is aangebracht over het onderhoudsgat; en een sluitmiddel om de afdekking voor het onderhoudsgat verwijderbaar te ondersteunen op het onderste behuizingsdeel.

15 Volgens de onderhavige uitvinding kunnen, wanneer verontreinigingen verstopt raken in de ruimte tussen de doorgang en de turbine, waardoor het ronddraaien van de turbine wordt belemmerd, de verontreinigingen gemakkelijk worden verwijderd door het onderhoudsgat dat wordt geopend door de 20 afdekking van het onderhoudsgat te openen. In plaats van de bovenste en de onderste behuizingsdelen van het zuiginrichtingshuis van elkaar te scheiden, kan slechts de afdekking voor het onderhoudsgat worden geopend om de verontreinigingen te verwijderen, en bijgevolg wordt het onderhoud van de stof-25 zuiger vereenvoudigd.

Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het onderhoudsgat aangebracht in het onderste behuizingsdeel van het zuiginrichtingshuis, dat is verbonden met een luchtdoorgangsweg, en de afdekking voor het 30 onderhoudsgat is voorzien van een paar doorgangswande.n om een smallere luchtdoorgang te bepalen in de luchtdoorgangsweg.

De turbinekamer van het onderste behuizingsdeel is voorzien van een paar boogvormige geleideribben die een kromtestraal hebben die gelijk is aan de kromtestraal van de tur-35 bine en die aan beide zijden van de turbinekamer zijn aangebracht, en het paar doorgangswanden is voorzien van gebogen delen die zijn aangebracht op het paar doorgangswanden en in contact zijn met het paar boogvormige geleideribben.

1022089 Η . , Η Het sluitmiddel is voorzien van een paar meegevende I delen met sluitende uitsteeksels die zijn aangebracht aan beide zijden van de afdekking van het onderhoudsgat om mee- gevend vanuit het onderhoudsgat naar buiten te worden 5 gedrukt, en een paar sluitgroeven die zijn aangebracht aan I beide zijden van het onderhoudsgat om overeen te stemmen met het zuiginrichtingshuis om de sluitende uitsteeksels te ont- vangen.

De meegevende delen zijn voorzien van drukdelen die 10 zich verticaal uitstrekken vanaf de uiteinden van de mee- I gevende delen, en van ontvangende groeven die zijn aange- I bracht in overeenkomstige delen van het zuiginrichtingshuis I om de respectievelijke drukdelen te ontvangen.

I 15 KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De bovengenoemde doelstellingen en eigenschappen van I de onderhavige uitvinding zullen duidelijker worden door een I gedetailleerde beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvorm van d^ onderhavige uitvinding onder verwijzing naar de bij- 20 gevoegde tekeningen, waarin: I fig. 1 een ten dele opengewerkt aanzicht in per- I speetief is, dat één voorbeeld van een conventionele zuig- inrichting van een stofzuiger toont; I fig. 2 een aanzicht in dwarsdoorsnede is, dat de I 25 zuiginrichting van fig. 1 toont na samenstelling; fig· 3 een ten dele opengewerkt aanzicht in per- I spectief is, dat een zuiginrichting van een stofzuiger vol- I gens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvin- ding toont; 30 fig. 4 een aanzicht in dwarsdoorsnede is, dat de zuiginrichting van fig. 3 toont na samenstelling; I fig. 5 een gedetailleerd aanzicht is, dat een lucht- doorgang toont die wordt bepaald door een afdekking van het onderhoudsgat volgens de onderhavige uitvinding; 35 fig. 6 een onderaanzicht in perspectief is, dat een onderste behuizingsdeel met een onderhoudsgat toont, en ook een afdekking voor het onderhoudsgat toont dat is aangebracht op het onderhoudsgat volgens de onderhavige uitvinding; en 7 . · fig. 7 een gedetailleerd aanzicht is, dat een sluit-structuur van de afdekking van het onderhoudsgat toont.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOE-5 RINGSVORM

De onderhavige uitvinding zal in meer detail worden beschreven onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen.

In de gehele beschrijving worden dezelfde elementen aangeduid met gelijke verwijzingscijfers.

10 Zoals getoond in de fign. 3, 4, 6 en 7 is de zuig- inrichting van een stofzuiger volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding voorzien van een zuiginrichtingshuis 10, een ronddraaiende borstel 20, een turbine 30, een onderhoudsgat 100, een afdekking voor het 15 onderhoudsgat 200 en een sluitmiddel 300.

Het zuiginrichtingshuis 10 heeft een bovenste behuizingsdeel 11 en een onderste behuizingsdeel 12 die tegenover elkaar zijn aangebracht en met elkaar zijn verbonden. Het zuiginrichtingshuis 10 is voorzien van een kamer 14 voor de 2 0 ronddraaiende borstel en een turbinekamer 15. De kamer 14 voor de ronddraaiende borstel heeft een zuigmond 12a (fig. 4) die is aangebracht in het onderste behuizingsdeel. 12 om toegang te verschaffen in het onderste behuizingsdeel 12 en de kamer 14 voor de ronddraaiende borstel. De kamer 14 voor de 25 ronddraaiende borstel en de turbinekamer 15 zijn van elkaar afgescheiden door een wand of afscheiding 16, en de afscheiding 16 heeft een luchtdoorgangsgat 16a om de kamer 14 voor de ronddraaiende borstel en de turbinekamer 15 te verbinden.

De ronddraaiende borstel 20 is draaibaar aangebracht 30 in de kamer 14 voor de ronddraaiende borstel van het zuiger-inrichtingshuis 10, en de turbine 30 is draaibaar aangebracht in de turbinekamer 15 van het zuigerinrichtingshuis 10. De ronddraaiende borstel 20 en de turbine 30 zijn met elkaar verbonden door een passend middel voor vermogensoverdracht, 35 zoals een tandriem 50. Wanneer de turbine 30 ronddraait, draait de ronddraaiende borstel 20 bijgevolg rond. De turbine 30 wordt rondgedraaid door de lucht wanneer deze wordt aangezogen door de zuigmond 12a, de kamer 14 voor de ronddraai- 1022089 · ende borstel, het luchtdoorgangsgat 16a en de turbinekamer 15 I en dan door een verlengpijp (niet getoond) die is verbonden I met de turbinekamer 15.

I Zoals duidelijker getoond in de fign. 5 en 6, is het Η 5 onderhoudsgat 100 aangebracht naast de turbinekamer 15 van het zuiginrichtingshuis 10. Meer in het bijzonder is het onderhoudsgat 100 aangebracht in de turbinekamer 15 van het onderste behuizingsdeel 12, en legt, wanneer geopend, gedeel- telijk de turbine 30 aan de binnenzijde van de turbinekamer I 10 15 bloot. Bijgevolg kan, zonder dat de bovenste en de onder- I ste behuizingsdelen 11, 12 van elkaar behoeven te worden I gescheiden, reparatie van de turbine 30, bijvoorbeeld het verwijderen van verontreinigingen, worden uitgevoerd door het I onderhoudsgat 100. Het onderhoudsgat 100 is verbonden met het I 15 luchtdoorgangsgat 16a aan de binnenzijde van het zuigerin- I richtingshuis 10. Daarnaast is een paar boogvormige geleide- I ribben 110, 120 aangebracht aan de binnenzijde van de tur- I binekamer 15,.aan de tegenover elkaar liggende zijden van het I onderhoudsgat 100. Elk van de boogvormige geleideribben 110, I 20 120 heeft dezelfde kromtestraal als die van de turbine 30.

I Zoals getoond in fig. 6 is de afdekking 200 voor het onderhoudsgat verwijderbaar aangebracht op het onderhoudsgat 100. Bijgevolg is het onderhoudsgat 100 gesloten tijdens de schoonmaakhandeling, en geopend voor passende doeleinden, I 25 bijvoorbeeld het repareren van de zuiginrichting. De afdek- H king 200 voor het onderhoudsgat is voorzien van een paar wan- den 210, 220, welke een doorgang bepalen en die zijn gevormd op tegenover elkaar liggende binnenzijden van de afdekking 200 voor het onderhoudsgat. Het paar wanden 210, 220 die een 30 doorgang bepalen, bepaalt een luchtdoorgang 230 die nauwer is dan het luchtdoorgangsgat 16a (fig. 5) . Bijgevolg wordt lucht met hogere snelheid aangezogen vanuit de kamer 14 voor de ronddraaiende borstel, via de luchtdoorgang 230 in de tur- binekamer 15, en draait de turbine 30 sneller rond.

H 35 In het geval van conventionele stofzuigers werd de H stroming van de luchtstroom versneld door de luchtdoorgang aan de binnenzijde van het zuiginrichtingshuis 10 aan te H brengen, hetgeen vaak ongemakken veroorzaakte zoals het ver- H stopt raken door verontreinigingen tussen de luchtdoorgang en t · 9 de turbine 30 in, waardoor het ronddraaien van de turbine 30 wordt beperkt. Het was ook moeizaam voor een gebruiker om de verontreinigingen te verwijderingen omdat hij/zij de bovenste en onderste behuizingsdelen 11, 12 van elkaar moest scheiden 5 om toegang te verkrijgen tot het doorgangsgat 16a.

Volgens de onderhavige uitvinding kunnen, aangezien de turbinekamer 15 wordt geopend en daarbij de turbine 30 wordt blootgelegd, en aangezien de luchtdoorgang samen het de afdekking 200 voor het onderhoudsgat eruit worden gehaald, 10 verontreinigingen gemakkelijk worden verwijderd. Intussen is een paar gekromde delen 211, 221 (fig. 3>, aangebracht in het paar wanden 210, 220 die doorgang bepalen, in contact met een paar boogvormige geleideribben (110, 120) die zijn aangebracht in de turbinekamer 15. Bijgevolg wordt de afdekking 15 200 voor het bedieningsgat nauwkeurig naar de montagepositie geleid.

Het sluitmiddel 300 dient voor het op een verwijderbare wijze ondersteunen van de afdekking 200 voor het onderhoudsgat. Zoals getoond in de fign. 6 en 7, is de sluiting 20 300 voorzien van een paar meegevende delen 310, 320. Het mee gevende deel 320 heeft een sluitend uitsteeksel 321 dat is aangebracht aan één zijde van de afdekking 200 voor het onderhoudsgat om meegevend naar buiten te worden gedrukt door het meegevende deel 320, en een sluitgroef 330 is aangebracht 25 aan één zijde van het onderhoudsgat 100 om overeen te stemmen met het zuiginrichtingshuis 10. Evenzo heeft het meegevende deel 310 een sluitend uitsteeksel (niet getoond) dat is aangebracht aan de andere zijde van de afdekking 200 voor het onderhoudsgat om meegevend naar buiten te worden gedrukt door 30 het meegevende deel 310, en een sluitgroef 330 is aangebracht aan de andere zijde van het onderhoudsgat 100 om overeen te stemmen met het zuiginrichtingshuis 10.

De meegevende delen 310, 320 hebben ook drukdelen 312, 322 die zich verticaal uitstrekken vanaf de uiteinden 35 van de meegevende delen 310, 320 en ontvangende groeven 331, 332 die zijn aangebracht in overeenkomstige relatie met het zuiginrichtingshuis 10 om de drukdelen 312, 322 te ontvangen.

1022089 I 10 I In de zuiginrichting van de stofzuiger die is samen- I gesteld zoals hierboven beschreven volgens de onderhavige I uitvinding zijn de bovenste en onderste behuizingsdelen 11, I 12 aan elkaar gekoppeld door een veelvoud van schroeven, en 5 de afdekking 200 voor het onderhoudsgat is sluitend aange- I bracht op het onderhoudsgat 100 door het sluitmiddel 300. Het I aanbrengen van de afdekking 200 voor het onderhoudsgat wordt I gehandhaafd wanneer het onderhoudsgat 200 wordt aangedrukt om I overeen te stemmen met het onderhoudsgat 100 van het zuiger- 10 inrichtingshuis 10, en wanneer de sluitende uitsteeksels 311, I 321 van de meegevende delen 310, 320 van de afdekking 200 I voor het onderhoudsgat sluiten in de sluitgroeven 330 van het I zuiginrichtingshuis 10. De drukdelen 312, 322 steken niet uit omdat zij zijn opgenomen in de ontvangende groeven 33-1, 332 I 15 van het zuiginrichtingshuis 10.

I Om de afdekking 2C0 van het onderhoudsgat weg te I nemen worden drukdelen 312, 322 naar binnen gedrukt, en de meegevende delen 310, 320 naar buiten getrokken, waardoor I wordt veroorzaakt dat de sluitende uitsteeksels 311, 321 van I 20 de meegevende delen 310, 320 uit de sluitgroeven 330 worden weggenomen om het mogelijk te maken dat de afdekking 200 voor I het onderhoudsgat wordt verwijderd.

I De zuiginrichting volgens de onderhavige uitvinding, zoals hierboven beschreven, wordt gebruikt in de stofzuiger I 25 door te worden aangebracht op de verlengpijp van de stofzui- I ger, en de met stof beladen lucht van het oppervlak dat moet I worden schoongemaakt wordt in het stofzuigerhuis naar binnen I gehaald via de zuigmond 21a, de kamer 14 voor de ronddraai- ende borstel, de luchtdoorgang 230, en de turbinekamer 15. Op I 30 dit moment wordt de turbine 30, die is aangebracht in de tur- I binekamer 15, rondgedraaid door de lucht die met hoge snel- heid door de luchtdoorgang 230 gaat, waardoor de ronddraai- ende borstel 20 ronddraait, welke bijgevolg over het opper- I vlak dat moet worden schoongemaakt krast of strijkt en daar- 35 bij het stof in de lucht laat zweven.

Op dit moment kunnen, vanwege de redenen zoals eer- I der in de beschrijving van de stand der techniek beschreven, de verontreinigingen verstopt raken tussen de doorgang 230 en I de turbine 30, waardoor het ronddraaien van de turbine 30 11 wordt belemmerd. Echter, aangezien de afdekking 200 voor het onderhoudsgat gemakkelijk kan worden verwijderd van het onderhoudsgat 100 volgens de onderhavige uitvinding, kan het openen van het onderhoudsgat 100 en het verwijderen van ver-5 ontreinigingen gemakkelijk worden uitgevoerd. Meer in het bijzonder wordt, wanneer de afdekking 200 voor het onderhoudsgat wordt geopend, de turbine 30 blootgelegd, terwijl de lucht doorgang 230 samen met de afdekking 200 voor het onderhoudsgat eruit wordt weggenomen, hetgeen gemakkelijke verwij-10 dering van de verontreiniging mogelijk maakt. Volgens de onderhavige uitvinding is het niet r.odig om de bovenste en de onderste behuizingsdelen 11, 12 van het zuiginrichtingshuis 10 van elkaar te scheiden om de verontreinigingen te verwijderen. Bijgevolg kan onderhoud en reparatie van het zuigin-15 richtingshuis 10 met gemak worden uitgevoerd.

Zoals beschreven wordt, volgens de onderhavige uitvinding, wanneer het ronddraaien var. de turbine 30 wordt verslechterd door de veronteinigingen die verstopt raken tussen de doorgang en de turbine 30 tijdens de schoonmaakhandeling, 20 de afdekking 200 voor het onderhoudsgat geopend, zodat de verontreinigingen zeer gemakkelijk kunnen worden verwijderd door het open onderhoudsgat 100. Bijgevolg wordt onderhoud en reparatie van de stofzuiger eenvoudiger, en het gemak bij het gebruik van de stofzuiger wordt verbeterd.

25 Hoewel de voorkeursuitvoeringsvorm van de onder havige uitvinding is beschreven, zal het duidelijk zijn voor deskundigen dat de onderhavige uitvinding niet beperkt dient te zijn tot de beschreven voorkeursuitvoeringsvorm, maar dat diverse wijzigingen en veranderingen kunnen worden aange-30 bracht binnen de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding zoals bepaald door de bijgevoegde conclusies.

1022089

Claims

1. Zuiginrichting van een stofzuiger, voorzien van: een zuiginrichtingshuis met een bovenste behuizings- deel en een onderste behuizingsdeel, tegenover elkaar aange- I bracht en bevestigd met het bovenste behuizingsdeel, een I 5 kamer voor een ronddraaiende borstel waarin een zuigmond is I aangebracht, en een turbinekamer die is afgescheiden van de kamer voor de ronddraaiende borstel door een afscheiding en I is verbonden met de kamer voor de ronddraaiende borstel door I een doorgang die is aangebracht in de afscheiding; I 10 een ronddraaiende borstel die draaibaar wordt onder- steund in de kamer voor de ronddraaiende borstel; een turbine die draaibaar wordt ondersteund in de I turbinekamer en wordt rondgedraaid door een luchtstroom die in de stofzuiger wordt aangezogen, de turbine voor het aan- 15 drijven van de ronddraaiende borstel; I een deel dat een onderhoudsgat bepaalt, dat is aan- I gebracht aan de turbinekamer van het zuiginrichtingshuis, om ten dele de turbine bloot te leggen; I een afdekking voor het onderhoudsgat dat verwijder-' 20 baar is aangebracht over het onderhoudsgat; waarbij het onderhoudsgat is aangebracht in het onderste behuizingsdeel van het zuiginrichtingshuis, verbonden met een luchtdoorgang, en de afdekking voor het onderhoudsgat is voorzien van een paar doorgangswanden die 25 een nauwere luchtdoorgang in de luchtdoorgangsweg bepalen; een sluitmiddel om de afdekking voor het onderhouds- gat verwijderbaar te ondersteunen; waarbij de turbinekamer van het onderste behuizingsdeel is voorzien van een paar boogvormige 30 geleideribben, welke een kromstestraal hebben die gelijk is H aan de kromtestraal van de turbine en zijn aangebracht aan beide zijden van de turbinekamer, en het paar doorgangswanden H is voorzien van gekromde delen die zijn aangebracht op het paar doorgangswanden en van een dusdanige H 35 vorm en maatvoering zijn voorzien dat zij in contact staan met het paar boogvormige geleideribben. . λαΛ η η Ω +

2. Zuiginrichting volgens conclusie 1, waarbij het sluitmiddel is voorzien van: een paar meegevende delen met sluitende uitsteeksels die zijn aangebracht aan beide zijden van de afdekking voor 5 het onderhoudsgat om meegevend naar buiten te worden gedrukt uit het onderhoudsgat; en een paar sluitgroeven die zijn aangebracht aan beide zijden van het onderhoudsgat om overeen te stemmen met het zuiginrichtingshuis om de sluitende uitsteeksels te ontvan-10 gen.

3. Zuiginrichting volgens conclusie 2, waarbij de meegevende delen zijn voorzien van drukdelen die zich verticaal uitstrekken vanaf de uiteinden van de meegevende delen, en waarbij ontvangende groeven zijn aangebracht in het over- 15 eenkomstige tegenoverliggende deel van het zuiginrichtingshuis om de respectievelijke drukdelen te ontvangen. 1022089