NL1021985C1 - Inrichting voor het bedienen van hangers. - Google Patents

Description

1 ! ' · i

INRICHTING VOOR HET BEDIENEN VAN HANGERS

De uitvinding betreft een inrichting voor het bedienen van hangers, zoals klerenhangers, die elk van ten minste één klem zijn voorzien.

Confectiekleding wordt gewoonlijk in landen 5 geproduceerd, waar de lonen en kosten laag zijn. Deze kleding wordt vervolgens in dozen verscheept naar de landen, waar deze kleding verkocht wordt. Omdat de kleding in dozen verscheept wordt, is het noodzakelijk om de kleding eerste te strijken voordat deze in de winkel gehangen kan worden.

10 Er zijn speciale bedrijven, die deze kleding uit de dozen haalt, strijkt en vervolgens op hangers ophangt.

Vervolgens worden de rekken met kleding naar de winkels getransporteerd.

Het ophangen van de kleding is grotendeels handwerk, 15 aangezien het ophangeh van kleding op een hanger moeilijk geautomatiseerd kan worden. Er zijn hangers, die voorzien zijn van klemmen. Dergelijke hangers worden vooral gebruikt voor broeken en dergelijke. Deze broeken worden dan ingeklemd tussen gewoonlijk twee klemmen, die op de hanger zijn 20 aangebracht. Het is gebruikelijk dat het ophangen van een broek aan een dergelijke hanger met de hand gebeurt. De persoon, die dit uitvoert, moet vervolgens met één hand één klem openen en daar een deel van de broek inhangen.

Vervolgens wordt de andere klem geopend en het andere deel 25 van de broek daarin ingeklemd. Het is echter van belang dat de broek netjes aan de hanger opgehangen wordt, aangezien dit ten goede komt aan het uiterlijk van de kleding, wanneer dit in de winkel hangt. Het komt dan ook vaak voor dat de persoon 1021985· 1 « 2 de klemmen nogmaals opent en dichtdoet ten einde de broek goed gecentreerd en strak op de hanger aan te brengen.

Dit openen van de klemmen door de persoon is ergonomisch onvoordelig. In het bijzonder wanneer de klemmen 5 nieuwe zijn is de openingskracht van de klemmen relatief hoog. Daarnaast bestaat het nadeel, bij twee of meer klemmen, dat slechts één klem per keer geopend kan worden.

Het is een doel van de uitvinding een inrichting te verschaffen, waarmee de bovengenoemde nadelen worden 10 voorkomen.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een inrichting die omvat: - een buffer voor het bevatten van een aantal hangers, 15 - transportmiddelen voor het één voor één uit de buffer transporteren van hangers naar een bedieningspositie; en - bedieningsmiddelen voor het openen van de ten minste één klem van de hanger in de bedieningspositie.

20 Doordat de bedieningsmiddelen de ten minste één klem van de hanger opent, heeft de persoon de handen vrij om het kledingstuk goed te houden en in één keer tussen de klem aan te brengen. Hierdoor wordt het opnieuw openenen van de klemmen om het kledingstuk goed te hangen voorkomen.

25 In een uitvoerinsgvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvatten de bedieningsmiddelen een tussen een eerste positie en een tweede positie verplaatsbare balk. Met deze balk kunnen alle op de hanger aanwezige klemmen in een keer geopend worden.

30 In een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt althans de ten minste één klem van de hanger in de bedieningspositie ondersteund door een ondersteuningsvlak.

• · 3

Daarbij is bij voorkeur de balk in een richting, in hoofdzaak loodrecht op het ondersteuningsvlak verplaatsbaar. Hierdoor kunnen de klemmen betrouwbaar geopend worden, zonder dat er een gevaar bestaat dat de klemmen onder de 5 bedieningsmiddelen wegschieten.

In een voorkeursuitvoerinsgvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvatten de bedieningsmiddelen ten minste één pneumatische cilinder. Met deze pneumatische cilinder kan bijvoorbeeld in een uitvoeringsvorm de 10 bedieningsbalk op en neer bewogen worden. Het gebruik van een pneumatische cilinder heeft als voordeel dat er geen lekkage van een hydraulische vloeistof of dergelijke kan plaatsvinden, waardoor gewaarborgd wordt dat de kleding niet vervuild.

15 In weer een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat de buffer twee verticaal en parallel aan elkaar aangebrachte geleidingsbalken tussen welke geleidingsbalken een stapel hangers geplaatst kan worden. Zo kunnen de hangers vanuit een doos, waarin ze aangeleverd 20 worden, als een stapel in de inrichting geplaatst worden, waarna een groot aantal kledingstukken achter elkaar van hangers voorzien kan worden.

Bij voorkeur omvatten de geleidingsbalken aan de onderzijde een opening, zodanig dat telkens één hanger 25 zijdelings uit de buffer geschoven kan worden. Dit biedt een eenvoudige constructie, terwijl de buffer betrouwbaar werkt.

In weer een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvatten de transportmiddelen ten minste één pneumatische cilinder voor het vanuit de buffer 30 transporteren van telkens één hanger.

Deze en andere kenmerken worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

1021985* I Figuren 1 t/m 4 tonen een uitvoeringsvorm van een I inrichting volgens de uitvinding in verschillende standen.

I In figuur 1 wordt de inrichting 1 volgens de I uitvinding getoond. Deze inrichting 1 bestaat uit een tafel I 5 2, waarop twee verticale geleidingsprofielen 3 zijn aangebracht. Deze verticale geleidingsprofielen 3 vormen een buffer voor klerenhangers 4. De profielen 3 zijn aan de onderzijde voorzien van een opening, zodat één hanger 4 daar langs kan passeren.

10 Achter de buffer 3 is een aandrukelement 5 voorzien, dat bediend wordt door een pneumatische cilinder 6. Dit H aandrukelement 5 kan een hanger uit de buffer 3 schuiven (zie figuur 2), naar een aanslag 7 (zie figuur 3).

In deze stand kan vervolgens een tweede pneumatische 15 cilinder 8 bediend worden, die een bedieningsbalk 9 vanuit de I getoonde positie naar beneden brengt, zodat de uiteinden van de balk 9 op de klemmen 10 van de hanger 4 drukken.

I Tegelijkertijd kan het aandrukelement 5 weer naar achter gebracht worden om in de volgende cyclus weer een hanger uit 20 de buffer 3 te halen. De pneumatische cilinders 6, 8 kunnen bediend worden door pedalen 11. Zo kan de persoon, die de kleding op de hangers dient aan te brengen eerste de cilinder 6 bedienen, zodat een hanger 4 tegen de aanslag 7 wordt I aangebracht en vervolgens de cilinder 8 bedienen om de 25 bedieningsbalk 9 naar onder te brengen en de klemmen 10 van H de hanger 4 te openen. Vervolgens kan het kledingstuk ingebracht worden, waarna de cilinder 8 opnieuw bediend wordt en de bedieningsbalk 9 omhoog gebracht wordt. Hierdoor sluiten klemmen 10 zich en is het kledingstuk op de hanger 30 aangebracht. Vervolgens kan de hanger uit de aanslag 7 verwijderd worden en kan een nieuwe lege hanger worden aangevoerd.

I molaar·

Claims (8)

1. Inrichting voor het bedienen van hangers, zoals klerenhangers, die elk van ten minste één klem zijn voorzien, welke inrichting omvat: - een buffer voor het bevatten van een aantal 5 hangers, - transportmiddelen voor het één voor één uit de buffer transporteren van hangers naar een bedieningspositie; en - bedieningsmiddelen voor het openen van de ten 10 minste één klem van de hanger in de bedieningspositie.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de bedieningsmiddelen een tussen een eerste positie en een tweede positie verplaatsbare balk omvatten.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij 15 althans de ten minste één klem van de hanger in de bedieningspositie ondersteund wordt door een ondersteuningsvlak.

4. Inrichting volgens conclusie 2 en 3, waarbij de balk in een richting in hoofdzaak loodrecht op het 20 ondersteuningsvlak verplaatsbaar is.

5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de bedieningsmiddelen ten minste één pneumatische cilinder omvatten.

6. Inrichting volgens één van de voorgaande 25 conclusies, waarbij de buffer twee verticaal en parallel aan elkaar aangebrachte geleidingsbalken omvat tussen welke geleidingsbalken een stapel hangers geplaatst kan worden. Ï021985"

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de I geleidingsbalken aan de onderzijde een opening omvatten, I zodanig dat telkens één hanger zijdelings uit de buffer I geschoven kan worden.

8. Inrichting volgens één van de voorgaande H conclusies, waarbij de transportmiddelen ten minste één pneumatische cilinder omvatten voor het vanuit de buffer transporteren van telkens één hanger. I 1021985·