NL1021226C2 - Geïntegreerd zeefsysteem. - Google Patents

Geïntegreerd zeefsysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL1021226C2
NL1021226C2 NL1021226A NL1021226A NL1021226C2 NL 1021226 C2 NL1021226 C2 NL 1021226C2 NL 1021226 A NL1021226 A NL 1021226A NL 1021226 A NL1021226 A NL 1021226A NL 1021226 C2 NL1021226 C2 NL 1021226C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
screen
integrated
holder
screen according
strainer
Prior art date
Application number
NL1021226A
Other languages
English (en)
Inventor
Marinus Van Eijk
Original Assignee
Marinus Van Eijk
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Marinus Van Eijk filed Critical Marinus Van Eijk
Priority to NL1021226A priority Critical patent/NL1021226C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1021226C2 publication Critical patent/NL1021226C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03CDOMESTIC PLUMBING INSTALLATIONS FOR FRESH WATER OR WASTE WATER; SINKS
    • E03C1/00Domestic plumbing installations for fresh water or waste water; Sinks
    • E03C1/12Plumbing installations for waste water; Basins or fountains connected thereto; Sinks
    • E03C1/26Object-catching inserts or similar devices for waste pipes or outlets
    • E03C1/264Separate sieves or similar object-catching inserts

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Filtration Of Liquid (AREA)

Description

GEÏNTEGREERD ZEEFSYSTEEM
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een zeef of filter voor sanitaire installaties, omvattende een behuizing met ten minste een instroomopening waardoor het water in de behuizing kan stromen, en een uitstroomopening welke op een afvoerleiding kan worden aangesloten en waardoor het water uit de behuizing 5 kan stromen.
Het gaat om een geïntegreerd zeefsysteem dat onder andere gebruikt kan worden in de waterafvoer van spoelbakken, wastafels en badkuipen.
De gebruikelijke zeef heeft het nadeel dat de inhoud beperkt is waardoor doorstroom hiervan snel minder wordt ofwel helemaal stagneert. Hierdoor moet de 10 zeef telkens uit de spoel- of wasbak verwijderd worden, om vervolgens boven een afvalemmer geleegd te worden, met het gevolg dat het vocht op de vloer of afvalemmer terecht komt. Hierdoor kan de vloerbedekking smerig worden, kan een houten vloer op den duur onherstelbaar beschadigd worden, kan de afvalemmer op den duur gaan stinken of kan de vuilniszak bij het verwijderen vocht gaan lekken.
15 Tevens kan het vuil zich gaan hechten aan de spoel- of wasbak waardoor er extra water nodig is om dit alsnog door te kunnen spoelen. Meestal wordt er dan een schoonmaakmiddel gebruikt, dat veelal niet goed is voor het milieu.
Het is derhalve het doel van de uitvinding een oplossing te verschaffen om te voorkomen dat de afvoer van een spoel- of wasbak telkens verstopt raakt of leeg 2 0 gemaakt moet worden.
Volgens de uitvinding wordt dit bereikt, door gebruik te maken van een geïntegreerde langwerpige zeef, omvattende tenminste één houder met daarin aangebracht een koppelbuis, om door middel van ten minste één afdichtingsorgaan waterdicht gefixeerd te worden aan de onderkant van de spoel- of wasbak. Verder 2 5 wordt de uitstroomopening aangesloten op het waterafvoersysteem van het huis.
Door de langwerpige zeef in de verzonken houder te plaatsen zal het spoelwater geen hinder hebben van het achterblijvende vuil. Wanneer nu het vuil hoger komt te staan zal het spoelwater steeds door de hoger gelegen openingen de zeef verlaten, waardoor het spoelwater door kan blijven stromen. Een bijkomend 3 0 voordeel is, dat door het grotere volume van de zeef, deze minder vaak geleegd hoeft 1 Q ? \ 2 16 1 2 te worden, waardoor het vuil meer tijd heeft gehad om uit te kunnen lekken.
Bij voorkeur wordt de houder direct tegen de spoel- of wasbak aangebracht waardoor de zeef eenvoudig geplaatst en verwijderd kan worden. Een constructief eenvoudige uitvoering wordt daarbij verkregen met een minimale inbouwhoogte, met 5 zo weinig mogelijk componenten. Dit maakt een compacte en goedkope vervaardiging van het zeefsysteem mogelijk.
In een tweede voorkeursuitvoering wordt de koppeling tussen spoelbak en houder nog eenvoudiger. Hierbij wordt de houder aan de binnenzijde voorzien van een tweede schroefdraadaansluiting. Hierdoor is het mogelijk om door middel van 10 een koppelstuk die aan de buitenzijde is uitgevoerd met schroefdraad, een directe verbinding te maken met de spoelbak. Op deze manier is een koppelbuis overbodig en is de doorgang tussen de langwerpige zeef en de binnenwand van de houder breder.
Teneinde de doorstroom van de spoel- of wasbak nog meer te verbeteren zou 15 de houder kunnen worden uitgevoerd met een roteerbaar snijmes. Dit snijmes wordt bijvoorbeeld aangedreven door een electromotor. Het vuil wordt voordat dit in het waterslot terechtkomt versneden, om vervolgens zonder problemen afgevoerd te worden naar het rioleringssysteem van het huis. Op deze manier zouden de gaten in de zeef vergroot kunnen worden, waardoor de doorstroom nog sneller wordt.
2 0 Daarbij zou de binnenkant van het waterslot kunnen worden voorzien van een pomp die bijvoorbeeld door dezelfde electromotor wordt aangedreven. Hierdoor zou het water telkens tot een bepaalde hoogte weggepompt kunnen worden, waardoor de spoelwaterstroom nog sneller en schoner wordt.
De onderhavige uitvinding biedt het voordeel dat de spoel- of wasbakken veel 2 5beter doorgespoeld kunnen worden, zonder daarbij veel water bij te gebruiken. Daarnaast is het vuil dat achter blijft in de zeef uit het zicht en kan men zonder problemen voorwerpen in de spoelbak neerzetten zonder dat deze in aanraking komen met het achtergebleven vuil.
De uitvinding wordt nu beschreven aan de hand van een aantal voorbeelden, 30 waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening, waarbij overeenkomstige onderdelen aangegeven zijn met identieke verwijzingscijfers, en waarin: a ' ·· , .*'·* f:i rx : ..... : o 3
Fig. 1 een gedeeltelijke dwarsdoorsnede toont van een eerste uitvoering, waarbij de zeef geïntegreerd is in de spoelbak,
Fig. 2 een met fig. 1 overeenkomend aanzicht toont van een gemonteerde toestand, 5 Fig. 3 een gedeeltelijk dwarsdoorsnedeaanzicht toont van een tweede uitvoering waarbij de houder door een koppelstuk bevestigd wordt aan de spoelbak,
Fig. 4 een met fig. 3 overeenkomend aanzicht toont van een gemonteerde toestand,
Fig. 5 een gedeeltelijk dwarsdoorsnedeaanzicht toont van een derde 10 uitvoering waarbij de zeef verzonken wordt in het koppelstuk van de houder,
Fig. 6 een met fig. 5 overeenkomend aanzicht toont van een gemonteerde toestand,
Fig. 7 een met fig. 5 en 6 overeenkomend aanzicht toont van een zeef die afsluitbaar is, 15 Fig. 8 een gedeeltelijk dwarsdoorsnedeaanzicht toont van een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij de houder is voorzien van een snijmes en een waterslot,
Fig. 9 een gedeeltelijk dwarsdoorsnedeaanzicht toont van een uitvoering waarbij de electromotor en het snijmens gescheiden zijn ondergebracht, 2 0 Fig. 10 een met fig. 9 overeenkomend aanzicht toont waarbij het waterslot is voorzien van schoepen,
Fig. 11 een alternatieve uitvoering is van de uitvinding waarbij de zeef is voorzien van een mechanische afsluitklep, genomen langs de lijn 1-1 in fig. 12,
Fig. 12 een verticale doorsnede is over de lijn 11-11 in fig. 11, welke de 2 5 afsluitklep in zijn open stand toont.
Fig. 13 een met fig. 12 overeenkomend aanzicht toont van de afsluitklep in zijn gesloten stand,
Fig. 14 een met fig. 11 overeenkomend aanzicht toont van een zeef die vervaardigd is uit twee losse delen, 3 0 Fig. 15 een verticaal doorsnedeaanzicht toont waarbij de twee zeefdelen van elkaar zijn genomen,
ë v.:' -.1,. : . . :J
4
Fig. 16 een horizontale doorsnede is over de lijn 11ΙΊΙΙ in fig. 14,
Fig. 17 een verticaal doorsnedeaanzicht toont waarbij de zeef is voorzien van een vuilafstrijker,
Fig. 18 een detailaanzicht op vergrote schaal is van de vuilafstrijker die aan de 5 onderzijde is uitgevoerd met een bajonetsluiting,
Fig. 19 een alternatieve uitvoering is van de uitvinding waarbij de zeef automatisch omhoog wordt gedrukt,
Fig. 20 een zijaanzicht toont van de zeef die aan het boveneinde is voorzien van een verticale groef, 10 Fig. 21 een verticale doorsnede is over de lijn IV-IV in fig. 22, welke een zeef toont waarvan de afvoer niet aangepast hoeft te worden,
Fig. 22 een verticale doorsnede is over de lijn V-V in fig. 21,
Een geïntegreerde zeef voor spoel· of wasbakken waarbij het spoelwater geen hinder heeft van het achterblijvende vuil dat zich in de zeef bevindt, omvat een 15 houder 1 (fig. 1 en 2) en een koppelbuis 2 met daarin aangebracht een zeef 3, de eigenlijke zeef, waarvan de vorm en afmetingen overeenkomen met de houder. Tussen de zeef 3 en de koppelbuis 3 is een open ruimte, waardoor het spoelwater afgevoerd kan worden. De houder 1 is aan het ondereinde uitgevoerd met een kort aangevormd buis stuk 4 voorzien van een uitwendige schroefdraad 5. Daarop is een 2 0 schroefring 6 aangebracht met een bij behorende rubberring 7. Deze schroeffing 6 heeft een opening 8 in zijn eindvlak 9 waardoor een ringvormig deel 10 van dat eindvlak overblijft. Door de opening 8 steekt een buisvormig element 11. Het onderste einde 12 daarvan is aangesloten op het rioleringssysteem van het huis en het boveneinde 13 is voorzien van een aangevormde, naar buiten gekeerde flensrand 2514. Deze heeft in hoofdzaak dezelfde uitwendige diameter als het korte buiseinde 4 met schroefdraad 5. Bij het vastschroeven van de schroeffing 6 zal de flensrand 14 dus worden ingeklemd tussen het ringvormige deel 10 van de schroeffing 6 en de kopkant 15 van het buisstuk 4, waardoor afdichting tot stand komt.
De houder 1 is aan de bovenzijde voorzien van een aangevormde, naar buiten 3 0 gekeerde kraagrand 16. Deze is voorzien van een rondlopende groef 17 met een daarin aangebracht afdichtingsorgaan 18. Verder is de houder 1 aan de onderzijde uitgevoerd met een tussenstuk 19 dat in het midden is voorzien is van een tapgat 20.
5
De koppelbuis 2 is eveneens voorzien van een kraagrand 21 en vertoont aan de onderzijde 22 een omtrek die precies door de opening 23 past van de houder 1. Hierbij is de onderzijde 22 voorzien van een eindwand 24 die in het midden is uitgevoerd met een kleine opening 25 met daaromheen een aantal grote openingen 526. Om de houder 1 te verbinden aan de spoel- of wasbak wordt de koppelbuis 2 door de opening 27 van de spoelbak 28 gestoken om vervolgens door middel van een schroef 29 die zich bevindt in de kleine opening 25 vastgedraaid te worden in het tapgat 20 van het tussenstuk 19. Doordat zich tussen de houder 1 en de spoelbak 28 een afdichtingsorgaan 18 bevindt, wordt hierdoor een waterdichte verbinding 1 Overkregen.
Doordat de zeef 3 geïntegreerd is in de spoelbak 28, zal het spoelwater geen hinder ondervinden van het achterblijvende vuil. Wanneer nu het vuil hoger komt te staan zal het spoelwater steeds door de hogergelegen openingen 30 de zeef verlaten en via de tussenruimte van de zeef en de koppelbuis afgevoerd worden, 15 waardoor het spoelwater door kan blijven stromen. Daarnaast is het vuil wat achterblijft in de zeef 3 uit zicht en kan men zonder problemen voorwerpen in de spoelbak 28 neerzetten zonder dat deze in aanraking komen met het achtergebleven vuil. Doordat het volume van de zeef groot is, zal de zeef minder vaak geleegd hoeven te worden en is er meer tijd geweest om het vuil door te laten lekken.
2 0 Hierdoor is de kans kleiner dat wanneer de zeef gelegd moet worden, het vocht uit de zeef kan lekken en bijvoorbeeld op de vloer of afvalemmer terechtkomt.
Om de verbinding tussen de spoelbak en de houder te vereenvoudigen en de doorlaat van de afvoer te vergroten, kan de houder (fig. 3 en 4) worden voorzien van een tweede inwendige schroefdraad. Hierbij wordt de houder 1 aan het boveneinde 2 5 voorzien van een boring 31 waarvan een groot gedeelte wordt uitgevoerd met een inwendige schroefdraad 32. Bij deze uitvoering wordt een koppelstuk 33 toegepast waarvan het boveneinde 34 is voorzien van een aangevormde, naar buiten gekeerde flensrand 35 en het ondereinde is uitgevoerd met een kort aangevormd buis stuk 36 voorzien van een uitwendige schroefdraad 37. Door het koppelstuk 33 door de 3 0opening 27 van de spoelbak 28 te steken en het buisstuk 36 met de uitwendige schroefdraad 37 vast te draaien in de boring 31 van de houder 1, wordt er een zeer eenvoudige constructieve verbinding verkregen. Op deze manier is de doorstroom 1 n ? i ? ? R 1 6 langs de houder groter of men kan de zeef iets groter uitvoeren waardoor deze nog minder vaak geleegd hoeft te worden.
Bij de hiervoor omschreven uitvoeringen rust de kraagrand van de zeef op de spoel- of wasbak. Hierdoor kunnen resten vuil achterblijven, die niet eenvoudig weg-5 gespoeld kunnen worden, tenzij de zeef verwijderd wordt uit de houder. Door het boveneinde 34 van het koppelstuk 33 uit te voeren met een boring 38 (fig. 5 en 6) en de kraagrand 39 van de zeef 3 zodanig te maken dat deze precies in de boring 38 valt, zouden de spoelbak 28 en de zeef 3 een gestroomlijnde vorm vertonen, waar geen vuil kan achterblijven.
10 Eventueel zou bij de uitvoering de kraagrand 39 kunnen worden voorzien van een rondlopende groef 40 (fig. 7) met een daarin aangebrachte o-ring 41. Op deze manier zou de zeef 3 afgesloten kunnen worden met een plugstop 42, zodat de spoel- of wasbak onder water gezet kan worden zonder de zeef te hoeven verwijderen.
15 Bij de hierboven omschreven uitvoeringen zou de zeef afhankelijk van wat er gespoeld moet worden ongeveer een keer per week geleegd moeten worden. Door de zeef te vervaardigen uit materiaal dat eenvoudig te scheiden is (bijvoorbeeld blik) of afbreekbaar materiaal, zou de zeef compleet met het vuil weggegooid kunnen worden, om vervolgens een nieuwe in de houder te plaatsen. In plaats van een 2 0 cilindervorm zou de zeef een meer conische vorm kunnen hebben waardoor deze genesteld kan worden zonder dat dit te veel ruimte en verpakkingsmateriaal kost.
Fig. 8 is een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij de houder is voorzien van een snij-inrichting. Hierbij is de zeef 43 aan het boveneinde voorzien van een ring 44, waarvan de omtrekrand is uitgevoerd met een groef 45 2 5 waarin een o-ring 46 is opgenomen. Het midden van de ring 44 is uitgevoerd met een grote opening 47 en is in de radiale richting voorzien van een aantal kleine openingen 48. De eindwand 49 van de zeef 43 is eveneens in de radiale richting uitgevoerd met een aantal kleine openingen 50 en is in het midden voorzien van een bus 51. Door de grote opening 47 is in de lengterichting van de houder 1 een 3 0 waterdichte behuizing 52 aangebracht, die is voorzien van een accu 53 en een electromotor 54. Aan de uitgaande as 55 bevindt zich een snijmes 56 waarvan het uitstekend deel 57 zich bevindt in de bus 51 van de eindwand 49. Vlak onder de zeef *: ,r'. . \ *;: 'f 7 43 bevindt zich een stuk pijp 58 waarvan het boveneinde een gesloten eindwand 59 omvat. Bij deze uitvoering is het buisstuk 4 doorgetrokken waardoor er een soort stijgbuis 59 ontstaat.
De grote pijp 58 en de stijgbuis 59 vormen samen een zogenaamd waterslot 560, doordat water in de huis 61 zal blijven staan tot het niveau van de bovenste opening 62 van de stijgbuis 59, zodat er geen luchtdoorgang is van het riool naar de ruimte waar de spoelbak is aangebracht. Verder kan de houder 1 worden voorzien van een deksel 63 waarvan de omtrekrand is uitgevoerd met een groef 64 waarin een o-ring 65 is opgenomen, zodat bij deze uitvoering de spoelbak 28 onder water gezet 1 Okan worden.
Wanneer bij deze uitvoering het vuil zich opstapelt onderin de zeef 43, zou de electromotor 54 door middel van een sensor (hier niet getoond) aangezet kunnen worden, waardoor het mes 56 zal gaan draaien. Hierdoor zal het vuil zodanig versneden worden dat dit zonder problemen door de openingen 30 van zeef 43 15 afgevoerd kan worden. Door de combinatie van zeef en waterslot is er een zeer compact systeem tot stand gekomen waarbij eventueel onderhoud aan het waterslot via de spoelbak uitgevoerd kan worden, zonder daarvoor het keukenkastje en waterslot leeg te hoeven maken.
Om dit systeem toe te passen bij smalle afvoerleidingen, zouden de motor en 2 0 de accu in een aparte behuizing ondergebracht kunnen worden. Hierbij wordt het huis (fxg. 9) gevormd door een (zijaanzicht) L-vormige bak 66, die aan het open einde afgesloten wordt door een met bouten 67 vastgezet deksel 68. Tussen de deksel 68 en de rest van het huis 66 zijn afdichtingsorganen 69 aangebracht. De L· vormige bak is verdeeld in twee compartimenten. In het ene compartiment is de 2 5 electromotor 70 ondergebracht en in het andere compartiment is de transmissie ondergebracht. De electromotor 70 is verticaal opgesteld en is door middel van schroeven 71 gemonteerd aan de scheidingswand 72. Hierbij steekt de as 73 dwars door de opening 74 van de scheidingswand 72 en is de as 73 voorzien van de poelie tandwiel 75. Evenwijdig aan deze as 73, bevindt zich op de scheidingswand 72 een 30opstaande rand 76, waarvan het ondereinde is uitgevoerd met een boring 77. Aan de tegenovergelegen zijde van deze boring 77 is in de binnenwand 78 van de deksel 63 een tweede blinde boring 79 aangebracht. Tussen de scheidingswand 72 en de deksel ;: w η .-·=* I É i ? 8 / / m 8 63 bevindt zich een groot poelie tandwiel 80 dat verbonden is aan de as 81. De as 81 is door middel van lagers 82 roteerbaar opgenomen in de boring 77, 79 van de scheidingswand 72 en de deksel 63. Evenwijdig aan de stijgbuis 59 is op de bodem van de houder 61 een tweede staande rand 83 aangebracht die aan beide uiteinden 5 open is uitgevoerd. Doordat deze hoger is dan de stijgbuis 59 van het waterslot, is een eenvoudige waterkering ontstaan. Aan de tegenovergelegen zijde van deze staande rand 83 is de binnenwand 84 van de deksel 85 voorzien van een blinde boring 86, waarin een lager 87 is opgenomen. De aandrijfas 81 steekt zowel door de opening 88 van de L-vormige bak 66 als door de opening 89 van de houder 61, welke 10 aandrijfas wordt gevormd door een bovenste as 90 en een onderste as 91, die door middel van een koppeling 92 met elkaar zijn verbonden, waarbij de bovenste as 90 in de deksel 85 is gelagerd 87 en geschikt is voor het erop bevestigen van een snijmes 93. Het snijmes is op deze wijze draaibaar en bevindt zich precies onder de vuilschacht 94 van de spoelbak 28. Wanneer nu het spoelwater de sensor passeert in 15 de vuilschacht 94, zal de electromotor 70 worden aangestuurd en gaan draaien. Doordat het kleine poelie tandwiel 75 rotatievast is verbonden aan de as 73 van de electromotor 70 zal deze meedraaien, waarna deze via de tandriem 95 de beweging overbrengt op het grote poelie tandwiel 80. Doordat de onderste en bovenste as 90, 91 rotatievast zijn verbonden aan de koppeling 92 zal op zijn beurt het snijmes 93 2 0 meedraaien, waardoor vuil dat het de mes passeert versneden wordt en via het waterslot afgevoerd wordt naar het rioleringsysteem van het huis. Het electrische circuit is zodanig uitgevoerd, dat de electromotor uitsluitend inschakelbaar indien alle onderdelen juist zijn gemonteerd. Op deze wijze wordt voorkomen, dat een gebruiker zich kan verwonden aan de draaiende koppeling of het mes.
2 5 Fig. 10 is een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij het spoelwater nog sneller wordt afgevoerd. Hierbij wordt het waterslot 60 aan de bovenkant voorzien van een vertande poelie 96 en wordt de binnenwand 97 in het midden uitgevoerd met een boring 98. Door de opening 99 van het tussenstuk 100 bevindt zich een as 101, waarbij het uiteinde is voorzien van twee lagers 102 die 3 0 opgenomen zijn in de boring 98 van het waterslot 60. Hierdoor kan het waterslot 60 roteren om de stijgbuis 59. Op gelijke hoogte als het grote poelie tandwiel 80 is een klein poelie tandwiel 103 door middel van een spieverbinding rotatie vastgemaakt 9 aan de koppelingsas 92. Halverwege de binnenwand 104 van het grote pijp 58 zijn schoepen 105 aangebracht die net niet de stijgbuis 59 raken. Wanneer bij deze uitvoering de electromotor 70 in beweging wordt gezet, zal het mes 93 en zullen de schoepen 105 van het waterslot 60 tegelijkertijd meedraaien, doordat het grote poelie 5 tandwiel 96 via de tandriem 106 aangedreven wordt door het kleine poelie tandwiel 103. Hierdoor wordt het spoelwater uit het huis 61 gezogen en via de afvoerleiding 11 afgevoerd. De schoepen 105 zijn zodanig aangebracht dat de rand 107 van het waterslot 60 nooit droog komt te staan, waardoor de lucht in het waterslot 60 en houder 61 altijd gescheiden blijft.
10 Bij de hiervoor omschreven uitvoeringen worden het snijmes en de pomp aangedreven door een electromotor. Eventueel zouden deze ook aangedreven kunnen worden door een waterturbine. Aangezien alle spoel- of wasbakken uitgevoerd zijn met een kraan zou de waterdruk gebruikt kunnen worden om de turbine aan te drijven. Hiervoor zou de waterleiding eerst aangesloten moeten 15 worden op de instroom-opening van de turbine om vervolgens via de uitstroomopening aangesloten te worden op de kraan. Wanneer nu de kraan van de spoel- of wasbak open wordt gezet, zal het water eerst door de turbine stromen waar het door de schoepen zal gaan die vervolgens via de uitgaande as de beweging overbrengen aan het snijmes of de pomp.
20 Fig. 11,12 en 13 is een alternatieve uitvoering van de uitvinding waarbij de zeef is voorzien van een mechanische afsluitklep, waarvan de bediening zodanig is uitgevoerd dat de zeef zonder problemen in en uit de houder gehaald kan worden. Hierbij is de zeef 3 voorzien van twee verticale sleuven 108, waarvan de omtrekrand 109 versterkt en vlak is uitgevoerd. Op het boveneinde van de zeef bevindt zich een 2 5 ring 110 die in het midden is voorzien van een kleine opening 111 en in de radiale richting is uitgevoerd met een aantal sleuven 112. Door de opening 113 van de geleiderbus 114 bevindt zich een as 115 waarvan het ene uiteinde is uitgevoerd met een afsluitklep 116 en het andere uiteinde is voorzien van een kleine verticale sleuf 117 die aan de onderzijde is voorzien van een tapgat 118 waarin een moer 119 is 3 0 aangebracht. Door de twee sleuven 108 van de zeef 3 bevindt zich een strip 120 die door middel van een moer 119 is vastgedraaid in de kleine sleuf 117 van de as 115. Halverwege de verticale sleuven 108 van de zeef 3 bevindt zich in de binnenwand 121 1 L i ^ 'd ó 10 van de houder 1 een kogelgewricht 122 (fig. 12) welke door middel van een schroefring 123 wordt opgesloten in de bolle boring 124 van de houder 1. Tussen de eindwand 125 van de boring 124 en de kogel 126 bevindt zich een o-ring 127, waardoor er een afgesloten verbinding tot stand is gekomen. Door de opening 128 5van de kogel 126 is een T-stuk aangebracht 129, waarvan de twee korte stanguiteinden 130 zich bevinden in de sleuf 131 van de bedieningsstang 132 en het uiteinde van het lange gedeelte 133 door middel van draadeind 134 is vastgedraaid in het tapgat 135 van het vorkvormig element 136.
Wanneer de twee korte stanguiteinden 130 van het T-stuk 129 door de 10 bedieningsstang 132 naar hun laagste eindstand gedwongen worden, zal het T-stuk 129 gekanteld worden, waardoor het vorkvormige element 136 dat verbonden is aan het lange gedeelte 133 in zijn hoogste stand komt te staan. Doordat de beide uiteinden van de strip 120 zich precies bevinden onder het vorkvormige element 136, zal deze met de afsluitklep 116 in zijn hoogste eindstand komen te staan, waardoor 15 het spoelwater naar binnen kan stromen. De afsluitklep 116 kan weer worden gesloten door de knop van de bedieningsstang 132 weer in zijn oude stand te zetten, in zijn hoogst gelegen eindstand, waardoor het vorkvormige element 136 weer in zijn laagste stand komt te staan, zodat de strip met de afsluitklep 116 naar beneden zakt waardoor de afvoer wordt afgesloten.
2 0 Door de zeef 3 te vervaardigen uit twee losse delen (fig. 14,15 en 16), zouden deze zowel boven als onder sneller en gemakkelijker schoongemaakt kunnen worden. In het bijzonder is het eerste zeefdeel 137 in het midden voorzien van een naar binnen stekende aanslagrand 138, en is het tweede zeefdeel 139 voorzien van twee verende lippen 140 met snapranden 141 die aangrijpen achter de aanslagrand 138.
25 Verder is het tweede zeefdeel 139 boven en onder voorzien van voorgevormde pennen 142, om de twee zeefdelen 137,139 op de juiste manier te fixeren en de verbinding te versterken. Hierdoor is tussen de twee zeefdelen 137,139 een verbinding tot stand gekomen die eenvoudig en snel los te koppelen is, namelijk door het indrukken van het tweede zeefdeel 139. Op deze wijze komen de 3 0 snapranden 141 van de verende lippen 140 buiten aangrijping met de aanslagrand 138. De zeefdelen kunnen dan van elkaar worden genomen. Hierdoor kan het vuil verwijderd worden, en kunnen de twee zeefdelen in de vaatwasser gewassen worden, I v: i ï . O ' 11 waardoor zowel de binnen- als de buitenwand goed schoongemaakt wordt.
Om dit te vereenvoudigen, zou de binnenkant 143 van de zeef kunnen worden voorzien van een rubberen vuilafstrijker 144» die bediend kan worden met een lange stang 145 die aan het uiteinde is voorzien van een ring 146 (fig. 17 en 18).
5Tegen de ringvormige wand 147 van de vuilafstrijker 144 bevindt zich een schijfvormig element 148 waarvan het midden is voorzien van een tapgat 149 en waarvan de onderkant is uitgevoerd met een bajonetsluiting 150. Door de opening 151 van het geleiderdeel 152 bevindt zich de lange stang 145, waarvan het draadeind 153 is vastgedraaid in het tapgat 149 van het schijfvormig element 148. Bij het 10 vastschroeven van het schijfvormig element zal de rubberen vuilafstrijker 144 dus worden ingeklemd tussen het schijfvormig element 148 en de geleider 152. De ondereinden 154 van de zeef 3 worden in de radiale richting voorzien van een naar binnen stekende aanslagrand 155 en de einddop 156 wordt voorzien van vier verende lippen 157 met snapranden 158 die aangrijpen achter de aanslagrand 155.
15 Verder vormen de lippen van de einddop 156 een bajonetsluiting 159, waardoor de vuilafstrijker 144 zich kan koppelen aan de zeef.
Door aan de ring 146 van de stang 145 te trekken kan de zeef 3 verwijderd worden uit de spoelbak 28. Wanneer vervolgens de ring 146 driekwart gedraaid wordt, wordt de vuilafstrijker 144 ontgrendeld van de zeef 3, en kan de zeef boven 2 Oeen afvalemmer leeg getrokken worden, waardoor al het vuil in een keer verwijderd wordt uit de zeef 3.
Bij deze uitvoering zou de strip 120 van de afsluiter 116 kunnen worden voorzien van geleiderdelen, waardoor de afsluitklep 116 nog beter verticaal bediend kan worden.
2 5 Fig. 19 is een alternatieve uitvoering van de uitvinding waarbij de zeef automatische omhoog wordt gedrukt zodat deze gemakkelijk uit de spoelbak verwijderd kan worden. Dit wordt bereikt door de buitenwand 160 van de zeef 3 uit te voeren met twee verticale groeven 161, waarvan de boveneinden zijn voorzien van een inkeping 162. Bij deze uitvoering wordt het koppelstuk 33 direct onder de boring 3038 voorzien van twee aangevormde pennen 163, waarvan de omtrek precies past in de verticale groef 161 van de zeef 3. De verticale groeven 161 en de aangevormde pennen 163 vormen samen de zogeheten bajonetsluiting 164. Verder is het •4 ('- \ ' o 12 ondereinde van de zeef' 3 uitgevoerd met een as 165 waarvan het uiteinde zich bevindt in de opening 166 van het eindstuk 167 van de houder 1. Tussen de zeef 3 en het eindstuk 167 bevindt zich om de as 165 een drukveer 168.
Wanneer bij deze uitvoering de zeef in de houder wordt aangebracht, zal het 5 laatste gedeelte met de hand ingedrukt moeten worden, om vervolgens een kleine draaiende beweging te maken. Hierdoor wordt de drukveer 168 voorgespannen en zullen de aangevormde pennen 163 zich aangrijpen achter de inkeping 162 van de zeef 3, waardoor deze als het ware gefixeerd wordt. Door op de zeeffand 169 te drukken en vervolgens in de tegengestelde richting te draaien, zullen de 10 aangevormde pennen 163 niet meer aangrijpen achter de inkeping 162. Hierdoor wordt de zeef 3 ontgrendeld waardoor deze door de voorgespannen drukveer 168 omhoog wordt gedwongen, zodat deze gemakkelijk uit de spoelbak verwijderd kan worden.
Om de bepaling van de verticale groeven te vereenvoudigen zouden de 15 bovenrand van de zeef en het koppelstuk kunnen worden voorzien van een merktekens. Deze merktekens zouden tijdens de productie geïntegreerd kunnen worden, dor bijvoorbeeld door opstaande randen of groeven in de vorm van cijfers in de matrijs van de zeef aan te brengen, zodat er geen extra handelingen verricht hoeven te worden om deze alsnog aan te brengen.
2 0 Inplaats van een drukveer die ervoor zorgt dat de doorstroom verhinderd wordt, zou men ook gebruik kunnen maken van magneten. Hierbij zouden de bodem van de zeef en het eindstuk van de houder kunnen worden voorzien van magneten, waarbij de magneten zodanig zijn aangebracht dat ze elkaar afstoten. Bij deze uitvoering wordt de zeef dus voorgespannen door de twee magneten, waarbij het 2 5 voordeel is dat de doorgang niet geblokkeerd wordt zoals bij een drukveer, waar op den duur vuil achter kan blijven steken.
Bij de hierboven omschreven uitvoeringen is de zeef voorzien van een speciale houder, maar in sommige gevallen kan een bestaand systeem niet meer aangepast worden, bijvoorbeeld wanneer een ligbad volledig is ingebouwd. In dit 30 geval zou de zeef in doorsnede uit twee C-vormige segmenten 170 bestaan, die aan de bovenzijden zijn gekoppeld (fig. 21 en 22) aan een schijfvormig element 171, die in het midden is voorzien van een grote opening 172 en in de radiale richting is i o ? ;G 6 13 uitgevoerd met een aantal kleine openingen 173. Deze openingen zijn zodanig aangebracht dat het spoelwater precies in een van de C-vormige segmenten terecht komt. Tussen de twee C-vormige segmenten 170 is een open ruimte 174 ontstaan die zodanig is uitgevoerd dat deze precies over een bestaande verbinding past van een 5 ligbad of spoelbak. Inplaats van het vorkvormige element 136, wordt de lange stang 133 van het T-stuk 129 doorgetrokken tot halverwege de open ruimte 174 van de zeef 3 en is het uiteinde van de bus 114 uitgevoerd met een uitwendige schroefdraad 175, waarvan het draadeind is vastgedraaid in het tapgat 176 van het tussenstuk 177 van de houder 178. Door de opening 172,113 van de zeef 3 en de geleiderbus 114 bevindt 10 zich de as 115 van de afsluitklep 116 waarvan het ondereinde 179 rust op het uiteinde van de lange stang 133. Op deze manier kan de afsluitklep 116 bediend worden tussen de open ruimte 174 van de zeef 3 en kan de zeef zonder problemen verwijderd worden uit het ligbad of de spoelbak. Verder kan het bestaande systeem gehandhaafd blijven, waardoor de kosten voor de aanschaf van het zeefsysteem 15 beperkt blijven.
Bij de hiervoor omschreven uitvoeringen wordt de zeef aan de bovenzijde afgesloten met een deksel. Eventueel zou de afvoer ook afgesloten kunnen worden aan de onderkant van de zeef, die met behulp van middelen van zijn eerste naar zijn tweede eindstand gefixeerd kan worden. Op deze manier is er een zeer eenvoudige 2 0 afsluiting tot stand gekomen waardoor de bovenste o-ringen van de zeef overbodig zijn.
Alle uitvoeringen kunnen met elkaar gecombineerd worden en de uitvoeringen kunnen ook een zijdelingse afvoer hebben waarop een afvoerbuis is aangesloten. Inplaats van ronde gaten zou de zeef kunnen worden voorzien van 2 5 sleuven die bijvoorbeeld in de lengterichting of diagonaal worden aangebracht, zodat het spoelwater op elk nivo weg kan stromen en de zeef ook niet altijd een cilindervorm hoeft te hebben. Het zou ook geheel anders uitgevoerd kunnen worden en, bijvoorbeeld de gedaante kunnen hebben van een regelmatige zeshoek zodat de tussenruimte van de zeef en de houder groter wordt, waardoor het spoelwater sneller 30 wordt afgevoerd. In plaats dat het snijmes en de pomp aangedreven worden door een tandriem overbrengen, zouden deze ook aangedreven kunnen worden door een ketting of door tandwielen.
1 ;1 P 1 P O
14
Verder kan het koppelstuk en/ot de houder voorzien zijn van aangrijpingen door een gereedschap dat is ingericht voor het aandraaien van het koppelstuk en/of de houder.
Hoewel de uitvinding hiervoor beschreven is aan de hand van een aantal 5uitvoeringsvoorbeelden, zal het de deskundige uit het voorgaande duidelijk zijn dat deze daartoe niet beperkt is, maar op velerlei wijzen kan worden aangepast binnen de omvang van de bijgevoegde conclusies.
.··. ·'·- A f*· ' 5 : ,·’ : >' tl

Claims (2)

1 Ohet kenmerk, dat de zeef is vervaardigd uit twee losse delen.
25. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat het eerste zeefdeel in het midden is voorzien van een naar binnen stekende aanslagrand en het tweede zeefdeel is voorzien van ten minste twee verende lippen met snapranden die aangrijpen achter de aanslagrand, waarbij het tweede zeefdeel 15 boven en onder is voorzien van voorgevormde pennen, waardoor er tussen de twee zeefdelen een verbinding tot stand is gekomen die eenvoudig en snel los te koppelen is, namelijk door het indrukken van het tweede zeefdeel.
26. Geïntegreerde zeef volgens één der voorgaande conclusies , met het kenmerk, dat de zeef is voorzien van ten minste een vuilafstrijker. 2 0 27. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat de vuilafstrijker gefixeerd kan worden aan de zeef.
28. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 26 en 27, met het kenmerk, dat de vuilafstrijker en de zeef door een bajonetsluiting aan elkaar zijn verbonden.
29. Geïntegreerde zeef volgens één der voorgaande conclusies, met 2. het kenmerk, dat de zeef mechanisch van de eerste naar de tweede stand kan worden bewogen.
30. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat de zeef is voorzien van tenminste twee verticale groeven, waarvan het boveneinde is voorzien van een inkeping, waarbij het koppelstuk is uitgevoerd in aangevormde 30 pennen die samen een zogeheten bajonetsluiting omvatten.
31. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 29 of 30, met het kenmerk, dat de zeef door een veer voorgespannen wordt naar een eerste eindstand. 4 *"'· -·; · -7 ''
32. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 29 of 30, met het kenmerk, dat de zeef door magneten voorgespannen wordt naar een eerste eindstand.
33. Geïntegreerde zeef volgens conclusies 29 tot 32, gekenmerkt, door op tenminste een zeeffand en/of koppelstuk aangebrachte merktekens.
34. Geïntegreerde zeef volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zeef is voorzien van een open ruimte die geplaatst kan worden over een bestaande afvoerverbinding.
35. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 34, met het kenmerk, dat de zeef in horizontale doorsnede twee C-vormige segmenten vertoont die aan de 10 bovenzijden zijn gekoppeld aan een schijfvormig element die in het midden is voorzien van een kleine opening en in de radiale richting is uitgevoerd met een aantal sleuven.
36. Geïntegreerde zeef volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de onderkant van de zeef is voorzien van een afsluitdop die met 15behulp van middelen van zijn eerste naar zijn tweede eindstand gefixeerd kan worden.
7. Geïntegreerde zeef volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zeef is voorzien van sleuven.
38. Geïntegreerde zeef volgens één der voorgaande conclusies, met
1. Geïntegreerde zeef voor sanitaire installatie, omvattende in hoofdzaak een zeef voor het scheiden van spoelwater en vuil, alsmede een houder die voorzien is van ten minste één instroomopening bestemd om te worden aangesloten op de afvoer van de sanitaire installatie, alsmede een uitstroomopening 5 welke op een waterafvoersysteem van het huis kan worden aangesloten, met het kenmerk, dat de houder en de spoelbak door middel van ten minste een koppelbuis ten opzichte van de spoelbak op afstand gefixeerd worden.
2. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat tussen de koppelbus en de zeef een doorgang is, waardoor het spoelwater wordt 10 afgevoerd.
3. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de zeef geïntegreerd is in de spoel- of wasbak en de vorm en afmetingen overeenkomen met de houder, waarbij de zeef zowel aan de onderkant als de zijkant is voorzien van openingen.
4. Geïntegreerde zeef volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de houder en het koppelstuk elk door een los element worden gevormd, en dat de houder en het koppelstuk onderling door een vormsluitende verbinding verbonden zijn, waarbij tussen deze elementen de opening van de spoelbak wordt ingeklemd.
5. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de houder en het koppelstuk door een schroefverbinding zijn verbonden.
6. Geïntegreerde zeef volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aangevormde, naar buiten gekeerde kraagrand van de zeef een omtrek vertoont, die precies in de kamer van het koppelstuk past, waardoor deze een 2. gestroomlijnde vorm vertonen.
7. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de omtrek van de kraagrand is uitgevoerd met een groef met een daarin aangebracht afdichtingsorgaan, waarbij de zeef is voorzien van een plugstop, waardoor het water in de spoelbak kan blijven staan, zonder eerst de zeef te hoeven verwijderen.
8. Geïntegreerde zeef volgens één der voorgaande conclusies , met het kenmerk, dat de zeven genesteld kunnen worden.
9. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de zeef conisch is uitgevoerd.
10. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 8 en 9, met het kenmerk, dat de zeef is vervaardigd uit een materiaal dat eenvoudig te scheiden is.
11. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 8 en 9, met het kenmerk, dat de zeef is vervaardigd uit een afbreekbaar materiaal.
12. Geïntegreerde zeef volgens één der voorgaande conclusies waarbij 10 de houder is voorzien van een huis, dat ten opzichte van de omgeving is gesloten, met het kenmerk, dat het huis is voorzien van ten minste een motor en een accu.
13. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het vuil door middel van ten minste een roteerbaar mes versneden wordt.
14. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 12 en 13, met het kenmerk, 15 dat het snijmes wordt aangedreven door een electromotor.
15. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 12 en 13, met het kenmerk, dat het snijmes wordt aangedreven door een waterturbine.
16. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 12 en 13, met het kenmerk, dat de houder is verdeeld in twee compartimenten, waarin in het ene de 2. electromotor en de transmissie en in het andere de zeef, het snijmes en het waterslot is ondergebracht.
17. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de houder een pomp bevat.
18. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de 2. grote pijp van het waterslot roteerbaar is opgenomen en voorzien is van schoepen.
19. Geïntegreerde zeef volgens één der voorgaande conclusies , met het kenmerk, dat de zeef is voorzien van afsluitbare klep.
20. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de afsluitklep is voorzien van een bedieningsorgaan, welke vanaf de buitenzijde van de 3. houder bedienbaar is, middels welk bedieningsorgaan de klep van de eerste naar de tweede stand kan worden bewogen.
21. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 19 of 20 , met het kenmerk, dat het bedieningsorgaan een vorkvormig element vertoont.
22. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 19, 20 of 21, met het kenmerk, dat de zeef is voorzien van ten minste twee verticale sleuven waardoor zich 5 een strip bevindt die door middel van een moer gefixeerd wordt in de sleuf van de as van de afsluitklep.
23. Geïntegreerde zeef volgens conclusie 19 tot 21, met het kenmerk, dat de strip ten minste twee geleiderdelen omvat.
24. Geïntegreerde zeef volgens één der voorgaande conclusies, met
2 Ohet kenmerk, dat het koppelstuk en/of de houder is voorzien van aangrijpingen, om door een gereedschap dat is ingericht voor het aandraaien van het koppelstuk en/of de houder te worden vastgedraaid. ' L· i il d Ü
NL1021226A 2002-08-07 2002-08-07 Geïntegreerd zeefsysteem. NL1021226C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021226A NL1021226C2 (nl) 2002-08-07 2002-08-07 Geïntegreerd zeefsysteem.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021226 2002-08-07
NL1021226A NL1021226C2 (nl) 2002-08-07 2002-08-07 Geïntegreerd zeefsysteem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1021226C2 true NL1021226C2 (nl) 2004-02-10

Family

ID=32026254

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1021226A NL1021226C2 (nl) 2002-08-07 2002-08-07 Geïntegreerd zeefsysteem.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1021226C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2927380A1 (de) * 2014-03-31 2015-10-07 Aqua Sanitec GmbH Geruchsverschluss mit unterdrückter Rückströmung von Keimen

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE541398A (nl) *
US1589544A (en) * 1926-04-17 1926-06-22 Natow Simon Strainer
US1612588A (en) * 1926-06-11 1926-12-28 Lacoste Patrick Sink strainer
GB386680A (en) * 1931-07-22 1933-01-23 Ernest Arthur Gatehouse Improvements in and relating to waste outlet fittings for sinks, lavatory basins, baths and the like
US1935128A (en) * 1933-05-22 1933-11-14 Pullman Albertine Strainer trap
CH253670A (de) * 1946-06-22 1948-03-31 Rymann & Soehne A Ablauf für Flüssigkeitsbehälter, insbesondere für Spültische, Waschbecken, Tröge und dergleichen.
US3010118A (en) * 1960-01-20 1961-11-28 Isherwood Clarence Victor Pop-up bathroom sink stopper
EP0949385A2 (en) * 1998-04-09 1999-10-13 Envirovac, Inc. Washbasin drain assembly

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE541398A (nl) *
US1589544A (en) * 1926-04-17 1926-06-22 Natow Simon Strainer
US1612588A (en) * 1926-06-11 1926-12-28 Lacoste Patrick Sink strainer
GB386680A (en) * 1931-07-22 1933-01-23 Ernest Arthur Gatehouse Improvements in and relating to waste outlet fittings for sinks, lavatory basins, baths and the like
US1935128A (en) * 1933-05-22 1933-11-14 Pullman Albertine Strainer trap
CH253670A (de) * 1946-06-22 1948-03-31 Rymann & Soehne A Ablauf für Flüssigkeitsbehälter, insbesondere für Spültische, Waschbecken, Tröge und dergleichen.
US3010118A (en) * 1960-01-20 1961-11-28 Isherwood Clarence Victor Pop-up bathroom sink stopper
EP0949385A2 (en) * 1998-04-09 1999-10-13 Envirovac, Inc. Washbasin drain assembly

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2927380A1 (de) * 2014-03-31 2015-10-07 Aqua Sanitec GmbH Geruchsverschluss mit unterdrückter Rückströmung von Keimen

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7490375B2 (en) Food preparation sink trash interceptor system
KR100538651B1 (ko) 오수받이 장치
KR100562898B1 (ko) 막힘 방지기능을 겸비한 방취 배수트랩
NL1021226C2 (nl) Geïntegreerd zeefsysteem.
KR100816677B1 (ko) 침전물의 제거가 용이한 오수받이
KR20190089667A (ko) 세면대용 배수장치
KR101272152B1 (ko) 봉수기능을 구비한 멀티 관 연결장치
KR101259177B1 (ko) 위생세척이 용이한 싱크대 배수장치
KR101629916B1 (ko) 가구의 사이펀 및 아이템
DE4200895A1 (de) System zur brauchwassernutzung fuer die toilettenspuelung
KR102012567B1 (ko) 관내 이물질 제거장치
KR100654309B1 (ko) 하수관로의 물받이 배수트랩
KR101279286B1 (ko) 싱크대용 배수장치
KR200246240Y1 (ko) 싱크대용 이중수도장치
KR100424374B1 (ko) 씽크대 음식물쓰레기 처리기
KR200317103Y1 (ko) 하수구 냄새 차단장치
KR100907339B1 (ko) 옥내 배수관이 연결되는 다기능 배수구
KR200262247Y1 (ko) 씽크대용 배수구
KR20150124093A (ko) 세면기용 트랩일체형 배수장치
KR200185726Y1 (ko) 씽크호스 설치용 악취차단장치 홀더
CN220768270U (zh) 一种洗手池组件
KR200218248Y1 (ko) 집수정
KR20160002271U (ko) 스테인리스 강제의 싱크대용 배수장치
AU2005100568B4 (en) Portable Automatic Fluid Transfer System
KR20070103170A (ko) 배수통 세척기 및 이를 포함하는 싱크대

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070301