NL1020767C2 - Kinderstoel. - Google Patents

Description

' <

Korte aanduiding: Kinderstoel.

De uitvinding heeft betrekking op een kinderstoel voor gebruik in een voertuig, omvattende een op een voertuigstoel 5 positioneerbaar frame, een met het frame verbonden zitkuip en tussen het frame en de zitkuip gelegen gordel gel eidingsmiddelen, de kinderstoel is verder voorzien van een gordelopspanmechanisme dat verplaatsbaar is van een eerste positie waarin een met het voertuig verbonden autogordel vrijelijk langs de gordelgeleidingsmiddelen heen verplaatsbaar is naar 10 een tweede positie1 waarin de autogordel met behulp van het gordelopspanmechanisme ten opzichte van de gordelgeleidingsmiddelen is opgespannen en vice versa.

Bij een dergelijke, uit de Europese octrooiaanvrage EP-A2-1.077.152 bekende kinderstoel, is de zitkuip zwenkbaar met het 15 frame verbonden. In het frame zijn gordelgeleidingsmiddelen voorzien waarlangs een met het voertuig verbonden autogordel kan worden geleid. Het frame is verder voorzien van een gordelopspanmechanisme dat om assen zwenkbare armen omvat. Tijdens het aanbrengen van de autogordel langs de gordelgeleidingsmiddelen, is de zitkuip van het frame af gezwenkt. Nadat 20 de autogordel langs de gordelgeleidingsmiddelen is aangebracht, wordt de zitkuip vanuit de gezwenkte positie naar de gebruikspositie gezwenkt waarbij de armen van de gordelopspanmiddelen in neerwaartse richting worden gekanteld en de autogordel wordt opgespannen.

Een nadeel van deze bekende kinderstoel is dat het niet 25 mogelijk is om na het positioneren van een kind in de kinderstoel, de autogordel nog verder op te spannen of de autogordel van de kinderstoel los te nemen, tenzij men het kind met de zitkuip samen relatief ver naar voren zwenkt.

De uitvinding beoogt een kinderstoel te verschaffen waarbij 30 het opspannen van de autogordel op eenvoudige wijze kan plaatsvinden.

Dit doel wordt bij de kinderstoel volgens de uitvinding 1 n·-1767 2 berei kt doordat het gordelopspanmechani sme een tussen het frame en de zitkuip gelegen slede omvatten die transleerbaar in een translat!e-richting is tussen de eerste en tweede positie.

Met behulp van een transleerbare slede kan op eenvoudige 5 wijze een autogordel worden opgespannen. De slede, die bijvoorbeeld onder of achter de zitkuip kan zijn gepositioneerd, is ook verplaatsbaar nadat een kind in de kinderstoel heeft plaatsgenomen, zonder dat hi erbij.het kind wordt verplaatst.

Een uitvoeringsvorm van de kinderstoel volgens de 10 uitvinding wordt gekenmerkt doordat de slede is voorzien van zich dwars op de translatierichting uitstrekkende vinnen terwijl de gordel-geleidingsmiddelen zijn voorzien van een in de tweede positie tussen de vinnen gelegen gordel gel eidingssteun.

Door de om de gordel gel eidingssteun heen verplaatsbare 15 vinnen wordt op eenvoudige wijze een autogordel om de gordel gel eidingssteun heen gedrukt.

Een verdere uitvoeringsvorm van de kinderstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het gordelopspanmechanisme is voorzien van een om een as roteerbare nok die met behulp van een hefboom 20 zwenkbaar is, waarbij de slede verplaatsbaar is van de eerste naar de tweede positie.

Met behulp van de hefboom die zich bijvoorbeeld kan uitstrekken tot aan een van het frame afgekeerde voorzijde van de zitkuip, kan op eenvoudige wijze een nok worden geroteerd en de slede 25 worden verplaatst.

Een nog verdere uitvoeringsvorm van de kinderstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het gordelopspanmechanisme is voorzien van een veer, met behulp waarvan de slede verplaatsbaar is van de tweede naar de eerste positie.

30 Met behulp van een veer kan op eenvoudige wijze de slede naar de eerste, de autogordel vrijgevende positie worden verplaatst.

;; V · ' ;.t 3

De uitvinding zal nader worden toegeiicht aan de hand van de tekeningen waarin: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een kinderstoel volgens de uitvinding toont, 5 fig. 2 een perspectivisch aanzicht van een deel van een frame van de in fig. 1 weergegeven kinderstoel toont, met een daarin gelegen autogordel, fig. 3 een slede van een gordelopspanmechanisme van de in fig. 2 weergegeven kinderstoel toont, 10 fig. 4A en 4B respectievelijk een zijaanzicht en onderaanzicht tonen van het gordelopspanmechanisme volgens de uitvinding van de in fig. 1 weergegeven kinderstoel, waarbij het gordel - opspanmechanisme zich in een eerste positie bevindt, fig. 5A en 5B respectievelijk een zijaanzicht en 15 onderaanzicht tonen van het gordelopspanmechanisme volgens de uitvinding van de in fig. 1 weergegeven kinderstoel, waarbij het gordel- opspanmechanisme zich in de tweede positie bevindt, fig. 6 en 7 een gedeelte van een autogordel tonen in respectievelijk de eerste en tweede positie van het gordel-20 opspanmechanisme.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.

Fig. 1 toont een kinderstoel 1 die geschikt is voor gebruik in een voertuig. De kinderstoel 1 is voorzien van een frame 2 en een door 25 het frame 2 ondersteunde zitkuip 3. Tussen het frame 2 en de zitkuip 3 is een opening 4 aanwezig waardoorheen een met het voertuig verbonden autogordel zich kan uitstrekken. Nadat de autogordel door de opening 4 heen is geleid, wordt deze op gebruikelijke wijze met een in het voertuig aanwezig gordelslot verbonden.

30 De tot dusver beschreven kinderstoel is op zich bekend en zal derhalve niet nader worden toegelicht.

4

Bij de kinderstoel 1 volgens de uitvinding is het frame 2 voorzien van een gordel gel ei dingssteun 5 en twee aan weerszijden van de gordel steun 5 gelegen gordel gel eidingselementeh 6 die samen de gordel -geleidingsmiddelen vormen. Van de gordel gel eidingselementen 6 is in 5 fig. 2 enkel het linker gordel gel eidingselement 6 weergegeven.

Het frame 2 is verder voorzien van een gordel-opspanmechanisme dat een in een basisplaat 7 verschuifbaar gelegen slede 8 omvat. De slede 8 is voorzien van twee zich aan weerszijden van de gordel steun 5 uitstrekkende vinnen 9. De basisplaat 7 is voorzien van 10 een om een zwenkas 1Ó zwenkbare nok 11. Nok 11 is met een hefboom 12 verbonden met een bedieningselement 13. De slede 8 is aan een van de vinnen 9 afgekeerde zijde voorzien van een onder veerkracht van een < veer 14 tegen de nok 11 aan liggende plaat 15.

Het frame 2 is voorzien van in verticale platen 16 gelegen 15 cirkel vormige sleuven 16, waarin met de zitkuip 3 verbonden pennen verschuifbaar zijn gelagerd. Door de cirkelvormige sleuven 16 is de zitkuip 3 ten opzichte van het frame 2 in een gewenste gekantelde positie te positioneren zodat het kind meer of minder rechtop zal zitten.

Het plaatsen en opspannen van de kinderstoel 1 volgens de 20 uitvinding met behulp van een in een voertuig aanwezige autogordel 20 zal nu nader worden toegelicht.

Zoals op zich bekend wordt de kinderstoel 1 op een voertuigstoel gepositioneerd waarna de autogordel 20 door de tussen de zitkuip 3 en het frame 2 gelegen opening 4 heen wordt geschoven en 25 vervolgens met een gordelslot wordt verbonden. Vervolgens wordt de autogordel met behulp van een op zich bekende gordel klem 30 (fig. 1) met de kinderstoel 1 verbonden.

Tijdens het aanbrengen van de autogordel 20 door de opening 4 komt de autogordel 20 tussen enerzijds de vinnen 9 en 30 anderzijds de gordel gel eidingssteun 5 en de gordel gel eidingselementen 6 te liggen zoals weergegeven in fig. 2. De gordel 20 neemt hierbij de in 5 fig. 6 weergegeven vorm rond de gordel gel ei dingssteun 5 en de gordel-geleidingselementen 6 aan.

Nadat de autogordel 20 met het gordelslot is verbonden, wordt het bedieningselement 13 in de door pijl PI aangegeven richting 5 gezwenkt ten gevolge waarvan de met het bedieningselement 13 verbonden hefboom 12 en de daarmee verbonden nok 11 om de zwenkas 10 wordt gezwenkt. Hierbij wordt door de nok 11 de slede 8, tegen de veerkracht van de veer 14 in, in de door pijl P2 aangegeven translatierichting verplaatst, totdat de slede 8 vanuit de in fig. 4A, 4B weergegeven eerste 10 positie naar de in fig. 5A, 5B weergegeven tweede positie is verplaatst. Tijdens het verplaatsen van de slede 8 worden de vinnen 9 aan weerszijden langs de gordelgeleidingssteun 5 verplaatst, waarbij de vinnen 9 de tegen de gordelgeleidingssteun 5 aangelegen gordel 20 om de gordel -geleidingselementen 6 en de gordelgeleidingssteun 5 heen drukken, waarbij 15 de gordel 20 de in fig. 7 weergegeven vorm aanneemt. Hierbij ligt het middelste gedeelte 21 aan tegen de gordelgeleidingssteun 5 terwijl de aan weerszijden daarvan gelegen delen 22 om de gordel gel eidingselementen 6 heen zijn gelegen, waardoor de autogordel 20 stevig is opgespannen.

Het opspannen van de autogordel 20 kan al naar wens worden 20 gedaan voor of nadat een kind in de kinderstoel 1 heeft plaatsgenomen. Het voordeel van het opspannen nadat een kind in de kinderstoel 1 heeft plaatsgenomen is dat door het gewicht van het kind de kinderstoel 1 reeds enigszins in de voertuigstoel wordt gedrukt, waardoor een nog betere opspanning wordt verkregen.

25 Indien de autogordel 20 van de kinderstoel 1 moet worden losgemaakt, wordt het bedieningselement 13 in een aan pijl PI tegengestelde richting verplaatst, waarbij door de veerkracht van de veer 14 de slede 8 in een aan pijl P2 tegengestelde richting naar de in fig. 4A, 4B weergegeven eerste positie wordt getransleerd.

30 Het is ook mogelijk om de slede 8 met behulp van een schroefspindelmechanisme, een ratel mechanisme etc. te verplaatsen.

6

Het is ook mogelijk om in plaats van de gordel gel eidings-steun 5 een gordel gel ei ding op de vinnen 9 aan te brengen, waarbij de daardoor heen gelegen gordel enkel door de gordel gel eidingselementen 6 en de vinnen 9 wordt vervormd.

5 Het is ook mogelijk om het bedieningselement 13 aan de zijkant of achterzijde van de kinderstoel 1 aan te brengen waarbij een nokvormig element om een zich horizontaal uitstrekkende as zwenkbaar is.

f ) i i:

Claims (4)

1. Kinderstoel voor gebruik in een voertuig, omvattende een op een voertuigstoel positioneerbaar frame, een met het frame verbonden 5 zitkuip en tussen het frame en de zitkuip gelegen gordel gel eidingsmiddelen, de kinderstoel is verder voorzien van een gordelopspanmechanisme dat verplaatsbaar is van een eerste positie waarin een met het voertuig verbonden autogordel vrijelijk langs de gordel gel eidingsmiddel en heen verplaatsbaar is naar een tweede positie 10 waarin de autogordel met behulp van het gordelopspanmechanisme ten opzichte van de gordel gel eidingsmiddel en is opgespannen en vice versa, met het kenmerk, dat het gordel opspanmechani sme een tussen het frame en de zitkuip gelegen slede omvatten die transleerbaar in een translatierichting is tussen de eerste en tweede positie.

2. Kinderstoel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de slede is voorzien van zich dwars op de translatierichting uitstrekkende vinnen terwijl de gordelgeleidingsmiddelen zijn voorzien van een in de tweede positie tussen de vinnen gelegen gordel gel eidingssteun.

3. Kinderstoel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat 20 het gordel opspanmechani sme is voorzien van een om een as roteerbare nok die met behulp van een hefboom zwenkbaar is, waarbij de slede verplaatsbaar is van de eerste naar de tweede positie.

4. Kinderstoel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gordelopspanmechanisme is voorzien van een veer, met 25 behulp waarvan de slede verplaatsbaar is van de tweede naar de eerste positie.