NL1026385C2

NL1026385C2 - Kindervoertuigstoel alsmede frame geschikt voor een dergelijke kindervoertuigstoel.

Info

Publication number: NL1026385C2
Application number: NL1026385A
Authority: NL
Inventors: Rene Johan Van Geer; Donald Hendrikus Van Montfort; Adriaan Siewertsen
Original assignee: Maxi Miliaan Bv
Priority date: 2004-06-10
Filing date: 2004-06-10
Publication date: 2005-12-14
Also published as: PT1612091E; ES2335106T3; EP1612091B1; US8573695B2; US20060006714A1; DE602005018133D1; EP1612091A1; PL1612091T3; ATE451268T1

Description

Kindervoertuigstoel alsmede frame geschikt voor een dergelijke kindervoertuigstoel

I

• I' 1 i | . · De uitvinding heeft betrekking op een kindervoertuigstoel : 5 geschikt voor bevestiging in een voertuig met behulp van een in het voertuig aanwezig gordelsysteem, welke kindervoertuigstoel is voorzien van een frame, een met het frame verbonden zitkuip, alsmede ten minste een gordelopspanmiddel voor het opspannen van ten minste een gordel van het voertui ggordelsysteem.

10 De uitvinding heeft tevens betrekking op een frame geschikt voor toepassing bij een dergelijke kindervoertuigstoel.

In de onderhavige octrooiaanvrage wordt onder achterzijde van het frame verstaan die zijde die bij het plaatsen van de kindervoertuigstoel in een voertuig nabij de rugleuning van de autostoel 15 1s gelegen.

Bij een dergelijke, uit het Nederlandse octrooi NL-193778 bekende voertuigstoel wordt het frame van de kindervoertuigstoel tegen een zitting en rugleuning van een autostoel in het voertuig geplaatst waarna een zogenaamde driepuntsgordel door een ruimte tussen het frame en 20 een zitkuip door wordt geleid en de driepuntsgordel met behulp van een gebruikelijke gordelgesp met een gordelsluiting wordt verbonden. De heupgordel wordt over twee aan weerszijden in het frame gelegen gordel gel ei demiddelen geleid. Voor het opspannen van de heupgordel wordt een gordelopspanmiddel vanaf een voorzijde van het frame tussen de 25 gordel gel ei demiddelen verplaatst, waarbij met behulp van het gordel- opspanmiddel de heupgordel tussen de gordel gel ei demiddelen naar de achterzijde van het frame toe wordt gedrukt, en de heupgordel wordt opgespannen.

Een nadeel van een dergelijke kindervoertuigstoel is dat 30 het ten minste twee gordel gel ei demiddelen vereist waartussen het gordel opspanmiddel alsmede de gordel verplaatsbaar zijn.

1026385 * 2 t

De uitvinding beoogt een kindervoertuigstoel te verschaffen, waarbij een gordel relatief eenvoudig opspanbaar is.

Dit wordt bij de kindervoertuigstoel volgens de uitvinding bereikt doordat het opspanmiddel verplaatsbaar is van een eerste nabij 5 een achterzijde van het frame gelegen positie naar een tweede van de achterzijde af verplaatste positie waarin de gordel in bedrijf met behulp van het gordelopspanmiddel is opgespannen.

Op deze wijze wordt de gordel verplaatst in een naar de voorzijde van het frame toegekeerde richting, waarbij de gordel die met 10 beide uiteinden aan weerszijden van het frame met het voertuig 1s verbonden, wordt opgespannen, zonder dat hierbij gordel gel eidemiddelen waartussen de gordel wordt gedrukt, noodzakelijk zijn. Bovendien is het aantal onderdelen dat bij een botsing relatief zwaar belast wordt, relatief gering zodat slechts een beperkt aantal onderdelen zodanig dient 15 te zijn ontworpen dat zij deze krachten kunnen opnemen.

Een uitvoeringsvorm van de kindervoertuigstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat in de eerste positie de gordel over het gordelopspanmiddel is gelegen, waarbij het gordelopspanmiddel een gordel gel ei demiddel vormt.

20 Bij het aanbrengen van de gordel in het frame, kan op deze wijze het gordelopspanmiddel tevens als gordel gel ei demiddel dienen waardoor een eenvoudig positioneren van de gordel in het frame is gewaarborgd.

Een andere uitvoeringsvorm van de kindervoertuigstoel 25 volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de kindervoertuigstoel is voorzien van een tegenover het gordelopspanmiddel gelegen uitsparing, waar het gordelopspanmiddel in de tweede positie ten minste gedeeltelijk in is gelegen, waardoor in bedrijf de gordel tussen de uitsparing en het gordelopspanmiddel is ingeklemd.

30 Op deze wijze wordt door het verplaatsen van het gordelopspanmiddel naar de tweede positie, waarin het gordelopspanmiddel 1026385 * 3 in de uitsparing is gelegen, niet alleen een opspanning van de gordel verkregen ten gevolge waarvan een verplaatsing van de kindervoertuigstoel in de rijrichting op effectieve wijze wordt geblokkeerd, maar wordt bovendien een klemming of vergrendeling van de kindervoertuigstoel ten 5 opzichte van de gordel gerealiseerd. Hierdoor wordt een verschuiving van de kindervoertuigstoel over de gordel dwars op de rijrichting en in een zich evenwijdig aan de gordel uitstrekkende gordel richting verhinderd en de bevestiging van de kindervoertuigstoel stabieler.

Een weer andere uitvoeringsvorm van de kindervoertuigstoel 10 volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het frame is voorzien van een zich vanaf de achterzijde van het frame uitstrekkend lichaam voor geleiding van zowel een heupgordel als een schoudergordel van het voertuiggordelsysteem, waarbij de heupgordel en de schoudergordel ten minste ter plaatse van het gordelopspanmiddel parallel aan elkaar zijn 15 gelegen, ten opzichte van welk lichaam het gordelopspanmiddel verplaatsbaar is voor het tegelijkertijd opspannen van de heupgordel en de schoudergordel.

Op deze wijze worden zowel de heupgordel als de schoudergordel opgespannen, waardoor ook in geval dat bijvoorbeeld de 20 schoudergordel verder uit een met het voertuig verbonden gordelautomaat geraakt, toch een goede opspannning van de kindervoertuigstoel met het voertuig is gewaarborgd. Bij een inklemming van de gordels worden bovendien de gordellengtes aan weerszijden van de inklemming onveranderbaar waardoor een stevige bevestiging is gewaarborgd.

25 Een weer verdere uitvoeringsvorm van de kindervoertuigstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het gordelopspanmiddel een schuif omvat.

Met behulp van een schuif kan op eenvoudige en efficiënte wijze de gordel van de achterzijde af naar de voorzijde van de 30 kindervoertuigstoel worden verplaatst en opgespannen.

Een nog verdere uitvoeringsvorm van de kindervoertuigstoel 1026385 1 > 4 volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het opspanmiddel nagenoeg centraal tussen twee langszijden van het frame is gelegen.

Met behulp van een dergelijk centraal gelegen opspanmiddel 1 * , ; kunnen op eenvoudige wijze de gordels worden opgespannen, waarbij het .5 enkele opspanmiddel geschikt is voor toepassing bij een situatie waarbij de schoudergordel aan de linkerzijde of de rechtzijde zich naar boven toe uitstrekt.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen waarin: 10 fig. 1 een perspectivisch aanzicht toont van een frame geschikt voor een kindervoertuigstoel volgens de uitvinding, fig. 2 het in fig. 1 weergegeven frame toont met daarin aangebrachte opgespannen gordels toont, fig. 3A en 3B bovenaanzichten tonen van respectievelijk het 15 in fig. 1 en fig. 2 weergegeven frame, gedeeltelijk in doorsnede, fig. 3C een uitvergroot detail van het in fig. 3B weergegeven frame toont, fig. 4 een tweede uitvoeringsvorm van een frame volgens de uitvinding toont, 20 fig. 5 een perspectivisch aanzicht van een frame toont met een losneembaar daarop aangebrachte stoel, fig. 6 het in fig. 5 weergegeven frame toont met een losneembaar daarop aangebrachte babykuip.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van 25 eenzelfde verwljzingscijfer.

Fig. 1-3C tonen een eerste uitvoeringsvorm van een frame 1 volgens de uitvinding. Fig. 1 en 2 zijn gedeeltelijk doorgesneden zodat het inwendige van het frame 1 duidelijk zichtbaar is. Het frame 1 is voorzien van een kunststoffen schaal 2 met daarin aan beide langszijden 30 aangebrachte gordeldoorvoeropeningen 3, 4. Tussen de gordeldoorvoer-openingen 3, 4 is een V-vormig lichaam 5 gelegen dat aan een naar de 1026385 5 achterzijde 6 van het frame toegekeerde zijde relatief breed 1s, terwijl het aan een naar de voorzijde 7 van het frame 1 gelegen zijde relatief • ’ smal is. Het lichaam 5 is aan de voorzijde nabij het midden voorzien van 1 * ) ! een langwerpige gleuf 8 waarin een schuif 9 in en tegengesteld aan de 5 door pijl PI aangegeven richting schuifbaar is gelegen. Een voorzijde 10 (fig. 3C) van de schuif 9 strekt zich bij voorkeur uit voorbij de aan weerszijden van de schuif 9 gelegen uiteinden 11, 12 van het lichaam 5. Het frame 1 is tegenover de schuif 9 voorzien van een uitsparing 13 waarvan de vorm overeenkomt met het uiteinde 10 van de schuif 9. De 10 afmetingen van de uitsparing 13 zijn iets groter dan het uiteinde 10, zodat tussen het uiteinde 10 en de uitsparing 13 bij voorkeur twee gordels klembaar positioneerbaar zijn.

Het frame 1 is met behulp van een voertuiggordelsysteem 21 bevestlgbaar met een stoel (niet weergegeven) van een voertuig (niet 15 weergegeven). Het voertuiggordelsysteem 21 omvat een langgestrekte gordel 22 die met een eerste uiteinde 23 is verbonden met een op zich bekende gordel automaat (niet weergegeven) waarin de gordel 22 automatisch wordt opgewikkeld. Het van het uiteinde 23 afgekeerde uiteinde 24 van de gordel is verbonden met het voertuig ter plaatse van een overgang tussen 20 een rugleuning en een zitting van een voertuig. De gordel 22 strekt zich uit door een opening 25 in een gordel gesp 26. De gordel gesp 26 is bevestigbaar met een op zich bekende gordel sluiting 27 die zich op een gebruikelijke wijze bevindt bij een overgang tussen de rugleuning en zitting van de voertuigstoel. Het gedeelte tussen de gordelgesp 26 en het 25 uiteinde 23 wordt schoudergordel 28 genoemd terwijl het gedeelte tussen de gordel gesp 26 en het uiteinde 24 de heupgordel 29 wordt genoemd.

Voor het bevestigen van het frame 1 met een voertuigstoel wordt het frame 1 op de zitting van de voertuigstoel geplaatst, waarbij de achterzijde 6 tegen de rugleuning van de voertuigstoel aanligt. De 30 gordel gesp 26 wordt vervolgens door de gordeldoorvoeropening 3 gestoken, om het lichaam 5 en het uiteinde 10 van de sleuf 9 geleid en vervolgens 1026385 > 6 door de gordeldoorvoeropening 4 naar de gordel sluiting 27 van het voertuig geleid. Nadat de gordelgesp 26 in de gordel sluiting 27 is bevestigd en de gordel 22 door bijvoorbeeld een gordel automaat op gebruikelijke wijze is aangetrokken, strekken de schoudergordels 28 en de 5 heupgordel 29 zich parallel aan elkaar uit tegenover het uiteinde 10 van de gleuf 9. Vervolgens wordt een nabij de schuif 9 gelegen handvat 30 om een zwenkas 31 vanuit de in fig. 1 in de door pijl P2 aangegeven richting naar de in fig. 2 weergegeven stand gezwenkt. Tussen het handvat 30 en de in de door pijl PI verplaatsbare schuif 9 is een koppel stang 32 gelegen 10 die met een scharnieras 33 met het handvat 30 en met een scharnieras 34 met de schuif 9 is verbonden. Door het zwenken van het handvat 30 vanuit de in f1g. 1 weergegeven stand naar de in fig. 2 weergegeven stand, wordt de schuif 9 in de door pijl PI aangegeven richting verplaatst, waarbij eveneens de tegen het uiteinde 10 aanliggende schoudergordel 28 en 15 heupgordel 29 in de door pijl PI aangegeven richting worden verplaatst, totdat het uiteinde 10 in de uitsparing 13 is gelegen en de schoudergordel 28 en heupgordel 29 om het uiteinde 10 heen zijn gevouwen en in de uitsparing 13 zijn gedrukt. De schoudergordel 28 alsmede de heupgordel 29 zijn nu zowel opgespannen in de door pijl PI aangegeven 20 rijrichting van het voertuig, terwijl bovendien het frame 1 door de klemmende verbinding tussen het uiteinde 10 en de uitsparing 13 om de schoudergordel 28 en heupgordel 29 heen is geklemd, zodat het frame 1 niet in de lengterichting van de gordel over de gordels kan worden verplaatst.

25 Fig. 4 toont een tweede uitvoeringsvorm van een frame 1 van een kindervoertuigstoel volgens de uitvinding, waarbij het frame 41 van het frame 1 onderscheidt doordat het niet is voorzien van gordeldoorvoer-openingen 3, 4 die alzijdig door het frame 1 worden omringd maar is voorzien van armen 42, 43 die zich vanaf de voorzijde 7 van het 30 uitstrekken naar de achterzijde 6 van het frame 41 onder vrijlating van gordeldoorvoersleuven 44, 45. Het frame 41 is op eenzelfde wijze als het 1026385 * 7 frame 1 voorzien van een gordelopspanmiddel 46 dat eenzelfde in de door pijl PI aangegeven richting verplaatsbare schuif 9 omvat. Bij het frame 41 is het mogelijk om beide gordels via de gordeldoorvoergleuven 44, 45 om de schuif 9 heen te positioneren of enkel de heupgordel 29.

5 Door het centraal gelegen opspanmiddel 46 is het mogelijk om de gordels 28, 29 op te spannen indien de schoudergordel 28 zich aan een rechterzijde van het frame 41 zich naar boven toe uitstrekt alsmede indien de schoudergordel 28 zich aan een linkerzijde van het frame 41 naar boven toe uitstrekt.

10 Het is ook mogelijk om de kindervoertuigstoel niet te voorzien van een uitsparing 13 in welk geval de gordel(s) enkel met behulp van de schuif 9 worden opgespannen in de door pijl PI aangegeven richting.

Fig. 5 en 6 tonen toepassingen voor het frame 1 volgens de 15 uitvinding waarbij op het frame 1 met behulp van op zich bekende middelen respectievelijk een stoel 15 en een babykuip 60 losneembaar zijn bevestigd. Het frame 1 is verder voorzien van een voetsteun 61 met behulp waarvan het frame 1 aan een van het frame 1 afgekeerde zijde met een voerplaat 62 afsteunt tegen een vloer van het voertuig.

20 De zitkuip waarin een kind kan plaatsnemen kan ook vast met het frame zijn verbonden. De zitkuip is bij voorkeur kantelbaar ten opzichte van het frame. Het is ook mogelijk dat de zitkuip en het frame zijn geïntegreerd tot een geheel.

Het is ook mogelijk om het opspanmiddel in de zitkuip of 25 een ander met de zitkuip te verbinden deel op te stellen.

1026385

Claims

4 ί ,, 1. Kindervoertuigstoel geschikt voor bevestiging In een 1. j voertuig met behulp van een in het voertuig aanwezig gordelsysteem, welke 5 kindervoertuigstoel is voorzien van een frame, een met het frame verbonden zitkuip, alsmede ten minste een gordelopspanmiddel voor het opspannen van ten minste een gordel van het voertuiggordelsysteem, met het kenmerk, dat het opspanmiddel verplaatsbaar is van een eerste nabij een achterzijde van het frame gelegen positie naar een tweede van de 10 achterzijde af verplaatste positie waarbij de gordel in bedrijf met behulp van het gordelopspanmiddel is opgespannen.
2. Kindervoertuigstoel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in de eerste positie de gordel over het gordel opspanmiddel is gelegen, waarbij het gordelopspanmiddel een gordelgel eidemiddel vormt.
3. Kindervoertuigstoel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kindervoertuigstoel is voorzien van een tegenover het gordelopspanmiddel gelegen uitsparing, waar het gordelopspanmiddel in de tweede positie ten minste gedeeltelijk in is gelegen, waardoor in bedrijf de gordel tussen de uitsparing en het gordelopspanmiddel is
20 Ingeklemd.
4. Kindervoertuigstoel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het frame is voorzien van een zich vanaf de achterzijde van het frame uitstrekkend lichaam voor geleiding van zowel een heupgordel als een schoudergordel van het voertuiggordelsysteem, 25 waarbij de heupgordel en de schoudergordel ten minste ter plaatse van het gordelopspanmiddel parallel aan elkaar zijn gelegen, ten opzichte van welk lichaam het gordelopspanmiddel verplaatsbaar is voor het tegelijkertijd opspannen van de heupgordel en de schoudergordel.
5. Kindervoertuigstoel volgens een der voorgaande conclusies, 30 met het kenmerk, dat het gordelopspanmiddel een schuif omvat.
6. Kindervoertuigstoel volgens een der voorgaande conclusies, 1026385 A met het kenmerk, dat het opspanmiddel nagenoeg centraal tussen twee langszijden van het frame is gelegen.
7. Frame geschikt voor toepassing bij een kindervoertuigstoel volgens een der voorgaande conclusies. 5 1026385