NL1020745C2 - Verlichtingssamenstel alsmede sturing daarvoor. - Google Patents

Verlichtingssamenstel alsmede sturing daarvoor. Download PDF

Info

Publication number
NL1020745C2
NL1020745C2 NL1020745A NL1020745A NL1020745C2 NL 1020745 C2 NL1020745 C2 NL 1020745C2 NL 1020745 A NL1020745 A NL 1020745A NL 1020745 A NL1020745 A NL 1020745A NL 1020745 C2 NL1020745 C2 NL 1020745C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
supply
lighting assembly
control
auxiliary switch
inputs
Prior art date
Application number
NL1020745A
Other languages
English (en)
Inventor
Wilhelmus Jacobus Jozef Poort
Original Assignee
Wilhelmus Jacobus Jozef Poort
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wilhelmus Jacobus Jozef Poort filed Critical Wilhelmus Jacobus Jozef Poort
Priority to NL1020745A priority Critical patent/NL1020745C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1020745C2 publication Critical patent/NL1020745C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B41/00Circuit arrangements or apparatus for igniting or operating discharge lamps
    • H05B41/14Circuit arrangements
    • H05B41/16Circuit arrangements in which the lamp is fed by dc or by low-frequency ac, e.g. by 50 cycles/sec ac, or with network frequencies
    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B41/00Circuit arrangements or apparatus for igniting or operating discharge lamps
    • H05B41/14Circuit arrangements

Description

Verlichtingssamenstel alsmede sturing daarvoor
De onderhavige uitvinding betreft een verlichtingssamenstel omvattende tenminste twee lichtpunten, waarbij elk van die lichtpunten van een elektrische voeding voor-5 zien is, en die voeding tenminste twee toevoeren omvat, waarbij in die voeding een door een sturing geschakelde sturing aanwezig is, welke sturing door een toevoer gevoerd wordt.
Een dergelijk verlichtingssamenstel kan straatverlichting omvatten. Straatverlichting wordt doorgaans middels krachtstroom van energie voorzien. Daarbij worden 10 straatlantaarns met steeds een verschillende fase gevoed. Aangrenzende straatlantaarns zijn dan bijvoorbeeld op verschillende krachtstroomfasen aangesloten.
Voor het aansturen van de straatverlichting wordt gebruik gemaakt van een sturing, welke in staat is de straatverlichting aan en uit te schakelen. Dit kan gebeuren op < basis van allerlei parameters, zoals de lichtintensiteit, de datum en de tijd, de verkeers- 15 intensiteit en dergelijk.
Een dergelijke sturing wordt gevoed met een van de krachtstroomfasen. Als nu juist deze fase uitvalt, vallen niet alleen die straatlantaarns uit die gebruik maakten van die fase, maar valt ook de sturing uit. Dit laatste heeft als gevolg dat alle straatlantaarns uitvallen.
20 Doel van de onderhavige uitvinding is om in een verlichtingssamenstel te voor zien welk minder kwetsbaar is bij het uitvallen van een fase. Hiertoe heeft de uitvinding betrekking op een verlichtingssamenstel van de in de aanhef genoemde soort waarbij de voeding van die sturing omvat een hulpschakelaar voorzien van een meervoudige voeding en tenminste een zodanige schakeling dat bij het aanwezig zijn van een eerste toe-25 voer deze naar die sturing doorgeleid wordt en bij afwezigheid van die eerste toevoer een verdere toevoer naar die sturing doorgeleid wordt.
De uitvinding heeft verder betrekking op een dergelijk verlichtingssamenstel waarbij de verschillende toevoeren wisselstroom van verschillende fase omvatten.
De uitvinding heeft verder betrekking op een dergelijk verlichtingssamenstel 30 waarbij de voeding drie toevoeren omvat welke alle drie onderling een gelijk absoluut faseverschil hebben.
. / A £ 2
De uitvinding heeft verder betrekking op een dergelijk verlichtingssamenstel waarbij de hulpschakelaar indicatiemogelijkheden omvat welke aangeven op welke toevoer de sturing werkzaam is.
De uitvinding zal besproken worden aan de hand van enkele figuren, daarbij 5 tonen: figuur 1 een schematisch overzicht van de verlichtingssamenstelling; figuur 2a een nadere uitwerking van de hulpschakelaar van figuur 1 in een eerste toestand; figuur 2b een nadere uitwerking van de hulpschakelaar van figuur 1 in een 10 tweede toestand; figuur 2c een nadere uitwerking van de hulpschakelaar van figuur 1 in een derde toestand en figuur 3 een mogelijke uitvoeringsvorm van een schakeling welke informatie verschaft over het werkzaam zijn van de verschillende toevoeren.
15 Het zal duidelijk zijn dat de hieronder beschreven uitvoeringsvorm slechts be schreven is bij wijze van voorbeeld en niet in enige begrenzende betekenis, en dat verschillende wijzigingen en aanpassingen mogelijk zijn zonder buiten de omvang van de uitvinding te komen en dat de reikwijdte slechts bepaald wordt door tie bijgevoegde conclusies.
20 Figuur 1 toont straatverlichting bestaande uit in dit geval drie straatlantaarns 11, 12 en 13, welke respectievelijk gevoed worden door een eerste, een tweede en een derde toevoer 21,22 en 23.
Deze eerste, tweede en derde toevoer 21,22 en 23 zijn de verschillende fasen van een krachtstroomtoevoer, maar kunnen ook verschillende componenten zijn van een 25 andere spanningstoevoer.
De eerste, tweede en derde straatlantaarn 11, 12 en 13 kunnen middels de eerste, tweede en derde schakelcontacten 31, 32 en 33 van een relais 15 met bekrachtigings-spoel 43 aan en uitgeschakeld worden. Spoel 43 wordt aangestuurd door een aanstuur-inrichting 40. Deze aanstuurinrichting 40 bestaat uit een één-fase sturing 42 en een 30 hulpschakelaar 41. De hulpschakelaar kiest van de drie toevoeren 21, 22 en 23 een toevoer, bijvoorbeeld de eerste toevoer 21, en voert deze als één-fase spanning aan de sturing 42 toe. Deze doorgegeven toevoer wordt in de tekening aangeduid met verwij-zingscijfer 25.
i ί i * . i t-, I d i ./ ' I ί Ά . * 3
Deze sturing 42 is werkzaam op energie ontrokken aan deze eerste toevoer 21. De sturing 42 stuurt middels spoel 43 de schakelaars 31, 32 en 33 aan. Sturing 42 kan spoel 43 op verschillende, aan deskundigen bekende, manieren aansturen. Sturing 42 kan mechanisch zijn, maar kan ook een computerinrichting omvatten, welke zodanig is 5 ingericht dat deze met behulp van een in software en/of hardware uitgevoerd computerprogramma op basis van informatie toegevoerd aan het programma de aansturing van schakelaar 43 stuurt.
Dergelijke aan sturing 42 toegevoerde informatie kan bijvoorbeeld afkomstig zijn van een lichtintensiteitmeter, een klok met datum aanduiding, een computergeheugen, 10 een handmatige bedieningsinrichting zoals een toetsenbord en dergelijke.
In figuur 2a is de hulpschakelaar 41 en meer in het bijzonder de functie daarvan meer in detail afgebeeld. De hulpschakelaar 41 is enerzijds verbonden met de drie fasen 21,22, 23 van de krachtstroomtoevoer en is anderzijds voorzien van een uitgangleiding 25 waardoor een één-fase spanning aan sturing 42 toegevoerd wordt.
15 In de hulpschakelaar 41 zijn twee relais 45 en 46 aanwezig. Begrepen moet wor den dat dergelijke relais mechanische relais kunnen omvatten maar eveneens elektronische componenten kunnen zijn zoals transistoren, thyristor enz.
Relais 45 is voorzien van een spoel 47 die enerzijds verbonden is met leiding 21 en anderzijds met de nulleider (niet afgebeeld). Afhankelijk van de stand van het relais 20 45 geeft het relais 45 de fase op de leiding 21 door aan leiding 24, dan wel de fase op leiding 22 door aan leiding 24.
Relais 46 is voorzien van een spoel 48 die enerzijds verbonden is met de fase op leiding 24 en anderzijds verbonden is met een niet afgebeelde nulleider.
Beide relais zijn in de bekrachtigde toestand, dat wil zeggen er staat spanning 25 over de spoelen 47 en 48. Daardoor zal de spanning afkomstig van fase 21 via relais 45 en leiding 24 en relais 46 aan leiding 25 toegevoerd worden.
In fïg. 2b is de situatie getekend waarin geen spanning op leiding 21 aanwezig is. In dat geval is spoel 47 niet langer bekrachtigd en zal de spanning via leiding 22 en leiding 24 via relais 46 aan leiding 25 toegevoerd worden.
30 Tot slot is in fig. 2c de toestand getoond waarbij geen spanning op leiding 21 en 22 aanwezig is. Spanning gaat dan rechtstreeks vanaf leiding 23 via relais 46 naar leiding 25.
4
Begrepen zal worden dat de hierboven beschreven schakeling omgekeerd kan worden, dat wil zeggen dat de relais onder normale omstandigheden spanning via leiding 23 aan leiding 25 toevoeren.
Uit de hierboven beschreven eigenschappen van hulpschakelaar 41 volgt dat als 5 de eerste toevoer 21 is uitgevallen, de hulpschakelaar 41 overschakelt naar het doorgeven van toevoer 22 aan leiding 25. Nadat de eerste toevoer 21 weer hersteld is, schakelt de hulpschakelaar 41 terug naar het doorgeven van de eerste toevoer 21 aan leiding 25.
Als de eerste en de tweede toevoer 21 en 22 niet werkzaam zijn, schakelt de hulp-10 schakelaar 41 over op het doorgeven van de derde toevoer 23 aan leiding 25. Als de eerste toevoer 21 hersteld wordt, schakelt de hulpschakelaar 41 naar het doorgeven van die eerste toevoer 21. Als de tweede toevoer 22 hersteld wordt en de eerste toevoer 21 niet werkzaam blijft, schakelt de hulpschakelaar 41 naar het doorgeven van de tweede - toevoer 22 aan leiding 24 en leiding 25.
15 In figuur 2a zijn verder drie lampjes 51, 52 en 53 opgenomen, bijvoorbeeld LED's, welke de gebruiker informatie geven over welke toevoer door de hulpschakelaar 41 wordt doorgegeven aan de sturing 42. Slechts door de toevoer die doorgegeven wordt door de hulpschakelaar 41 aan leiding 25 zal stroom gaan, en zodoende zal slechts die bijbehorende LED oplichten. Dit geeft de gebruiker echter geen informatie 20 over het werkzaam zijn van de toevoeren die niet doorgegeven worden. Als bijvoorbeeld alleen de derde toevoer 23 uitgevallen is, zal de hulpschakelaar 41 de eerste toevoer 21 doorgeven en zal LED 51 oplichten. De gebruiker kan aan de LED's niet aflezen dat de derde toevoer 23 is uitgevallen.
Dit kan worden opgelost door in de aanstuurinrichting 40 een schakeling op te 25 nemen zoals getoond wordt in figuur 3. De schakeling bestaat uit drie primaire spoelen 61, 62 en 63 van gelijke inductie welke alle drie respectievelijk zijn aangesloten op de eerste, tweede en derde toevoer. Deze primaire spoelen zijn respectievelijk in de directe nabijheid van drie secundaire spoelen 71, 72 en 73 op gesteld, welke alledrie een gelijk inductie hebben. Verder is er een spanningsmeter 75 in serie geschakeld met deze drie 30 secundaire spoelen 71,72 en 73.
Als alle drie de toevoeren 21, 22 en 23 werkzaam zijn, dan resulteert dit in drie secundaire spanningsfluctuaties over de secundaire spoelen 71, 72 en 73 van gelijke
n o m l C
5 grootte en frequentie, elk 120° ten opzichte van elkaar verschoven. Spanningsmeter 75 zal in dit geval geen spanning meten, daar de drie componenten elkaar opheffen.
Als één van de toevoeren 21, 22 en 23 uitvalt, ontstaan er twee secundaire spanningsfluctuaties in de secundaire schakeling, welke samen resulteren in een spanning 5 over de spanningsmeter 75. Als twee van de toevoeren 21, 22 en 23 uitvallen, ontstaat er een secundaire spanningsfluctuaties in de secundaire schakeling, welke ook zal resulteren in een spanning over de spanningsmeter 75.
Zowel als er één en twee toevoeren uitvallen, zal dit resulteren in een spanning over de spanningsmeter 75, welke hierop kan reageren door het geven van een indica-10 tie, bijvoorbeeld door het laten branden van een lampje 76. Een dergelijke indicatie kan ook bestaan uit het geven van een akoestisch signaal of een visueel signaal op een beeldscherm. Als alle drie de toevoeren 21, 22 en 23 uitgevallen zijn, zal de spanningsmeter 75 geen spanning meten en ook geen indicatie geven.
Het zal duidelijk zijn aan een deskundige dat voor de hierboven beschreven 15 indicatiemogelijkheden 51, 52, 53, 76 met betrekking tot het wel of niet werkzaam zijn van de verschillende toevoeren 21, 22 en 23 ook andere uitvoeringsvormen gekozen kunnen worden. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk de indicatiemogelijkheden zodanig uit te voeren dat deze, middels bijvoorbeeld LED's, aangeven op welk van de toevoeren 21, 22, 23 spanning staat, in plaats van op welk van de toevoeren 21, 22, 23 de 20 hulpschakelaar 41 werkzaam is. Ook is het mogelijk een LED op te nemen welke aangeeft of op één of meer van de toevoeren 21, 22, 23 geen spanning staat. Een dergelijke LED zou dan bijvoorbeeld in een afwijkende kleur kunnen worden uitgevoerd. Dergelijke veranderingen en uitbreidingen worden geacht binnen de reikwijdte van deze uitvinding te vallen.
25 Het is uiteraard ook mogelijk het verlichtingssamenstel 10, bijvoorbeeld via hulpschakelaar 41, aan te sluiten op randapparatuur, zoals een computerinrichting, zodat het verlichtingssamenstel 10 in staat is te communiceren met deze randapparatuur. Dit maakt het mogelijk informatie over het wel of niet werkzaam zijn van de verschillende toevoeren 21,22,23 te verschaffen aan dergelijke randapparatuur. 30 Dergelijke randapparatuur an bijvoorbeeld zijn ingericht om de werking van de verschillende toevoeren 21, 22, 23 bij te houden als functie van de tijd of om alarm te slaan bij het uitvallen van een of meerdere toevoeren 21,22,23.
•4 i ! r, ..---. - .i a_ p-

Claims (10)

1. Verlichtingssamenstel (10) omvattende tenminste twee lichtpunten (11; 12; 13), waarbij elk van die lichtpunten (11; 12; 13) van een elektrische voeding voorzien is, en 5 die voeding tenminste twee toevoeren (21; 22; 23) omvat, waarbij in die voeding een door een sturing (42) geschakelde schakelaars (31; 32; 33) aanwezig zijn, welke sturing (42) door één toevoer gevoerd wordt met het kenmerk dat de voeding van die sturing (42) omvat een hulpschakelaar (41) voorzien van eèn meer-10 voudige voeding en tenminste een zodanige schakeling dat bij het aanwezig zijn van een eerste toevoer (21; 22; 23) deze naar die sturing doorgeleid wordt en bij afwezigheid van die eerste toevoer (21; 22; 23) een verdere toevoer (21; 22; 23) naar die sturing (42) doorgeleid wordt.
2. Verlichtingssamenstel (10) volgens conclusie 1 waarbij de verschillende toevoe ren (21; 22; 23) wisselstroom van verschillende fase omvatten.
3. Verlichtingsamenstel (10) volgens één van voorgaande conclusies waarbij de voeding drie toevoeren (21; 22; 23) omvat welke alle drie onderling een gelijk absoluut 20 faseverschil hebben.
4. Verlichtingssamenstel (10) volgens één van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat als de eerste toevoer (21), na het uitvallen van de eerste en/of de tweede toevoer weer werkzaam wordt, de hulpschakelaar (41) overgaat op de eerste toevoer 25 (21),
5. Verlichtingssamenstel (10) volgens één van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat als slechts de tweede toevoer (22), na het uitvallen van de eerste en de tweede toevoer, weer werkzaam wordt, de hulpschakelaar (41) overgaat op de tweede 30 toevoer (22).
6. Verlichtingssamenstel (10) volgens één van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de hulpschakelaar (41) indicatiemogelijkheden omvat (51; 52; 53) welke aangeven op welke toevoer (21; 22; 23) de sturing (42) wërkzaam is.
7. Verlichtingssamenstel (10) volgens één van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de hulpschakelaar (41) een indicatiemogelijkheid (75; 76) omvat welke aangeeft of één of meerdere van de toevoeren (21,22,23) niet werkzaam is.
8. Verlichtingssamenstel (10) volgens één van de voorgaande conclusies met het 10 kenmerk dat de hulpschakelaar (41) een indicatiemogelijkheid omvat welke aangeeft op welk van de meerdere toevoeren (21, 22,23) spanning staat.
9. Verlichtingssamenstel (10) volgens conclusies 6, 7 of 8 met het kenmerk dat de 1 hulpschakelaar (41) ingericht is om gegevens te verstrekken aan aangesloten apparaten 15 over op welke toevoer (21, 22, 23) de sturing werkzaam is en/of één of meerdere toevoeren (21, 22, 23) niet werkzaam is en/of op welke van de toevoeren (21, 22, 23) spanning staat.
10. Verlichtingssamenstel (10) volgens één van voorgaande conclusies met het ken-20 merk dat de sturing (42) de lichtpunten (11; 12; 13) aanstuurt op grond van gegevens afkomstig van één of meerdere van een lichtsensor, helderheidssensor, klok, verkeers-intensiteitssensor, handmatige bediening. : Λ Ί i r t
NL1020745A 2002-06-04 2002-06-04 Verlichtingssamenstel alsmede sturing daarvoor. NL1020745C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020745A NL1020745C2 (nl) 2002-06-04 2002-06-04 Verlichtingssamenstel alsmede sturing daarvoor.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020745A NL1020745C2 (nl) 2002-06-04 2002-06-04 Verlichtingssamenstel alsmede sturing daarvoor.
NL1020745 2002-06-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1020745C2 true NL1020745C2 (nl) 2003-12-08

Family

ID=30439506

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1020745A NL1020745C2 (nl) 2002-06-04 2002-06-04 Verlichtingssamenstel alsmede sturing daarvoor.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1020745C2 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL19003C (nl) *
NL16086C (nl) *
DE405681C (de) * 1924-11-04 Siemens Schuckertwerke G M B H Vorrichtung zum Anschliessen von Einphasennetzen an Mehrphasennetze
US1707269A (en) * 1925-08-06 1929-04-02 Westinghouse Electric & Mfg Co Electrical distribution system
US3558985A (en) * 1968-06-24 1971-01-26 Mcgrew Edison Co Three phase repeating circuit interrupter having control means for individually interrupting each phase
US6211627B1 (en) * 1997-07-29 2001-04-03 Michael Callahan Lighting systems

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL19003C (nl) *
NL16086C (nl) *
DE405681C (de) * 1924-11-04 Siemens Schuckertwerke G M B H Vorrichtung zum Anschliessen von Einphasennetzen an Mehrphasennetze
US1707269A (en) * 1925-08-06 1929-04-02 Westinghouse Electric & Mfg Co Electrical distribution system
US3558985A (en) * 1968-06-24 1971-01-26 Mcgrew Edison Co Three phase repeating circuit interrupter having control means for individually interrupting each phase
US6211627B1 (en) * 1997-07-29 2001-04-03 Michael Callahan Lighting systems

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP2008541407A (ja) 電源及びスイッチ故障が発生した場合の負荷保護回路を有する2線式の調光器
CN1953629A (zh) 灯电流平衡拓扑架构
WO2007056633A2 (en) Method and apparatus for power control
US8952575B2 (en) Three-way and four-way switching circuit
JP2014191933A (ja) 標識灯装置
NL1020745C2 (nl) Verlichtingssamenstel alsmede sturing daarvoor.
EP2183945B1 (en) Metal halide lamp ballast controlled by remote enable switched bias supply
US6108220A (en) Solid state fail-safe control of an AC load utilizing synchronous switching
US7088263B1 (en) Runway approach lighting system and method
JP2004236427A (ja) 無停電電源装置
US4229681A (en) Frequency/sensitive switching circuit
US6177769B1 (en) Electric Ballast with selective power dissipation
JP2012003864A (ja) Led灯器及びled点灯監視制御システム
JP2005121681A (ja) 画像形成装置
JP4029597B2 (ja) 調光制御システム
JPH07237598A (ja) 灯器調光制御装置
JP5126571B2 (ja) 調光装置および調光システム
JPH10188159A (ja) 照明装置
US6476567B1 (en) Control gear for fluorescent lamps
JP2008066074A (ja) 放電ランプ点灯装置および照明器具制御監視システム
JP2004088514A (ja) 遠隔監視制御システムの端末器
GB2318932A (en) Fluorescent lamp failure warning device
JP2886320B2 (ja) 照明装置
AU2010330232A1 (en) Circuit assembly for operating at least one discharge lamp
KR940020871A (ko) 전기요의 제어회로

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070101