NL1020261C2 - Inrichting voor toegangscontrole van personen en scheiding van een eerste publieke ruimte van een tweede gecontroleerde ruimte. - Google Patents

Description

»

A

Inrichting voor toegangscontrole van personen en scheiding van een eerste publieke ruimte van een tweede gecontroleerde ruimte.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor toegangscontrole van personen, een scheiding van een eerste publieke ruimte van een tweede gecontroleerde ruimte, waarbij tenminste voor het verplaatsen van de personen van de 5 eerste ruimte naar de tweede ruimte passage van de inrichting vereist is, en waarbij de inrichting bestemd is voor passage van telkens slechts één persoon.

In de stand van de techniek zijn diverse pogingen gedaan om een dergelijke inrichting te verschaffen, waarmee 10 het zogeheten "piggybacking" wordt tegengegaan. Genoemd kunnen worden het Amerikaans octrooinr. RE 33,407 en de Amerikaanse octrooien US-A-5 012 455 en US-A-4 097 454 en US-A-5 201 906.

Ten behoeve van het tegengaan van de passage van 15 meer dan één persoon worden in de stand van de techniek ul-trageluidssensoren toegepast. In de praktijk blijkt dat de uit de stand der techniek bekende inrichting niet onder alle omstandigheden voldoet. Bovendien is een probleem van de bekende inrichting dat deze geen controle biedt ten aanzien van 20 de passage van geautoriseerde personen en de blokkering van niet geautoriseerde personen.

Met de uitvinding is beoogd een inrichting van de in de aanhef bedoelde soort te verschaffen die in combinatie toegangscontrole biedt ten aanzien van de passage van slechts 25 geautoriseerde personen, en verder een betrouwbare oplossing oplevert voor de probleemstelling dat slechts één persoon tegelijk de inrichting zal kunnen passeren.

De inrichting wordt er daartoe volgens de uitvinding door gekenmerkt dat de inrichting een looppad heeft welke is 30 uitgerust met een in de vloer van het looppad opgenomen ge-wichtsmeetorgaan, alsmede een irisanalysetestinrichting voor 1 020261 ' 2 controle van de iris van de persoon die de inrichting betreedt of betreden wil.

De uitvindingsgedachte heeft betrekking op de verrassende combinatie van een irisanalysetestinrichting voor 5 het identificeren van de passant aan de hand van diens oogiris en een gewichtsmeting voor de controle van het gewicht van deze met de irisanalysetestinrichting geïdentificeerde persoon, en daarmee van de vraag of één of meer dan één persoon de inrichting wil passeren. Een irisanalyse als zojuist 10 bedoeld geeft een zeer betrouwbare identificatiemogelijkheid waarmee een adequate toegangscontrole tot de gecontroleerde ruimte kan worden gerealiseerd.

De inrichting is geschikt zo uitgevoerd dat het ge-wichsmeetorgaan en de irisanalysetestinrichting zijn aange-15 sloten op een beslisorgaan voor het in afhankelijkheid van het gewichtsmeetorgaan en de irisanalysetestinrichting vrijgeven of blokkeren van de passage van een persoon van de eerste ruimte naar de tweede ruimte.

Opgemerkt wordt dat de uitvinding bruikbaar is bij 20 diverse typen inrichting die met elkaar gemeen hebben dat deze een eerste publieke ruimte van een tweede gecontroleerde ruimte van elkaar kunnen scheiden. Het gaat daarbij bij voorkeur om een draaideur, een passage voorzien van een draai-kruis en een besloten ruimte die is afgesloten met schuifdeu-25 ren. Overigens is bij deze laatste mogelijkheid ook de toepassing van gewone deuren mogelijk.

Wanneer de inrichting een draaideur of een draai-kruis is, heeft het in een eerste voorkeursuitvoeringsvorm de voorkeur dat het beslisorgaan bij blokkeren van de passage 30 van de draaideur of het draaikruis, doordraaien van de draaideur of het draaikruis blokkeert en terugdraaien van de draaideur of het draaikruis initieert.

Wanneer de inrichting een draaideur is, heeft het in een tweede voorkeursuitvoeringsvorm de voorkeur dat de draai-35 deur aan de zijde van de tweede ruimte is voorzien van een (schuif)deur of dergelijke, en dat het beslisorgaan bij blokkeren van de passage van de draaideur, doordraaien van de ? m r':<\ ίί"'Λ >;ι y y o i 3 draaideur toelaat en openen van de (schuif)deur of dergelijke blokkeert.

De uitvinding zal in het navolgende aan de hand van de tekening nader worden toegelicht aan de hand van enkele 5 niet beperkende uitvoeringsvoorbeelden.

In de tekening toont: - figuur 1 een draaideur volgens de uitvinding; - figuur 2 een besloten ruimte voorzien van schuifdeuren volgens de uitvinding; en 10 - figuur 3 een draaikruis in een passage volgens de uitvinding.

In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers verwijzen naar overeenkomstige onderdelen.

In de figuren 1, 2, en 3 wordt telkens een inrich-15 ting 1 voor toegangscontrole van personen getoond die een scheiding teweegbrengt tussen een eerste publieke ruimte 2 en een tweede gecontroleerde ruimte 3. Daartoe is de inrichting 1 geplaatst in een wand 4 die de eerste publieke ruimte 2 van de tweede gecontroleerde ruimte 3 scheidt. Toegang vanuit de 20 eerste ruimte 2 naar de tweede ruimte 3 is daarbij slechts mogelijk door passage van de inrichting 1.

In figuur 1 is de inrichting 1 uitgevoerd als draaideur 5. De constructie van een dergelijke draaideur 5 is algemeen bekend. Een draaideur 5 heeft een centrale as 6 om 25 welke een aantal deurvleugels 7 kunnen roteren. De deurvleugels 7 roteren daarbij binnen de begrenzingen van kuipwanden 8. Aan de zijde van de eerste publieke ruimte 2 is de draaideur 5 voorzien van een toegangsopening zoals aangegeven met pijl A. Aan deze zijde kunnen passanten de draaideur 5 bin-30 nenlopen. Volgens de uitvinding is bijvoorbeeld nog in de publieke ruimte 2 een meetorgaan 9 opgesteld, welke is aangesloten op een irisanalysetestinrichting. Wanneer de passant een geautoriseerd persoon is kan de verdere verwerkingselek-tronica waarmee de irisanalysetestinrichting is gekoppeld er 35 voor zorgdragen dat de draaideur 5 in de richting van pijl B roteert of kan gaan roteren. De passant kan dan de draaideur 5 passeren en uiteindelijk de tweede gecontroleerde ruimte 3 betreden. Daartoe is nog wel nodig dat tevens tijdens of bij 1020261 « 4 het passeren van de draaideur 5 geconstateerd wordt dat de inmiddels met de irisanalysetestinrichting geautoriseerde persoon als enige de draaideur 5 poogt te passeren. Is dat het geval dan wordt een vrijgave verzorgd van schuifdeur 10.

5 De schuifdeur 10 opent zich dientengevolge en de passant kan vanwege het doorroteren van de deurvleugels 7 van de draaideur 5 de gecontroleerde ruimte 3 betreden. Wanneer de meting met de irisanalysetestinrichting en/of de gewichtsmeting welke plaatsvindt door een geschikt gewichtsmeetorgaan dat in de 10 vloer van de draaideur 5 is opgenomen, niet aan voorafbepaalde criteria voldoet, blijft de schuifdeur 10 gesloten en kan de draaideur 5 doorroteren zodat de desbetreffende persoon (personen) de draaideur 5 bij pijl A weer kan (kunnen) verlaten. Ook is mogelijk dat in dat geval verdere rotatie van de 15 draaideur 5 in de richting van pijl B wordt geblokkeerd en slechts terugdraaien volgens de gestreepte pijl C mogelijk is. De passant dient dan op zijn schreden terug te keren en de draaideur 5 wederom bij pijl A te verlaten. Bij deze laatste uitvoering kan uiteraard afgezien worden van de schuif-20 deur 10.

Voor een goede werking van de inrichting is, zoals hierboven reeds kort aangegeven, het wenselijk dat het in de vloer van de draaideur 5 opgenomen gewichtsmeetorgaan alsmede de irisanalysetestinrichting die gevoed wordt met de meetop-25 nemer 9, zijn aangesloten op een beslisorgaan voor het in afhankelijkheid van het gewichtsmeetorgaan en de irisanalyse testinrichting vrijgeven of blokkeren van de passage van een persoon van de eerste ruimte 2 naar de tweede ruimte 3. Op deze wijze kan naar believen de afloop van de deurbediening 30 door een geschikte uitvoering van het beslisorgaan ingesteld worden. Dit is in het bijzonder goed mogelijk wanneer het beslisorgaan is uitgevoerd als computer. De besturing van de deurinrichting kan in dat geval eenvoudig door geschikte software gerealiseerd worden.

35 Opgemerkt wordt nog dat het meetorgaan 9 dat buiten de begrenzingen van de draaideur 5 is opgesteld ook daarbinnen geplaatst kan worden, bijvoorbeeld door deze in een kuip-wand 8 op te nemen. Dit dient een nog verder verhoogde mate ·· ^ ·*> Π β <1 ill 5 van bescherming tegen ongewenste passage van personen van de eerste ruimte 2 naar de tweede gecontroleerde ruimte 3.

Figuur 2 toont de uitvoeringsvorm van de inrichting 1 waarin deze is vormgegeven als een op zichzelf besloten 5 ruimte 11 die aan ingang en uitgang is afgesloten met schuifdeuren 12 en 13. In het in figuur 2 getoonde geval is het meetorgaan 9 van de irisanalysetestinrichting geplaatst binnen de besloten ruimte 11. Wanneer een passant bij pijl A de besloten ruimte 11 is binnengetreden zal schuifdeur 12 zich 10 sluiten en dient een gecombineerde meting plaats te vinden van enerzijds het gewicht van de desbetreffende persoon en anderzijds de oogiris van deze persoon. Wanneer het beslisorgaan op basis van de verwerking van de meetsignalen van het gewichtsmeetorgaan en de irisanalysetestinrichting de passage 15 van die persoon naar de tweede gecontroleerde ruimte 3 vrijgeeft, en daarbij derhalve heeft geconstateerd dat zich in de besloten ruimte 11 slechts deze geautoriseerde persoon bevindt, zal de schuifdeur 13 worden opengestuurd en kan de persoon de tweede gecontroleerde ruimte 3 betreden.

20 Zoals in het voorgaande met betrekking tot de draai deur volgens figuur 1 toegelicht kan uiteraard het meetorgaan 9 van de irisanalysetestinrichting zich ook direct buiten de besloten ruimte 11 van de inrichting 1 bevinden.

In figuur 3 is tenslotte de uitvoering van de in-25 richting 1 getoond waarbij deze is uitgevoerd als een passage 14 waarbinnen een draaikruis 15 is opgesteld. In de omgeving van het draaikruis 15 is in het looppad van de passage 14 tevens een gewichtsmeetorgaan opgenomen, en bij de met pijl A aangeduide ingang van het looppad is een meetorgaan 9 ge-30 plaatst dat op de op de irisanalysetestinrichting is aangesloten. Op overeenkomstige wijze als hiervoor toegelicht met betrekking tot de draaideur volgens figuur 1, en de besloten ruimte volgens figuur 2, zijn in de inrichting volgens figuur 3 het gewichtsmeetorgaan en de irisanalysetestinrichting aan-35 gesloten op een beslisorgaan voor het in afhankelijkheid van de signalen van het gewichtsmeetorgaan en de irisanalysetestinrichting vrijgeven of blokkeren van de passage van een persoon door het draaikruis 15. In geval meer dan één persoon of 1020261 s« « 6 in geval een niet geautoriseerd persoon het draaikruis 15 poogt te passeren, bestuurt het beslisorgaan dit draaikruis 15 zodanig dat slechts terugdraaien daarvan mogelijk is. Wanneer slechts één persoon die bovendien geautoriseerd is het 5 draaikruis 15 poogt te passeren geeft het beslisorgaan het verdraaien van het draaikruis in de met pijl D aangegeven richting vrij en kan de desbetreffende persoon de eerste publieke ruimte 2 verlaten en de tweede gecontroleerde ruimte 3 betreden.

10 Uit het voorgaande is duidelijk dat het wezen van de uitvinding is gelegen in de gecombineerde toepassing van een gewichtsmeting en een irisanalysetestinrichting teneinde te bewerkstelligen dat telkens slechts één persoon die bovendien geautoriseerd is een eerste ruimte kan verlaten voor het be-15 treden van een tweede ruimte die van de eerste ruimte gescheiden is. Zonder verlaten van de uitvindingsgedachte zijn derhalve op de hiervoor besproken uitvoeringsvoorbeelden nog vele variaties denkbaar die alle vallen binnen de bescher-mingomvang van de navolgende conclusies.

Claims (5)

1. Inrichting voor toegangscontrole van personen, een scheiding van een eerste publieke ruimte van een tweede gecontroleerde ruimte, waarbij tenminste voor het verplaatsen van de personen van de eerste ruimte naar de tweede ruimte 5 passage van de inrichting vereist is, en waarbij de inrichting bestemd is voor passage van telkens slechts één persoon, met het kenmerk, dat de inrichting verder een looppad heeft welke is uitgerust met een in de vloer van het looppad opgenomen gewichtsmeetorgaan, alsmede een iristestanalyseinrich- 10 ting voor controle van de iris van de persoon die de inrichting betreedt of betreden wil.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting geselecteerd is uit de groep gevormd door een draaideur, een passage voorzien van een draaikruis, en 15 een besloten ruimte afgesloten met schuifdeuren of dergelijke .

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het gewichtsmeetorgaan en de irisanalysetestinrich-ting zijn aangesloten op een beslisorgaan voor het in afhan- 20 kelijkheid van het gewichtsmeetorgaan en de irisanalysetest-inrichting vrijgeven of blokkeren van de passage van een persoon van de eerste ruimte naar de tweede ruimte.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, waarbij de inrichting een draaideur of een draaikruis is, met het ken- 25 merk, dat het beslisorgaan bij blokkeren van de passage van de draaideur of het draaikruis, doordraaien van de draaideur of het draaikruis blokkeert en terugdraaien van de draaideur of het draaikruis initieert.

5. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, waarbij de 30 inrichting een draaideur is, met het kenmerk, dat de draaideur aan de zijde van de tweede ruimte is voorzien van een (schuif)deur of dergelijke, en dat het beslisorgaan bij blokkeren van de passage van de draaideur, doordraaien van de draaideur toelaat en openen van de (schuif)deur of dergelijke 35 blokkeert. 1020261