NL1016700C2 - Draaideur voor plaatsing in een faþade van een gebouw. - Google Patents

Description

Draaideur voor plaatsing in een faeade van een gebouw

De uitvinding heeft betrekking op een draaideur voor plaatsing in een fagade van een gebouw voor het verschaffen van een ingang en een uitgang aan het gebouw, omvattende een rotatie-as en aan de rotatie-as bevestigde deurvleugels, die 5 tussen cirkelsegmentvormige kuipwanddelen geplaatst zijn.

Een dergelijke draaideur wordt door aanvraagster reeds gedurende decennia op de markt gebracht. Voor veilig-heidstoepassingen wordt de bekende draaideur veelal met een kaartlezer uitgebreid teneinde slechts geautoriseerde perso-10 nen in staat te stellen via de draaideur het gebouw in te komen of te verlaten. Ook is bekend om de draaideur verder te completeren met sensormiddelen die er met name toe dienen dat op een gegeven moment niet meer dan één persoon tegelijk de draaideur kan passeren. Verder is bekend om de bekende draai-15 deur uit te voeren met een wapendetectiesysteem.

Een poging van een ongeautoriseerd persoon om de draaideur te passeren of de omstandigheid dat deze een wapen met zich mee draagt leidt bij de bekende draaideur tot diverse mogelijke ingrepen. Een eerste mogelijkheid is dat het ro-20 teren van de deurvleugels van de draaideur wordt geblokkeerd zodat passage van de draaideur in het geheel niet meer moge-lijk is. Een alternatieve uitvoeringsvorm die bekend is uit de stand van de techniek heeft aan de binnenzijde van het gebouw tevens een schuifdeur welke in een dergelijke situatie 25 geactiveerd wordt zodat weliswaar de deurvleugels kunnen blijven roteren maar welke effectief de toegang tot het gebouw verhindert. Een zelfde schuifdeur kan uiteraard ook aan de buitenzijde van het gebouw zijn geplaatst zodat ook een effectieve blokkade voor het verlaten van het gebouw op deze 30 wijze kan worden gerealiseerd.

Met de uitvinding is nu beoogd de bekende draaideur zodanig te verbeteren dat een ongeautoriseerd persoon die het gebouw in wil komen dan wel wenst te verlaten of een persoon die producten met zich mee draagt die onwenselijk zijn, aan 35 een nader onderzoek kan worden onderworpen door daartoe bevoegd personeel.

1016700 · 2

De draaideur volgens de uitvinding is er daartoe door gekenmerkt, dat de kuipwanddelen ten minste een verplaatsbaar wandsegment omvatten. Op deze wijze kan de desbetreffende persoon naar een ruimte worden geleid alwaar het 5 nadere onderzoek kan plaatsvinden.

Teneinde aan de hiervoor besproken behoeften effectief te kunnen voldoen is het daarbij wenselijk dat de draaideur een sensorsysteem heeft in afhankelijkheid waarvan het verplaatsbaar wandsegment toegang naar een ruimte tussen de 10 ingang van de uitgang blokkeert dan wel vrijgeeft, en rotatie van de deurvleugels toelaat respectievelijk blokkeert. Dit dwingt in voorkomend geval de desbetreffende persoon de ruimte waar het onderzoek kan plaatsvinden daadwerkelijk te betreden .

15 Wanneer het eerder genoemde nader onderzoek achter wege kan blijven en de persoon het gebouw mag binnentreden dan wel verlaten, wordt de toegang naar de ruimte tussen de ingang en de uitgang geblokkeerd. In het andere geval wanneer de persoon of de producten die deze met zich meevoert aan een 20 nader onderzoek moet worden onderworpen geeft het wandsegment de toegang naar de daartoe dienende ruimte vrij en blokkeren de deurvleugels. Deze ruimte kan naar behoefte verregaand beveiligd zijn uitgevoerd. Ook is mogelijk dat in de ruimte het eerder bedoelde controlepersoneel afwezig blijft en dat de 25 hierin gelopen persoon vastgehouden wordt tot het bevoegde gezag ten tonele verschijnt.

De goede werking van de draaideur volgens de uitvinding is ermee gediend dat het sensorsysteem een binnen het gebouw of in de draaideur geplaatste eerste sensor omvat voor 30 het registreren van producten of dergelijke die ongeautoriseerd naar de uitgang van het gebouw verplaatsen.

Eveneens is wenselijk dat het sensorsysteem een buiten het gebouw of in de draaideur geplaatste tweede sensor omvat voor het registreren van ongewenste producten of derge-35 lijke, in het bijzonder wapens, die naar de ingang van het gebouw verplaatsen.

De draaideur volgens de uitvinding maakt het moge-lijk dat een eenvoudig onderscheid wordt gemaakt tussen per- 101 6700- 3 sonen die ongeautoriseerd het gebouw willen verlaten en personen die ongeautoriseerd het gebouw willen binnenkomen.

Daartoe dient slechts dat er twee tegenover elkaar opgestelde cirkelsegmentvormige kuipwanddelen zijn, dat ieder 5 kuipwanddeel een verplaatsbaar wandsegment omvat welke een eerste respectievelijk tweede ruimte begrenst, dat de eerste ruimte na vrijgave door het desbetreffende wandsegment bereikbaar is slechts van binnenaf het gebouw en dat de tweede ruimte na vrijgave door het desbetreffende wandsegment be-10 reikbaar is slechts van buitenaf het gebouw.

De uitvinding is tevens belichaamd in een werkwijze voor het bedrijven van een draaideur welke een rotatie-as en aan de rotatie-as bevestigde deurvleugels omvat die tussen cirkelsegmentvormige kuipwanddelen zijn geplaatst die ten 15 minste een verplaatsbaar wandsegment omvatten, en die erdoor gekenmerkt is, dat in een eerste positie van het ten minste ene wandsegment, de kuipwanddelen een gesloten front vormen waarlangs de deurvleugels kunnen worden verplaatst, voor het bieden van een doorgangspad tussen een ingang en een uitgang 20 van de draaideur, en dat in een tweede positie van het ten minste ene wandsegment, het gesloten front van de kuipwanddelen is onderbroken voor het bieden van toegang naar een ruimte tussen de ingang en de uitgang van de draaideur, terwijl tegelijkertijd rotatie van de deurvleugels is onderbroken 25 voor het blokkeren van het doorgangspad tussen de ingang en de uitgang van de draaideur.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, welke in fig. 1 tot en met 5 in horizontale doorsnede en in bovenaanzicht de draaideur volgens de 30 uitvinding toont.

In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers verwijzen daarbij telkens naar dezelfde onderdelen.

Verwijzend nu eerst naar fig. l worden de diverse onderdelen van de draaideur volgens de uitvinding toegelicht. 35 Deze draaideur 1 is geplaatst in de fagade van een gebouw welke een binnenzijde 2 heeft en een buitenzijde 3. De draaideur 1 is voorzien van een rotatie-as 4 waaraan deurvleugels 5 tot en met 8 zijn bevestigd. De rotatie-as 4 en de i o 1 67 0 Q* 4 daaraan geplaatste deurvleugels 5 tot en met 8 zijn geplaatst tussen cirkelsegmentvormige kuipwanddelen 9 en 10. De draaideur l biedt op deze wijze een ingang A respectievelijk een uitgang B aan het gebouw.

5 De uitvinding heeft onder meer betrekking op de uit voering van de kuipwanddelen 9, 10, zodanig dat er ten minste één verplaatsbaar wandsegment 11, 12 is. Fig. 1 toont twee van dergelijke wandsegmenten. Het eerste wandsegment 11 maakt deel uit van kuipwanddeel 9 terwijl het tweede wandsegment 12 10 deel uitmaakt van kuipwanddeel 10. Zoals de figuur verder duidelijk toont biedt wandsegment 11 na verplaatsing in de richting van pijl C toegang tot een eerste ruimte 13 en biedt het tweede wandsegment 12 na verplaatsing in de richting van pijl D toegang tot een tweede ruimte 14. Het gebruik van de 15 draaideur l volgens de uitvinding laat zich nu kernachtig illustreren onder verwijzing naar de fig. 2 tot en met 5.

In fig. 2 is getoond dat een persoon het gebouw van binnenaf 2 verlaat naar buiten 3 en dat daarbij de wandseg-menten 11 en 12 de toegang tot de eerste ruimte 13 en tweede 20 ruimte 14 blokkeren. Een dergelijk gebruik van de draaideur volgens de uitvinding correspondeert met het gebruik dat mogelijk is met de draaideur volgens de stand van de techniek. Op vergelijkbare wijze toont fig. 3 het passeren van een persoon van buiten 3 het gebouw naar binnen 2 het gebouw. Ook in 25 deze situatie waarin de persoon geautoriseerd is en geen onwenselijke goederen met zich mee draagt, blijven de verplaatsbare wandsegmenten 11 en 12 gesloten zodat toegang tot de eerste ruimte 13 en tweede ruimte 14 geblokkeerd is.

Het gebruik van de draaideur l volgens de uitvin-30 ding, zoals de uitvinding dat mogelijk maakt, is ten eerste geïllustreerd in fig. 4. In de in deze figuur getoonde situatie draagt een persoon die het gebouw wenst te verlaten bij -voorbeeld een gestolen goed met zich mee, althans een goed waarvan een (niet getoond) sensorsysteem heeft vastgesteld 35 dat dit het gebouw niet verlaten mag. In die situatie wordt wandsegment 11 geactiveerd zodat deze verplaatst en de toegang naar de eerste ruimte 13 vrijgeeft. Tegelijkertijd blokkeert de verdere rotatie van de deurvleugels 5, 6, 7, 8, ' ·:·! 5 eveneens in afhankelijkheid van genoemd sensorsysteem zodat passage van binnen 2 het gebouw naar buiten 3 het gebouw onmogelijk is. Nadat de persoon de eerste ruimte 13 is binnengegaan kan eventueel het verplaatsbare wandsegment naar de 5- oorspronkelijke positie terugkeren ter vergrendeling van de eerste ruimte 13 en kunnen de deurvleugels 5, 6, 7, 8 voor verdere rotatie worden vrijgegeven. Een nader onderzoek aan de desbetreffende persoon kan dan in de eerste ruimte 13 plaatsvinden.

10 Fig. 5 toont het geval dat een persoon van buiten 3 het gebouw naar binnen 2 het gebouw wil en bijvoorbeeld een wapen met zich mee draagt.

Wanneer het (niet getoonde) sensorsysteem dit detecteert geeft deze een signaal af tengevolge waarvan het ver-15 plaatsbare wandsegment 12 naar de getoonde positie wordt gebracht en de toegang tot de tweede ruimte 14 wordt vrijgegeven. Tegelijkertijd blokkeert tengevolge van bedoeld signaal van het sensorsysteem de rotatie van de deurvleugels 5, 6, 7, 8, zodat toegang tot binnen 2 het gebouw onmogelijk is en de 20 persoon slechts de tweede ruimte 14 kan binnentreden. Nadat deze in de tweede ruimte 14 is aangekomen kan het verplaatsbare wandsegment 12 naar haar uitgangspositie worden teruggebracht en kan de rotatie van de deurvleugels 5, 6, 7, 8 worden vrijgegeven zodat de draaideur 1 weer beschikbaar is voor 25 gewoon gebruik.

101 67 0 0"Ί

Claims (6)

1. Draaideur (1) voor plaatsing in een fagade van een gebouw voor het verschaffen van een ingang en een uitgang aan het gebouw, omvattende een rotatie-as (4) en aan de rota- 5 tie-as (4) bevestigde deurvleugels (5-8), die tussen cirkelsegmentvormige kuipwanddelen (9, 10) geplaatst zijn, met het kenmerk, dat de kuipwanddelen (9, 10) ten minste een verplaatsbaar wandsegment (11, 12) omvatten.

2. Draaideur volgens conclusie 1, met het kenmerk, 10 dat deze een sensorsysteem heeft in afhankelijkheid waarvan het verplaatsbaar wandsegment (11, 12) toegang naar een ruimte tussen de ingang van de uitgang blokkeert dan wel vrijgeeft, en rotatie van de deurvleugels (5, 6, 7, 8) toelaat respectievelijk blokkeert.

3. Draaideur volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het sensorsysteem een binnen het gebouw of in de draaideur geplaatste eerste sensor omvat voor het registreren van producten of dergelijke die ongeautoriseerd naar de uitgang van het gebouw verplaatsen.

4. Draaideur volgens conclusie 2 of 3, met het ken merk, dat het sensorsysteem een buiten het gebouw of in de draaideur geplaatste tweede sensor omvat voor het registreren van ongewenste producten of dergelijke, in het bijzonder wapens, die naar de ingang van het gebouw verplaatsen.

5. Draaideur volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat er twee tegenover elkaar opgestelde cirkelsegmentvormige kuipwanddelen (9, 10) zijn, dat ieder kuipwand-deel (9, 10) een verplaatsbaar wandsegment (11, 12) omvat welke een eerste (13) respectievelijk tweede (14) ruimte be- 30 grenst, dat de eerste ruimte (13) na vrijgave door het desbetreffende wandsegment (11) bereikbaar is slechts van binnenaf (2) het gebouw en dat de tweede ruimte (14) na vrijgave door het desbetreffende wandsegment (12) bereikbaar is slechts van buitenaf (3) het gebouw.

6. Werkwijze voor het bedrijven van een draaideur (1) welke een rotatie-as (4) en aan de' rotatie-as (4) beves- 4 r\ 'Ή tigde deurvleugels (5, 6, 7, 8) omvat die tussen cirkelsegmentvormige kuipwanddelen (9, 10) zijn geplaatst die ten minste een verplaatsbaar wandsegment (11, 12) omvatten, met het kenmerk, dat in een eerste positie van het ten minste ene 5 wandsegment (11, 12), de kuipwanddelen (9, 10) een gesloten front vormen waarlangs de deurvleugels kunnen worden verplaatst, voor het bieden van een doorgangspad tussen een ingang en een uitgang van de draaideur, en dat in een tweede positie van het ten minste ene wandsegment (11, 12), het ge-10 sloten front van de kuipwanddelen (9, 10) is onderbroken voor het bieden van toegang naar een ruimte tussen de ingang en de uitgang van de draaideur, terwijl tegelijkertijd rotatie van de deurvleugels is onderbroken voor het blokkeren van het doorgangspad tussen de ingang en de uitgang van de draaideur.