NL1020155C2 - Inrichting voor het dragen van een golftas alsmede werkwijze voor het vervaardigen ervan. - Google Patents

Description

*ι T

Inrichting voor het dragen van een golftas alsmede werkwijze voor het vervaardigen ervan.

BESCHRIJVING

5 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het dragen van een golftas omvattende een framewerk met een zich in langsrichting, langs de golftas uitstrekkende framestang, aan het framewerk bevestigde of daarvan een integraal onderdeel vormende ondersteuningselementen voor het direct ondersteunen van de tas en 10 losneembare fixeermiddelen voor het fixeren van de golftas tegen tenminste een deel van de ondersteuningselementen.

Dergelijke inrichtingen zijn in de vorm van een golftastrolley ruimschoots bekend. Een voorbeeld hiervan wordt bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaanse octrooi US 5.451.072. De 15 hierin beschreven golftrolley wordt als bouwpakket aangeleverd aan de consument waardoor de transport- en opslagkosten afnemen. De golftrol ley omvat een frame dat in hoofdzaak bestaat uit een uit diverse buisvormige delen opgebouwde langsstang. Deze langsstang is aan zijn voorzijde voorzien van een onderste en een bovenste boogvormig ondersteunings- 20 element waarbij de gemeenschappelijke hartlijn van de boogvormen evenwijdig loopt aan de langsrichting van de langsstang. De langsstang is verder aan zijn onderzijde voorzien van een ondersteuningsplateau voor het dragend ondersteunen van een golftas. Tijdens deze dragende ondersteuning van de golftas strekt de golftas zich evenwijdig aan de 25 langsstang uit, waarbij de golftas middels per ondersteuningselement twee via een snelkoppeling koppel bare riemdelen die aansluiten op de uiteinden van de boogvormen van de bovenste ondersteuningselementen, tegen de ondersteuningselementen wordt aangedrukt of ten minste gefixeerd wordt gehouden. Aan de achterzijde van de langsstang zijn twee uitklapbare 30 pootarmen met aan hun uiteinden wielen voorzien die de inrichting het trolley achtige karakter verschaffen. Aan de bovenzijde is de langsstang 10201551 2 voorzien van een handvat, waarmee het eenvoudig mogelijk is om de inrichting met daarop de trolley te doen kantelen om de hartlijn van de wielen en de trolley rollend te verplaatsen.

In de praktijk blijkt dat het op verschillende momenten 5 gewenst is om de golftas los te nemen van de golftrol ley en daar weer aan te bevestigen. Hiertoe is het noodzakelijk dat de genoemde riemdelen worden ontkoppeld en vervolgens weer worden gekoppeld. Het losnemen en met name het onder trekspanning weer vastmaken van de riemelementen, met name van de onderste riemelementen, blijkt in de praktijk een lastig 10 uitvoerbaar karwei waarvoor de nodige kracht moet worden uitgeoefend. Voor sommige golfers werpt dit een dusdanig hoge drempel op, dat de lust om de trolley met de golftas überhaupt te gebruiken dan wel tenminste op de juiste wijze te gebruiken hen zelfs ontgaat. Dit leidt ertoe dat bijvoorbeeld slechts de bovenste riemdelen worden benut waardoor extra 15 slijtage van de golftas optreedt, mede doordat het risico bestaat dat de golftas aan zijn onderzijde van het ondersteuningsplateau afschuift dan wel dat de golftas om zijn langsas draait hetgeen het plaatsen van golfstokken in de golftas kan bemoeilijken.

Om het koppelen en ontkoppelen van een golftas aan een 20 trolley te vereenvoudigen is het in de octrooi literatuur reeds voorgesteld om alternatieve koppel systemen toe te passen. Zo wordt in het Amerikaanse octrooi US 5.074.577 een golftas beschreven met aan zijn bovenzijde en zijn onderzijde stijve randen, waarop koppeldelen zijn bevestigd met naar elkaar toe gerichte openingen. In deze openingen kan 25 een verlengbare stang van een trolley worden opgenomen. Belangrijk bezwaar van de hierin beschreven oplossing wordt gevormd door het feit dat het systeem slechts geschikt is voor toepassingen bij specifieke golftassen die zijn voorzien van de genoemde koppeldelen. Daarnaast maakt de verlengbare stang, de constructie van de golftrol ley complex.

30 Het Amerikaanse octrooi US 4.792.152 beschrijft een golftrolley bestaande uit een in hoofdzaak U-vormig wiel frame waarbij 1020155· ( ' 3 door de uiteinden van de poten van de U-vorm zich een as uitstrekt waar aan weerszijden van de U-vorm een wiel roteerbaar is aangebracht. Het wiel frame is ter plaatse van het lijf van de U-vorm losmaakbaar verbonden met een langsstang die op twee langsposities ervan is voorzien van 5 boogvormige beugels met riemdelen voor het omsluiten van een golftas. De golftrolley is voor een groot deel uiteen te nemen, waarbij de diverse losse onderdelen bevestigbaar zijn aan de langsstang of de golftas. Belangrijk nadeel van deze golftrolley is dat hij niet praktisch toepasbaar is bij het in- en uit elkaar nemen van de golftrolley. Dit 10 wordt mede veroorzaakt doordat de U-vormige beugel van het wiel frame neerwaarts zal kantelen, zodra deze los genomen is van de langsstang.

Bovendien is de langsstang aan zijn uiteinden voorzien van een handvat die zodra de golftrolley uit elkaar is genomen, geen zelfstandige functie meer vervuld maar slechts tot last is.

15 Bij de trolley volgens het Amerikaans octrooi US 2647762 wordt een golftas toegepast die is voorzien van een langwerpige versterkende strip binnen de golftas die middels een bout-moercombinatie, waarvan de bout zich uitstrekt door de wand van de tas, is verbonden met beugels aan de buitenzijde van de golftas. Belangrijk nadeel van een 20 dergelijke uitvoeringsvorm is dat de toepassing van de versterkende strip beschadiging van de tas vereist waarbij in de praktijk de strip slechts aangewend zal worden in combinatie met één en dezelfde golftas.

Het Amerikaans octrooi US 3726537 en de Britse octrooiaanvrage GB 2284578 beschrijven trolleys die slechts kunnen worden 25 toegepast bij golftassen die zijn voorzien van speciale voorzieningen.

De uitvinding beoogt voor de bovenbeschreven bezwaren van de stand van de techniek, al dan niet in voorkeurs uitvoeringsvormen van de uitvinding, een oplossing of althans een verbetering te bieden. Hiertoe zijn de ondersteuningselementen middels een zich buiten de 30 golftas uitstrekkend subframewerk onderling verbonden waarbij het subframewerk middels handmatig losneembare verbindingsmiddelen verbonden 10201551 4 is met de framestang van het framewerk. Door toepassing van een dusdanig subframewerk is het mogelijk om het, de golftas ondersteunend en dragende deel van de inrichting, op snelle en gemakkelijke wijze los te nemen van het resterend deel van het framewerk en daar weer aan te koppelen, welk 5 resterend deel aldus zijn overige zelfstandige functies kan behouden. Zo is het mogelijk dat de positie en oriëntatie van het framewerk niet worden beïnvloed door het verbinden van het subframewerk aan het framewerk of het losmaken van het subframewerk van het framewerk. Dit vergemakkelijkt de toepassing van de inrichting volgens de uitvinding. 10 Bovendien behoeft de toepassing van het subframe volgens de uitvinding het zelfstandig kunnen staan van de golftas met daaraan gekoppeld het subframe, niet in de weg te staan. Daarnaast wordt opgemerkt dat, aangezien in beginsel gebruik kan worden gemaakt van ondersteuningselementen van het conventionele type, er geen noodzaak is 15 om speciale voorzieningen aan de golftas aan te brengen en dat in die zin de inrichting volgens de uitvinding universeel toepasbaar is in combinatie met alle gangbare typen golftassen. Tevens is het van belang op te merken dat het begrip "handmatig" binnen het kader van de uitvinding niet letterlijk dient te worden geïnterpreteerd. Onder het 20 begrip "handmatig" dient te worden begrepen die situatie waarbij geen gereedschappen noodzakelijk zijn, maar dat volstaan kan worden met menselijke ledematen. Zo is het bijvoorbeeld ook denkbaar binnen het kader van de uitvinding dat de verbindingsmiddelen losneembaar zijn door gebruik te maken van een voetbediening.

25 Een constructief uiterst eenvoudige uitvoeringsvorm waarbij een relatief stijve verbinding tussen het subframewerk en de framestang kan worden bewerkstelligd, wordt verkregen indien het subframewerk een zich tenminste in hoofdzaak parallel aan de framestang uitstrekkende subframestang omvat. De parallelliteit van de framestang en de 30 subframestang biedt de mogelijkheid om op verschillende langsposities onderlinge aangrijpingspunten te creëren. Bovendien biedt de subframe- 10201 55* 5 stang de mogelijkheid om op constructief uiterst eenvoudige wijze de ondersteuningselementen onderling te verbinden.

Een zeer geschikte uitvoeringsvorm van de verbindingsmiddelen wordt verkregen indien de verbindingsmiddelen een eerste U-5 vormige beugel die vast is verbonden met één van het framewerk en het subframewerk omvatten voor het tussen de poten van de U-vorm opnemen van een aangrijpingsdeel van de ander van het framewerk en het subframewerk. Toepassing van een dergelijke U-vormige beugel staat een eenvoudige wijze van onderlinge verbinding van de framestang en het subframewerk toe.

10 Een dergelijke eenvoudige verbinding kan bijvoorbeeld worden verkregen indien de eerste U-vormige beugel klemmend aangrijpt om het aangrijpingsdeel van de ander van het framewerk en het subframewerk. De klemmende aangrijping draagt daarbij direct zorg voor fixatie van de verbinding.

15 Alternatief of in aanvulling daarop is het tevens voordelig mogelijk indien de bevestigingsmiddelen een borgpen omvatten voor het achter het aangrijpingsdeel langs, het aangrijpingsdeel opsluitend, verbinden van de poten van de eerste U-vormige beugel. Met een dergelijke borging kan worden voorkomen dat de ander van het framewerk en het 20 subframewerk tussen de poten van de eerste U-vormige beugel uitschiet.

Daarnaast biedt het veel voordelen indien de verbindingsmiddelen een met de framestang vastverbonden tweede U-vormige beugel omvatten voor het dragend ondersteunen van het subframewerk middels een vast met het subframewerk verbonden draagelement dat is opgenomen tussen 25 de poten van de U-vorm van de tweede U-vormige beugel. Bij een dergelijke opbouw wordt op constructief eenvoudige wijze weerstand geboden aan de zwaartekracht veroorzaakt door het subframewerk alsmede eventueel door een deel van de golftas.

Om de inrichting volgens de uitvinding zeer geschikt te 30 maken voor toepassing in combinatie met allerlei typen golftas, zonder dat deze van speciale voorzieningen voorzien moeten zijn, geniet het de 1-0201 55« 6 voorkeur indien de ondersteuningselementen ten minste één contourdeel voor het ten dele omsluiten van de golftas omvat waarvan de uiteinden middels een flexibel riemelement dat onderdeel uitmaakt van de fixeermiddelen, onderling kunnen worden verbonden voor het tussen het riem-5 element en het ten minste ene contourdeel opnemen van de golftas. Een dergelijk contourdeel met riemelement correspondeert met de gangbare golftrol leys, waardoor de universele toepasbaarheid van de inrichting volgens de uitvinding duidelijk aanwezig is.

In dit verband geniet het tevens de voorkeur indien de 10 ondersteuningselementen een draagplateau omvatten voor het dragend ondersteunen van de golftas. Ook de toepassing van een dergelijk draagplateau doet geen afbreuk aan het vermogen van de golftas om zelfstandig (met het subframe daaraan gekoppeld) te kunnen staan.

Volgens een zeer voordelige voorkeursuitvoeringsvorm is het 15 subframewerk voorzien van ten minste twee uitklapbare poten. Met behulp van deze twee uitklapbare poten, die bij voorkeur ook nog loskoppelbaar zijn van het subframewerk, is het mogelijk om op uiterst stabiele wijze het subframewerk zelfstandig inclusief de golftas te laten staan zodat de opening van de golftas naar boven kan blijven wijzen.

20 Voor het verkrijgen van een verrijdbare trolleyfunctie is het framewerk bij voorkeur voorzien van ten minste één wiel dat al dan niet elektrisch kan worden aangedreven. Het is echter van belang op te merken dat de uitvinding zeker niet beperkt is tot een dergelijk uitgevoerd framewerk. Alternatief kan men bijvoorbeeld denken aan de 25 mogelijkheid om het framewerk uit te voeren als een aan een, eventueel op enige afstand van, een wand bevestigbare framestang voor het ophangen van een golftas aan een wand, zodat de tas stabiel en op hoogte is op te bergen. Daarnaast is het bijvoorbeeld ook mogelijk dat de framestang van het framewerk is bevestigd aan een transportmiddel, zoals een auto, fiets 30 of golf cart, zodat de golftas zich ook eenvoudig aan het desbetreffende transportmiddel laat bevestigen. Het spreekt voor zich dat in gebruik één 102015S· 7 subframewerk met daaraan een golftas, kan worden gecombineerd met een aantal framewerken.

Teneinde de inrichting volgens de uitvinding geschikt te maken voor golftassen van verschillende afmetingen, wordt een voorkeurs 5 uitvoeringsvorm van de inrichting gekenmerkt doordat de subframestang op ten minste twee langsposities is voorzien van verbindingsgaten voor het mogelijk maken dat één en hetzelfde verbindingselement afwisselend bij de ten minste twee langsposities met de subframestang wordt verbonden.

Aansluitend op bovenstaande heeft de uitvinding tevens 10 betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een inrichting volgens de uitvinding zoals bovenstaand beschreven. De werkwijze volgens de uitvindingsgedachte is gebaseerd op het inzicht dat het niet alleen mogelijk is om dergelijke inrichtingen middels een conventioneel productieproces te vervaardigen, maar dat het eveneens mogelijk is om 15 bestaande inrichtingen eenvoudig aan te passen, zodat een inrichting volgens de uitvinding wordt verkregen. Hiertoe wordt de werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt doordat van een bestaande inrichting voor het dragen van een golftas omvattende een framewerk met een zich langs de golftas uitstrekkende framestang en aan het framewerk bevestigde of 20 daarvan een integraal onderdeel vormende ondersteuningselementen voor het direct ondersteunen van de tas, de ondersteuningselementen worden verwijderd, waarna aan het resterend deel van de bestaande inrichting een middels handmatig losneembare verbindingsmiddelen met de framestang van het framewerk verbindbaar subframewerk met ondersteuningselementen die 25 onderling worden verbonden middels het subframewerk wordt toegevoegd.

Een zeer efficiënt materiaalgebruik, hetgeen tevens kosten technisch voordelig is, wordt verkregen indien na verwijdering van de ondersteuningselementen, deze ondersteuningselementen worden verbonden met een subframewerk. Met name bij het seriematig aanpassen van bestaande 30 inrichtingen zoals bovenstaand beschreven, is het daarbij uiteraard niet noodzakelijk dat de van een bepaalde inrichting verwijderde 10201 5S· 8 ondersteuningselementen, worden verbonden met het subframewerk dat wordt toegevoegd aan de desbetreffende inrichting.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van een inrichting volgens de uitvinding. Hierbij wordt 5 verwezen naar de navolgende figuren.

Figuur 1 toont een framewerk van een inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een subframewerk van een inrichting volgens de uitvinding.

10 Figuur 1 toont een trolley 1 dat in hoofdzaak is samengesteld uit een framewerk 2, wielen 3 en handvat 4. Het framewerk 2 omvat een langsstang 5 en twee V-vormig vanaf de langsstang 5 uitstrekkende wiel armen 6, waarvan er slechts één in figuur 1 zichtbaar is. Wielen 3 zijn roteerbaar gelegerd ten opzichte van het vrije uiteinde 15 van de respectievelijke wiel armen 6. Langsstang 5 is samengesteld uit een onderste stangdeel 7 en een bovenste stangdeel 8. Het bovenste stangdeel 8 is zwenkbaar verbonden met het onderste stangdeel 7 om een zwenk-as 9 die zich uitstrekt tussen de uiteinden van de twee poten van een U-vormige beugel 10 die vast met het onderste stangdeel 7 is verbonden. Ook 20 de wielarmen 6 zijn kantelbaar om zwenk-assen 11 met het onderste stangdeel 7 verbonden. Zwenk-as 11 strekt zich uit door het uiteinde van een poot van een in hoofdzaak U-vormige beugel 12 die overeenkomstig U-vormige beugel 10 met het onderste stangdeel 7 is verbonden. Het bovenste stangdeel 8 is met iedere wiel arm 6 gekoppeld middels een 25 respectievelijke koppelstang 13. Voor het in stand houden van de verlengde positie van langsstang 5, zoals weergegeven in figuur 1, zijn niet nader getoonde borgingsmiddelen voorzien. Dankzij de koppelstangen 13, zullen wielarmen 6 met wielen 3 gezamenlijk met het bovenste stangdeel 8 inklappen, waardoor een compact geheel wordt verkregen. 30 Handvat 4 is aan het vrije uiteinde van het bovenste stangdeel 8 voorzien. De dimensionering en onderlinge positionering van de 1020158· 9 verschillende onderdelen van de trolley 1 is dusdanig, dat indien het onderste uiteinde 14 van het onderste stangdeel 7 en de beide wielen 3 op een vlakke ondergrond rusten, de trolley 1 in balans blijft en de positie aanneemt zoals weergegeven in figuur 1.

5 In vergelijking met trolleys volgens de stand van de techniek is het opvallend en kenmerkend voor de uitvinding, dat het framewerk 2 of meer specifiek aan langsstang 5 ervan geen directe ondersteuningsvoorzieningen voor directe ondersteuning van een golftas zijn aangebracht. Wel zichtbaar is de aanwezigheid van een draagelement 10 15 dat zich loodrecht op het onderste stangdeel 7 uitstrekt en hiermee vast is verbonden. Het draagelement 15 is aan weerszijden van het onderste stangdeel 7 voorzien van een U-vormige uitsparing 16a, 16b. Daarnaast is in figuur 1 de aanwezigheid van een borgpen 17 die geschikt is voor opname in borggat 18 aangebracht vlak bij het bovenste uiteinde 15 19 van het onderste stangdeel 7 zichtbaar. De functie van het draagelement 15 en van borgpen 17 in combinatie met borggat 18 zal nog nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijvingen van figuur 2.

Figuur 2 toont een subframewerk 20. De kern van een subframewerk 20 wordt gevormd door subframelangsstang 21 waarvan de 20 lengte ongeveer overeen komt met die van een golf tas. Zowel nabij de bovenzijde als nabij de onderzijde van de subframelangsstang zijn C-vormige beugels 22, 23 voorzien die ruggelings zijn verbonden met de subframelangsstang 21 en hier loodrecht op uitstrekken. Onder de bovenste C-vormige beugel 23 in figuur 2 is in de subframelangsstang 21 een 25 gatenpatroon 24 aangebracht waardoor het voor een consument op eenvoudige wijze mogelijk is om de bovenste C-vormige beugel 23 ter plaatse van het gatenpatroon 24 met de subframelangsstang 21 te verbinden. Aldus kan het subframewerk 20 geschikt worden gemaakt voor toepassing in combinatie met golftassen van verschillende lengtes. Aan de onderzijde is een 30 schijfvormig draagplateau 25 voor ondersteuning van een golftas voorzien. De C-vormige beugels 22, 23 zijn ieder voorzien aan hun uiteinden van 10201 SS· t 10 twee riemdelen 26, 27 en 28, 29. Aan ieder vrij uiteinde van de riemdelen 26, 27, 28, 29 zijn klik-verbindingselementen 30, 31 en 32, 33 aangebracht die paarsgewijs sluitend kunnen samenwerken. In gebruik wordt een golftas, die overigens niet nader is getoond, op het schijfvormige 5 draagplateau 25 geplaatst waarna de paren van klik-verbindingselementen 30, 31 en 32, 33 worden gesloten, waardoor de golftas zowel aan zijn bovenzijde als aan zijn onderzijde wordt omgeven door een C-vormige beugel in combinatie met de bijbehorende riemdelen. Vlak boven de C-vormige beugel 23 is een U-vormige beugel 34 star met de 10 subframelangsstang 21 verbonden. In de achterwaarts uitstrekkende poten van de U-vormige beugel 34 zijn in eikaars verlengde liggende gaten 35 aangebracht, waarvan er in figuur 2 slechts één zichtbaar is. Tussen de onderste C-vormige beugel 22 en het draagplateau 25 is aan de achterzijde een korte ronde stang 36 vast met de achterzijde van de subframe-15 langsstang 21 verbonden. De stang 36 strekt zich loodrecht uit op de subframelangsstang 21. De lengte van stang 36 is gelijk aan de lengte van het draagelement 15 in figuur 1.

Het subframewerk 20 laat zich nu, inclusief golftas, op eenvoudige wijze koppelen met trolley 1. Hiertoe wordt het subframewerk 20 20 inclusief golftas opgetild en weer neergelaten waarbij stang 36 in de U-vormige uitsparingen 16a, 16b komt te rusten. Vervolgens wordt het subframewerk 20 achterover gekanteld om de hartlijn van stang 36 waardoor subframelangsstang 21 parallel komt te liggen aan langsstang 5. Hierbij zullen de poten van U-vormige beugel 34 zich uitstrekken aan weerszijden 25 van het bovenste stangdeel 8 dusdanig dat gaten 35 en borggat 18 zich in eikaars verlengde bevinden, waardoor het mogelijk is om borgpen 17 door genoemde gaten te steken. Aldus is op eenvoudige en betrouwbare wijze het subframewerk 20 verbonden met trolley 1. Binnen het kader van de uitvinding is geheel irrelevant of de verbinding tussen het subframewerk 30 20 en trolley 1 nu via het bovenste stangdeel 8 of het onderste stangdeel 7 plaatsvindt. Wel van belang is, of er sprake is van een handmatig 10201 55· 11 losneembare verbinding tussen langsstang 5 en subframewerk 20, hetgeen in casu het geval is. Indien nu de wens bestaat bij een gebruiker om de golftas los te nemen, volstaat het indien de gebruiker borgpen 17 lostrekt, het subframewerk 20 voorwaarts kantelt en uit de U-vormige 5 uitsparingen 16a, 16b neemt. Hierbij zal het subframewerk 20 vast blijven aan de golftas echter dit zal in de praktijk geen bezwaar vormen. Terzijde wordt opgemerkt dat bij een alternatieve uitvoeringsvorm beugel 34 ook (op dezelfde hoogte) met het onderste stangdeel 7 verbonden kan zijn, waarbij de poten van de U-vormige beugel 34 gericht zijn naar 10 subframelangsstang 21 voor het zijdelings omgeven ervan.

Alhoewel de uitvinding is toegelicht aan de hand van een voorbeeld met een golftrolley, wordt opgemerkt dat de subframewerken in beginsel ook met andere voorzieningen koppelbaar zijn mits er sprake is van voorzieningen voor koppeling met de subframewerken. Onder verwijzing 15 naar de figuren 1 en 2 kan men hierbij bijvoorbeeld denken aan een op het onderste stangdeel 7 gelijkende stang eveneens voorzien van een draagelement en een borggat, dat op enige afstand tegen de muur van een berging is gemonteerd. Alternatief zou zo'n stang ook aan golf cart of ander vervoermiddel kunnen zijn bevestigd. Subframewerk 20 is geschikt om 20 met ieder van dergelijke stangen te worden verbonden.

Voor het vervaardigen van bijvoorbeeld trolley 1, is het mogelijk om uitgaande van een bestaand trolleysysteem dat is voorzien van diverse ondersteuningselementen, zoal bijvoorbeeld beschreven is het Amerikaanse octrooi US 5.451.072, deze ondersteuningselementen te 25 verwijderen en in plaats daarvan een draagelement 15 en een borggat 18 aan te brengen. Een op dergelijke wijze aangepaste trolley is in beginsel geschikt om te worden toegepast in combinatie met het subfamewerk 20. Overeenkomstig kan ook trolley 40 worden vervaardigd.

Tevens wordt gewezen op de mogelijkheid om de subframe-30 langsstang 21 te voorzien van twee uitklapbare poten, vergelijkbaar met wiel armen 6, maar dan zonder wielen, waarmee het mogelijk is om het 10201 55* 12 subframewerk 20 rustend op de onderzijde van subframelangsstang 21 en van de onderzijde van de uitklapbare poten, stabiel te positioneren op een ondergrond. Een vergelijkbare variant is uiteraard ook mogelijk bij trolley 40.

10201 51·

Claims (13)

1. Inrichting voor het dragen van een golftas omvattende een framewerk met een zich in langsrichting, langs de golftas uitstrekkende 5 framestang, aan het framewerk bevestigde of daarvan een integraal onderdeel vormende ondersteuningselementen voor het direct ondersteunen van de tas en losneembare fixeermiddelen voor het fixeren van de golftas tegen ten minste een deel van de ondersteuningselementen met het kenmerk, dat de ondersteuningselementen middels een zich buiten de golftas 10 uitstrekkend subframewerk onderling zijn verbonden waarbij het subframewerk middels handmatig losneembare verbindingsmiddelen verbonden is met de framestang van het framewerk.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het subframewerk een zich tenminste in hoofdzaak parallel aan de framestang 15 uitstrekkende subframestang omvat.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen een eerste U-vormige beugel die vast is verbonden met één van het framewerk en het subframewerk omvatten voor het tussen de poten van de U-vorm opnemen van een aangrijpingsdeel van de ander van het 20 framewerk en het subframewerk.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de eerste U-vormige beugel klemmend aangrijpt om het aangrijpingsdeel van de ander van het framewerk en het subframewerk.

5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat 25 de bevestigingsmiddelen een borgpen omvatten voor het achter het aangrijpingsdeel langs, het aangrijpingsdeel opsluitend, verbinden van de poten van de eerste U-vormige beugel.

6. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 5, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen een met de framestang vast 30 verbonden tweede U-vormige beugel omvatten voor het dragend ondersteunen van het subframewerk middels een vast met het subframewerk verbonden 102015S» « * draagelement dat is opgenomen tussen de poten van de U-vorm van de tweede U-vormige beugel.

7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ondersteuningselementen tenminste één contourdeel 5 voor het ten dele omsluiten van de golftas omvat waarvan de uiteinden middels een flexibel riemelement dat onderdeel uitmaakt van de fixeermiddelen, onderling kunnen worden verbonden voor het tussen het riemelement en het ten minste ene contourdeel opnemen van de golftas.

8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met 10 het kenmerk, dat de ondersteuningselementen een draagplateau omvatten voor het dragend ondersteunen van de golftas.

9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het subframewerk is voorzien van ten minste twee uitklapbare poten.

10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het framewerk is voorzien van ten minste één wiel.

11. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de subframestang op ten minste twee langsposities is voorzien van verbindingsgaten voor het mogelijk maken dat één en 20 hetzelfde verbindingselement afwisselend bij de ten minste twee langsposities met de subframestang wordt verbonden.

12. Werkwijze voor het vervaardigen van een inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat van een bestaande inrichting voor het dragen van een golftas omvattende een framewerk met 25 een zich langs de golftas uitstrekkende framestang en aan het framewerk bevestigde of daarvan een integraal onderdeel vormende ondersteuningselementen voor het direct ondersteunen van de tas, de ondersteuningselementen worden verwijderd, waarna aan het resterend deel van de bestaande inrichting een middels handmatig losneembare verbindings-30 middelen met de framestang van het framewerk verbindbaar subframewerk met ondersteuningselementen die onderling worden verbonden middels het 10201 55* * * subframewerk wordt toegevoegd.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat na verwijdering van de ondersteuningselementen, deze ondersteuningselementen worden verbonden met een subframewerk. 5 10201 55*