NL1020087C2 - Overzetinrichting, gebruik van een dergelijke overzetinrichting, alsmede samenstel van een dergelijke overzetinrichting en een toevoertransporteur. - Google Patents

Overzetinrichting, gebruik van een dergelijke overzetinrichting, alsmede samenstel van een dergelijke overzetinrichting en een toevoertransporteur. Download PDF

Info

Publication number
NL1020087C2
NL1020087C2 NL1020087A NL1020087A NL1020087C2 NL 1020087 C2 NL1020087 C2 NL 1020087C2 NL 1020087 A NL1020087 A NL 1020087A NL 1020087 A NL1020087 A NL 1020087A NL 1020087 C2 NL1020087 C2 NL 1020087C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
suction
transfer device
endless chain
gripper
objects
Prior art date
Application number
NL1020087A
Other languages
English (en)
Inventor
Adriaan Jean Maria Van Gils
Hermann Josef Langen
Roel Adrianus Antoni Teurlings
Original Assignee
Lan Handling Systems B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lan Handling Systems B V filed Critical Lan Handling Systems B V
Priority to NL1020087A priority Critical patent/NL1020087C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1020087C2 publication Critical patent/NL1020087C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/74Feeding, transfer, or discharging devices of particular kinds or types
    • B65G47/84Star-shaped wheels or devices having endless travelling belts or chains, the wheels or devices being equipped with article-engaging elements
    • B65G47/841Devices having endless travelling belts or chains equipped with article-engaging elements
    • B65G47/843Devices having endless travelling belts or chains equipped with article-engaging elements the article-engaging elements being suction or magnetic means

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Specific Conveyance Elements (AREA)

Description

Overzetinrichting. gebruik van een dergelijke overzetinrichting. alsmede samenstel van een dergeliike overzetinrichting en een toevoertransporteur.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een overzetinrichting voorzien 5 van een grijper met tenminste een zuigmond voor het oppakken en afgeven van een over te zetten voorwerp.
Dergelijke overzetinrichtingen, welke met behulp van zuigmonden, zoals zuignappen, voorwerpen bij een eerste plaats oppakken en na verplaatsing op een tweede plaats afgeven zijn bekend. De grijper is hierbij doorgaans gemonteerd aan een 10 arm die tussen de eerste en de tweede positie heen en weer kan bewegen. Het nadeel van een dergelijk systeem is onder andere dat het aantal per tijdseenheid over te zetten voorwerpen relatief beperkt is en bepaald wordt door de snelheid waarmee het over te zetten voorwerp opgepakt, van de eerste positie naar de tweede positie overgebracht wordt en waarmee vervolgens de grijper van de tweede positie naar de eerste positie 15 teruggebracht wordt. Een verder nadeel hierbij is dat de grijper telkens bij de eerste en de tweede positie van bewegingsrichting omkeert, hetgeen impliceert dat de grijper bij het naderen van een positie telkens afgeremd moet worden om vervolgens bij het vertrekken vanaf een positie weer te versnellen. De hiervoor benodigde dynamische krachten leggen een verdere beperking aan het aantal per tijdseenheid over te zetten 20 voorwerpen op. Het moge duidelijk zijn dat dit tot complicaties leidt bij het overzetten van voorwerpen die met zeer hoge snelheid aangevoerd worden.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een overzetinrichting welke in staat is om grote aantallen voorwerpen per tijdseenheid over te zetten, waarbij dynamische belastingen zoveel mogelijk beperkt worden.
25 Voomoemd doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een overzetinrichting omvattende: • een eindloze keten van glij schoenen; • een zich langs tenminste een gedeelte van de eindloze keten glij schoenen uitstrekkende, de passerende glij schoenen contacterende zuigbuis; en 30 · per glijschoen een grijper met tenminste een zuigmond voor het grijpen van een over te zetten voorwerp; waarbij elke glijschoen een holte heeft met een tijdens passage van de zuigbuis tegen de zuigbuis liggende holtemonding, terwijl de zuigbuis is voorzien van een zich in 1 0 2 i ? 2 langsrichting daarvan uitstrekkende reeks zuigopeningen die tegen de passerende glijschoenen liggen zodanig dat de holtemonding van een passerende glijschoen achtereenvolgens met de zuigopeningen van de reeks in fluïdumverbinding komt; en waarbij de holte van elke glijschoen in fluïdumverbinding staat met de respectieve 5 tenminste ene zuigmond.
De onderhavige uitvinding verschaft aldus als het ware een eindloze transportband van zuigmonden, hier voor het gemak nader aangeduid als zuigmondentransporteur, welke zuigmonden een over te zetten product kunnen oppakken op een eerste positie en op een tweede positie kunnen afgeven. De zuigbuis 10 strekt zich hierbij uit tussen de eerste en de tweede positie. Door te werken met een zuigbuis, die telkens de passerende glij schoenen met een zuigkracht, ook wel vacuüm genaamd, bekrachtigd om via die glijschoen de bijbehorende tenminste ene zuigmond te bekrachtigen, wordt enerzijds bereikt dat men kan afzien van grote aantallen bewegende, flexibele zuigleidingen die vanaf een centrale zuiginstallatie de 15 zuigmonden zouden moeten bekrachtigen en wordt anderzijds bereikt dat men de zuigmonden alleen met een zuigkracht bekrachtigd indien dit nodig is voor het oppakken en meenemen van een over te zetten voorwerp. Doordat men de zuigmonden bij de zogenaamde zuigmondentransporteur met een continue, eenparige snelheid langs de zuigmondentransporteur rond kan voeren, worden dynamische belastingen ten 20 gevolge van afremmen en versnellen verregaand vermeden, zo niet geheel uitgesloten. Daar dergelijke eindloze transporteurs, zoals een zogenaamde zuigmondentransporteur volgens de onderhavige uitvinding, met zeer hoge snelheden kunnen werken is het mogelijk tot zeer grote aantallen voorwerpen per tijdseenheid over te zetten.
Teneinde het aanzuigen van valse lucht tegen te gaan is het volgens de uitvinding 25 van voordeel wanneer aangrenzende glij schoenen, althans bij passage langs de zuigbuis, langs die zuigbuis afdichtend op elkaar aansluiten. Onder afdichtend op elkaar aansluiten wordt hierbij ook verstaan het langs de zuigbuis tegen elkaar aan liggen van aangrenzende, naar elkaar toegekeerde zijvlakken van de glij schoenen.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding is elke grijper middels 30 hoogtestelmiddelen zodanig met de respectieve glijschoen verbonden, dat, beschouwd in een dwarsrichting dwars op de eindloze keten, de afstand van de grijper tot de respectieve glijschoen instelbaar is. Aldus wordt het mogelijk de overzetinrichting relatief universeel toepasbaar uit te voeren en door middel van de hoogtestelmiddelen 3 voor een specifieke toepassing geschikt te maken. In de eenvoudigste uitvoeringsvorm kan men de overzetinrichting dan namelijk uitvoeren met twee keerwielen waaromheen een eindloze keten van glij schoenen verloopt om vervolgens de door de over te zetten voorwerpen te overbruggen hoogteverschillen te realiseren door gebruikmaking van de 5 hoogtestelmiddelen. Deze hoogtestelmiddelen kunnen bijvoorbeeld dwars op de eindloze keten glijschoenen verlopende, elk op een respectieve glijschoen gelagerde schuifstangen omvatten middels welke de grijper ten opzichte van de glijschoen verplaatsbaar is. Ook kan men denken aan telescoperende tussen een glijschoen en de bijbehorende respectieve grijper verlopende stangen. Teneinde in combinatie met de 10 hoogtestelmiddelen of eventueel ook los van die hoogtestelmiddelen de baan van de grijpers nauwkeurig te kunnen verzekeren, is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer de overzetinrichting verder omvat een in omtreksrichting van de eindloze keten verlopende geleiding voor de grijpers, waarbij de geleiding geleidend met de grijpers ineengrijpt. Men kan hierbij bijvoorbeeld denken aan een in omtreksrichting 15 van de eindloze keten verlopend railstelsel waarmee elke grijper via geleidingsmiddelen ineen grijpt. Opgemerkt zij dat hierbij, maar ook geheel los hiervan, de grijper en de glijschoen één, als het ware geïntegreerd, geheel kunnen vormen, het hoeven niet perse twee afzonderlijke onderdelen te zijn.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het van voordeel 20 wanneer de zuigbuis een oppaksectie en tenminste een afgiftesectie omvat, welke secties onderling gescheiden en elk van een afzonderlijke zuigaansluiting voorzien zijn, wanneer de tenminste ene afgiftesectie stroomafwaarts van de oppaksectie ligt, en wanneer regelmiddelen zijn voorzien om de tenminste ene afgiftesectie op vooraf bepaalde momenten te bekrachtigen met een overdruk zodanig dat een voorwerp, 25 vastgegrepen door een tenminste ene zuigmond behorend bij een van de tenminste ene afgiftesectie passerende respectieve glijschoen, van die tenminste ene zuigmond afgeblazen wordt. Teneinde het vastgrijpen van een over te zetten voorwerp tot aan het moment van bekrachtiging met overdruk zoveel mogelijk te verzekeren kunnen de afgiftesecties hierbij, voorafgaand en na het moment van bekrachtiging met een 30 overdruk, onder onderdruk gehouden worden.
Het is hierbij in het bijzonder van voordeel wanneer de zuigbuis twee of meer na elkaar gelegen afgiftesecties omvat en wanneer die afgiftesecties onafhankelijk van elkaar, op vooraf bepaalde momenten of instelbaar te kiezen momenten met een 4 overdruk bekrachtigbaar zijn. Het wordt aldus mogelijk de over te zetten voorwerpen op verschillende plaatsen af te geven, alsook om ze in een aantal evenwijdige, dwars op de zuigmondentransporteur verlopende rijen af te geven op bijvoorbeeld een afvoertransporteur.
5 Teneinde de over te zetten voorwerpen te drogen is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer langs de zuigbuis blaasmiddelen zijn voorzien, die gericht zijn op een baan beschreven door de door de zuigmonden mee te nemen voorwerpen. Het wordt aldus mogelijk om zonder oponthoud de over te zetten voorwerpen te drogen. Dit kan bijvoorbeeld van groot voordeel zijn in de voedingsmiddelenindustrie alsook in de 10 geneesmiddelenindustrie waarbij de over te zetten voorwerpen uit een sterilisatie- of pasteurisatie-inrichting afkomstig kunnen zijn, en tengevolge van de daarin ondergane sterilisatie- of pasteurisatiebehandeling nog nat of nog enigszins nat kunnen zijn.
Teneinde meerdere in een rij dwars op de zuigmondentransporteur naast elkaar liggende voorwerpen gelijktijdig te kunnen oppakken en overzetten is het volgens de 15 uitvinding van voordeel wanneer elke grijper een rij zuigmonden heeft, welke rij zich uitstrekt dwars op de eindloze keten, bij voorkeur dwars op het door de eindloze keten opgespannen vlak.
De onderhavige uitvinding heeft volgens een verder aspect betrekking op het gebruik van de overzetinrichting volgens de uitvinding voor het overzetten van 20 voorwerpen, zoals pouches, blikjes, potjes, doosjes etc. Onder pouches worden hierbij verstaan flexibele zakachtige verpakkingen die doorgaans gevuld zullen zijn.
Dergelijke verpakkingen kunnen zijn gemaakt van uiteenlopende materialen, zoals papier, kunststof, folie, waaronder zowel kunststof- als metaalfolie, als ook andere flexibele materialen. Men kan hierbij bijvoorbeeld denken aan pouches gevuld met een 25 instantpoeder, bijvoorbeeld instantsoep, pouches gevuld met een sondevoeding, pouches gevuld met een drank zoals limonade etc., pouches gevuld met dierenvoeding, soep, sauzen, enterale voeding, infuusvloeistof, maaltijden, etc.
De uitvinding heeft volgens een verder aspect betrekking op het gebruik van een overzetinrichting volgens de uitvinding voor het van uit een gecompartimenteerde tray 30 oppakken en overzetten van voorwerpen, zoals pouches,blikjes, potjes, doosjes etc. Dergelijke trays kunnen als een trein worden aangevoerd en het vanuit de tray overzetten van de daarin gelegen voorwerpen stuit vaak op het probleem dat deze voorwerpen eerst uit de tray getild moeten worden. Dit is met de overzetinrichting i o, ' : ? 5 volgens de uitvinding op zeer eenvoudige, effectieve en betrouwbare wijze realiseerbaar.
Volgens een nog verder aspect van de uitvinding heeft deze betrekking op het gebruik van een overzetinrichting volgens de uitvinding, waarbij de voorwerpen, zoals 5 pouches, worden afgelegd op een transportband.
Volgens nog weer een verder aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een samenstel omvattende een overzetinrichting volgens de uitvinding alsmede een toevoertransporteur voor toevoer van over te zetten voorwerpen, waarbij althans een gedeelte van de toevoertransporteur evenwijdig en overlappend met althans een 10 gedeelte van de eindloze keten verloopt, en waarbij het samenstel is ingericht om de eindloze keten met eenzelfde snelheid te doen bewegen als de snelheid van de toevoertransporteur, waarbij beide snelheden tijdens bedrijf bij voorkeur continu zijn. Aldus wordt het in het bijzonder mogelijk om met zeer hoge snelheden toegevoerde voorwerpen, terwijl ze op snelheid zijn, op te pakken, en met diezelfde snelheid verder 15 te verplaatsen naar de plaats van afgifte om ze aldaar af te geven.
De onderhavige uitvinding zal in het navolgende aan de hand van een in de tekening schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht. Hierin toont:
Figuur 1 een schematisch langszij aanzicht op een overzetinrichting volgens de 20 uitvinding;
Figuur 2 een schematisch langszij aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van een aantal onderdelen uit de overzetinrichting volgens figuur 1;
Figuur 3 een schematisch d warszij aanzicht overeenkomstig de pijl III uit figuur 1; 25 Figuur 4 een schematisch langszij aanzicht van een toepassing c.q. samenstel volgens de uitvinding, waarbij de getoonde overzetinrichting, alhoewel andere details tonend, dezelfde is als welke is getoond in figuur 1; en
Figuren 5-7 in schematisch dwarszijaanzicht, respectievelijk bovenaanzicht een grijper volgens een tweede uitvoeringsvorm.
30 Verwijzend naar de figuren 1,2, 3 en 4 omvat de overzetinrichting 1 een eindloze keten 2 van glijschoenen 3. Alhoewel deze glijschoenen 3 direct onderling verbonden kunnen zijn om als het ware de schakels van een ketting te vormen, zijn ze in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld gemonteerd op een uit schakels 28 opgebouwde / / i 6 transportketting 27. De transportketting 27 is over keerrollen 25 en 26 geleid. Deze keerrollen 25 en 26 zijn van holtes 29 voorzien waarin de de schakels 28 onderling verbindende pennen 37 opneembaar zijn. Zoals duidelijk zal zijn is de eindloze keten 2 van glij schoenen 3 aldus overeenkomstig de transportketting 27 als een eindloze ketting 5 langs de keerwielen 25 en 26 rond te voeren. Langs een gedeelte van de eindloze keten, in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld het benedenpart van de keten, is de in figuur 2 gedetailleerder weergegeven zuigbuis 4 voorzien. Opgemerkt zij dat de zuigbuis 4 zich eventueel ook langs het bovenpart kan uitstrekken, langs een of beide van de keerwielen 25,26, zelfs 180° daaromheen gebogen, alsook langs een kleiner gedeelte 10 van de eindloze keten. Ook is het denkbaar om langs verschillende plaatsen van de eindloze keten een zuigbuis te voorzien.
De zuigbuis 4 is zodanig geplaatst dat tijdens bedrijf hierlangs passerende glij schoenen 3 deze zuigbuis 4 contacteren. De zuigbuis 4 is in langsrichting voorzien van een reeks zuigopeningen 10, die tegen de tijdens bedrijf passerende glijschoenen 15 zullen liggen. De zuigbuis 4 is verder voorzien van tenminste een zuigaansluiting 18, in het onderhavige voorbeeld drie zuigaansluitingen 18,19 en 20, voor aansluiting op een zuiginrichting, zoals een vacuümpomp. Ingeval van meerdere zuigaansluitingen zal elke zuigaansluiting op een afzonderlijke zuiginrichting aangesloten kunnen zijn. Middels de zuigaansluitingen 18,19,20 is het mogelijk het holle inwendige van de 20 zuigbuis 4 op een onderdruk, ook wel vacuüm genoemd, te brengen. Ten gevolge hiervan zal er via de zuigopeningen 10 een zuigkracht op de passerende glijschoenen 3 worden uitgeoefend. De glijschoenen 3 hebben een holte 8 met een holtemonding 9. De holtemonding 9 ligt tijdens passage van de zuigbuis 4, rondom afgedicht, tegen de zuigbuis aan zodanig dat deze achtereenvolgens met de in de zuigbuis 4 voorziene 25 zuigopeningen 10 van de reeks in fluïdumverbinding komen. Aldus wordt de holte 8 van elke glij schoen 3 via de zuigbuis 4 op een onderdruk gebracht. Deze onderdruk wordt via een leiding 11 op de grijper 5 overgebracht, welke grijper is voorzien van zuigmonden 6, in het bijzonder zuignappen. Aldus is het, zoals duidelijk zal zijn, mogelijk om met zuigmonden 6 een voorwerp 7 vast te grijpen wanneer de bij de 30 desbetreffende grijper 5 behorende glijschoen 3 langs de zuigbuis 4 passeert.
Zoals gezegd is overeenkomstig het uitvoeringsvoorbeeld de zuigbuis 4 voorzien van drie zuigaansluitingen, te weten 18,19 en 20. Hiervan is zuigaansluiting 18 in wezen enkel bedoeld om te worden aangesloten op een zuiginrichting teneinde op 7 7 zuiging bekrachtigd te worden. De zuigaansluitingen 19 en 20 worden weliswaar zuigaansluitingen genoemd maar zullen bij voorkeur behalve met een onderdruk, zuiging, bekrachtigd ook met een overdruk, persen, bekrachtigd kunnen worden. Eventueel is het denkbaar dat de zogenaamde zuigaansluitingen 19 en 20 enkel met 5 overdruk bekrachtigd kunnen worden. Essentie van het met overdruk bekrachtigen van de zuigaansluiting 19 en 20 is dat het aldus met grote betrouwbaarheid te verzekeren is dat een of meer door de grijper 5 opgepakte voorwerpen 7 of betrouwbaar op een vooraf bepaald moment of met zekerheid door de grijper 5 worden losgelaten na bekrachtiging van de zuigaansluitingen 19 of 20 met een overdruk. Door op een 10 specifiek, vooraf bepaald moment de zuigaansluiting 19 respectievelijk de zuigaansluiting 20 met een dergelijke overdruk te bekrachtigen is het mogelijk om het moment van loslaten van het voorwerp respectievelijk de voorwerpen nauwkeurig te kunnen opleggen. Het is hierbij mogelijk om de zuigaansluitingen 19 en 20 ongelijktijdig, eventueel zelfs onafhankelijk van elkaar te bekrachtigen. Bij het 15 gelijktijdig met overdruk bekrachtigen van de zuigaansluitingen 19 en 20 zullen door opeenvolgende grijpers 5 meegenomen voorwerpen 7 met eenzelfde onderlinge tussenafstand worden afgegeven als welke ze hadden bij het oppakken. Door het moment van het met overdruk bekrachtigen van de zuigaansluitingen 19 en 20 ongelijk te kiezen is het mogelijk deze tussenafstand kleiner te maken dan dat deze bij het 20 oppakken van de voorwerpen 7 was of juist groter te maken dan deze bij het oppakken van de voorwerpen was. Zoals duidelijk zal zijn zullen de zuigaansluitingen 18,19 en 20 uitkomen in door schotten 33 onderling gescheiden secties 15, 16 respectievelijk 17 van de zuigbuis 4. Sectie 15 wordt ook wel de oppaksectie genoemd, sectie 16 wordt ook wel de eerste afgiftesectie genoemd en sectie 17 wordt ook wel de tweede 25 afgiftesectie genoemd. Zoals duidelijk zal zijn kunnen ook meer dan twee afgiftesecties achtereenvolgens zijn voorzien. Voorts zal het duidelijk zijn dat in de oppaksectie 15 niet alleen het oppakken van het voorwerp 7 plaatsvindt maar dat dit voorwerp 7 in de oppaksectie ook het grootste gedeelte van zijn verplaatsing zal ondergaan, welke verplaatsing voor het overzetten verlangd wordt. In de oppaksectie 30 15 wordt dus niet alleen een oppakstap maar ook een meeneemstap van het voorwerp uitgevoerd.
Ten behoeve van montage van de zuigbuis 4 in de overzetinrichting is de zuigbuis 4 aan zijn uiteinden voorzien van bevestigingslijven 31.
* . v '> 7 f U . - · δ
Zoals tot nu toe beschreven is de overzetinrichting alleen in staat om een voorwerp te verplaatsen evenwijdig aan de eindloze keten van glijschoenen. Teneinde een voorwerp ook te kunnen verplaatsen in een richting H dwars op de eindloze keten van glijschoenen is elke grijper 5 middels hoogtestelmiddelen 12 met de bijbehorende 5 respectieve glijschoen verbonden. Dergelijke hoogtestelmiddelen 12 kunnen bestaan uit een telescoperende buis. Het inwendige van een dergelijke telescoperende buis kan eventueel worden gebruikt in plaats van de afzonderlijke leiding 11. In plaats van een telescoperende buis is het ook mogelijk (dit verdient met het oog op de betrouwbaarheid en de kosten de voorkeur) de hoogtestelmiddelen uit te voeren als een 10 vaste stang of pen, waaraan enerzijds de grijper 5 onbeweeglijk is bevestigd en welke anderzijds bij 30 verschuifbaar is gelagerd aan een glij schoen 3 of welke stang respectievelijk pen - hetgeen minder voorkeur verdient - onbeweeglijk is bevestigd aan een glij schoen 3 en waarop de drager 5 verschuifbaar is gelagerd.
Teneinde de hoogtestelmiddelen te bedienen is het eventueel mogelijk om elk 15 paar van grijper en glij schoen van afzonderlijk aanstuurbare bedieningsmiddelen, zoals servomotoren etc., te voorzien. Uit betrouwbaarheid en kostenoverwegingen verdient het echter de voorkeur deze bediening veel eenvoudiger uit te voeren middels een geleiding 13 voor de grijpers 5. De grijpers 5 zijn dan voorzien van met de geleiding 13 ineengrijpende middelen, zoals glijblokken of wielen 14. Zoals in de figuren 1 en 4 20 schematisch met de streep-punt-streeplijn 13 aangeduid zal de geleiding 13 de door de grijpers 5 te volgen baan bepalen.
Aldus wordt het mogelijk om, zoals in figuur 4 schematisch is aangeduid, met de zuigmonden/zuignappen 6 voorwerpen 7, zoals pouches, uit een gecompartimenteerde tray 22 op te pakken, deze voorwerpen 7 in opwaartse richting uit de compartimenten 25 van de tray 22 te tillen, de voorwerpen 7 verder in hoogte op te voeren tot boven een afgifteplaats 23 om de voorwerpen 7 aldaar in twee dwars op het blad van tekening bij figuur 4 verlopende rijen neer te leggen. De afgifteplaats 23 is bij dit voorbeeld een dwars op blad van tekening verlopende transportband, die continu kan draaien of telkens na het daarop neerleggen van voorwerpen 7 in beweging kan worden gebracht. 30 De trays 22 worden als een trein middels een toevoertransporteur 24 toegevoerd. De trays worden toegevoerd met een snelheid V2 in de richting van rechts naar links. De eindloze keten van glijschoenen draait rond met een snelheid VI. Door de snelheid V2 van de toevoertransporteur 24 en de rondvoersnelheid VI van de eindloze keten 2 9 onderling gelijk in te stellen of gelijk af te regelen wordt het mogelijk om een continu toegevoerde stroom voorwerpen 7 op continue wijze over te zetten op de afvoertransporteur 23.
Verwijzend naar figuur 1 en 4, is het ook mogelijk om de opvoerhoogte in de 5 richting H te realiseren door de glij schoenen 3 een in de richting H veranderende baan 13 te laten volgen. Voor wat betreft de richting H kunnen de glij schoenen 3 en grijpers 5 dan een vaste onderlinge afstand hebben. Een en ander zal met zich meebrengen dat de zuigbuis 4 het verloop van baan 13 zal volgen, althans hieraan evenwijdig zal verlopen. Deze constructie zou het aantal onderling bewegende delen beperken.
10 Zoals uit figuur 3 blijkt is het, in het bijzonder bij bredere grijpers 5, zeer goed denkbaar te voorzien in 2 evenwijdige eindloze kettingen, welke beide een eindloze keten 2 van glij schoenen 3 kunnen omvatten.
Figuren 5,6 en 7 tonen in dwarszijaanzicht (figuur 5) en bovenaanzicht (figuren 6 en 7) schematisch details van een tweede uitvoeringsvorm waarbij de onderlinge 15 afstand, beschouwd in de bewegingsrichting VI van de eindloze keten, tussen opeenvolgende grijpers 5 ter plaatse van de loszones 16,17 (figuur 4) is te vergroten. Dit vergroten van de onderlinge afstand is van nut om te voorkomen dat voorwerpen vastgegrepen door opeenvolgende grijpers 5 elkaar bij het lossen kunnen raken en daarbij het lossen zouden kunnen verstoren. Daartoe zijn spreidmiddelen voorzien.
20 Het verschil tussen de in de figuren 5 tot en met 7 getoonde uitvoeringsvorm en de aan de hand van de figuren 1 tot en met 4 beschreven uitvoeringsvorm is voornamelijk dat de grijpers 5 via een tussenffame 35 aan de eindloze keten zijn opgehangen. Het tussenframe 35 draagt enerzijds, op ten opzichte van dat tussenframe 35 bewegelijke wijze, de grijpers 5 en wordt anderzijds zelf gedragen door de 25 hoogtestelmiddelen 12 en voortbewogen door de glij schoenen 3. Het is eventueel denkbaar de glijschoenen 3 ook direct aan het tussenframe 35 te monteren. Waar het hier om gaat is dat het tussenframe 35 via tenminste een hefboom 41 is verbonden met de drager 5. De verbinding van de hefboom 41 met het tussenframe 35 is middels draaipunt 39 en de verbinding van de hefboom 41 met de drager 5 is middels eveneens 30 een draaipunt 40. De hefboom 41 - althans de in de figuren 5 en 6 rechter hefboom 41 -is voorts voorzien van een nok 38. Deze nok 38 is uitgevoerd als een rol, welke draaibaar is gelagerd op een pen. De pen die de rol 38 draagt, draagt tevens op roteerbare wijze een stuurstang 36 die de rechter en linker hefboom 41 onderling 10 verbindt. Bij de getoonde uitvoering is telkens de linker hefboom 41 gelijk aan de rechter hefboom 4, met dien verstande dat bij de linker hefboom 41 telkens de geleidingsnok/rol 38 ontbreekt. Zoals duidelijk zal zijn is het echter denkbaar om ook de linker hefboom 41 te voorzien van een geleidingsnok. Ter plaatse van de zones 16, 5 17 (figuur 4) is een nokgeleiding 42 voorzien met een nokgeleidingsbaan 43. Zodra de als rol uitgevoerde nok 38 overeenkomstig de pijlen de nokgeleidingsbaan 43 binnen gaat wordt bereikt dat de geleidingsnok 38 de baan 44 gaat volgen. Aldus wordt bereikt dat grijper 5c (figuur 6), die in zone 16 (figuur 4) verkeert een extra afstand A tot de voorgaande grijper 5b heeft. Immers de hefboom 41 wordt bij de schuine stukken van 10 de nokgeleidingsbaan 43 verdraaid rond draaipunt 39 waarbij dan de respectieve grijper 5c in de richting VI van de voorgaande grijper 5b weg beweegt om tegelijkertijd ook in de richting evenwijdig aan het vlak van de tekening en dwars op de richting VI, dat wil zeggen zijdelings, te verplaatsen. Tegelijkertijd wordt de grijper 5d in het tweede schuine stuk van de nokgeleiding 42 verder van grijper 5c wegbewogen. Ten opzichte 15 van grijper 5b heeft grijper 5d dan een afstand B extra bewogen, welke afstand B in het bijzonder ongeveer gelijk is aan tweemaal de afstand A. Ten opzichte van de direct voorgaande grijper 5c zal grijper 5d dan een extra afstand hebben genomen van B minus A. Nadat de grijpers loszone 17 gepasseerd zijn kunnen deze weer naar een voorafgaande onderlinge afstand worden teruggebracht. Dit is niet getoond, althans de 20 nokgeleiding 42 houdt op bij afgiftezone 17. Dit terug bewegen kan men zonder nadere geleiding onder invloed van veerwerking laten gebeuren, echter ook is het denkbaar om de nokgeleidingsbaan 43 daartoe te verlengen en een geleidelijk teruggaande beweging te laten opleggen aan de nokken, waarbij de hefbomen 41 eventueel ondersteund door een veer naar hun uitgangstoestand (grijpers 5a, 5b in figuur 6) terug kunnen bewegen. 25 1 Ö ' -I» 7

Claims (13)

1. O verzetinrichting (1) omvattende: • een eindloze keten (2) van glijschoenen (3); 5. een zich langs tenminste een gedeelte van de eindloze keten (2) glijschoenen (3) uitstrekkende, de passerende glijschoenen (3) contacterende zuigbuis (4); en • per glij schoen (3) een grijper (5) met tenminste een zuigmond (6) voor het oppakken en afgeven van een over te zetten voorwerp (7); waarbij elke glij schoen (3) een holte (8) heeft met een tijdens passage van de zuigbuis 10 (4) tegen de zuigbuis (4) liggende holtemonding (9), terwijl de zuigbuis (4) is voorzien van een zich in langsrichting daarvan uitstrekkende reeks zuigopeningen (10) die tegen de passerende glijschoenen (3) liggen zodanig dat de holtemonding (9) van een passerende glij schoen (3) achtereenvolgens met de zuigopeningen (10) van de reeks in fluïdumverbinding komt; en waarbij de holte (8) van elke glij schoen in 15 fluïdumverbinding (11) staat met de respectieve tenminste ene zuigmond (6).
2] Overzetinrichting (1) volgens conclusie 1, waarbij aangrenzende glijschoenen (3), althans bij passage langs de zuigbuis (4), langs die zuigbuis (4) afdichtend op elkaar aansluiten. 20
3] Overzetinrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elke grijper (5) middels hoogtestelmiddelen (12) zodanig met de respectieve glij schoen (3) verbonden is dat, beschouwd in een richting dwars op de eindloze keten (2), de afstand van de grijper (5) tot de respectieve glij schoen (3) verstelbaar is. 25
4] Overzetinrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, omvattende verder een in omtreksrichting van de eindloze keten (2) verlopende geleiding (13) voor de grijpers (5), waarbij de geleiding (13) geleidend met de grijpers (5) ineengrijpt. 1
5] Overzetinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de zuigbuis (4) een oppaksectie (15) en tenminste een afgiftesectie (16,17) omvat, welke secties (15, 16,17) onderling gescheiden en elk van een afzonderlijke zuigaansluiting (18, 19, 20) voorzien zijn, waarbij de tenminste ene afgiftesectie (16,17) stroomafwaarts van de oppaksectie (15) ligt, en waarbij regelmiddelen zijn voorzien om de tenminste ene afgiftesectie (16,17) op vooraf bepaalde momenten te bekrachtigen met een overdruk zodanig dat een voorwerp (7), vastgegrepen door de tenminste ene zuigmond (6) van de de tenminste ene afgiftesectie (16,17) passerende respectieve glij schoen (3), van die 5 tenminste ene zuigmond (5) afgeblazen wordt.
6] Overzetinrichting (1) volgens conclusie 5, waarbij de zuigbuis (4) tenminste twee na elkaar gelegen afgiftesecties (16,17) omvat en waarbij die afgiftesecties (16,17) ongelijktijdig met een overdruk bekrachtigbaar zijn. 10
7] Overzetinrichting volgens conclusie 6, waarbij de overzetinrichting ter plaatse van de afgiftesecties 16,17 is voorzien van spreidmiddelen voor het vergroten van de onderlinge afstand tussen opeenvolgende grijpers. 15
8] Overzetinrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij langs de zuigbuis (4) blaasmiddelen (21) zijn voorzien, die gericht zijn op een baan beschreven door de door de zuigmonden mee te nemen voorwerpen.
9] Overzetinrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elke grijper 20 (5) een rij zuigmonden (6) heeft, welke rij zich uitstrekt dwars op de eindloze keten (2), bij voorkeur dwars op het door de eindloze keten (2) opgespannen vlak.
10] Gebruik van een overzetinrichting (1), volgens een der voorgaande conclusies, voor het overzetten van voorwerpen (7), zoals pouches, blikken, potten, dozen etc. 25
11] Gebruik van een overzetinrichting (1) volgens een der conclusies 1-9, voor het vanuit een gecompartimenteerde tray (22) oppakken en overzetten van voorwerpen (7), zoals pouches, blikken, potten, dozen etc. 1
12] Gebruik van een overzetinrichting (1) volgens een der conclusies 1-9, waarbij de voorwerpen (7), zoals pouches, worden afgelegd op een transportband.
13] Samenstel omvattende een overzetinrichting volgens een der conclusies 1-9 alsmede een toevoertransporteur (24) voor toevoer van over te zetten voorwerpen (7), waarbij althans een gedeelte van de toevoertransporteur (24) evenwijdig en overlappend met althans een gedeelte van de eindloze keten (2) verloopt, en waarbij het 5 samenstel is ingericht om de eindloze keten (2) bij de overlap met eenzelfde snelheid (VI) en in dezelfde richting te doen bewegen als de snelheid (V2) van de toevoertransporteur (24), waarbij beide snelheden tijdens bedrijf bij voorkeur continu zijn. 10'' ^ 7
NL1020087A 2002-02-28 2002-02-28 Overzetinrichting, gebruik van een dergelijke overzetinrichting, alsmede samenstel van een dergelijke overzetinrichting en een toevoertransporteur. NL1020087C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020087A NL1020087C2 (nl) 2002-02-28 2002-02-28 Overzetinrichting, gebruik van een dergelijke overzetinrichting, alsmede samenstel van een dergelijke overzetinrichting en een toevoertransporteur.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020087A NL1020087C2 (nl) 2002-02-28 2002-02-28 Overzetinrichting, gebruik van een dergelijke overzetinrichting, alsmede samenstel van een dergelijke overzetinrichting en een toevoertransporteur.
NL1020087 2002-02-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1020087C2 true NL1020087C2 (nl) 2003-08-29

Family

ID=29244907

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1020087A NL1020087C2 (nl) 2002-02-28 2002-02-28 Overzetinrichting, gebruik van een dergelijke overzetinrichting, alsmede samenstel van een dergelijke overzetinrichting en een toevoertransporteur.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1020087C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109689541A (zh) * 2016-08-01 2019-04-26 亚席斯自动化系统有限公司 用于基板的传输系统和加工系统
CN111252459A (zh) * 2020-03-16 2020-06-09 佛山市南海鑫隆机工机械有限公司 一种多工位环形循环运转结构

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1511641A1 (de) * 1966-10-12 1969-10-16 Hesser Ag Maschf Vorrichtung zum Einlegen von Warenstuecken in Schachteln od.dgl.
US3613571A (en) * 1968-02-27 1971-10-19 Brown Machine Co Of Michigan Container printing machine and method of printing
GB2124571A (en) * 1982-07-29 1984-02-22 Nat Res Dev Fruit-grading apparatus
US4718535A (en) * 1986-01-23 1988-01-12 Werner & Pfleiderer Gmbh Method and apparatus for the rearranging of bakery articles
EP1155983A1 (de) * 2000-05-16 2001-11-21 Albin Spitzke KG (GmbH & Co.) Plattenstapler

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1511641A1 (de) * 1966-10-12 1969-10-16 Hesser Ag Maschf Vorrichtung zum Einlegen von Warenstuecken in Schachteln od.dgl.
US3613571A (en) * 1968-02-27 1971-10-19 Brown Machine Co Of Michigan Container printing machine and method of printing
GB2124571A (en) * 1982-07-29 1984-02-22 Nat Res Dev Fruit-grading apparatus
US4718535A (en) * 1986-01-23 1988-01-12 Werner & Pfleiderer Gmbh Method and apparatus for the rearranging of bakery articles
EP1155983A1 (de) * 2000-05-16 2001-11-21 Albin Spitzke KG (GmbH & Co.) Plattenstapler

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109689541A (zh) * 2016-08-01 2019-04-26 亚席斯自动化系统有限公司 用于基板的传输系统和加工系统
CN111252459A (zh) * 2020-03-16 2020-06-09 佛山市南海鑫隆机工机械有限公司 一种多工位环形循环运转结构
CN111252459B (zh) * 2020-03-16 2021-03-30 佛山市南海鑫隆机工机械有限公司 一种多工位环形循环运转结构

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11511946B2 (en) Transfer of products in a gripped manner to or from an accumulation surface
NL8204648A (nl) Inrichting voor het in een doos plaatsen van kegels.
US8113335B2 (en) Unit for grouping packages along a transfer path
DK168662B1 (da) Anlæg til at styre genstandes transportbane
NL1033567C2 (nl) Transportsysteem.
US20140137515A1 (en) Method and linear device for handling articles
NL8006243A (nl) Met een verpakkingsmachine verbonden inrichting voor het vormen van stapeltjes van schijfvormige voorwerpen.
KR20080103492A (ko) 목적물의 흐름을 분할하는 장치 및 방법
JPH11503095A (ja) 多数個パックの包装装置
JP2015171949A (ja) 運搬機器、運搬機器のための放出装置、および運搬機器において物品を処理するための方法
FI83752C (fi) Inslagande foerpackningsmaskin.
NL2013604B1 (nl) Inrichting voor het laden, transporteren en lossen van voorwerpen.
DK2881333T3 (en) Method and device for joining lines comprising a label dispenser
US9434556B2 (en) Egg chain gripper actuating device and egg transfer device
DK3079477T3 (en) COMBINATION OF ANIMAL FEEDING DEVICE AND REMOVAL AND A PROCEDURE FOR OPERATING SUCH A COMBINATION
NL1020087C2 (nl) Overzetinrichting, gebruik van een dergelijke overzetinrichting, alsmede samenstel van een dergelijke overzetinrichting en een toevoertransporteur.
RU2605464C2 (ru) Устройство и способ группирования предметов
NL8301616A (nl) Werkwijze voor het in een in een produktielijn opgestelde verpakkingsmachine plakken van de eindflappen van een verpakking.
CN106467182B (zh) 用于插放阀口袋的设备和操作方法
US1302631A (en) Automatic ejector for straight-lift elevators.
NL1004657C2 (nl) Inrichting voor het overdragen van in hoofdzaak ronde, kwetsbare voorwerpen, zoals bijvoorbeeld eieren.
NL1028163C2 (nl) Installatie voor het op producten zoals flessen aanbrengen van een huls.
NL1000879C2 (nl) Inrichting voor het be- en/of ontladen van een container welke is beladen met stapels verpakkingen, zoals bijvoorbeeld eiertrays.
NL1034181C2 (nl) Inrichting voor het transporteren van ronde objecten.
NL9201530A (nl) Inrichting voor het overzetten van in hoofdzaak bolvormige of ellipsoide produkten, zoals bijvoorbeeld eieren, fruit of groenten.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060901