NL1019567C1 - Kanaal voor aanvoerleidingen in een koelkast. - Google Patents

Description

Kanaal voor aanvoerleidingen in een koelkast

De uitvinding heeft betrekking op een koelkast, in het bijzonder voor vakantievoertuigen zoals kampeerwagens en caravans.

Bij de kleine ruimtes in de binnenruimte van vrije-5 tijdsvoertuigen worden koelkasten zodanig geconcipieerd en ingebouwd dat ze zo weinig mogelijk plaats innemen. Daartoe kan een koelkast constructief worden aangepast aan de omstandigheden in het vrijetijdsvoertuig; bijvoorbeeld kan de koelkast in zijn vorm aan de uitvoeringsvorm van de wielkast wor-10 den aangepast. In de meeste inbouwgevallen wordt de gehele ter beschikking staande keukenhoogte gebruikt.

Aan de andere kant bestaat de noodzakelijkheid om toevoerleidingen zoals bijvoorbeeld kabels, buizen voor water en verhitting, slangen etc. in de binnenruimte van vrije-15 tijdsvoertuigen, in de regel langs de wanden, te plaatsen.

Koelkasten voor vrijetijdsgebruik zoals hiervoor genoemd verhinderen, wanneer zij op ruimtebesparende wijze zijn geconcipieerd, d.w.z. tegen de wand aan worden geplaatst en/of wanneer zij de gehele hoogte van de keuken gebruiken, 20 de inbouw van leidingen in het woongedeelte van het vrije-tijdsvoertuig. Een rechtstreekse geleiding van de leidingen langs de wand is niet eenvoudig te verkrijgen. De fabrikant van het voertuig kan juist de toevoerleidingen slechts met veel moeite verleggen. Het verleggen van de leidingen door 25 andere delen van de binnenruimte van het vrijetijdsvoertuig vanwege de afwezigheid van een koelkast is eveneens niet makkelijk uit te voeren.

Het wegnemen van de koelkast van de wand, om plaats voor de toevoerleidingen te leveren, lost het probleem even-30 eens niet op. Met name dient de reeds zoveel beperkte bewegingsvrijheid in vrijetijdsvoertuigen, zoals campers en caravans , niet verder te worden beperkt.

Het is nu een doel van de uitvinding om een koelkast voor vrijetijdskampeerwagens en caravans zodanig uit te voe-35 ren dat een probleemloze geleiding van leidingen, in het bijzonder langs de wand van de binnenruimte van het vrijetijds-

101 956T

2 voertuig mogelijk wordt. Tevens dient de koelkast bij onderhoud zondermeer door de installateur van de voertuigen snel te kunnen worden uitgebouwd.

Dit doel wordt verkregen doordat de koelkast ten 5 minste één buiten de koelruimte liggend kanaal of ten minste één uitsparing aan een zijvlak of de bodem van de koelkast voor het geleiden of voorbij leiden van eigen toevoerleidin-gen en/of voor andere apparaten bedoelde leidingen, slangen, buizen, kabels en dergelijke omvat.

10 Behuizingen van koelkasten zijn gewoonlijk in hoofd zaak rechthoekig uitgevoerd. Zij kunnen echter, met name wanneer zij beoogd worden voor vrijetijdskampeerwagens en caravans, ook andere vormen hebben. Bijvoorbeeld is het mogelijk om de behuizing aan te passen aan de binnenruimte van het 15 vrijetijdsvoertuig zodat de ruimte optimaal wordt benut. Voor het geleiden of voorbij leiden van leidingen, slangen, buizen, kabels en dergelijke, bijvoorbeeld voor stroom, drinkwater, afvalwater of verwarming, wordt volgens deze uitvinding ten minste één kanaal of ten minste één uitsparing gevormd. Het 20 kanaal of de verschillende kanalen resp. uitsparingen verlopen buiten de koelruimte. Daartoe wordt de buitenzijde van de koelruimte zodanig uitgevoerd dat op de gewenste plaats ruimte ter beschikking staat voor het kanaal resp. de uitsparing. De uitsparing of de opening is gewoonlijk voorzien aan een 25 zijvlak of de bodem van de koelkast.

De uitvoeringsvorm, met name de afmeting van het kanaal resp. de uitsparing, hangt in hoofdzaak af van de buitenmaten van de leidingen, bijvoorbeeld van de doorsnede van de verwarmingsbuizen. Een andere mogelijkheid bestaat erin om 30 een kanaal resp. een uitsparing ter beschikking te stellen dat resp. die breed genoeg is om de koelkast ook in een hoek ten opzichte van de doorgevoerde leidingen te kunnen plaatsen waardoor de inbouwmogelijkheden worden verbeterd.

Uiteraard kan het kanaal ook eigen leidingen van de 35 koelkast ontnemen en onder omstandigheden in zijn inwendige overeenkomstige aansluitingen omvatten.

Door de uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, van het respectievelijk de in de koelkast geïntegreerde kanaal 1019567 3 resp. uitsparing wordt verkregen dat leidingen van alle soorten door de koelkast resp. langs de koelkast kunnen worden geleid zonder dat uitgebreide constructieve maatregelen bij de inbouw ervan moeten worden uitgevoerd en zonder dat bij de 5 beperkte ruimtelijke verhoudingen in de binnenruimte van het vrijetijdsvoertuig tussen de koelkast en de wand extra plaats voor de leidingen moet worden gemaakt.

In het bijzonder kunnen het kanaal resp. de uitsparing aan de onderzijde of langs een kant van de koelkast zijn 10 uitgevoerd. Een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm is wanneer het kanaal resp. de uitsparing langs de door de achterzijde en de bodem van de koelkast gevormde kanten verloopt, omdat de door te voeren leidingen vaak aan de bodem langs de wand in de binnenruimte van het vrij etijdsvoertuig verlopen 15 resp. moeten gaan verlopen. Indien een uitsparing van een dergelijke soort aanwezig is, is het bijzonder eenvoudig om de koelkast op zijn uiteindelijke plaats te zetten of indien het nodig is van zijn bedoelde plaats weg te nemen. De koelkast kan eenvoudig via de leidingen weg worden getrokken 20 resp. over de leidingen heen worden getild.

Bij voorkeur verloopt (verlopen) het kanaal (de kanalen) resp. de uitsparing(en) parallel ten opzichte van de voorzijde van de koelkast. De leidingen kunnen in het kanaal echter ook onder een hoek ten opzichte van de voorzijde van 25 de koelkast worden geplaatst wanneer het kanaal breed genoeg is. Daardoor wordt een hogere flexibiliteit bij de inbouw van de koelkast verkregen.

Verder kan het kanaal resp. de uitsparing vlak met de onderzijde en/of het buitenvlak van de koelkast afsluiten. 30 Omdat de toevoerleidingen, buizen, slangen enz. vaak aan de bodem of in de buurt van de bodem aanwezig zijn is het voordelig wanneer zij door de koelkast zonder grote omkering of omleiding verder kunnen verlopen.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm heeft het ka-35 naai resp. de uitsparing een rechthoekige doorsnede.

Aan de voor het kanaal voorziene plaats kan een doorvoerinrichting worden gebruikt, waar doorheen na inbouw de toevoerleidingen kunnen verlopen. In het bijzonder kan de ? ·. V·' 4 doorvoerinrichting ook worden aangebracht op een speciaal daarvoor voorziene uitsparing.

Als doorvoerinrichting kan een aan twee zijden geopend, buisachtig element met bij voorkeur rechthoekige dwars-5 doorsnede worden toegepast. De doorvoerinrichting bezit ten minste twee openingen voor het invoeren resp. uitvoeren van de toevoerleidingen in resp. uit het kanaal.

Er kunnen ook verscheidene parallelle doorvoeringen worden uitgevoerd, waarbij de doorvoerinrichting door het 10 vormen van tussenwanden overeenkomstig wordt onderverdeeld.

De doorvoerinrichting (geleidingsinrichting) bestaat bij voorkeur uit metaal, kunststof of andere geschikte materialen die licht maar toch stabiel zijn. Ook is het een voordeel wanneer het materiaal makkelijk te reinigen is.

15 Volgens een andere uitvoeringsvorm kan de gelei dingsinrichting langs een andere zijde geopend zijn. Indien deze bijvoorbeeld in een uitsparing aan de bodem van een koelkast wordt aangebracht dan kan de geleidingsinrichting naar de bodem toe geopend zijn. Verloopt een voor het gebruik 20 van de geleidingsinrichting voorziene uitsparing langs een door de achterzijde en de bodem van de koelkast gevormde kant dan kan de geleidingsinrichting naar keuze naar de achterzijde toe en/of naar de bodem toe open zijn.

In het geval een kanaal niet nodig zou zijn kunnen 25 de openingen daarvan naar keuze worden afgesloten of afge-dekt. Indien verscheidene kanalen zijn gevormd of wanneer de doorsnede van het kanaal bijvoorbeeld door tussenwanden in de geleidingsinrichting in verscheidene doorvoeren wordt onderverdeeld, kan de mogelijkheid bestaan om het kanaal sléchts 30 gedeeltelijk resp. voor enkele kanalen af te sluiten of af te dekken.

Door het afsluiten resp. afdekken wordt voorkomen dat niet gebruikte kanalen aan de binnenzijde vervuilen.

Het is een voordeel wanneer de geleidingsinrichting 35 afneembaar aan de behuizing van de koelkast is bevestigd. Een dergelijke bevestiging kan bijvoorbeeld door schroeven worden verkregen.

Bij deze uitvoeringsvorm kan de verbinding tussen de ;; η 1 ^ r '· 7 5 behuizing van de koelkast en de geleidingsinrichting te allen tijde worden los genomen. Dit zou bijvoorbeeld zinvol zijn wanneer de koelkast voor een bepaalde tijd van zijn gebruiks-plaats moet worden verwijderd. In dit geval zou het niet no-5 dig zijn om de leidingen voor de uitbouw van de koelkast uit de geleidingsinrichting te verwijderen.

Bovendien kan de geleidingsinrichting bij een derge-lijke uitvoeringsvorm, bijvoorbeeld voor het separaat reinigen van de behuizing van de koelkast worden afgenomen.

10 Verdere voordelen, kenmerken en eigenschappen van de uitvinding worden duidelijk uit de hierna volgende beschrijving van uitvoeringsvoorbeelden aan de hand van de bijgevoegde tekeningen.

Fig. 1 toont een koelkast met een kanaal voor het 15 geleiden van leidingen.

Fig. 2 toont een doorsnede van figuur 1 met het gedeelte van de kanalen.

Fig. 3 toont een koelkast met een uitsparing voor het voorbijgeleiden van leidingen.

20 Fig. 4 toont een doorsnede uit figuur 3 met het ge deelte van de uitsparing.

Fig. 1 toont een koelkast voor vrijetijdsvoertuigen in zijaanzicht. Aan de voorzijde van de behuizing 1 bevindt zich de deur 2 van de koelkast. Het kanaal 3 voor het toevoe-25 ren van leidingen bevindt zich in een uitsparing aan de bodem van de koelkast en sluit vlak af met de onderzijde van de koelkast. De geleidingsinrichting 4 omvat vier wanden en bezit een rechthoekige doorsnede. Deze is in kanaal 3 gevoegd. Ze bestaat uit een robuust materiaal, zoals bijvoorbeeld 30 plaatvormig metaal. De wanden van de geleidingsinrichting 4 hoeven echter niet doorgaand afgesloten te zijn, maar kunnen naar keuze veel openingen omvatten. Bijvoorbeeld kan het vlak dat aan de bodemzijde is geplaatst als een rooster zijn uitgevoerd .

35 Als voorbeeld is een toevoerleiding 5 in dwarsdoor snede weergegeven. De leiding loopt parallel aan de voorzijde van de koelkast door het kanaal 3.

Figuur 2 is een vergroot aanzicht van het gedeelte i Ü ' ê' 6 van figuur 1, waarin het kanaal 3 is weergegeven. In deze weergave is duidelijk het vlakke afsluiten van het kanaal 3 met het buitenste oppervlak van de koelkast herkenbaar. Daardoor kan de toevoerleiding 5, welke langs de binnenwand van 5 het vrijetijdsvoertuig in de buurt van de bodem verloopt, zonder omkering door de koelkast heen worden gevoerd.

Figuur 3 toont een verdere uitvoeringsvorm van de koelkast. In dit geval verloopt een uitsparing 6 langs de door de achterzijde en de bodem van de koelkast gevormde 10 kant. De toevoerleiding 5 ligt op de bodem van de binnenruimte van de caravan. De toevoerleiding 5 wordt in de buurt van de wand door de binnenruimte van de caravan gevoerd.

In het geval de koelkast voor een bepaalde tijd van zijn gebruiksplaats moet worden verwijderd kan deze over de 15 leidingen heen worden getild resp. van de wand worden weggevoerd .

Figuur 4 toont, analoog aan figuur 2, een vergrote weergave van het gedeelte van figuur 3, waarin de uitsparing 6 is voorzien. Naar keuze zou in de uitsparing 6 een gelei-20 dingsinrichting kunnen worden geplaatst die wederom naar de bodem en/of de wand toe gedeeltelijk of geheel geopend zou kunnen zijn.

101 ^ ^1

Claims (11)

1. Koelkast met een behuizing en koelruimte, in het bijzonder voor vrijetijdskampeerwagens en caravans, met het kenmerk, dat de koelkast ten minste één buiten de koelruimte liggend kanaal of ten minste één uitsparing aan een zijvlak 5 of de bodem van de koelkast voor het doorvoeren of voorbij -leiden van eigen toevoerleidingen en/of vreemde leidingen, slangen, buizen, kabels en dergelijke omvat.

2. Koelkast volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het kanaal resp. de uitsparing aan de onderzijde van de 10 koelkast is voorzien.

3. Koelkast volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kanaal resp. de uitsparing langs een kant van de koelkast, in het bijzonder langs de door de achterzijde en de bodem van de koelkast gevormde kant, verloopt.

4. Koelkast volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kanaal resp. de uitsparing parallel aan de voorzijde van de koelkast verloopt.

5. Koelkast volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kanaal resp. de uitsparing vlak met 20 de onderzijde en/of het draagoppervlak van de koelkast afsluit .

6. Koelkast volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kanaal resp. de uitsparing een rechthoekige dwarsdoorsnede heeft.

7. Koelkast volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kanaal door een geleidingsinrichting wordt gevormd.

8. Koelkast volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidingsinrichting in hoofdzaak uit 30 metaal of kunststof bestaat.

9. Koelkast volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat één of verscheidene zijden van de geleidingsinrichting ten minste gedeeltelijk geopend zijn.

10. Koelkast volgens één der voorgaande conclusies, 35 met het kenmerk, dat de openingen van het kanaal afsluitbaar 1 o 1;? : - 7 * zijn.

11. Koelkast volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidingsinrichting afneembaar aan de behuizing van de koelkast is bevestigd. : ƒ v.' »