NL1019436C2 - Werkwijze voor het beveiligen van voertuigen, alsmede een beveiligingsinrichting voor vervoermiddelen, en een voertuig. - Google Patents

Werkwijze voor het beveiligen van voertuigen, alsmede een beveiligingsinrichting voor vervoermiddelen, en een voertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL1019436C2
NL1019436C2 NL1019436A NL1019436A NL1019436C2 NL 1019436 C2 NL1019436 C2 NL 1019436C2 NL 1019436 A NL1019436 A NL 1019436A NL 1019436 A NL1019436 A NL 1019436A NL 1019436 C2 NL1019436 C2 NL 1019436C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
movement
passenger
movement limiter
vehicle
limiter
Prior art date
Application number
NL1019436A
Other languages
English (en)
Inventor
Jacob Herre Cornelis Kampen
Original Assignee
Jacob Herre Cornelis Kampen
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jacob Herre Cornelis Kampen filed Critical Jacob Herre Cornelis Kampen
Priority to NL1019436A priority Critical patent/NL1019436C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1019436C2 publication Critical patent/NL1019436C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R21/00Arrangements or fittings on vehicles for protecting or preventing injuries to occupants or pedestrians in case of accidents or other traffic risks
    • B60R21/02Occupant safety arrangements or fittings, e.g. crash pads
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R21/00Arrangements or fittings on vehicles for protecting or preventing injuries to occupants or pedestrians in case of accidents or other traffic risks
    • B60R2021/0065Type of vehicles
    • B60R2021/0093Aircraft
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R21/00Arrangements or fittings on vehicles for protecting or preventing injuries to occupants or pedestrians in case of accidents or other traffic risks
    • B60R2021/0065Type of vehicles
    • B60R2021/0097Amusement vehicles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R21/00Arrangements or fittings on vehicles for protecting or preventing injuries to occupants or pedestrians in case of accidents or other traffic risks
    • B60R21/02Occupant safety arrangements or fittings, e.g. crash pads
    • B60R2021/0206Self-supporting restraint systems, e.g. restraining arms, plates or the like
    • B60R2021/022Self-supporting restraint systems, e.g. restraining arms, plates or the like mounted on seats
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R22/00Safety belts or body harnesses in vehicles
    • B60R2022/003Safety belts or body harnesses in vehicles for restraining detainees

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Power-Operated Mechanisms For Wings (AREA)

Description

5
Werkwijze voor het beveiligen van voertuigen, alsmede een beveiligingsinrichting voor vervoermiddelen, en een voertuig
De uitvinding heeft betrekking op en verschaft een werkwijze voor het beveiligen van voertuig, omvattende het verschaffen van een voertuig met stoelen voor passagiers, het doen zitten van een passagier, het aan-10 brengen van een bewegingsbegrenzer, waarbij de bewegingsvrijheid van een zittende passagier wordt beperkt door de bewegingsbegrenzer in een gesloten toestand, en waarbij het openen van de bewegingsbegrenzer de beperkingen van de bewegingsvrijheid opheft. De uitvinding betreft tevens 15 een beveiligingsinrichting. Tevens omvat de uitvinding een voertuig voorzien van de beveiligingsinrichting.
Een dergelijke beveiligingswerkwijze is algemeen bekend. De bekende beveiligingswerkwijze met een bewegingsbegrenzer staat de passagier zelf toe deze op 20 een willekeurig moment te openen uit een gesloten toestand. De bekende werkwijze is niet geschikt voor het beveiligen van een voertuig tegen bijvoorbeeld kapingen.
Met het oog op de veiligheid, in het bijzonder terroristische aanslagen, is het gewenst dat passagiers 25 op hun plaats blijven zitten. De huidige veiligheidsmaatregelen, in het bijzonder een veiligheidsgordel, zijn er niet op gericht de passagier te beperken in zijn bewegingsvrijheid in het vliegtuig. Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een beveiligingswerk-30 wijze, waarbij een passagier wordt beperkt in zijn bewegingsvrijheid en deze toestand niet kan opheffen.
Dit doel wordt bij een beveiligingswerkwijze volgens de uitvinding bereikt, door het afschermen van het openen van de bewegingbegrenzer. Hierdoor vindt het 35 openen niet in alle vrijheid plaats. Door het afschermen is het slechts voor bepaalde personen mogelijk de bewegingbegrenzer te openen. Het openen is bij voorkeur ontoegankelijk of niet-activeerbaar voor de passagier.
η V : 2
Het openen wordt door een ander persoon dan de passagier uitgevoerd.
Bij voorkeur wordt het afschermen van het openen van vormgegeven door het openen van de bewegingbe-5 grenzer op afstand. Hierdoor vindt het openen van de bewegingsbegrenzer plaats vanaf een locatie, die verwijderd is van de passagier. Wanneer deze afstand groter is dan de reikwijdte van de passagier, kan de passagier niet beschikken over het naar eigen wil openen van de bewe-10 gingsbegrenzer. De op afstand te openen bewegingsbegrenzer kan worden bediend door aanwezig personeel of een geautoriseerd persoon aanwezig in het voertuig.
Het is gunstig het openen van een bewegingbe-grenzer afhankelijk te maken van een autorisatie. Gebrui-15 kelijke bewegingbegrenzer zijn door de passagier zelf te openen, zoals de gebruikelijke riem in een voertuig. Door een autorisatie stap in te bouwen voor het openen, kan de passagier het openen niet bedienen, ondanks dat het openen eventueel binnen handbereik is. Autorisatie vindt 20 op algemeen bekende wijze plaats.
Bij voorkeur wordt de bewegingsvrijheid beperkt tot een gebied dat zich in hoofdzaak nabij de stoel van de passagier bevindt. In de gesloten toestand maakt de bewegingsbegrenzer het onmogelijk voor de passagier zich 25 vrij door het vliegtuig te bewegen, waardoor het bijvoorbeeld onmogelijk is de cockpit te bereiken. Ook kan toegang tot meegenomen bagage worden beperkt.
Het is gunstig voor het vertrekken van het voertuig de bewegingsbegrenzer in een gesloten toestand 30 te brengen. Wanneer een passagier is gaan zitten, wordt de bewegingsbegrenzer in een gesloten toestand gebracht. Elk van de passagiers zal worden beperkt in zijn of haar bewegingsvrijheid. Hierdoor wordt zeker gesteld dat geen van de passagiers vrij door het vliegtuig kan bewegen.
35 Het vertrekken van het voertuig wordt afhankelijk gesteld van het in gesloten toestand zijn van elk van de bewe-gingsbegrenzers aanwezig in het voertuig. Vertrek van het voertuig, in het bijzonder een vliegtuig, is dan niet 3 eerder mogelijk dan voordat alle passagiers, eventueel met uitzondering van personeel en/of andere geautoriseerde personen, plaats hebben genomen en in hun bewegingsvrijheid zijn beperkt.
5 Bij voorkeur is het tegelijk openen tijdens het vervoeren van een aantal van bewegingsbegrenzers gelimiteerd tot een bepaalde waarde. Hierdoor kan slechts een bepaald aantal van passagiers tijdens het vervoeren zich vrij door het voertuig bewegen. Hierdoor kan worden 10 voorkomen dat een grote groep zich vrij door het voertuig kan bewegen. Tijdens het vervoeren kan een bewegingsbe-grenzer worden geopend, bijvoorbeeld in het geval van een passagier die naar het toilet wil, of bij de bagage wil. De bewegingsbegrenzers worden in ieder geval geopend bij 15 aankomst van het voertuig op de plaats van bestemming.
Bij voorkeur wordt de bewegingsbegrenzer elektronisch afgesteld op de omvang van de passagier. Hierdoor is het mogelijk op geschikte wijze de bewegingsvrijheid te begrenzen, en daarnaast wordt het comfortverlies 20 voor de passagier beperkt.
De uitvinding betreft tevens een inrichting voor het beperken van de bewegingsvrijheid. De inrichting omvat tenminste een stoel voor een passagier, bedienings-middelen, voor een bewegingsbegrenzer, die tenminste 25 bedienbaar is naar een open toestand waarbij een passagier vrij is te bewegen en een gesloten toestand waarbij de bewegingsbegrenzer de passagier ervan weerhoudt zich vrij door het vervoermiddel te bewegen. De inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de bedie-30 ningsmiddelen zijn afgeschermd. Hierdoor is het openen van de bewegingbegrenzer niet vrij mogelijk. De afscherming vindt op geschikte wijze plaats.
De bedieningsmiddelen kunnen de bewegingsbegrenzer van de gesloten toestand naar de open toestand 35 bedienen. Wanneer een passagier heeft plaats genomen in de stoel en de bewegingsbegrenzer is in de gesloten toestand gebracht, is het niet mogelijk voor de passagier de bedieningsmiddelen te bereiken.
’ Π 1 c 4 o 0 4
Bij voorkeur zijn de bedieningsmiddelen op afstand van de bewegingbegrenzer aangebracht. Het is niet mogelijk voor de passagier de bedieningsmiddelen te bereiken. Een geautoriseerd persoon of personeel in het 5 voertuig bedient de bedieningsmiddelen. Op deze wijze is het mogelijk de bewegingen van passagiers in een voertuig te controleren. Controle wordt volgens de uitvinding vormgegeven door een beperking van de vrijheid.
Volgens een gunstige maatregel zijn de bedie-10 ningsmiddelen voorzien van een autorisatie-inrichting. De autorisatie-inrichting en de bedieningsmiddelen werken zodanig samen, dat voordat de bewegingsbegrenzer bediend kan worden van één toestand naar een andere toestand, autorisatie noodzakelijk is. Instructies op de bedie-15 ningsmiddelen zullen geen resultaat hebben zonder autorisatie. Autorisatie kan worden gegeven door middel van een cijfercode, stemherkenning, vingerafdruk, irisscan, etc. De autorisatie-inrichting omvat daartoe een invoermiddel alsmede herkenningsmiddelen, die de invoer vergelijken 20 met een eventueel veranderlijke autorisatiecode.
Bij voorkeur is de bewegingsbegrenzer vrij van door de passagier bedienbare openingsmiddelen. Hierdoor wordt de bewegingsvrijheid gecontroleerd.
Volgens een verdere geschikte uitvoeringsvorm 25 omvat de bewegingsbegrenzer tenminste een beugel. De beugel kan op bekende wijze worden aangebracht zodat de bewegingsbegrenzer een open en gesloten toestand bepaalt. Een dergelijk beugel is bekend uit toepassingen in attracties, zoals achtbanen in pretparken. Een dergelijke 30 beugel kan worden aangebracht nabij de heup van een zittende passagier, of over het hoofd en tegen de borst. De beugel is bij voorkeur voorzien van een comfortabele afwerking.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de 35 bewegingsbegrenzer een riem. Gebruik van dergelijke riemen in voertuigen is bekend. De riem kan zijn voorzien van afstelmiddelen, waardoor de riem is aan te passen op de omvang van passagier. Bij voorkeur wordt voorzien in 5 een elektronisch afstelling van de riem op de omvang van de passagier. Hierdoor is het comfortverlies van een passagier klein.
In een speciale uitvoeringsvorm van de uitvin-5 ding omvat de inrichting sluitmiddelen die de begrenzer in gesloten toestand brengen en/of vasthouden, waarbij de sluitmiddelen elektromagnetisch middelen omvatten. Een sluiting met elektromagnetische middelen wordt geprefereerd boven mechanische middelen, aangezien in noodsitua-10 ties de stroom voor de elektromagnetische middelen zal uitvallen, waardoor de bewegingsbegrenzer in de open toestand zal geraken. Dit is bij mechanische middelen niet het geval, waardoor in een noodsituatie de passagier zichzelf niet zou kunnen bevrijden.
15 De uitvinding betreft tevens een voertuig voorzien van tenminste één inrichting zoals hierboven beschreven.
Bij voorkeur omvat het voertuig een controlemiddel, dat de bedieningsmiddelen van tenminste twee 20 bewegingsbegrenzers omvat. Met een controlemiddel kan de bediening van bewegingsbegrenzer centraal worden geregeld.
In een speciale uitvoering bepaalt het controlemiddel het aantal van bewegingsbegrenzers die zich in 25 een geopende toestand bevinden. Hierdoor is het mogelijk een maximum te stellen aan het aantal tegelijk te openen bewegingsbegrenzers gedurende het vervoer. Zodoende wordt voorkomen dat een grote groep van passagiers zich vrij kan bewegen.
30 In een speciale uitvoeringsvorm is het contro lemiddel verbonden met de sluitmiddelen van tenminste twee bewegingsbegrenzers. Hierdoor kunnen in hoofdzaak in één arbeidsgang meerdere bewegingsbegrenzers gesloten worden.
35 De uitvinding zal verder worden beschreven aan de hand van de bijgevoegde tekeningen met uitvoeringsvormen volgens de uitvinding, waarin: 6
Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding toont,
Fig. 2 een perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding toont, 5 Fig. 3 een perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding toont,
Fig. 4 schematisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van de bedieningsmiddelen volgens de uitvinding toont.
In figuur 1 worden drie stoelen (1,2,3) getoond, die 10 zich bevinden in een voertuig(niet getoond), bijvoorbeeld een vliegtuig, boot, bus etc..
De stoelen zijn voorzien van een borstbeugel 4,5,6, die een onderdeel vormt van de bewegingsbegrenzer 7,8,9. De borstbeugel wordt zwenkbaar aan de stoel aangebracht. 15 De beugel is beweegbaar tussen een open stand 4,5 en een gesloten stand 6. In de open stand kan een passagier 10 plaatsnemen op de stoel. De beugel belemmert niet het op gebruikelijke wijze plaatsnemen op de stoel.
Wanneer een passagier 10 heeft plaatsgenomen, 20 wordt de bewegingsbegrenzer 9 in de gesloten toestand gebracht. Door de beugel te zwenken en in een positie te brengen, zodat de beugel voor de borst wordt gebracht van de passagier, wordt de gesloten stand bereikt en wordt de bewegingsvrijheid van de passagier 10 verminderd. In 25 figuur 1 is een bewegingsbegrenzer getoond, die in gesloten toestand vrijwel geen bewegingsvrijheid aan de passagier gunt.
De bewegingbegrenzer bevat middelen voor het aanpassen van de borstbeugel aan het postuur van de 30 passagier. Bij het aanpassen wordt rekening gehouden met de lengte van de passagier als mede de omvang.
In de stoel 3 zijn bedieningsmiddelen 11 aangebracht. De bedieningsmiddelen 11 vormen in deze uitvoe-ringsvorm tevens de sluitmiddelen en kunnen de bewegings-35 begrenzer bedienen tussen open en gesloten toestand. De borstbeugel 6 is verbonden aan een arm 12, die zwenkbaar aan de stoel 3 is gelagerd rondom draaipunt 13. Door stoel loopt een stang 14, die beide armen 12 met elkaar 7 door de stoel heen verbindt. De stang is voorzien van een tandwiel 15. De haken van dit tandwiel grijpen aan op een tweede tandwiel 16, aangebracht op een tweede stang 17, die door een elektromotor 18 wordt aangedreven. Het 5 aandrijven van de elektromotor maakt een verandering van toestand van de bewegingbegrenzer mogelijk.
De elektromotor 18 is voorzien van een voeding, bijvoorbeeld verbonden met het elektrisch circuit van het voertuig. De elektromotor is tevens voorzien van een 10 antenne 19. De antenne is verbonden met de vooruit/ach-teruit schakeling van de elektromotor 18. Bij ontvangst van een zodanig signaal wordt de elektromotor aangeschakeld en draait stang 17 linksom, bij ontvangst van een tweede signaal draait stang 17 rechtsom. Het verstuurde 15 signaal bedient de bewegingsbegrenzer.
De bediening van de bewegingsbegrenzer gebeurt derhalve op afstand, bijvoorbeeld in het vliegtuig vanuit de cockpit. De passagier 10 heeft geen mogelijkheden zelf zonder hulp van buiten de bewegingsbegrenzer uit de 20 gesloten stand naar de open stand te brengen. Een dergelijke inrichting kan gebruikt worden voor het beveiligen van een voertuig.
De bewegingsbegrenzer 7,8,9 is vrij van ope-ningsmiddelen, waarmee de passagier de bewegingsbegrenzer 25 kan bedienen. In tegenstelling tot de gebruikelijke riem, die door een passagier kan worden geopend. De riem of andere bewegingsbegrenzers kunnen naast de getoonde uitvoeringsvorm gebruikt worden.
Het vertrek van het voertuig, waarin de stoelen 30 zich bevinden, kan afhankelijk gesteld worden van het sluiten van alle bewegingsbegrenzers. Hiermee wordt de beveiliging tegen kapingen verder vergroot.
De borstbeugel, alsmede de bewegingsbegrenzer, is samengesteld van een sterk materiaal.
35 De stoel is voorzien van een schakelaar 19.
Hiermee kan een alarmsignaal gegeven worden, waarmee personeel gewaarschuwd kan worden. Het alarmsignaal is een lichtje of een geluid. Wanneer nodig kan een bewe- 8 gingsbegrenzer geopend worden tijdens het vervoeren, bijvoorbeeld wanneer de passagier 10 naar het toilet moet. De bediening vindt op afstand plaats. De passagier kan begeleid worden bij het toiletbezoek, waardoor de 5 veiligheid in het vervoermiddel gegarandeerd blijft.
Het personeel staat een maximaal aantal van tegelijk geopende bewegingsbegrenzers toe. Dit maximum aantal kan tevens worden gecontroleerd met controlemiddelen. (niet getoond) 10 Een passagier 10 gaat zitten op de stoel 3. De bewegingbegrenzer wordt gesloten. Dit kan automatisch gebeuren, bijvoorbeeld na het gaan zitten, wanneer hiervoor een waarneemmiddel is aangebracht. Ook kan de passagier zelf aangeven de bewegingbegrenzer te willen slui-15 ten. Een kleine ruk aan de beugel zal de bedieningsmidde-len aanzetten de bewegingsbegrenzer in de gesloten toestand te brengen. Daartoe kan tevens een geschikt waarneemmiddel worden aangebracht. Dergelijke waarneemmidde-len zijn algemeen bekend.
20 In figuur 2 zijn drie stoelen 31-33 getoond met bewegingbegrenzers 34-36 in de vorm van riemen. Bewegingbegrenzer 36 is gesloten. De passagier 37 kan niet opstaan en is beperkt in zijn bewegingsvrijheid.
De bewegingbegrenzer 36 omvat sluitmiddel 38.
25 Wanneer de passagier is gaan zitten, worden de einden 39,40 van de riem 35 bij elkaar gebracht. De sluitmiddelen 38 omvatten een elektromagnetische sluiting. De einden 39,40 worden met een dergelijke kracht bij elkaar gehouden, dat het voor de mens onmogelijk wordt deze uit 30 elkaar te halen. Wanneer de bewegingbegrenzer in de gesloten toestand is gebracht, blijft deze in stand tot de sluitmiddelen een signaal krijgen los te laten, dan wel wanneer de voeding voor de sluitmiddelen uitvalt. Dit laatste zal gebeuren bij een crash van bijvoorbeeld een 35 vliegtuig, waardoor in die situatie ontsnappen nog mogelijk is.
De sluitmiddelen 38 vormen in deze uitvoeringsvorm tevens de bedieningsmiddelen. Deze zijn op afstand 9 bedienbaar. De bedieningsmiddelen kunnen elektrisch verbonden zijn met een op afstand aangebracht controlemiddel (niet getoond). De draad loopt door de riem. De draad kan gebruikt worden als alarmsignalering. Wanneer 5 het een passagier lukt de riem 36 door te snijden zijn de bedieningsmiddelen niet meer elektrisch verbonden met het controlemiddel. Wanneer deze situatie geconstateerd wordt, wordt alarm geslagen door het controlemiddel.
De bewegingbegrenzer is samengesteld van een 10 sterk materiaal. Bijvoorkeur wordt een vuurvast, flexibel materiaal gebruikt.
De sluitmiddelen zijn vrij van openingsmidde-len. De passagier kan niet zonder hulp van buiten de bewegingsbegrenzer van de gesloten toestand naar de open 15 toestand brengen.
De sluitmiddelen omvatten instelmiddelen(niet getoond). Op gebruikelijk wijze kan de riem ingesteld worden op het postuur van de passagier. Echter het instellen is echter beperkt. De instelling kan ook aange-20 dreven worden, waardoor de passagier niet zelf de instelling kan bedienen. Hierdoor wordt voorkomen dat de passagier de bewegingbegrenzer te ruim afstelt.
De stoel 33 is voorzien van een schakelaar 41. Hiermee kan personeel worden gesignaleerd.
25 In figuur 3 is een stoel 51 voorzien van een zwenkbare bewegingbegrenzer 52,53 getoond. Getoond zijn de open toestand 52 en de gesloten toestand 53, waarbij de bedieningsmiddelen(niet getoond) de bewegingsbegrenzer rond scharnier 54 zwenken. Passagier 55 is beperkt in 30 zijn bewegingsvrijheid.
De bewegingbegrenzer is voorzien van extra verstevingsmiddelen 55, die de kooi-constructie verstevigingen. Bij deze uitvoeringsvorm is de vrijheid van de passagier minder beperkt dan bij de eerste twee uitvoe-35 ringsvormen. Een nog ruimer kooiconstructie rondom de stoel is tevens mogelijk.
De stoel 51 is voorzien van autorisatiemiddel 56. Personeel kan door het geven van een autorisatie code » 10 of een andere geschikte identificatie wijze, door middel van het autorisatiemiddel de bedieningsmiddelen besturen. Het toevoeren van de juiste autorisatie maakt bediening tussen gesloten en open toestand mogelijk. Aangezien de 5 passagier niet beschikt over een autorisatie kan een passagier of mede passagier de bewegingbegrenzer niet openen.
De bewegingsbegrenzer volgens de uitvinding is niet beperkt tot een begrenzer rondom een stoel. Het is 10 tevens mogelijk aanwezige cabines in het voertuig te voorzien van sluitmiddelen die niet door de passagier van een gesloten toestand naar een open toestand kunnen worden gebracht. Een voertuig met slaapcabines, die voorzien zijn van een slot en met bedieningsmiddelen 15 ofwel via een autorisatiemiddel, of op afstand bedien-baar, vormen uitvoeringsvormen van de uitvinding.
In figuur 4 is een controlemiddel 61 getoond. Met het controlemiddel 61 kunnen de bewegingsbegrenzers 7-9,34-36,52,53 op afstand bediend worden. Het controle-20 middel is daartoe voorzien van een antenne 62, waarmee signalen verstuurd kunnen worden die door de antenne van de bedieningsmiddelen van de uitvoeringsvormen van de bewegingsbegrenzer kunnen worden ontvangen, en die een verandering van de toestand van de bewegingsbegrenzer tot 25 gevolg hebben. Het versturen van het juiste signaal, waarmee de desbetreffende bewegingbegrenzer wordt bediend, wordt door een verwerkingmiddel 63 gehaald uit een geheugen 64. Het is tevens mogelijk het controlemiddel 61 elektrisch te verbinden met de bewegingsbegrenzer.
30 Het controlemiddel 61 is voorzien van schake laars 65. Elke schakelaar correspondeert met een stoel in het voertuig, die op afstand geopend kan worden. In het verwerkingmiddel 63 wordt het juiste signaal uit geheugen 64 ingelezen en verstuurd.
35 Het controlemiddel 61 wordt buiten het bereik van de passagier aangebracht in het voertuig. De in zijn vrijheid beperkte passagier zal het controlemiddel niet kunnen besturen. Om ongeautoriseerd gebruik te voorkomen 11 is het afgeheelde controlemiddel 61 voorzien van een autorisatiemiddel 66. Hier is een autorisatiemiddel in de vorm van een duim-identificatie inrichting aangebracht. Wanneer de scan van de duim overeenkomt met de scan zoals 5 opgeslagen in het geheugen 67, wordt het mogelijk een signaal te versturen om een bewegingsbegrenzer te openen. Het geheugen wordt voor vertrek bijgewerkt en aangepast aan de personen die tijdens het vervoer geautoriseerd zijn de bewegingbegrenzers te bedienen. Het programmeren 10 van het geheugen met de geschikte informatie is aan de vakman bekend. Met dit controlemiddel kan een passagier de bewegingbegrenzer van een andere passagier niet openen .
Bijvoorkeur wordt gebruik gemaakt van het 15 verzenden van een wisselend en/of versleuteld signaal vanaf het controlemiddel naar de bewegingbegrenzers.
Het controlemiddel omvat tevens een geheugen 68, waarin een maximale waarde voor het aantal tegelijk geopende bewegingbegrenzer tijdens vervoer wordt opgesla-20 gen. Verwerkingsmiddel 63 controleert het aantal van geopende bewegingbegrenzers en staat niet toe dat dit aantal het maximum overschrijdt.
Het controlemiddel kan controleren of een bewegingbegrenzer gesloten is. De bewegingbegrenzer 25 daartoe verstuurt een signaal, dat wordt ontvangen in antenne 62. Het controlemiddel 61 kan zo controleren of alle bewegingbegrenzer gesloten zijn en een signaal afgeven dat het mogelijk is te vertrekken. Het is dan niet nodig dat het personeel nagaat of alle bewegingbe-30 grenzers gesloten zijn. Vertrek van het voertuig voor sluiting is niet mogelijk.

Claims (20)

1. Werkwijze voor het beveiligen van een voer-5 tuig, omvattende het verschaffen van een voertuig met stoelen voor passagiers, het doen plaatsnemen van een passagier, het aanbrengen van een bewegingsbegrenzer, waarbij de bewegingsvrijheid van een zittende passagier wordt beperkt door de bewegingsbegrenzer in een gesloten 10 toestand, en waarbij het openen van de bewegingsbegrenzer de beperking van de bewegingsvrijheid opheft, gekenmerkt door, het afschermen van het openen van de bewegingsbegrenzer .
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het 15 kenmerk, dat de bewegingbegrenzer op afstand wordt geopend .
3. Werkwijze volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat het openen afhankelijk is van autorisatie.
4. Werkwijze volgens één van de voorgaande 20 conclusies, met het kenmerk, dat de bewegingsvrijheid wordt beperkt tot het gebied in hoofdzaak nabij de stoel.
5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor het vertrekken van het voertuig de bewegingsbegrenzer in de gesloten toe- 25 stand zijn.
6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het vertrekken van het vliegtuig afhankelijk is van het doen zitten van de passagiers, en het in gesloten toestand zijn van in 30 hoofdzaak alle bewegingsbegrenzers in het voertuig.
7. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het openen van een aantal van bewegingbegrenzers tijdens het vervoeren gelimiteerd is tot een bepaalde waarde.
8. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bewegingsbegrenzer elektronisch wordt afgesteld op de omvang van de passagier.
9. Inrichting voor het beperken van de bewegingsvrijheid, omvattende ten minste een stoel voor een passagier, bedieningsmiddelen voor een bewegingbegrenzer, die ten minste bedienbaar is naar een open toestand 5 waarbij een passagier vrij is te bewegen en een gesloten toestand waarbij de bewegingbegrenzer de passagier ervan weerhoudt zich vrij door het vervoermiddel te bewegen, met het kenmerk, dat de bedieningsmiddelen zijn afgeschermd.
10. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de bedieningsmiddelen op afstand van de bewegingbegrenzer zijn aangebracht.
11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de bedieningmiddelen een autorisatie- 15 inrichting omvatten.
12. Inrichting volgens één van de conclusies 9-11, met het kenmerk, dat de bewegingbegrenzer vrij is van door de passagier bedienbare openingsmiddelen.
13. Inrichting volgens één van de conclusies 9 20 - 12, met het kenmerk, dat de inrichting sluitmiddelen omvat voor het in de gesloten toestand brengen en/of vasthouden van de bewegingsbegrenzer en dat de sluitmiddelen elektromagnetische middelen omvatten.
14. Inrichting volgens één van de conclusies 25 9 - 13, dat de bewegingbegrenzer instelmiddelen omvat, die de bewegingsbegrenzer afstellen op de omvang van de passagier.
15. Inrichting volgens één van de conclusies 9 - 14, met het kenmerk, dat de bewegingbegrenzer ten 30 minste een beugel omvat.
16. Inrichting volgens één van de conclusies 9 - 15, met het kenmerk, dat de bewegingbegrenzer ten minste een riem omvat.
17. Voertuig voorzien van ten minste één in-35 richting volgens één van de conclusies 9-16.
18. Voertuig volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat een controlemiddel de openingsmiddelen van ten minste twee bewegingsbegrenzers omvat. » »'
19. Voertuig volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat het controlemiddel het aantal bewegingsbe-grenzers, die zich in een geopende toestand bevinden, bepaalt.
20. Voertuig volgens conclusie 18 of 19, met het kenmerk, dat het controlemiddel verbonden is met de sluitmiddelen van ten minste twee bewegingsbegrenzers.
NL1019436A 2001-09-26 2001-11-26 Werkwijze voor het beveiligen van voertuigen, alsmede een beveiligingsinrichting voor vervoermiddelen, en een voertuig. NL1019436C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019436A NL1019436C2 (nl) 2001-09-26 2001-11-26 Werkwijze voor het beveiligen van voertuigen, alsmede een beveiligingsinrichting voor vervoermiddelen, en een voertuig.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019046 2001-09-26
NL1019046 2001-09-26
NL1019436 2001-11-26
NL1019436A NL1019436C2 (nl) 2001-09-26 2001-11-26 Werkwijze voor het beveiligen van voertuigen, alsmede een beveiligingsinrichting voor vervoermiddelen, en een voertuig.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1019436C2 true NL1019436C2 (nl) 2003-03-27

Family

ID=26643394

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1019436A NL1019436C2 (nl) 2001-09-26 2001-11-26 Werkwijze voor het beveiligen van voertuigen, alsmede een beveiligingsinrichting voor vervoermiddelen, en een voertuig.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1019436C2 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2118681A5 (nl) * 1970-12-17 1972-07-28 Zanetti Streccia Giusepp
US3901550A (en) * 1973-03-03 1975-08-26 Trebron Holdings Ltd Passive restraint seat system
US4005877A (en) * 1975-02-24 1977-02-01 Arrow Development Co., Inc. Vehicle passenger restraint mechanism
US5182836A (en) * 1991-08-30 1993-02-02 The Walt Disney Company Pressure activated seat belt locking mechanism
US6135230A (en) * 1998-10-09 2000-10-24 Caterpillar S.A.R.L. Interlock control system for a work machine
WO2001008769A1 (de) * 1999-08-03 2001-02-08 Alfons Saiko Vergnügungsvorrichtung nach art einer achterbahn

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2118681A5 (nl) * 1970-12-17 1972-07-28 Zanetti Streccia Giusepp
US3901550A (en) * 1973-03-03 1975-08-26 Trebron Holdings Ltd Passive restraint seat system
US4005877A (en) * 1975-02-24 1977-02-01 Arrow Development Co., Inc. Vehicle passenger restraint mechanism
US5182836A (en) * 1991-08-30 1993-02-02 The Walt Disney Company Pressure activated seat belt locking mechanism
US6135230A (en) * 1998-10-09 2000-10-24 Caterpillar S.A.R.L. Interlock control system for a work machine
WO2001008769A1 (de) * 1999-08-03 2001-02-08 Alfons Saiko Vergnügungsvorrichtung nach art einer achterbahn

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6702231B2 (en) Door system for creating and maintaining a secured area
US9322197B2 (en) Prisoner safety seat and method of use
US6817577B2 (en) Airplane door lock system
EP3621049B1 (en) Vehicle management system and method of operating the vehicle management system
EP2668093B1 (en) Door assembly with two door leaves
US20030222758A1 (en) Vehicle access control and start system
US7922254B2 (en) Prisoner seat security device
US20130088348A1 (en) Methods for ensuring the safety of a wheelchair passenger in a transport vehicle
JP2020513370A (ja) ユーザー認証起動システムおよび方法
US10604271B2 (en) Secondary flight deck door privacy/barrier panel system
ITAR990003A1 (it) Procedimento di riconoscimento e cabina a porte interbloccate congestione automatizzata
JP7419122B2 (ja) 車両制御装置、車両制御方法、及び車両制御用プログラム
JP2007521171A (ja) 航空機のセキュリティ装置、システムおよび方法
US6882288B2 (en) Aircraft security system to prevent manual flight operation by unauthorized individuals
JP7478592B2 (ja) 車両制御システム、及び車両制御方法
JP2007077774A (ja) 車両用施錠装置
NL1019436C2 (nl) Werkwijze voor het beveiligen van voertuigen, alsmede een beveiligingsinrichting voor vervoermiddelen, en een voertuig.
US6206452B1 (en) Vehicle
JP2017133226A (ja) 車両ドアロック制御装置及び車両ドアロックシステム
JP7410764B2 (ja) 車両制御装置、車両制御方法、及び車両制御用プログラム
JP3815331B2 (ja) 車両の開閉体制御装置
JPWO2021069950A5 (nl)
JP4367320B2 (ja) 車上備品制御装置
JP7399762B2 (ja) 車両制御装置、車両制御方法、及び車両制御用プログラム
KR102615989B1 (ko) 기계식 주차의 재해방지 시스템

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060601