NL1019398C2 - Werkwijze en inrichting voor het inspecteren van bloemen, takken en planten. - Google Patents

Description

·*

Titel: Werkwijze en inrichting voor het inspecteren van bloemen, takken en planten.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het inspecteren van bloemen takken en/of planten en in het bijzonder van tulpenbloemen.

Voor het sorteren van bloemen en het samenstellen van 5 bloemboeketten zijn meerdere technieken bekend. Zo zijn er inrichtingen bekend waarin bloemen, in het bijzonder rozen, automatisch kunnen worden gesorteerd en gebost (zie: EP-A-0449386). In deze inrichtingen wordt gebruik gemaakt van diverse inspectietechnieken, waarmee allerlei eigenschappen van bloemen kunnen worden bepaald, naar welke 10 eigenschappen de bloemen vervolgens kunnen worden gesorteerd en gebost.

Bepaalde eigenschappen van bloemen die door inspectietechnieken kunnen worden bepaald, hebben betrekking op de steel van de bloemen, zoals bijvoorbeeld de lengte, de dikte, het dikteverloop, de stijfheid en de kromming van de steel. Andere eigenschappen van bloemen die kunnen 15 worden geïnspecteerd, hebben betrekking op de bloemknop, zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid, de grootte, de vorm en de kleur van de bloemknop, en de oriëntatie van de bloemknop ten opzichte van de steel.

Ook kan het aantal knoppen vanuit een stengel een belangrijke eigenschap zijn, zoals bijvoorbeeld bij chrysanten.

20 Weer andere eigenschappen van bloemen die kunnen worden geïnspecteerd, hebben betrekking op grootte, hoeveelheid, aantal en vorm van aanwezige bladeren. Ook kunnen er in alle bovengenoemde eigenschappen van bloemen zogenaamde kwaliteitsafwijkingen voorkomen, zoals bijvoorbeeld kleurfouten in de knop, en geknakte bladeren. Ook is het mogelijk om 25 eigenschappen van bloemen te inspecteren die betrekking hebben op de bloem als geheel, zoals bijv. het gewicht van een bloem.

T019398· t 2

Een belangrijke eis bij het bossen van bloemen, in het bijzonder rozen en tulpen, is dat alle knoppen van de bloemen in de bos nauwkeurig op dezelfde hoogte in de bos zijn gepositioneerd. Rozen worden, zoals in het voorgaande reeds is aangegeven, veelal machinaal gebost, bijvoorbeeld op 5 een wijze als beschreven in de Europese octrooiaanvrage EP-A-0449386. De rozen worden daar in de machine ingevoerd, opgehangen aan de bloemknop, en in de machine verder verwerkt op een zodanige wijze dat de knoppen ondersteund blijven tot aan het moment dat de bos is samengesteld, waardoor alle bloemknoppen min of meer op gelijke hoogte in de bos zitten. 10 Tevens wordt daarbij de lengte van de stelen met een of meer optische sensoren, zoals bijvoorbeeld een videocamera, bepaald, naar welke eigenschap de rozen vervolgens kunnen worden gesorteerd en/of gebost.

Tulpenbloemen worden momenteel nog steeds handmatig tot bossen gebundeld. Ook bij het bossen van tulpenbloemen is het zeer 15 belangrijk dat de knoppen van de bloemen op vrijwel gelijke hoogte in de bos zijn gepositioneerd. Er zijn al diverse pogingen ondernomen om tot een machine te komen waarmee tulpenbloemen automatisch kunnen worden gesorteerd en gebost. Hierbij kan bijvoorbeeld verwezen worden naar de internationale octrooiaanvrage PCT/NL0O/OO625. Genoemde pogingen 20 hebben nog niet tot een bruikbare machine geleid. Een van de grote moeilijkheden bij het automatisch verwerken van tulpenbloemen is, dat het regelmatig voorkomt dat de bloemknop omsloten is door de bladeren van de bloem. De bloemknop zit als het ware verstopt tussen de bladeren en kan met behulp van optische inspectietechnieken niet betrouwbaar worden 25 waar genomen, waardoor het uiteraard ook niet goed mogelijk is om de lengte van de bloem, die gedefinieerd is als de som van de lengte van de steel en de lengte van de bloemknop, te bepalen en de tulpenbloemen naar lengte te sorteren. Als gevolg daarvan is het ook niet goed mogelijk om de tulpenbloemen op een zodanige wijze te bossen dat alle bloemknoppen zich 30 op min of meer gelijke hoogte in de bos bevinden.

1019398« 3

Een tweede moeilijkheid bij het bossen van tulpen is dat tulpenbloemen ten opzichte van bijvoorbeeld rozen nogal krom kunnen zijn. Deze kromming dient te worden geïnspecteerd, omdat tulpenbloemen die te krom zijn, uitgesorteerd dienen te worden. Tulpenbloemen met een niet al te 5 grote kromming dienen zodanig te worden gebost dat de tulpenknoppen op gelijke hoogte in de bos komen te zitten wanneer de tulpenbloemen in gestrekte toestand worden gehouden, waarbij de kromming als het ware weggedrukt wordt. Het is derhalve noodzakelijk om zowel de positie van de bloemknop als de kromming van de steel van de tulpenbloemen nauwkeurig 10 te inspecteren. Echter met optische inspectietechnieken kan deze kromming niet goed worden vastgesteld omdat zowel de steel als de bloemknop in een aantal gevallen teveel verstopt kan zitten tussen de bladeren.

Het is bekend dat de productiviteit van een machine die tulpenbloemen moet kunnen sorteren en/of bossen, hoog dient te zijn, 15 waarbij gedacht moet worden aan een productiviteit van 3 tot 5 bloemen per seconde. Indien de tulpen middels een transportorgaan worden aangevoerd en de afstand tussen de tulpenbloemen onderling te gering is, komt het ten gevolge van de kromming van de tulpen en ten gevolge van de vele en grote bladeren regelmatig voor dat de tulpen elkaar deels overlappen, waardoor 20 de knoppen en de stelen niet goed kunnen worden geïnspecteerd. Een grotere onderlinge afstand tussen de tulpenbloemen leidt in de praktijk echter tot een te lage verwerkingscapaciteit.

Een soortgelijk probleem doet zich voor bij het sorteren van lelietjes van dalen. Het is gewenst om deze bloemen in de praktijk te sorteren op de 25 aanwezigheid, omvang en aantal van de bloemknopjes. Deze knopjes zijn echter voor het oog vaak verborgen, hetgeen in de praktijk betekent dat de eventuele knoppen met optische sensoren niet goed kunnen worden geïnspecteerd.

Het doel van de uitvinding is dan ook een werkwijze en een inrichting 30 voor het inspecteren van bloemen, takken en/of planten, en in het bijzonder 1019398» 4 van tulpenbloemen te verschaffen, waarbij eigenschappen van de bloementakken en/of planten met een hoge capaciteit kunnen worden geïnspecteerd op diverse, door blad of andere delen van de bloemen takken en/of planten verborgen eigenschappen, zoals de lengte en de kromming van 5 de bloemen, en de aanwezigheid, positie, vorm en omvang van de knop(pen).

Overeenkomstig de uitvinding heeft daartoe de werkwijze, zoals deze in de aanhef is omschreven, het kenmerk, dat de bloemen, takken en/of planten achter elkaar zo naar een röntgen inspectiestation worden toegevoerd, dat niet uitgesloten is dat bladeren of andere delen van de 10 bloemen takken en/of planten structuur van een knop en/of steel verbergen, in welke werkwijze in het röntgen-inspectiestation met behulp van een in een röntgendetectiezone van dit station verkregen beeld een eigenschap van mogelijk door bladeren of andere delen van de bloemen, takken en/of planten verborgen structuur van een knop en/of steel automatisch wordt 15 gemeten. De betrokken eigenschap van de structuur is bijvoorbeeld een kromming van de steel van de bloemen of de lengte van de bloemen of de om vang van de knop.

De uitvinding is gebaseerd op het feit, dat gebleken is, dat bij bloemen en met name tulpenbloemen, de steel van de bloem, alsmede de knop en ook 20 de inwendige delen van de knop, zoals bijvoorbeeld de stamper, kunnen worden herkend uit het met röntgenstraling verkregen beeld, hetgeen te verklaren is uit het feit dat de bladeren van de bloemen, in het bijzonder die van tulpenbloemen, relatief dun zijn ten opzichte van de steel, de bloemknop en de stamper. Verder is gebleken, dat het, voor het kunnen bepalen van de 25 kromming van de steel van de bloemen en dus ook voor het kunnen bepalen van de lengte van de bloemen, zeer gunstig is wanneer de kromming van de steel van elke bloem in hoofdzaak in eenzelfde vlak verloopt. Alhoewel dit vlak onder een bepaalde hoek tot bijvoorbeeld 20° kan zijn gelegen ten opzichte van de röntgenbundel, verdient het de voorkeur dat dit vlak 30 loodrecht of ongeveer loodrecht staat op de röntgenbundel. In verband T019398· 5 daarmee zijn de bloemen, takken of planten, gedurende de tijd dat deze zich bevinden in de röntgendetectiezone, dan ook zodanig georiënteerd, dat de kromming van stelen van elk van de bloemen en planten in hoofdzaak verloopt in eenzelfde vlak, loodrecht of ongeveer loodrecht op de röntgen 5 bundel van het röntgen-inspectiestation. Een dergelijke steeloriëntatie is niet alleen mogelijk bij bloemen, maar ook bij takken, zoals siertakken die aan gemengde boeketten worden toegevoerd, en met bloemen en dergelijke takken vergelijkbare planten of plantendelen, zoals bijvoorbeeld rabarberstelen.

10 Genoemde oriëntatie kan worden bereikt door de bloemen in een liggende, vlakke positie door de röntgendetectiezone te leiden, waarbij de zwaartekracht er voor zorgt dat de stelen van de bloemen zich met hun kromming min of meer in hetzelfde vlak bevinden. Hierbij is het geen probleem als de bloemen elkaar met het blad, of met een knop gedeeltelijk 15 overlappen, omdat ook een dubbel of driedubbel blad nog steeds een hogere transmissie voor röntgenstraling vertoont dan de steel.

Verder is gebleken dat het zinvol kan zijn om bloemen, in de liggende vlakke positie, over een beperkt gedeelte van de bloem, licht aan te drukken tegen het transportorgaan waardoor de stelen zich nog beter 20 oriënteren in hetzelfde vlak.

Omdat verder gebleken is dat de kwaliteit van de beoordeling verder toeneemt als de bladeren van de bloemen zich tijdens de röntgeninspectie zoveel mogelijk in gestrekte toestand bevinden, is het volgens een verder aspect van de uitvinding gunstig wanneer de tulpenbladeren vóór en 25 eventueel ook tijdens het passeren van de röntgendetectiezone, gericht worden met behulp van een luchtstroom die tenminste een stromingscomponent heeft in een richting van het steeluiteinde naar de bloemknop.

In een alternatieve werkwijze wordt de gewenste oriëntatie van de 30 stelen ten opzichte van de röntgenbundel bereikt door de bloemen achter 1019398· 6 elkaar in een hangende oriëntatie, dat wil zeggen in hoofdzaak vertikaal, door de röntgendetectiezone te leiden, waarbij de bloemen in een richting loodrecht op de bewegingsrichting en vanaf twee zijden, over een beperkt gedeelte van de bloem, worden aangedrukt teneinde de situatie te bereiken 5 dat de stelen van de bloemen in een verticaal vlak, evenwijdig aan de bewegingsrichting van de bloemen en loodrecht op de röntgenbundel, zullen zijn gelegen. Ook in deze alternatieve werkwijze kan het gunstig zijn de bladeren te richten middels een luchtstroom, welke in deze alternatieve werkwijze hetzij van boven naar beneden gericht dient te zijn, namelijk in 10 het geval de bloemen door de röntgendetectiezone worden geleid in verticale oriëntatie met de bloemknop naar beneden gericht, hetzij van onder naar boven gericht, namelijk in het geval de bloemen door de röntgendetectiezone worden geleid in verticale oriëntatie met de bloemknop naar boven gericht.

Een belangrijk aspect van de hierboven genoemde werkwijze is 15 verder het met behulp van een daartoe geschikt beeldverwerkingsalgoritme in, een computer omvattende of met een computer samenwerkende beeldanalysemiddelen bepalen van de structuur van de bloemen, zoals de lengte, dikte, dikteverloop, en kromming van de steel, de aanwezigheid, positie, vorm en structuur van de knop, het aantal knoppen, de mate waarin 20 de knop zich heeft ontvouwen, hetgeen een maat is voor de rijpheid van de bloem, alsmede breuklijnen in het blad, hetgeen op beschadigingen in het blad wijst.

De hier beschreven inspectiemethode is in het bijzonder geschikt voor tulpenbloemen en kan op gunstige wijze worden toegepast bij het sorteren 25 en/of bossen en/of verpakken van de tulpenbloemen. Gebleken is, dat het mogelijk is om de tulpenbloemen op geringe afstand van elkaar gescheiden volgens de hierboven beschreven werkwijze te inspecteren. Hoewel het in dat geval kan voorkomen dat de bloemen elkaar ten dele, hetzij met de bladeren, hetzij met de knoppen, overlappen is toch gebleken dat het 30 röntgenbeeld voldoende aanknopingspunten biedt om bovengenoemde 1019398· 7 structuur van de individuele bloemen te bepalen en de hierboven genoemde eigenschappen van de bloemen hieruit af te leiden met behulp van een daartoe geschikt beeldverwerkingsalgoritme.

Bij tulpenbloemen kan de onderlinge afstand kleiner zijn dan 10 cm, 5 waardoor het mogelijk wordt om de tulpen met hoge capaciteit te inspecteren en verder te verwerken.

De werkwijzen voor het inspecteren van met name tulpenbloemen, zoals hiervoor is beschreven, kan op gunstige wijze worden gecombineerd met verschillende wijzen van toevoeren van de tulpenbloemen. Met name 10 worden momenteel in de dagelijkse praktijk de tulpen horizontaal liggend op een transportband toegevoerd aan een ontbolapparaat en vandaar verder getransporteerd. Voorts zij verwezen naar de werkwijze, zoals deze bekend is uit de internationale octrooiaanvrage PCT/NL00/00625, waarin de bloemen in vertikale positie worden toegevoerd, en uit de Nederlandse 15 octrooiaanvrage 10.18013.

De opgenomen röntgenbeelden kunnen ook worden gebruikt om de posities te bepalen van de uiteinden van de stelen van de bloemen. Deze positiegegevens kunnen, indien de bloemen worden aangevoerd op een manier waarbij de onderlinge afstand tussen de bloemen varieert, als input 20 dienen voor een mechanisme waarmee de bloemen op onderlinge equidistante afstand kunnen worden gebracht. Indien de röntgendetectiezone een geringere uitgestrektheid heeft dan de lengte van de bloemen, bijvoorbeeld omdat gebruik wordt gemaakt van een lineaire röntgencamera met een beperkte lengte, is het mogelijk om middels een 25 aanvullende optische sensor, zoals bijvoorbeeld een videocamera, gericht op de uiteinden van de stelen waar geen blad zit, het beeld van de volledige bloem te completeren. Deze met behulp van de aanvullende sensor verkregen camerabeelden kunnen dan gebruikt worden voor het bepalen van de positie van de uiteinden van de stelen van de bloemen.

1019398« 8

Wanneer de bloemen in vertikale positie naar het röntgen-inspectiestation worden geleid, is het mogelijk om, na het bepalen van de lengte en de kromming van de bloemen alsmede de positie van de bloemknoppen, de bloemen met de bloemknoppen op gelijke hoogte in te 5 stellen. Hiertoe kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van de werkwijze zoals beschreven in de internationale octrooiaanvrage PCT/NL00/00625. Echter, ook als de bloemen liggend op een transportband worden toegevoerd, kunnen zij zodanig worden herpositioneerd, dat de bloemknoppen met elkaar zijn opgelijnd. Na het, hetzij horizontaal, hetzij 10 vertikaal gelijk richten van de bloemknoppen kunnen de bloemen worden gebost, bijvoorbeeld volgens de werkwijze zoals beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 10.18970.

De uitvinding heeft niet alleen betrekking op een werkwijze als voornoemd, maar ook op een inrichting voor het inspecteren van bloemen, 15 takken en planten, en in het bijzonder van tulpenbloemen. Deze inrichting heeft dan het kenmerk, dat een röntgen-inspectiestation aanwezig is waaraan de bloemen, takken en/of planten achter elkaar met behulp van een eindloos transportorgaan met een in de transportrichting lopend en een teruggaand traject zo worden toegevoerd, dat niet uitgesloten is dat 20 bladeren of andere delen van de bloemen takken en/of planten structuur van een knop en/of steel verbergen, welke inrichting alsmede voorzien is van beeldanalysemiddelen om uit het in dit inspectiestation verkregen beeld een eigenschap van mogelijk door bladeren en andere delen van de bloemen takken en/of planten verborgen structuur van een knop en/of steel 25 automatisch te kunnen meten

In een eerste uitvoeringsvorm worden de bloemen, takken en planten in liggende positie over dit transportorgaan toegevoerd aan het röntgen-inspectiestation, welk röntgen-inspectiestation een röntgenstralingapparaat en een röntgendetector omvat, waarbij ofwel het röntgenstralingapparaat is 30 gelegen boven het transportorgaan en de röntgendetector onder het 1019398· 9 transportorgaan of tussen de beide genoemde trajecten hiervan, ofwel het röntgenstralingapparaat is gelegen onder het transportorgaan of tussen de beide genoemde trajecten hiervan en de röntgendetector boven het transportorgaan. Het eindloze transportorgaan kan daarbij worden gevormd 5 door een eindloze band of door een of meer eindloze snaren, waarop de bloemen, takken en planten kunnen rusten. In een bijzondere, voor bloemen geschikte uitvoeringsvorm kunnen daarbij aandrukmiddelen aanwezig zijn om de in liggende positie verkerende bloemen tijdens transport door de röntgen detectiezone aan te drukken. Deze aandrukmiddelen kunnen 10 worden gevormd door een of meer aandrukriemen of -snaren, waardoor de bloemen, takken en planten op een of meer plaatsen en derhalve over een beperkt gedeelte kunnen worden aangedrukt. Voorts kunnen, ten behoeve van het oriënteren van de bladeren van de bloemen, takken en planten, luchtstroomtoevoermiddelen aanwezig zijn voor het voeren van een 15 luchtstroom langs de steel van bloemen in de richting van het uiteinde van de steel naar de bloemknop.

In een tweede uitvoeringsvorm worden de bloemen, takken en planten in hangende positie toegevoerd aan het röntgen-inspectiestation, welk röntgen-inspectiestation een röntgenstralingapparaat en een 20 röntgendetector omvat, waar tussendoor de bloemen, takken en planten, hangend in het transportorgaan, kunnen worden geleid. Ook in deze uitvoeringsvorm kunnen weer aandrukmiddelen aanwezig zijn waartussen bloemen, takken en planten dan tijdens transport door de röntgendetectiezone worden gedrukt.

25 De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting voor het verwerken van bloemen, takken en planten, in het bijzonder voor het sorteren en/of bossen en/of verpakken van bloemen, takken en planten, waarin de hiervoor beschreven werkwijze kan worden toegepast en welke is voorzien van een inrichting voor het inspecteren van bloemen, takken en 30 planten als hiervoor beschreven.

1019398· 10

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de, in de bijgaande tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont:

Fig. 1 een tulp met blad, waarbij de bloemknop verborgen is; 5 Fig. 2 twee elkaar overlappende tulpen;

Fig. 3 een tulp met geknakt blad;

Fig. 4 een inrichting overeenkomstig de uitvinding voor het inspecteren van tulpen in liggende oriëntatie; en

Fig. 5 een inrichting overeenkomstig de uitvinding voor het 10 inspecteren van tulpen in hangende oriëntatie.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de werkwijze en de inrichting overeenkomstig de uitvinding zal worden beschreven voor tulpenbloemen; het zal echter duidelijk zijn dat de uitvinding geenszins is beperkt tot 15 dergelijke bloemen, maar betrekking heeft op allerlei soorten bloemen, takken en planten. Zoals hiervoor reeds vermeld, dienen de tulpen te kunnen worden geïnspecteerd ook onder omstandigheden waarbij een optische inspectie met bijvoorbeeld een videocamera niet goed mogelijk is. Een voorbeeld van dergelijke omstandigheden is weergegeven in de figuren 20 1-3. In fig. 1 is een tulp afgebeeld waarvan de bloemknop is verscholen tussen de bladeren. In fig. 2 zijn twee tulpen afgebeeld die elkaar zodanig overlappend worden toegevoerd aan de inspectiemiddelen, dat, wanneer deze inspectiemiddelen zouden zijn gevormd door bijvoorbeeld een videocamera, niet goed zou kunnen worden uitgemaakt welke bloemknop bij 25 welke bloemsteel behoort. Fig. 3 toont een tulp met een geknakt blad, welke tulp nadat dit geknakte blad is vastgesteld, mogelijk moet worden uitgesorteerd.

Het in fig. 4 weergegeven eerste uitvoeringsvoorbeeld toont een eindloos transportorgaan 1 waarop tulpen 2 in een liggende positie naar een 30 röntgen-inspectiestation worden geleid. Dit röntgen-inspectiestation omvat 10193981 11 een röntgenstralingsapparaat 3 boven het transportorgaan 1 en een röntgendetector 4, hier gevormd door een lineaire detector, die zich over ten minste een deel van de breedte van het transportorgaan onder het bovenste traject van dit transportorgaan uitstrekt. Hierdoor kan een door het 5 röntgenstralingsapparaat 3 uitgezonden röntgenstralingsbundel, die breed is in de breedterichting van het transportorgaan maar smal in de bewegingsrichting van het transportorgaan, worden gedetecteerd met behulp van de röntgendetector 4. Van de door de röntgenstralingsbundel geleiden tulpen kan op deze manier een röntgenbeeld worden verkregen, dat 10 kan worden geanalyseerd in, op de röntgendetector 4 aangesloten beeldanalysemiddelen 7. Uit het geanalyseerde röntgenbeeld kunnen gewenste eigenschappen van de afzonderlijke tulpen worden verkregen die nodig zijn om deze verder te verwerken, met name om deze te kunnen sorteren en bossen. Om de kwaliteit van het röntgenbeeld en daarmee 15 betrouwbaarheid van de uit de beeldanalyse verkregen eigenschappen te verhogen, zijn aandrukmiddelen 5 aanwezig om de tulpen zo plat mogelijk op het transportorgaan 1 te drukken, ook al zullen de tulpen met een kromme steel onder invloed van de zwaartekracht toch al de neiging hebben een positie in te nemen waarbij de steelkromming in het vlak van het 20 transportorgaan ligt. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn de aandrukmiddelen gevormd door een over rollen geleide riem. Omdat deze riem in het röntgenbeeld te zien is, is het gunstig deze zo smal mogelijk uit te voeren.

De in fig. 4 over het transportorgaan toegevoerde tulpen zijn 25 aanvankelijk nog voorzien van hun bol. De bollen worden in dit uitvoeringsvoorbeeld verwijderd in een op zich bekend ontbolapparaat 6. De ontbolde tulpen worden vervolgens naar het röntgen-inspectiestation geleid. Het is echter even goed mogelijk dat het ontbollen plaats vindt na inspectie in het röntgen-inspectiestation.

1019398· 12

In het in fig. 5 weergegeven tweede uitvoeringsvoorbeeld worden de tulpen, vertikaal hangend in een, deel van een transportinrichting 8 uitmakende grijpers, toegevoerd aan het röntgen-inspectiestation. De door het röntgenstralingsapparaat 3 uitgezonden röntgenstralingsbundel is in dit 5 geval breed in de hoogterichting en weer smal in de bewegingsrichting van de tulpen. Op verder gelijke wijze als in het eerste uitvoeringsvoorbeeld worden met behulp van de röntgendetector 4 en de beeldanalysemiddelen 7 de gewenste eigenschappen van de afzonderlijke tulpen vastgesteld. De aandrukmiddelen 5 worden hier gevormd door tegen elkaar in draaiende, 10 over rollen geleide riemen, waartussen de tulpen enigszins worden samengedrukt.

De uitvinding is niet beperkt tot de hier beschreven en weergeven uitvoeringsvoorbeelden, doch omvat allerlei modificaties hierop, uiteraard voor zover deze vallen binnen de beschermingsomvang van de 15 hiernavolgende conclusies. Met name zal het duidelijk zijn, dat allerlei transportsystemen mogelijk zijn om bloemen, takken en planten door het röntgen-inspectiestation te leiden en dat de bloemen, takken en planten op allerlei manieren georiënteerd aan dit station kunnen worden toegevoerd als hier maar met de opstelling van het röntgenstralingsapparaat 3 en de 20 röntgendetector 4 rekening wordt gehouden. Voorts zijn allerlei typen aandruk- en luchtstroomtoevoermiddelen toepasbaar. Zo kan in plaats van de reeds genoemde mechanische aandrukmiddelen gebruik worden gemaakt van perslucht om de stelen zo vlak mogelijk tegen het transportorgaan aan te drukken. De inrichting kan in combinatie met een sorteerinrichting en/of 25 een bosmachine en/of een ontbolapparaat en/of een verpakkingsmachine worden toegepast. Planten kunnen ook in een pot, staande op een transportorgaan worden toegevoerd naar het röntgen-inspectiestation; dit laatste is dan wel opgesteld als weergegeven in fig. 5.

1019398·

Claims (18)

1. Werkwijze voor het inspecteren van bloemen, takken en/of planten, in het bijzonder van tulpenbloemen, met het kenmerk, dat de bloemen takken en/of planten achter elkaar zó naar een röntgen-inspectiestation worden toegevoerd, dat niet uitgesloten is dat bladeren of andere delen van 5 de bloemen takken en/of planten structuur van een knop en/of steel verbergen, in welke werkwijze in het röntgen-inspectiestation met behulp van een in een röntgendetectiezone van dit station verkregen beeld een eigenschap van mogelijk door bladeren of andere delen van de bloemen takken en/of planten verborgen structuur van een knop en/of steel wordt 10 gemeten.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin aan de hand van de gemeten eigenschap het positioneren van de bloemen, planten en/of takken bij het sorteren en/of vormen van bossen automatisch gestuurd wordt.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de 15 bloemen, takken en planten gedurende de tijd dat deze zich bevinden in de röntgendetectiezone, zodanig zijn georiënteerd, dat de kromming van de stelen van elk van de bloemen, takken en/of planten in hoofdzaak in eenzelfde vlak verloopt.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat genoemd vlak 20 loodrecht of ongeveer loodrecht staat op de röntgenbundel van het röntgen- inspectiestation.

5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de bloemen, takken en planten in liggende positie door de röntgendetectiezone worden geleid, waarbij de stelen van de bloemen, takken of planten onder 25 invloed van de zwaartekracht worden georiënteerd in genoemd vlak.

6. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de stelen van de bloemen, takken of planten tijdens het 1019398· t passeren van de röntgendetectiezone worden aangedrukt tegen een transportorgaan.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de stelen van de bloemen, takken en planten slechts over een beperkt gedeelte worden 5 aangedrukt.

8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bladeren van bloemen, takken en planten tijdens het passeren van de röntgendetectiezone worden gestrekt middels het voeren van een luchtstroom langs de steel van de bloemen in de richting van het 10 uiteinde van de steel naar de bloemknop.

9. Inrichting voor het inspecteren van bloemen, takken en/of planten, in het bijzonder van tulpenbloemen, met het kenmerk, dat een röntgen-inspectiestation aanwezig is waaraan de bloemen, takken en/of planten achter elkaar met behulp van een eindloos transportorgaan met een in de 15 transportrichting lopend en een teruggaand traject zo worden toegevoerd, dat niet uitgesloten is dat bladeren of andere delen van de bloemen takken en/of planten structuur van een knop en/of steel verbergen, welke inrichting alsmede voorzien is van beeldanalysemiddelen om uit het in dit inspectiestation verkregen beeld een eigenschap van mogelijk door bladeren 20 en andere delen van de bloemen takken en/of planten verborgen structuur van een knop en/of steel automatisch te kunnen meten.

10. Inrichting volgens conclusie 9, voorzien van een sorteerinrichting en/of bosmachine, die automatisch bestuurd wordt aan de hand van de door de beeldanalysemiddelen gemeten eigenschap.

11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de bloemen, takken en planten in liggende positie over dit transportorgaan worden toegevoerd aan het röntgen-inspectiestation,welk röntgen-inspectiestation een röntgenstralingapparaat en een röntgendetector omvat, waarbij ofwel het röntgenstralingapparaat is gelegen boven het 30 transportorgaan en de röntgendetector onder het transportorgaan of tussen 1019398· de beide genoemde trajecten hiervan, ofwel het röntgenstralingapparaat is gelegen onder het transportorgaan of tussen de beide genoemde trajecten hiervan en de röntgendetector boven het transportorgaan.

12. Inrichting volgens conclusie 9, 10 of 11, met het kenmerk, dat 5 aandrukmiddelen aanwezig zijn om bloemen, takken en planten tijdens transport door de röntgendetectiezone tegen het transportorgaan te drukken.

13. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de bloemen, takken en planten in hangende positie worden toegevoerd aan het 10 röntgen-inspectiestation, welk röntgen-inspectiestation een röntgenstralingapparaat en een röntgendetector omvat, waar tussendoor de bloemen, takken en planten, hangend in het transportorgaan, kunnen worden geleid.

14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat 15 aandrukmiddelen aanwezig zijn waartussen bloemen, takken en planten tijdens transport door de röntgendetectiezone worden gedrukt.

15. Inrichting volgens conclusie 11 of 13, met het kenmerk, dat de röntgendetector een lineaire detector is.

16. Inrichting volgens een van de conclusies 9-15, met het kenmerk, dat, 20 ten behoeve van het oriënteren van de bladeren van de bloemen, takken en planten, luchtstroomtoevoermiddelen aanwezig zijn voor het voeren van een luchtstroom langs de steel van bloemen, takken en planten in de richting van het uiteinde van de steel naar de bloemknop.

17. Inrichting volgens een van de conclusies 10-16, geschikt voor het 25 verwerken van bolbloemen, met het kenmerk, dat een ontbolapparaat aanwezig is om de te inspecteren bolbloemen of de reeds geïnspecteerde bolbloemen van hun bol te ontdoen.

18. Inrichting voor het verwerken van bloemen, takken en planten, in het bijzonder voor het sorteren en/of bossen en/of verpakken van bloemen, 30 takken en planten, waarin de werkwijze volgens een van de conclusies 1-8 1019398* kan worden toegepast en welke is voorzien van een inrichting voor het inspecteren van bloemen, takken en planten volgens een van de conclusies 9-17. 1019398·