NL1019202C1 - Reminrichting voor in-line rolschaatsen. - Google Patents

Description

Reminrichting voor in-line rolschaatsen.

De uitvinding heeft betrekking op een reminrichting die universeel toepasbaar is op in-line rolschaatsen en waarbij de 5 rem is aangebracht aan de voorzijde van de rolschaats zodat geremd kan worden met een achterwaarts staand been.

Er zijn vele patenten bekend die het probleem van het remmen op rolschaatsen behandelen. Veel van deze reminrichtingen zijn gesitueerd aan de achterkant van de 10 rolschaats waarbij de voorvoet moet worden opgelicht zodat de rem in werking kan treden. Het nadeel van deze systemen is dan de horizontale lengtebasis van de persoon die remt niet veel langer is dan de wielbasis van de rolschaats omdat beide voeten zich ongeveer op de zelfde hoogte bevinden, namelijk ongeveer 15 naast elkaar. Dat effect veroorzaakt een moment op het lichaam dat er in resulteert dat het lichaam voorover valt omdat het zwaartepunt van de massa van het lichaam ongeveer een meter boven de grond is en de vertragende kracht op het oppervlak van de straat zelf waarop gereden wordt plaats vindt. Bij zo'n 20 remhandeling moet het lichaam derhalve achterwaarts worden verplaatst ten opzichte van de wielbasis van de rolschaats om het voorwaarts gerichte vertragingsmoment dat door de remkracht optreedt te compenseren.

Het doel van de uitvinding is een universele reminrichting 25 op de voorzijde van de rolschaats te realiseren die in werking treedt door één rolschaats achterwaarts te bewegen en de voorzijde van de rolschaats op de grond te drukken. Daarmee wordt de wielbasis van de rolschaatser veel langer, bevindt het zwaartepunt van de schaatser zich achter de voorstaande voet en 30 wordt derhalve het valmoment sterk verkleind. Deze remhouding geeft de rolschaatser de mogelijkheid krachtiger te remmen.

De rem aan de voorzijde van de in-line rolschaats is reeds bekend uit het octrooigeschrift US6047973. Deze rem is eveneens universeel toepasbaar. Het nadeel van de betreffende oplossing 35 is echter dat de positie van de rem ten opzichte van het voorste wiel van de in-line rolschaats de uitslaande schaatsbeweging met been en voet om de voorwaartse beweging van de rolschaatser te bewerkstelligen in ernstige mate beperkt.

De uitvinding geeft een oplossing voor dit probleem 40 doordat het remblok in de normale houdingen gedurende het

Wi!' : : '.· 2 rolschaatsen zich boven het voorste wiel en voor de punt van de schoen bevindt en wel zodanig dat het remblok vrij blijft van de grond tijdens de normale been en voet uitslag bij het rolschaatsen.

5 Wanneer geremd moet worden wordt de voet van het achterwaarts gerichte been bewust met de schoenpunt naar de grond bewogen waardoor het remblok de grond raakt, het door de wrijving naar buiten komt, daarbij tussen het voorste wiel van de in-line rolschaats en de grond wordt getrokken en door het 10 voorste wiel tegen de grond wordt gedrukt waarbij de uiterste positie van het remblok wordt bereikt en een maximale remkracht wordt opgewekt die door de druk van het remmende been wordt bewerkstelligd.

De vinding wordt hierbij beschreven aan de hand van de 15 volgende figuren.

Figuur 1 toont een doorsnede A-A door de universele rem.

Figuur 2 toont een doorsnede B—B door de universele rem.

Figuur 3 toont de doorsnede A-A door de universele rem in rempositie waarbij het remblok in uitgetrokken situatie is 20 weergegeven.

Figuur 4 toont de normale positie van de rem tijdens het rijden.

Figuur 5 toont de voetpositie om de rem te activeren.

Figuur 6 ten slotte toont de voetpositie van een in-line 25 rolschaatser tijdens het remmen.

De universele rem (1) voor in-line rolschaatsen is opgebouwd uit een remblok (2) van rubber of gelijkwaardig materiaal dat met een flexibele, gewapende en zijdelings starre strook (3) of met een scharnierverbinding voorzien van een 30 strekveer vast zit aan een schuifbrug (4) die is voorzien van twee schuifstangen (5) die elk kunnen schuiven in geleidebuizen (6). Met behulp van twee trekveren (7) zijn de schuifstangen (5) gekoppeld aan de uiteinden (8) van de geleidebuizen (6) .

De geleidebuizen (6) zijn vastverbonden aan een dunne maar 35 stevige montageplaat (9) voorzien van een montagegat (10) op een zodanige afstand van elkaar dat het frame (12) van de rolschaats precies tussen de geleidebuizen (6) valt.

Bij het remmen wordt het remblok (2) door de flexibele strook (3) om het voorste wiel van de rolschaats getrokken 40 zoals in de figuren 3 en 6 is weergegeven. De flexibele strook 1019202 3 (3) is in zijwaartse richting star om te voorkomen dat het remblok (2) onder het voorste wiel vandaan kan glijden. Ook is de flexibele strook (3) van een hoogwaardige veerkrachtige kwaliteit waarmee bewerkt wordt dat na gebruik van de rem het 5 remblok (2) weer netjes in de oorspronkelijke positie terugkeert en niet de neiging heeft te gaan aanlopen.

Deze universele rem (1) kan op eenvoudige wijze worden gemonteerd tussen de schoen (11) en het rolschaatsframe (12) van een in-line rolschaats.

10 De universele rem (1) kan zowel op één rolschaats als op twee rolschaatsen worden toegepast indien dat door de gebruiker wordt gewenst.

De remkracht kan nog extra worden opgevoerd wanneer de schaatser over voldoende ervaring beschikt om tijdens het 15 remmen de druk op het remblok te verhogen door met de hand achterwaarts op de hiel van de remmende voet lichaamsgewicht over te brengen. Daarmee wordt tevens het zwaartepunt van de schaatser verder achter het voorstaande been gebracht en het voorover kiepende moment op de schaatser verkleind.

20 De reminrichting volgens de uitvinding is niet beperkt tot de in de figuren weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden.

Er kan op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding worden gevarieerd.

25 Zo kan de reminrichting in gemodificeerde vorm ook worden toegepast op de klassieke rolschaats met twee wielen naast elkaar.

De flexibele verbinding tussen remblok en schuifbrug kan ook worden tot stand gebracht met behulp van een mechanische 30 scharnierverbinding met strekveer in plaats van een gewapend rubber of iets dergelijks.

Ook de materiaalkeuze en de vormen voor remblok, verbindingsstrook, schuifbrug, geleidebuizen, trekveren en grondplaat zijn binnen minimale kwaliteitseisen variabel.

35 De vinding is niet beperkt in gebruik in andere situaties of toepassingen.

···' · v _y ·-* 40

Claims (3)

1. Universele rexninrichting voor in-line rolschaatsen voorzien van een remblok dat flexibel is verbonden met een 5 verende schuifbrug die zich bevindt tussen de schoen en het frame van een in-line rolschaats en waarbij het remblok in de rustpositie het rolschaatsen niet hindert, met het kenmerk, dat het remblok om het voorste wiel van de rolschaats naar buiten wordt getrokken tussen de grond en het voorste wiel door met 10 een bewust gekozen voetstand het remblok tegen de grond aan te drukken.

2. Universele rem voor in-line rolschaatsen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het remblok door de verende schuifbrug samen met de flexibele verbinding tussen remblok en 15 schuifbrug in de oorspronkelijke positie terugkeert nadat de remdruk op het remblok is weggenomen.

3. Universele rem voor in-line rolschaatsen volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de flexibele verbinding tussen remblok en schuifbrug in zijwaartse richting star is. 20 ------------- 1 " ;