NL2005860C2 - Skeeler, frame voor het dragen van de wielen van een dergelijke skeeler en werkwijze voor het remmen van de wielen van een skeeler. - Google Patents

Description

Skeeler, frame voor het dragen van de wielen van een dergelijke skeeler en werkwijze voor het remmen van de wielen van een skeeler

De uitvinding betreft een skeeler. De uitvinding betreft tevens een frame voor het 5 dragen van de wielen van een dergelijke skeeler. De uitvinding betreft voorts een werkwijze voor het remmen van een skeeler.

Een bekende skeeler - een rolschaats met in lijn opgestelde wielen - omvat gebruikelijk een schoen voor het opnemen van een voet van een persoon, een met de schoen 10 verbonden frame en ten minste twee in rijrichting op onderlinge afstand met het frame verbonden wielen voor het verrijdbaar ondersteunen van de schoen. Een gebruiker, zoals een sporter, kan met een paar van dergelijke skeelers over een baan, zoals een wegdek skaten. Het kan gewenst zijn om te remmen tijdens het gebruik van de skeelers, bijvoorbeeld omdat een kruispunt wordt genaderd of omdat andere verkeerdeelnemers 15 vrij gebruik van de baan hinderen. Het is daartoe bekend deze skeeler te voorzien van remmen. Een bekende rem omvat een met de schoen verbonden remblok, waarbij door kanteling van de voet, het remblok tegen de baan wordt gedrongen. De baan oefent daarbij een remkracht uit in een in rijrichting tegengestelde richting op het remblok en daarmee op de schoen en de gebruiker van de skeeler. Niet alleen is zo een remblok, dat 20 gebruikelijk relatief groot is uitgevoerd, esthetisch ongewenst, tevens is de skeeler tijdens het remmen instabiel, doordat de skeeler tijdens het remmen slechts door een enkel wiel wordt ondersteund. Dit kan tot gevaarlijke situaties leiden.

De Koreaanse octrooipublicatie KR20080080967 toont een alternatief voor de skeeler 25 met een het tegen de baan dringbaar remblok. Deze skeeler omvat twee wielenparen, die elk door middel van een met de schoen roteerbaar verbonden frame gedragen worden. Door rotatie van de frames ten opzichte van de schoen kan ten minste een wiel tegen een remelement gedrongen worden.

30 Hoewel deze constructie voordelen biedt tot de hierboven beschreven stand van de techniek, is deze constructie echter weinig stabiel, in het bijzonder in zijwaartse richting, waardoor het gebruik van deze skeeler gevaarlijk is. Er is dan ook behoefte aan een skeeler waarbij bovengenoemde nadelen ten minste gedeeltelijk zijn verminderd.

2

Een doel van de onderhavige uitvinding is te voorzien in bovengenoemde behoefte.

De uitvinding verschaft daartoe een skeeler omvattende een schoen, voorzien van ten minste een eerste wiel, en een met de schoen verbonden houder voor ten minste een 5 tweede wiel waarbij ten minste een deel van de houder ten opzichte van de schoen verplaatsbaar is tussen ten minste een rijpositie, waarin het ten minste tweede wiel in hoofdzaak vrij loopt en een rempositie, waarin het ten minste tweede wiel in aanraking staat met een wrijvingsverhogend ofwel remelement, waarbij het eerste wiel een zich ten opzichte van de schoen op een vaste positie bevindende draaias omvat. De houder 10 wordt bijvoorbeeld gevormd door (een deel van) een frame, of deze kan (een deel van) een frame omvatten. In het navolgende worden de termen houder en frame door elkaar gebruikt.

De skeeler volgens de uitvinding biedt diverse voordelen. Tijdens het remmen wordt de 15 skeeler door ten minste twee wielen ondersteund, hetgeen de stabiliteit daarbij vergroot. Tevens heeft ten minste het eerste wiel een zich ten opzichte van de schoen op een vaste positie bevindende draaias. Hiermee wordt de as bedoeld waarom het wiel draait ten behoeve van het kunnen verplaatsen van de skeeler, zodat het wiel een vaste positie heeft ten opzichte van de schoen. Deze as is aldus star met de schoen verbonden, al dan 20 niet ondertussenkomst van een houder(deel), en geeft daardoor weinig tot geen aanleiding voor speling van het wiel ten opzichte van de schoen. Dergelijke speling ontstaat in de regel tijdens gebruik van de skeeler, doordat de wielen zich op afstand van een rotatiepunt van een verplaatsbaar houderdeel ten opzichte van de schoen of een daarmee verbonden houder bevinden. Ten gevolge van de voor de schaatsen benodigde 25 zijwaartse afzetbeweging wordt de houder in meer of mindere mate verwrongen of getordeerd, waardoor er speling ontstaat, die vervolgens kan leiden tot instabiliteit en bijgevolg tot ongevallen.

In principe kan de skeeler volgens de uitvoering op verschillende wijzen vervaardigd 30 worden. Zo kan het tweede wiel zich op een vaste positie bevinden ten opzichte van de schoen, waarbij een verplaatsbaar deel van de houder een remblok omvat, maar bij voorkeur is het wiel beweegbaar en het remblok vast met de schoen verbonden. Het eerste wiel kan zich in de nabijheid van de neus van schoen bevinden, en kan bijvoorbeeld verbonden zijn met het niet verplaatsbare deel van de houder. Het 3 verplaatsbare deel van de houder kan voorts meerdere wielen omvatten, bijvoorbeeld al naar gelang er meer gewicht door de skeeler gedragen dient te kunnen worden.

Een bijkomend voordeel is dat er geen relatief groot remblok nodig is, waardoor de 5 skeeler compacter kan worden ontworpen en esthetisch aantrekkelijker is. Opzichtige remblokken worden voorts als niet-professioneel gezien, hetgeen door veelal jeugdige gebruikers als reden wordt gevoerd om ze te verwijderen. Daardoor worden de skeelers ongeremd en dus gevaarlijk, een nadeel dat eveneens door de onderhavige uitvinding wordt ondervangen. Twee onderling verplaatsbare ffamedelen biedt de ontwerper van 10 de skeeler voorts flexibiliteit in het ontwerp van de skeeler.

In een rem-positie oefent het wrijvingsweerstandverhogend element een kracht uit op het tweede wiel, in een in rijrichting tegengestelde richting. Hierdoor kan een gebruiker door het variëren van de oriëntatie van de schoen eenvoudig een wrijvingsweerstand 15 verhogende kracht opwekken.

Het wrijvingsweerstand verhogende element kan op diverse wijze zijn vormgegeven. Zo kan het wrijvingsweerstand verhogende element een remblok omvatten, waarbij door het onderling verplaatsen van het eerste en tweede framedeel hydraulische druk in een 20 remleiding wordt verhoogd en het remblok tegen een remschijf van ten minste één wiel wordt gedrongen. In een eenvoudige uitvoeringsvorm omvat het wrijvingsweerstand verhogend element een met het eerste framedeel verbonden remblok, waarbij in de rem-positie het ten minste ene met het tweede framedeel verbonden wiel tegen het remblok dringt. Dit is constructief eenvoudig. Hoewel hierbij het remblok en/of het wiel tijdens 25 gebruik zullen verslijten, zijn deze onderdelen eenvoudig te vervangen. Tevens kan een gebruiker op eenvoudige wijze controleren in welke mate het remblok en/of het wiel zijn versleten. In een uitvoeringsvorm is een geremd wiel voorzien van een stuggere band, zodat de slijtage wordt tegengegaan.

30 Het wrijvingsverhogende (rem)remelement kan bijvoorbeeld boven een achterste wiel van de skeeler zijn opgenomen, bijvoorbeeld in één van de houderdelen. Deze beide maatregelen leiden er afzonderlijk toe bij dat er geen hinder wordt ondervonden van een zich buiten de reguliere contour van de skeeler uitstrekkende rem, zowel in veiligheids- 4 als esthetisch opzicht. Het wrijvingsverhogende element kan eveneens deel uitmaken van de zool van de schoen.

In een uitvoeringsvorm zijn het eerste en tweede framedeel onderling roteerbaar rond 5 een zich in hoofdzaak dwars op de rijrichting uitstrekkende frame-as. Dit is niet alleen constructief eenvoudig, tevens kan een gebruiker door slechts het kantelen van de schoen het eerste en tweede framedeel onderling roteren en daarmee een remwerking verkrijgen. Een dergelijke kanteling wordt als natuurlijke rembeweging ervaren.

10 Hiertoe kan het verplaatsbare deel van de houder roteerbaar zijn ten opzichte van een met de schoen star verbonden deel van de houder, waarbij de beide houderdelen onderling door middel van een geleider gekoppeld zijn.

De koppeling met de geleider kan zich bijvoorbeeld bevinden tussen het rotatiepunt van 15 de houderdelen en een voorzijde van de skeeler en bestaan uit een sleuf, voor het daarin geleiden van een pen, die bijvoorbeeld door een wielas gevormd kan worden.

De frame-as kan op diverse locaties zijn gelegen. Zo kan de frame-as zich in een geprojecteerd vlak van de schacht van de schoen uitstrekken. Het blijkt dat een dergelijk 20 locatie van de frame-as het een gebruiker mogelijk maakt door het in een in rijrichting tegengestelde richting verplaatsen van het lichaamsgewicht de schoen te kantelen, zonder het gevaar van een ongewenste kanteling van de schoen of dat door de gebruiker een relatief grote kracht en/of verplaatsing van het lichaam is vereist.

25 In nog een uitvoeringsvorm is de frame-as in rijrichting verplaatsbaar. Dit vergroot de flexibiliteit van de skeeler. Zo kan een gebruiker door de frame-as meer voorwaarts, dat wil zeggen in rijrichting, te verplaatsen met een kleinere verplaatsing van het lichaam een kanteling van de schoen en daarmee een onderlinge verplaatsing van het eerste en tweede framedeel veroorzaken. Dit kan voordelig zijn bij een beginnende gebruiker van 30 de skeeler, doordat door slechts een kleine verplaatsing van het lichaam een remkracht wordt verkregen. Een meer ervaren gebruiker kan de frame-as juist meer achterwaarts, dat wil zeggen in een in rijrichting tegengestelde richting verplaatsen. Hierbij is een relatief grote verplaatsing van de het lichaam van de gebruiker vereist voor een gewenste kanteling van de schoen. Hoewel een dergelijk relatief grote verplaatsing van 5 het lichaam hinderlijk kan zijn, is het risico op een ongewenste remkracht, bijvoorbeeld doordat een gebruiker zich tijdelijk strekt en daarmee het lichaamsgewicht naar achteren verplaatst, verkleint. In het geval van een verplaatsvare as kan er een borginrichting voorzien zijn, voor het op een gewenste aspositie losmaakbaar vastzetten van de as. Een 5 dergelijk mechaniek kan in een zeer eenvoudige uitvoeringsvorm worden uitgevoerd zoals dat bij een waterpomptang gebruikelijk is.

In een uitvoeringsvorm is de wielas van het ten minste één met het tweede framedeel verbonden wiel in rijrichting achter de frame-as is gelegen. Door het opwaarts 10 verplaatsen van de neus van de schoen, worden hierbij het met het tweede framedeel verbonden wiel en het remblok onderling naar elkaar toe verplaatst.

In weer een uitvoeringsvorm zijn met het tweede framedeel twee of drie of vier wielen in rijrichting op onderlinge afstand met het frame verbonden. Een dergelijk aantal 15 wielen vergroot de stabiliteit van de skeeler tijdens het remmen, terwijl de lengte van het tweede framedeel beperkt blijft. Hoewel het aantal wielen van het eerste framedeel eveneens kan variëren, is bij voorkeur het aantal met het eerste framedeel verbonden wielen beperkt tot één of twee wielen.

20 In een voordelige uitvoeringsvorm strekken de van de schoen afgekeerde zijde van de wielen zich in hoofdzaak in een vlak uit. Deze maatregel vergroot niet alleen de stabiliteit tijdens het gebruik van de skeeler, maar zorgt tevens voor een vermindering van de slijtage van de wielen.

25 In nog weer een uitvoeringsvorm is het frame ingericht voor het voorkomen van het door de schoen op ten minste één wiel uitoefenen van een kracht in een in rijrichting tegengestelde richting. Doordat het eerste framedeel en het tweede framedeel onderling verplaatsbaar zijn, is er immers het risico dat ten minste één wiel ongewenst contact maakt met een framedeel en/of de schoen, waardoor een wrijvingsweerstand 30 verhogende kracht op dat wiel kan worden uitgeoefend. Dit is ongewenst. In een uitvoeringsvorm omvat het frame een aanslag voor het beperken van de onderlinge verplaatsing van het eerste en tweede framedeel. Dit is een constructief eenvoudige en sterke oplossing.

6

De uitvinding verschaft voorts een frame voor het dragen van de wielen van een skeeler volgens de onderhavige uitvinding, omvattende een eerste framedeel en een tweede framedeel, waarbij met ieder framedeel ten minste één wiel verbindbaar is en waarbij het eerste framedeel en het tweede framedeel onderling verplaatsbaar zijn tussen een rij-5 positie, waarin de wielen in hoofdzaak vrijlopen, en een rem-positie, waarin een wrijvingsweerstand verhogend element op ten minste één wiel een kracht uitoefent in een in rijrichting tegengestelde richting. Voor de voordelen van het frame volgens de uitvinding wordt verwezen naar de voordelen van de skeeler volgens de uitvinding. Een dergelijk frame kan op zowel op nieuwe als bestaande skeelers worden toegepast.

10

Hoewel niet wordt uitgesloten dat het wrijvingsweerstand verhogende element onderdeel is van de schoen van de skeeler, is het frame in een uitvoeringsvorm voorzien van het wrijvingsweerstand verhogende element, zoals een remblok.

15 Een eenvoudige en robuust gebleken constructie kan worden verkregen wanneer het verplaatsbare houderdeel althans in de rij-positie wordt ingesloten door het star met de schoen verbonden deel. Op deze manier wordt de zijwaartse belasting verhoogd. In een eenvoudige uitvoeringsvorm hiervan omvatten de beide houderdelen in hoofdzaak in elkaar plaatsbare U-profielen.

20

Voorts verschaft de uitvinding een werkwijze voor het remmen van de wielen van een skeeler volgens de uitvinding, omvattende: het, door het vanuit een rij-positie, waarin de wielen in hoofdzaak vrijlopen, tot in een rem-positie onderling verplaatsen van een eerste framedeel ten opzichte van een tweede framedeel, door een wrijvingsweerstand 25 verhogend element op ten minste één wiel uitoefenen van een kracht in een in rijrichting tegengestelde richting. Voor de voordelen van de werkwijze volgens de uitvinding wordt verwezen naar de voordelen van de skeeler volgens de uitvinding.

In een uitvoeringsvorm wordt het eerste framedeel ten opzichte van het tweede 30 framedeel verplaatst tot in een rem-positie door het in een opwaartse richting verdraaien van de neus van de schoen. Dit is een voor een gebruiker van de skeeler eenvoudige wijze van het onderling verplaatsen van het eerste en het tweede framedeel.

7

De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. In de figuren worden overeenkomende onderdelen met gelijke verwijzingscijfers aangeduid. Hierin toont: 5 figuur 1: een zijaanzicht op een skeeler overeenkomstig de uitvinding, waarbij de eerste en tweede framedelen zich in een rij-positie bevinden; figuur 2: een zijaanzicht op een skeeler overeenkomstig de uitvinding, waarbij de eerste en tweede framedelen zich in een rem-positie bevinden; figuur 3: een zijaanzicht op een uitvoeringsvorm van de skeeler volgens figuur 1 10 waarbij de eerste en tweede framedelen zich in een rij-positie bevinden; figuur 4: een zijaanzicht van een skeeler overeenkomstig de uitvinding, waarbij de eerste en tweede framedelen zich in een rem-positie bevinden.

Onder verwijzing naar figuren 1 en 2 wordt een in zijn geheel met 1 aangeduide skeeler 15 getoond. De skeeler omvat een schoen 2 voor het opnemen van een voet van een persoon. De schoen omvat een bekend veronderstelde lip 3 en als gespen uitgevoerde sluitmiddelen 4. De schoen 2 omvat een nabij de leest 2a van de schoen gelegen schacht 5, die is afgebakend door de leest van de schoen en de onderbroken lijn 2b. Met een uit kunststof vervaardigde zool 2c van de schoen 2 is een frame 6 verbonden. Het frame 6 20 omvat een eerste framedeel 6a dat star met de zool 2c is verbonden nabij de neus 2d van de schoen 2. Het frame omvat tevens een tweede framedeel 6b, dat star met de zool 2c is verbonden nabij de leest 2a van de schoen 2. Met het eerste framedeel 6a is een wiel 7 verbonden en met het tweede framedeel 6b zijn in rijrichting overeenkomstig pijl Pi op onderlinge afstand wielen 8 verbonden. Alle wielen 7, 8 ondersteunen in de hier 25 getoonde uitvoeringsvorm de schoen 2 op een ondergrond 12. Het eerste framedeel 6a en het tweede framedeel 6b zijn onderling rond een frame-as 9 roteerbaar. De frame-as 9 strekt zich uit in een geprojecteerd vlak van de schacht 5 van de schoen 2. Het tweede framedeel 6b is ondertussenkomst van een uit een kunststof vervaardigd remblok 10 met de schoen 2 verbonden. Voorts omvat het tweede framedeel 6b een als een vlak 30 gevormd deel 11 van het tweede framedeel 6b gevormde aanslag voor het beperken van de onderlinge verplaatsing van het eerste framedeel 6a en het tweede framedeel 6b. Hierdoor is het risico dat het in rijrichting voorste met het tweede framedeel 6b gelegen wiel 8 tegen het eerste framedeel 6a en/of tegen de zool 2c van de schoen 2 dringt vermindert.

8

Onder verwijzing naar figuur 2 wordt de skeeler volgens figuur 1 getoond, waarbij het eerste framedeel 6a en het tweede framedeel 6b zich in een rem-positie bevinden. De neus 2d van de schoen 2 is hierbij opwaarts gekanteld. Het met het eerste framedeel 6a 5 verbonden wiel 7 komt is hierbij vrij van de ondergrond 12. De vier wielen 8 onder steunen hierbij de schoen 2 op de ondergrond 12. Het remblok 10 en het aan de in rijrichting Pi tegengestelde zijde van de frame-as 9 gelegen wiel 8 zijn hierbij tegen elkaar gedrongen. Hierbij oefent het remblok 10 een wrijvingsweerstand verhogende kracht uit op het aan de in rijrichting Pi tegengestelde zijde van de frame-as 9 gelegen 10 wiel 8. De skeeler remt hierdoor af.

Onder verwijzing naar figuur 3 wordt een uitvoeringsvorm van de skeeler 1 volgens figuur 1 getoond, waarbij het eerste framedeel 6a en het tweede framedeel 6b zich in een rij-positie bevinden. In de hier getoonde uitvoeringvorm zijn twee wielen 7 met het 15 eerste framedeel 6a verbonden en zijn drie wielen 8 met het tweede framedeel 6b verbonden. De werking van de skeeler is gelijk aan de skeeler volgens figuren 1 en 2, waarbij met de framedelen 6a, 6b in een rem-positie beide wielen 7 zich boven de ondergrond 12 uitstrekken.

20 Onder verwijzing naar figuur 4 wordt een alternatieve uitvoeringsvorm 40 van de skeeler volgens de onderhavige uitvinding getoond. De skeeler 40 omvat een schoen, voorzien van een eerste wiel 44, dat een zich ten opzichte van de schoen op een vaste positie bevindende draaias 43 omvat. In het getoonde voorbeeld is de de draaias 43 met een star met de schoen verbonden deel van de houder 41 verbonden. De skeeler heeft 25 voorts een met de schoen verbonden verplaatsbaar deel van de houder 42 voor de respectievelijke assen 46,46,47, 48 van de wielen 49, 50, 51, 52, waarbij ten minste een deel 42 van de houder door middel van rotatie om as 57 ten opzichte van de schoen verplaatsbaar is tussen ten minste een rijpositie (niet getoond), waarin het ten minste tweede wiel 52 in hoofdzaak vrij loopt en een (getoonde) rempositie, waarin het ten 30 minste tweede wiel 52 in aanraking staat met een remelement 58.

De beide houderdelen 41 en 42 zijn onderling door middel van een aantal geleiders 53, 54, 55, 56 gekoppeld. De geleiders bestaan uit een sleuf in het framedeel 41, waardoor door de wielassen 45, 46, 47, 48 gevormde pennen glijden. Hierdoor zijn de framedelen 9 41 en 24 met elkaar verbonden, en in staat weerstand te bieden tegen zijwaartse krachten die tijdens het skeeleren optreden. Naast de in figuur getoonde configuratie is het evengoed mogelijk dat het beweegbare deel 42 van de houder aan de binnenzijde van het star met de schoen verbonden deel 41 van de houder is aangebracht.

5 Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.

10

Claims (10)

1. Skeeler (1; 40), omvattende: een schoen (2), voorzien van ten minste een eerste wiel (7; 44), een met de schoen verbonden houder voor ten minste een tweede wiel (8; 5 52); een met de schoen en/of de houder verbonden remelement (10; 58), waarbij ten minste een deel (6b; 42) van de houder ten opzichte van de schoen (2) verplaatsbaar is tussen ten minste: een rijpositie, waarin het ten minste tweede wiel (8; 52) in hoofdzaak 10 vrijloopt; een rempositie, waarin het ten minste tweede wiel (8; 52) in aanraking staat met een remelement, en waarbij het eerste wiel (7; 44) een zich ten opzichte van de schoen (2) op een vaste positie bevindende draaias (9; 57) omvat, en het remelement (10; 58) boven een 15 achterste wiel (8; 52) van de skeeler is opgenomen, met het kenmerk, dat het remelement (10; 58) is gefixeerd op de schoen (2) en/of de houder.

2. Skeeler (1; 40) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het remelement (10; 58) deel uitmaakt van of bevestigd is aan een zool (2c) van de schoen (2).

3. Skeeler (1; 40) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het remelement (10; 58) in één van de delen (6a,6b; 41,42) van de houder is opgenomen.

4. Skeeler (1; 40) volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het verplaatsbare deel (6b; 42) van de houder meerdere wielen (8; 49-52) omvat.

5. Skeeler (40) volgens één van de voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat het verplaatsbare deel (42) van de houder roteerbaar is ten opzichte van een met de schoen (2) star verbonden deel (41) van de houder, en waarbij de beide delen (41,42) van de houder onderling door middel van een geleider (53-56) gekoppeld zijn.

6. Skeeler (40) volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de koppeling met de geleider (53-56) zich bevindt tussen het rotatiepunt (57) van de delen (41,42) van de 30 houder en een voorzijde van de skeeler.

7. Skeeler (40) volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de koppeling een sleuf, voor het daarin geleiden van een pen omvat.

8. Skeeler (1; 40) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verplaatsbare deel (6b; 42) van de houder wordt ingesloten door het star met de schoen verbonden deel (6a; 41) van de houder.

9. Skeeler (1; 40) volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de beide delen (6a,6b; 41,42) van de houder in hoofdzaak in elkaar plaatsbare U-profielen omvatten.

10. Skeeler (1; 40) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het beweegbare deel (6b; 42) van de houder is voorzien van een aanslag (11), ter voorkoming van het met de schoen (2) in aanraking komen van een met het beweegbare deel van de houder verbonden wiel (8; 49-52).