NL1018739C2 - Kas of warenhuis met gescheiden lek- en condenswater afvoer. - Google Patents

Description

Kas of warenhuis met gescheiden lek- en condenswater afvoer.

De uitvinding betreft een kas of warenhuis, omvattende een dek met ten minste een nok, zich ter weerszijden van de nok bevindende, op een lager niveau gelegen 5 goten, regels die zich evenwijdig aan de nok en goten uitstrekken, roeden die zich schuin omhoog vanaf de goten in de richting van de nok uitstrekken, alsmede lichtdoorlatende panelen die zijn opgenomen tussen telkens twee roeden, een regel alsmede een ander zich evenwijdig aan die regel uitstrekkend constructie-element, zoals een goot of nok, welke kas verder omvat een onderbouw waarop het dek is 10 ondersteund, waarbij de regels en de roeden zijn voorzien van op elkaar aansluitende condenswaterkanalen voor het opvangen van condenswater dat afkomstig is van de binnenzijde van de panelen. Het kan daarbij gaan om een zogenaamde “breedkapper”.

Door middel van de condensopvangkanalen kan het van de binnenzijde van de panelen en van de profielen afkomstige condenswater worden opgevangen. De panelen 15 zijn opgesteld onder een zodanige hoek, dat het condenswater niet naar beneden druppelt op de gewassen, maar aanhechtend naar de onderrand daarvan stroomt. Aldaar kan het condenswater worden opgevangen. Het condenswater van de kas wordt tenslotte centraal opgevangen.

Aangezien het condenswater chemicaliën kan bevatten die afkomstig zijn van 20 bestrijdingsmiddelen, mag het niet geloosd worden. Het is wel geschikt als gietwater.

Naast een dergelijke condenswaterstroom, treedt in de kas ook een lekwaterstroom op. De aansluiting van de panelen en de sponning van de diverse profielen is namelijk niet volledig waterdicht. De panelen worden bij de bouw eenvoudigweg in de sponning geschoven, zonder dat eventuele kieren verder worden 25 afgedicht. Vooral bij een stevige regenbui kan daardoor hemelwater in de kas dringen. Ook dit binnengedrongen hemelwater kan vervolgens in de condenswaterkanalen worden opgevangen. Het nadeel daarvan is dat als gevolg van het extra volume regenwater het opvangsysteem overbelast kan raken, waardoor verontreinigd water geloosd zou moeten worden. Bovendien is het niet nodig; het binnengedrongen 30 hemelwater is afgezien van de eerste stroom, de z.g. "first flush", niet verontreinigd.

Doel van de uitvinding is een kas of warenhuis van het hiervoor genoemde type te verschaffen waarbij het lekwater en het condenswater scheiden afgevoerd kunnen worden. Dat doel wordt bereikt doordat de regels en roeden zijn voorzien van op elkaar 1018739 2 aansluitende lekwaterkanalen die zich bevinden tussen de condenswaterkanalen en de panelen.

Doordat de regels en roeden gescheiden opvangkanalen voor condenswater en lekwater bezitten kan het lekwater afgevoerd worden zonder dat het door condenswater 5 vervuild wordt. Daartoe zijn bij voorkeur tevens de goten ter weerszijden voorzien van condenswaterkanalen voor het opvangen van condenswater uit de condenswaterkanalen van de roeden, alsmede van lekwaterkanalen die zich bevinden tussen de condenswaterkanalen en de panelen voor het opvangen van lekwater uit de lekwaterkanalen van de roeden.

10 Om te verhinderen dat het langs de panelen naar beneden stromende condenswater in de lekwateropvangkanalen terechtkomt, bezitten de lekwaterkanalen een vrije rand die aansluit op de binnenzijde van de panelen voor het buiten langs die vrije rand geleiden van condenswater. Met deze vrije rand wordt het condenswater langs het lekwateropvangkanaal geleid voordat het daarin terecht kan komen.

15 Zoals genoemd kan de kas volgens de uitvinding zijn uitgevoerd als een breedkapper. Bij een dergelijke breedkapper komen meerdere panelen achter elkaar voor tussen de goot en de nok, gescheiden en ondersteund door regels. Deze regels kunnen op hun beurt op bekende wijze weer zijn ondersteund door gordingen.

Verder kan een luchtraam zijn voorzien dat schamierbaar is tussen een open en 20 een gesloten stand, welk luchtraam een onderrandprofiel bezit dat samenwerkt met een kalf waarop roeden zijn aangesloten, welk onderrandprofiel een condensopvangkamer bezit die is voorzien van een afvoeropening, welke afvoeropening in de gesloten stand van het luchtraam in verbinding is met een afVoerstuk dat door het kalf met tenminste een condensopvangkanaal van een roede in verbinding is voor het afvoeren van 25 condenswater uit dat onderrandprofiel van het luchtraam naar een condensopvangkanaal van de roede.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een aanzicht in perspectief van een gedeelte van een kas 30 uitgevoerd als een breedkapper.

Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede door het dek van de breedkapper, volgens lijn II-II van figuur 1.

,1)018739 3

Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede door het dek van de breedkapper volgens lijn III-III van figuur 1.

Figuur 4 toont een vergroot detail van de dwarsdoorsnede volgens figuur 2.

De in figuur 1 weergegeven breedkapper omvat een dek 1 dat is ondersteund op 5 kolommen 2. Dit dek is opgebouwd uit nok 3, goten 4 alsmede zich evenwijdig daartussen uitstrekkende regels 5. Tussen de nok 3, goten 4 en regels 5 strekken zich roeden 6 uit. Zoals weergegeven in de dwarsdoorsnede van het dek in figuur 2, zijn deze roeden 6 aan weerskanten op telkens één van de profielen aangesloten die de goot 4, de regels 5 en de nok 3 vormen. Tussen de roeden 6, de goten 4, de regels 5 en de 10 nokken 3 zijn lichtdoorlatende panelen, bijvoorbeeld glaspanelen 7, opgenomen. Verder is in het dek een in zijn geheel met 80 aangeduid luchtraam opgenomen, dat aan de nok 3 schamierbaar is opgehangen tussen een geopende en gesloten stand.

Zoals weergegeven in de dwarsdoorsnede van figuur 2 bezit elke goot 4 een condensopvangkanaal 8. In de dwarsdoorsnede van figuur 3 is te zien dat elke roede 6 15 eveneens condensopvangkanalen 9 bezit. Verder zijn de regels 5 voorzien van condensopvangkanalen 10.

Volgens de uitvinding bezitten de goten 4, de roeden 6, en de regels 5 tevens lekwateropvangkanalen 12, 13 respectievelijk 14. De functie van deze condenswateropvangkanalen 8, 9, 10, en de lekwateropvangkanalen 12, 13, 14 zal 20 hieronder worden toegelicht.

Aangezien de panelen 7 los zijn opgenomen in de sponningen 15 van de roeden 6, kan bij een stevige regenbui lekwater aldaar naar binnen sijpelen. De sponning 15 wordt gevormd door de opstaande wand 16 van het lekwateropvangkanaal 13, en de afdekstrip 17. Ook ter plaatse van de sponning 18 in de regels 5 kan lekwater naar 25 binnen sijpelen.

Volgens de uitvinding komt het bij de regels 5 naar binnen sijpelende hemelwater terecht in de lekwateropvangkanalen 14, die op hun beurt uitmonden, aan de einden van de regels 5, in de lekwateropvangkanalen 13 van de roeden. Zoals weergegeven in figuur 3 is de opstaande wand 16 daartoe ter plaatse van de aansluiting op het 30 lekwaterkanaal 14 van de regel 5 doorbroken, en steekt dat lekwaterkanaal 14 enigszins uit in het lekwaterkanaal 13 van de roede 6.

Op overeenkomstige wijze mondt het condenswaterkanaal 10 van de regels 5 uit in het condenswaterkanaal 9 van de roede 6, zoals weergegeven in figuur 3.

4018739 i 4

Om te verhinderen dat het condenswater zich vermengt met het lekwater, zijn de opstaande wanden 16 van de lekwaterkanalen 13 van de roeden 6 zo uitgevoerd dat zij aansluiten op de binnenzijde van de panelen 7. Datzelfde geldt voor de opstaande wanden 19 van de lekwaterkanalen 14 in de regels 5, en voor de opstaande wanden 40 5 van de lekwaterkanalen 12 van de goten 4.

Zoals weergegeven in figuur 4 bezit het luchtraam 80 een onderrandprofiel 20, waarin zich condenswater kan verzamelen afkomstig van het lichtdoorlatende paneel 21 van het luchtraam 80. In de onderste flens 22 van het onderrandprofiel is een afVoeropening 23 gemaakt, die aansluit op een in zijn geheel met 24 aangeduid 10 koppelstuk. Dit koppelstuk is gestoken in een opening 25 in het kalf 27 waarop het onderrandprofiel 20 van het luchtraam 80 rust. Dit koppelstuk 24 mondt uit in één of beide condensopvangkanalen van de roede 6.

Ook de regels 5 kunnen zijn ondersteund door gordingen 29.

1018739

Claims (5)

1. Kas of warenhuis, omvattende een dek (1) met tenminste een nok (3), zich ter weerszijden van de nok (3) bevindende, op een lager niveau gelegen goten (4), regels 5 (5) die zich evenwijdig aan de nok (3) en goten (4) uitstrekken, roeden (6) die zich schuin omhoog vanaf de goten (4) in de richting van de nok (3) uitstrekken, alsmede lichtdoorlatende panelen (7) die zijn opgenomen tussen telkens twee roeden (6), een regel (5) alsmede een ander zich evenwijdig aan die regel uitstrekkend constructie-element, zoals een goot (4) of nok (3), welke kas verder omvat een onderbouw (2) 10 waarop het dek (1) is ondersteund, waarbij de regels (5) en de roeden (6) zijn voorzien van op elkaar aansluitende condenswaterkanalen (10, 9) voor het opvangen van condenswater dat afkomstig is van de binnenzijde van de panelen (7), met het kenmerk, dat de regels (5) en roeden (6) zijn voorzien van op elkaar aansluitende i lekwaterkanalen (14, 13) die zich bevinden tussen de condenswaterkanalen (10, 9) en 15 de panelen (7), zodanig dat het condenswater gescheiden van het lekwater kan worden afgevoerd.

2. Kas volgens conclusie 1, waarbij de goten (4) ter weerszijden zijn voorzien van condenswaterkanalen (8) voor het opvangen van condenswater uit de condenswaterkanalen (9) van de roeden (6), alsmede van lekwaterkanalen (12) die zich bevinden 20 tussen de condenswaterkanalen (8) en de panelen (7) voor het opvangen van lekwater uit de lekwaterkanalen van de roeden (6).

3. Kas volgens conclusie 1 of 2, waarbij de lekwaterkanalen (12, 14, 13) een vrije rand (40, 19, 16) hebben die aansluit op de binnenzijde van de panelen (7) voor het buiten langs die vrije rand (19,16) geleiden van condenswater.

4. Kas volgens één der voorgaande conclusies, waarbij een luchtraam (80) is voorzien dat schamierbaar is tussen een open en een gesloten stand, welk luchtraam (80) een onderrandprofïel (20) bezit dat samenwerkt met een kalf (27) waarop roeden zijn aangesloten, welk onderrandprofiel (20) een condensopvangkamer (28) bezit die is voorzien van een afvoeropening (23), welke afvoeropening (23) in de gesloten stand 30 van het luchtraam (80) in verbinding is met een afvoerstuk (24) dat door het kalf (27) met tenminste een condensopvangkanaal (9) van een roede (6) in verbinding is voor het afvoeren van condenswater uit dat onderrandprofiel (20) van het luchtraam (80) naar een condensopvangkanaal (9) van de roede (6). 1018739 *

5. Kas volgens één der voorgaande conclusies, waarbij tenminste een der regels (5) is ondersteund door een gording (29). .1018739