NL1018707C2 - Meetinrichting voor het controleren van de reiniging van verpakkingen in een wasinstallatie. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Meetinrichting voor het controleren van de reiniging van verpakkingen in een wasinstallatie.

BESCHRIJVING

5 De uitvinding heeft betrekking op een meetinrichting voor het controleren van de reiniging van verpakkingen, welke een wasinstallatie doorlopen, waarbij de meetinrichting uitgevoerd is als een dummy-verpakking en voorzien is van een temperatuursensor, welke dummy-verpakking tezamen met de met reinigingswater te reinigen verpakkingen 10 door de wasstraat voerbaar is.

In deze octrooiaanvrage wordt onder verpakkingen ook allerlei andersgevormde reinigbare verpakkingen, zoals flessen gerangschikt.

Momenteel worden flessen, bijvoorbeeld bierflessen of 15 flessen voor zuivelproducten of frisdranken via retoursystemen ingezameld en teruggebracht naar de bottelarijen, alwaar ze worden gereinigd en wederom worden gevuld met de desbetreffende voedingswaar of drank. Een dergelijk retoursysteem, waarbij met behulp van statiegeld de consument wordt bewogen om lege flessen voor hergebruik in te leveren bij 20 bijvoorbeeld supermarkten, bestaat reeds voor van glas vervaardigde bieren zuivel flessen, alsmede voor de bekende van kunststof vervaardigde PET-frisdrankflessen.

Nieuwe verpakkingen al dan niet bedoeld voor eenmalig gebruik, bijvoorbeeld zoetwaar, dienen, voordat zij voor het eerst gevuld 25 worden met de betreffende voedingswaar uit hygiënisch oogpunt grondig gereinigd te worden. Ook bij ingezamelde, reeds gebruikte flessen, welke voor hergebruik wederom gevuld moeten worden, is een grondige reiniging voor het hervullen zeer gewenst.

Hiertoe doorlopen de eenmalig te gebruiken danwel de 30 gebruikte en ingezamelde verpakkingen een zogenoemd wastraject in een wasinstallatie. Een dergelijke wasinstallatie wordt gevormd door een 1018707« 2 transportlijn, waarover de verpakkingen c.q. flessen achter elkaar bij verschillende temperaturen, reinigingsmiddelen of -logen etc., allerlei wasbaden, neutralisatiebaden en sproeikoppen ondergaan.

Teneinde het wastraject te bewaken, doorloopt tezamen met 5 de te reinigen flessen of verpakkingen een zogenoemde dummy-verpakking zoals omschreven in de bovenvermelde aanhef gelijktijdig het wastraject. De dummy-verpakking is veelal van kunststof vervaardigd en bezit nagenoeg dezelfde vorm en afmetingen van de te reinigen fles of verpakking, zulks om de wasomstandigheden van een "gewone" fles of verpakking zo dicht 10 mogelijk te benaderen. Een bekende dummy-verpakking is voorzien van een temperatuurssensor, welke na het doorlopen van het wastraject wordt uitgelezen. Zodoende kan een indicatie worden verkregen omtrent de bedrijfstemperatuur van het was- of spoelwater gedurende het wastraject en met name of de bedri jfstemperatuur hoog genoeg is voor een 15 bacteriologische reiniging van de fles of verpakking.

Echter, de huidige dummy-verpakking kan nog niet aangeven of de opeenvolgende wasbaden de flessen effectief genoeg reinigen, dat wil zeggen of de flessen voldoende zuiver de wasinstallatie verlaten. Met de huidige dummy-verpakking zijn eventuele achtergebleven resten van de 20 gebruikte reinigingsmiddelen (logen) en/of verontreinigingen in het water niet traceerbaar. Teneinde aan dit bezwaar tegemoet te komen, wordt de meetinrichting overeenkomstig de uitvinding gekenmerkt, doordat de dummy-verpakking is voorzien van middelen, welke in bedrijf de aanwezigheid van allerlei stoffen in het reinigingswater bepalen.

25 De bedoelde stoffen kunnen bijvoorbeeld de verschillende in de wasinstallatie gebruikte reinigingslogen zijn, dan wel allerlei voedingsresten zoals suikers van frisdranken, alsook lijmresten en etiketten. Voorts kunnen de stoffen gewenst dan wel ongewenst zijn: de aanwezigheid van voedingsresten, lijm- en etiketresten in het 30 reinigingswater is per definitie ongewenst, echter in bepaalde wasbaden is de aanwezigheid en meer in het bijzonder de mate van aanwezigheid van 1018707· 3 reinigingsloog in het waswater onontbeerlijk. Anderzijds is het niet wenselijk dat in het spoelwater aan het eind van het wastraject reinigingslogen nog in het spoelwater en in de gereinigde flessen aanwezig zijn.

5 Met het vaststellen van de aanwezigheid van allerlei stoffen in het reinigingswater (was en/of spoelwater) kan een goede indicatie verkregen worden omtrent de zuiverheid van de flessen, wanneer deze de wasinstallatie verlaten.

Meer in het bijzonder kunnen de middelen een concentratie 10 van de aanwezige stoffen bepalen. Deze uitvoeringsvorm is zeer geschikt voor het bepalen van de concentratie reinigingsl oog in elk wasbad en met name zeer geschikt om te bepalen of er nog reinigingslogen in het spoelwater en in de gereinigde flessen aanwezig zijn.

Bij een specifieke uitvoeringsvorm zijn de middelen nabij 15 de hals van de dummy-verpakking aangebracht. Anderzijds kunnen de middelen nabij, op of in de bodem van de dummy-verpakking zijn aangebracht, waarbij eventueel de middelen in de dummy-verpakking zijn aangebracht.

Voor een zeer effectieve bepaling van de aanwezigheid van 20 bepaalde stoffen, bijvoorbeeld de aanwezigheid of concentratie van (veelal basische) reinigingslogen in het waswater of de aanwezigheid van resten van (veelal zure) vruchtensappen omvatten bij een specifieke uitvoeringsvorm de middelen tenminste één pH-sensor.

Bij een andere uitvoeringsvorm wordt ten behoeve van het in 25 bedrijf bepalen van de aanwezigheid van bepaalde stoffen door de middelen de elektrische geleidbaarheid van het waswater gemeten. Hiertoe kunnen bij een uitvoeringsvorm de middelen tenminste twee, op enige afstand van elkaar geplaatste, elektrodes omvatten.

Bij een meer functionele uitvoeringsvorm is een elektrode 30 in de vorm van een cirkel om de andere elektrode aangebracht. Meer in het bijzonder zijn de twee elektrodes als concentrische cirkelvormige 1010707· 4 elektrodes gevormd, waarbij de temperatuursensor in de binnenste elektrode is geplaatst. De gemeten elektrische geleidbaarheid van het waswater kan dan direct gecorrigeerd worden voor de heersende temperatuur, hetgeen een betrouwbaardere meting oplevert.

5 Teneinde de effectiviteit van het wastraject te kunnen vaststellen, omvatten de middelen eventueel een druksensor voor het meten van de waterstraal druk uit de sproeikoppen.

Een volledige geautomatiseerde en autonome meting van de aanwezigheid van stoffen in het reinigingswater kan worden verkregen, 10 doordat bij een uitvoeringsvorm van de meetinrichting overeenkomstig de uitvinding de middelen voorts meet- en regel elektron!ca omvatten voor het tijdens bedrijf meten van de benodigde gegevens en het op basis daarvan vaststellen van de aanwezigheid en/of concentratie van de stoffen in het reinigingswater.

15 Bij een meer specifieke uitvoeringsvorm is de dummy- verpakking voorzien van een dubbele bodem voor het opnemen van de meet-en regelelektronica. Daarbij kan de dubbele bodem zijn voorzien van aansluitcontacten, bijvoorbeeld voor het opladen van een in de dubbele bodem aanwezige accu en voor het na het doorlopen van de wasinstallatie 20 uitlezen van de tijdens bedrijf verkregen meetgegevens. Eventueel kan de dummy-verpakking zijn voorzien van middelen voor het draadloos versturen van de tijdens bedrijf verkregen meetgegevens.

De uitvinding zal nu aan de hand van de tekening nader worden toegelicht, welke tekening achtereenvolgens toont: 25 figuur 1 een schematische voorstelling van een flessen wasinstallatie; figuur 2a een uitvoeringsvorm van een meetinrichting volgens de uitvinding in de vorm van een dummy-verpakking; figuur 2b een bovenaanzicht van de dummy-verpakking volgens 30 figuur 2a.

De in figuur 1 getoonde wasinstallatie voor bijvoorbeeld tl 0187 07** 5 bierflessen 10 kan worden gebruikt voor het reinigen van via een retoursysteem ingezamelde flessen. Anderszijds wordt een dergelijke wasinstallatie ook gebruikt voor het reinigen van nieuwe, al dan niet eenmalig te gebruiken, flessen of verpakkingen, vlak voordat zij voor het 5 eerst met een voedingswaar of anderszins aan bederf onderhavig product worden gevuld.

De wasinstallatie wordt gevormd door een transportlijn 1 met een invoerzijde la en een uitvoerzijde lb. De transportlijn 1 voor de flessen 10 doorloopt een aantal verschillende opeenvolgende wasbaden, 10 alwaar qua temperatuur, hoeveelheid was- en/of spoelwater, gebruikte reinigingsmiddel etc. verschillende wascondities heersen. De transportlijn 1 bestaat uit een transportorgaan waarop de flessen geklemd of anderszins geplaatst kunnen worden. Veelal ondergaan de flessen bij het ingaan van de wasinstallatie allereerst een spoel bad voor het verwijderen 15 van de eerste verontreinigingen, waaronder los vuil, zoals etiketten.

Vervolgens ondergaat de fles een aantal dompelbaden (in figuur 1 donker gearceerd) alwaar de temperatuur van het water, alsmede de hoeveelheid reinigingsmiddel en/of -loog varieert en de etiketten losgeweekt worden.

Na het doorlopen van deze reinigingsbaden ondergaan de 20 flessen een aantal spoel baden, alwaar zij onderste boven hangende van onderen met een aantal sproeikoppen tot in de gereinigde fles worden gespoeld. Na deze spoel baden wordt de gereinigde fles van de transportlijn 1 afgenomen en via de uitgang lb verder in behandeling genomen. Hierbij moet men denken aan een verdere inspectie op zichtbare 25 verontreinigingen c.q. eventuele schade aan de fles, vervolgens het vullen van de fles met de desbetreffende vloeibare voedingswaar, het aanbrengen van een etiket en verdere opslag en transport.

Tijdens het doorlopen van de verschillende wasbaden varieert de temperatuur in het algemeen tussen de 20°C en 90°C en 30 varieert de concentratie loog in het algemeen tussen de 0% en 3%. Elke fles wordt daarbij verwarmd, geweekt met loog, gesproeid met aflopende 1018707· 6 loogconcentraties en uiteindelijk schoongespoeld met schoon spoelwater.

Teneinde de wasomstandigheden in de wasinstallatie nauwkeurig in kaart te brengen, wordt momenteel een dummy-verpakking toegepast, welke een vrijwel identieke vorm bezit als de fles die in de 5 wasinstallatie wordt gereinigd. De bekende dummy-verpakking of dummy-fles is daarbij voorzien van een temperatuursensor, die de temperatuur van de verschillende wasbaden meet en opslaat en na het doorlopen van het wastraject wordt uitgelezen.

Het is echter niet mogelijk om met de bekende dummy-10 verpakkingen het gebruikte was- en/of spoelwater op de aanwezigheid of concentratie van allerlei gewenste of ongewenste stoffen te controleren, welke gewenste c.q. ongewenste stoffen een indicatie geven omtrent de effectiviteit van de reiniging van de flessen en met name of de verpakkingen of flessen voldoende zuiver de wasinstallatie verlaten.

15 In figuren 2A en 2B wordt een uitvoeringsvorm van een meetinrichting voor het controleren van de reiniging van flessen getoond. De uitvoeringsvorm bezit hier de vorm van een dummy-fles 10, welke de vorm bezit van een bierflesje. De dummy-fles 10 bezit een hals 11 als ook een flesopening 12. De binnenzijde 10a van de fles 10 is analoog aan een 20 gewone bierfles open. Analoog aan de reeds bekende dummy-verpakkingen is de fles voorzien van een temperatuursensor 16, welke bij deze uitvoeringsvorm aan de binnenzijde 10a van de fles 10 is aangebracht. Hiermee kan tijdens de doorgang van de dummy-fles door de wasinstallatie de temperatuur van de verschillende wasbaden worden gemeten.

25 Overeenkomstig de uitvinding is de dummy-fles 10 voorts voorzien van middelen welke de aanwezigheid van allerlei stoffen in het reinigingswater (was- en/of spoelwater) bepalen. De middelen meten in feite de elektrische geleidbaarheid van het waswater en zijn daarbij uitgevoerd als ten minste twee, op enige afstand van elkaar geplaatste, 30 elektrodes, welke bij voorkeur nabij de hals 11 zijn aangebracht. Bij deze uitvoering zijn de elektroden 15a en 15b aan de binnenzijde rondom 1018707* ƒ t 7 de hals 11 geplaatst. Bij een andere uitvoeringsvorm zijn de twee elektroden 15c en 15d aan de binnenzijde 10a rondom de buik van de dummy-fles aangebracht. Het is echter ook mogelijk dat één of meerdere paren elektroden aan de buitenzijde van de dummy-fles 10 zijn aangebracht.

5 Tijdens het wastraject door de wasinstallatie meten de middelen 15a, 15b en 15c, 15d gedurende de verschillende wasbaden de geleidbaarheid van het was- en/of spoelwater. Niet alleen kan zodoende bepaald worden of in het spoelwater nog verontreinigingen (bijvoorbeeld lijm- of voedingresten etc.) aanwezig zijn, doch ook kan zo eenvoudig het 10 was- en spoelwater geanalyseerd worden op de aanwezigheid c.q. concentratie van eventuele reinigingsmiddelen of -logen (NaOH en KOH). Met name de analyse van het was- en/of spoelwater op de aanwezigheid van de zogenoemde reinigingslogen resulteert in een percentage of concentratie in het was- en/of spoelwater achtergebleven loog, welke 15 waarde later kan worden gehanteerd om het gebruik en met name de hoeveelheid reinigingsmiddelen aan te passen. Met name in het spoelwater is het wenselijk dat de concentratie reinigingsmiddel zo laag mogelijk is (en bij voorkeur nul), teneinde de flessen zo zuiver mogelijk te kunnen hervullen met de betreffende voedingswaar.

20 Bij een andere uitvoeringsvorm welke getoond wordt in fig.

2B zijn de elektroden, welke de geleidbaarheid van het was- en/of spoelwater meten, in de bodem B van de fles 10 aangebracht. Hierbij zijn de twee elektrodes 15e en 15f als concentrische cirkels in de bodem 13b aangebracht. De elektroden zijn met name geschikt voor het meten van de 25 geleidbaarheid van eventueel restwater, dat in de fles achterblijft tijdens de was- en/of spoel behandelingen.

De temperatuursensor 16 is hierbij in het midden van de twee concentrische elektrodes 15e en 15f geplaatst en wordt gebruikt om de meting van de elektrische geleidbaarheid voor de temperatuur te 30 corrigeren. Anderzijds kan de fles 10 ook een in de bodem aangebrachte druksensor 17 bevatten, waarmee de waterstraal druk van de sproeikoppen 1018707É δ van de wasinstallatie en zo de effectiviteit van het reinigen gemeten kan worden.

Overeenkomstig de uitvinding is de dummy-fles 10 voorts voorzien van een dubbele bodem 13a, 13b waartussen een ruimte 18 is 5 gevormd. In de ruimte 18 is de meet- en regel elektronica opgenomen voor het tijdens bedrijf meten van de benodigde gegevens en het op basis daarvan vaststellen van de aanwezigheid en/of concentratie van de stoffen in het reinigingswater. Elke sensor 15a, 15b, 15c, 15d alsmede de temperatuursensor 16 en de druksensor 17 zijn via de wand van de dummy-10 fles 10 met deze meet- en regel elektronica verbonden en zodoende kunnen de door deze sensoren afgegeven signalen opgeslagen worden en naderhand, na het doorlopen van het wastraject, op geschikte wijze uitgelezen worden voor verdere verwerking en analyse. Hiertoe is de fles 10 voorzien van een aantal aansluitcontacten 19a en 19b waarmee de dummy-fles 10 15 aangesloten kan worden op geschikte uitleesapparatuur (bijvoorbeeld via een "craddle" met een computer) voor het overzenden van de tijdens het wastraject verzamelde meetgegevens.

Eventueel kunnen de meetgegevens online via een zendinrichting draadloos verzonden worden, zodat nog tijdens het 20 doorlopen van de dummy-fles door de wasinstallatie ingegrepen kan worden in het wastraject, bij voorbeeld door de doorloopsnelheid aan te passen zodat de flessen langer door een bepaald wasbad lopen of langer gespoeld worden. Eventueel kan de hoeveelheid reinigingsloog in een wasbad worden aangepast, indien blijkt dat de door de dummy-fles gemeten concentratie 25 van dit loog buiten bepaalde waarden is komen te liggen

Daarnaast kan ook de dummy-fles via deze of andere aansluitcontacten worden aangesloten op een oplaadinrichting voor het opladen van de in de ruimte 18 aanwezige accu. Deze accu dient voor de stroomvoorziening van de meet- en regel elektronica tijdens het doorlopen 30 van de wasinstallatie.

Anderzijds kan de dummy-fles zijn voorzien van een 1018707« » 9 indicatie, bijvoorbeeld een of meerdere LED's, welke een visuele indicatie geven omtrent de aanwezigheid of concentratie van gewenste of ongewenste stoffen in het reinigingswater en/of de meettijd en/of de temperatuur en/of de druk, zoals door de meet- en regelelektronica 5 tijdens het wastraject door de wasinstallatie vastgesteld. Indien de gemeten waarden inzake concentratie, temperatuur, tijd, druk etc. binnen vooraf bepaalde waarden ligt, kan een LED bijvoorbeeld groen kleuren. Anderzijds indien de gemeten waarden een voorafbepaal de waarde heeft over- of onderschreden kan dit kenbaar gemaakt worden door de betreffende 10 LED bijvoorbeeld rood te kleuren en eventueel te laten knipperen. Het signaal kan eventueel ook een geluidssignaal zijn.

De vaststelling door de meet- en regelelektronica op basis van de door de verschillende sensoren afgegeven signalen aangaande de vervuilingsgraad van het was- en/of spoelwater kan van tevoren worden 15 ingesteld, door de meet- en regelelektronica via de aansluitcontacten 19a en 19b voor de doorgang door de wasinstallatie met geschikte apparatuur te programmeren c.q. in te stellen.

Daarnaast kunnen de middelen een pH-sensor omvatten, voor het bepalen van de aanwezigheid van (basische) reinigingsmiddelen en/of 20 (zure) voedingsresten in het was- en/of spoelwater.

Het zal duidelijk zijn dat het met een dummy-fles volgens de uitvinding een betere analyse van het gebruikte was- en/of spoelwater in een wasinstallatie kan worden verkregen. Indien de vervuilingsgraad van het was- en/of spoelwater een bepaalde waarde overschrijdt, kan dit 25 een reden zijn om het was en/of spoelwater te verschonen. Anderzijds kan zo eenvoudig worden gecontroleerd of de hoeveelheid gebruikte reinigings-logen voldoende effectief zijn voor het reinigen van de flessen.

1018707·

Claims (15)

1. Meetinrichting voor het controleren van de reiniging van verpakkingen, welke een wasinstallatie doorlopen, waarbij de 5 meetinrichting uitgevoerd is als een dummy-verpakking en voorzien is van een temperatuursensor, welke dummy-verpakking tezamen met de met reinigingswater te reinigen verpakkingen door de wasstraat voerbaar is, met het kenmerk, dat de dummy-verpakking is voorzien van middelen, welke in bedrijf de aanwezigheid van allerlei stoffen in het reinigingswater 10 bepalen.

2. Meetinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen een concentratie van de aanwezige stoffen bepalen.

3. Meetinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen nabij de hals van de dummy- 15 verpakking zijn aangebracht.

4. Meetinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen nabij, op of in de bodem van de dummy-verpakking zijn aangebracht.

5. Meetinrichting volgens één of meer van de voorgaande 20 conclusies, met het kenmerk, dat de middelen in de dummy-verpakking zijn aangebracht.

6. Meetinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen tenminste één pH-sensor omvatten.

7. Meetinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen de elektrische geleidbaarheid van het waswater meten.

8. Meetinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de middelen tenminste twee, op enige afstand van elkaar geplaatste, 30 elektrodes omvatten.

9. Meetinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat 1018707· ψ I een elektrode in de vorm van een cirkel om de andere elektrode is aangebracht.

10. Meetinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de twee elektrodes als concentrische cirkel vormige elektrodes zijn gevormd, 5 waarbij de temperatuursensor in de binnenste elektrode is geplaatst.

11. Meetinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen tenminste één druksensor omvatten.

12. Meetinrichting volgens één of meer van de voorgaande 10 conclusies, met het kenmerk, dat de middelen voorts meet- en regelelektronica omvatten voor het tijdens bedrijf meten van de benodigde gegevens en het op basis daarvan vaststellen van de aanwezigheid en/of concentratie van de stoffen in het reinigingswater.

13. Meetinrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat 15 de dummy-verpakking is voorzien van een dubbele bodem, welke een ruimte vormt voor het opnemen van de meet- en regel elektronica.

14. Meetinrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de dummy-verpakking is voorzien van aansluitcontacten, bijvoorbeeld voor het opladen van een in de ruimte aanwezige accu en voor het uitlezen van 20 de tijdens bedrijf verkregen meetgegevens.

15. Meetinrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de dummy-verpakking is voorzien van middelen voor het draadloos versturen van de tijdens bedrijf verkregen meetgegevens. 1018707·