NL1018638C2 - Afdichtingselement ter afdichting van een voeg tussen bouwelementen. - Google Patents

Afdichtingselement ter afdichting van een voeg tussen bouwelementen. Download PDF

Info

Publication number
NL1018638C2
NL1018638C2 NL1018638A NL1018638A NL1018638C2 NL 1018638 C2 NL1018638 C2 NL 1018638C2 NL 1018638 A NL1018638 A NL 1018638A NL 1018638 A NL1018638 A NL 1018638A NL 1018638 C2 NL1018638 C2 NL 1018638C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
elements
sealing element
building
building elements
diver
Prior art date
Application number
NL1018638A
Other languages
English (en)
Inventor
Karl Peter Ir Gelissen
Original Assignee
Nijmeegse Betonindustrie De Ha
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nijmeegse Betonindustrie De Ha filed Critical Nijmeegse Betonindustrie De Ha
Priority to NL1018638A priority Critical patent/NL1018638C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1018638C2 publication Critical patent/NL1018638C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L25/00Constructive types of pipe joints not provided for in groups F16L13/00 - F16L23/00 ; Details of pipe joints not otherwise provided for, e.g. electrically conducting or insulating means
    • F16L25/0018Abutment joints
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D29/00Independent underground or underwater structures; Retaining walls
    • E02D29/16Arrangement or construction of joints in foundation structures
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03FSEWERS; CESSPOOLS
    • E03F3/00Sewer pipe-line systems
    • E03F3/04Pipes or fittings specially adapted to sewers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Description

0
AFDICHTINGSELEMENT TER AFDICHTING VAN EEN VOEG TUSSEN BOUWELEMENTEN
10 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een af dicht ingselement ter afdichting van een voeg of naad tussen aan elkaar te bevestigen bouwelementen alsmede op een systeem en werkwijze voor het althans in grote mate naaddicht aan elkaar bevestigen van bouwelementen.
15 Voor het naaddicht aan elkaar bevestigen van bouwelementen, in het bijzonder voor het aan elkaar bevestigen van betonnen wand- of duikerelementen, rioolbuizen en dergelijke, is een systeem bekend waarbij de bouwelementen zijn voorzien van een vaar- en moereindver-20 binding. De tegen elkaar aan te brengen kopse einden van de bouwelementen zijn hierbij uitgevoerd met complementaire uitsteeksels, waarbij de afdichting tussen de elementen wordt gerealiseerd door tussen deze uitsteeksels een plastische kit of cementspecie aan te brengen.
25 De op deze wijze verschafte afdichting tussen de bouwelementen is echter gevoelig voor onderlinge verplaatsingen van de bouwelementen. Wanneer bijvoorbeeld de bouwelementen gevormd worden door in de bodem aangebrachte duikerelementen voor het afvoeren van regenwater, 30 rioolwater, etc, en de duikerelementen als gevolg van zettingen in de grond ten opzichte van elkaar verplaatst worden, kan de kwaliteit van de afdichting verminderen of zelfs geheel verloren gaan.
Tevens is systeem bekend waarbij de kopse 35 einden van de bouwelementen voorzien zijn van een sponning, waarbij in tegenover elkaar geplaatste sponningen van de bouwelementen een afdichtingsprofiel van rubber aan te brengen is. Als gevolg van de flexibiliteit van 1018638’" 2 het rubber is enige verplaatsing tussen de bouwelementen mogelijk zonder dat daarbij de naadafdichting verloren gaat. Bij grotere verplaatsingen (zettingen) treedt echter kwaliteitsverlies van de afdichting op.
5 Het is een doel van de onderhavige uitvinding dit bezwaar te ondervangen en een verbeterde afdichting tussen bouwelementen te verschaffen, ook wanneer de onderlinge positionering van de bouwelementen aan veranderingen onderhevig is.
10 Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt een afdichtingselement verschaft voor een flexibele afdichting van een voeg tussen bouwelementen, bij voorkeur duikerelementen, omvattende een langgerekt elastisch profiel waarvan een uiteinde geschikt is om te worden 15 vastgehouden in een sponning in een bouwelement en waarvan het tegenoverliggende uiteinde geschikt is om te worden vastgehouden in een sponning van een tegenoverliggend bouwelement, waarbij het elastisch profiel is voorzien van een verstevigingskern alsmede een uitstulpend 20 expansiedeel voor het in vastgehouden toestand kunnen verlengen van het elastisch profiel. Doordat het profiel voorzien is van een verstevigingskern, kan het profiel eenvoudig en over een grote afstand in de betreffende sponningen van de bouwelementen worden geschoven. Wanneer 25 het ene uiteinde in de sponning van een eerste bouwelement wordt vastgehouden en het andere uiteinde in de sponning van een tweede, tegenoverliggend bouwelement wordt vastgehouden, zorgt het expansiedeel van het profiel ervoor dat bij verplaatsing van een of meer van de 30 bouwelementen het profiel als het ware "uitgerekt" kan worden, waarbij de uiteinden in de sponning vastgehouden blijven. Hierdoor blijft een goede afdichting tussen de bouwelementen gewaarborgd.
In een voorkeursuitvoering omvat het profiel 35 een huls rondom de verstevigingskern, waarbij het expansiedeel wordt gevormd door een lusvormig hulsdeel. Wanneer als gevolg van bijvoorbeeld zettingen in de bodem de onderlinge afstand tussen de bouwelementen groter wordt, 101 8638 * 3 wordt de lus steeds kleiner en vangt aldus de verplaatsing gedeeltelijk of geheel op. Wanneer als gevolg van bijvoorbeeld zettingen in de bodem de onderlinge afstand tussen de bouwelementen kleiner wordt, wordt de lus 5 steeds groter en vangt aldus de verplaatsing op. Om grotere onderlinge verplaatsingen van de bouwelementen mogelijk te maken is in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm expansiedeel gevormd door een eerste lusvormig hulsdeel en een opeenvolgend tweede lusvormig hulsdeel.
10 De mogelijke verlenging of verkorting van het profiel wordt hiermee vergroot.
De voorkeurspositie van het expansiedeel is afhankelijk van de optredende drukken aan beide zijden van het bouwelement. In het geval van duikerelementen 15 bepaalt de hoogte van de inwendige druk in het duikerele-ment ten opzichte van de uitwendige druk op het duiker-element of het expansiedeel zich aan de buitenzijde of de binnenzijde bevindt. Aangezien de inwendige druk meestal groter is dan de uitwendige druk is het expansiedeel in 20 de meeste gevallen naar de binnenzijde van het expansiedeel gericht. Indien de waterdruk vanaf de buitenzijde echter groter is, dan heeft het de voorkeur het expansiedeel aan de buitenzijde te monteren.
Om het uitschuiven van een van de uiteinden of 25 beide uiteinden van het profiel uit de betreffende sponningen tegen te gaan, is het betreffende uiteinde van het elastische profiel voorzien van vasthoudmiddelen, bij voorkeur omvattende een of meer uitstekende elastische klemdelen die zijn gerangschikt om bij inschuifkrachten 30 het betreffende uiteinde in hoofdzaak ongehinderd te laten schuiven en bij uitschuifkrachten het betreffende uiteinde in de sponning vast te klemmen. Hierdoor is het profiel eenvoudig en zonder veel kracht in een sponning schuifbaar, terwijl het uiteinde, eenmaal in de sponning 35 aangebracht, stevig daarin opgenomen blijft.
Verder wordt bij voorkeur een beschermingsplaat aan de buitenzijde van het duikerelement bevestigd, welke plaat de voeg tussen naburige duikerelement afdekt ten- 1018639" 4 einde inloop van bodemmateriaal te voorkomen. Een derge-lijle plaat is bijvoorbeeld vervaardigd van roestvrij staal of kunststof, dient een breedte te hebben van de maximale voegbreedte vermeerderd met circa 10 cm en wordt 5 gemonteerd aan een uiteinde van één van de duikerelemen-ten.
Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een systeem verschaft voor het onderling verbinden van bouwelementen, in het bijzonder duikerelementen, 10 omvattende: - een eerste bouwelement, aan een kops uiteinde voorzien van een eerste sponning; - een tweede bouwelement, aan een kops uiteinde voorzien van een tweede sponning; 15 - een tussen de bouwelementen in de eerste en tweede sponning schuifbaar afdichtingselement voor een flexibele afdichting van een naad tussen de kopse einden van de bouwelementen, waarbij het afdichtingselement een langgerekt elastisch profiel omvat waarvan een uiteinde 20 kan worden vastgehouden in de eerste sponning en het tegenoverliggende uiteinde kan worden vastgehouden in de tweede sponning, en waarvan een uitstulpend expansiedeel in de vastgehouden toestand verplaatsingen van een bouwelement kan opvangen alsmede een verstevigingskern voor 25 versteviging van het elastische profiel.
Volgens een voorkeursuitvoering van het systeem zijn de bouwelementen voorzien van langsopeningen door welke span-draden te leiden zijn voor het onder spankracht tegen elkaar kunnen drukken van de kopse einden 30 van de bouwelementen.
Volgens een bijzonder voordelige uitvoering van de uitvinding omvat het systeem een of meer tussen de kopse einden van de bouwelementen nabij de langsopeningen te positioneren afstandhouders voor het opvangen van een 35 kantelbeweginging van een of beide bouwelementen. Door toepassing van deze afstandhouders is een nog verdere toename van de toelaatbare onderlinge verplaatsingen in een aantal richtingen van de bouwelementen realiseerbaar.
1018638 ^ 5
Eenzijde verplaatsingen meer dan 12 cm zijn hierdoor realiseerbaar. Dit kan betekenen dat, ook in relatief slappe bodem met een grote kans op zettingen, een onder-heiing van bouwelementen niet meer noodzakelijk is, 5 hetgeen niet alleen kosten besparend is, maar ook de montagetijd van de bouwelementen sterk verkort.
In relatief slappe bodem dient in veel gevallen in het begin van het bouwproces zand of soortgelijk materiaal gestort te worden, waarna geruime tijd gewacht 10 wordt, totdat de zettingen in de bodem tot een acceptabel niveau zijn gereduceerd. Bovendien heeft het de voorkeur om onderheiing van constructies achterwege te laten door deze te vervangen door op staal gefundeerde constructies. Om dat haalbaar te maken, dient het aanlegtijdstip zoda-15 nig ver na het aanbrengen van het zand gekozen te worden, dat de zettingen acceptabel zijn. Dit resulteert in een laat tijdstip, vaak al in de afbouwfase van het totale bouwproces, waarop de constructies te realiseren zijn. Aangezien het systeem volgens de uitvinding een grotere 20 vervorming van de ondergrond toelaat, kunnen kunstwerken (bouwwerken) eerder, dus vóór de afbouwfase van het bouwproces, uitgevoerd worden en kan eerder volstaan worden met fundatie op staal.
Voor het eenvoudig en op juiste positie aan-25 brengen van de afstandhouders zijn bij voorkeur de bouwelementen elk voorzien van een tweetal op gelijke hoogte uitmondende langsopeningen waarbij tussen elk tegenoverliggend paar langsopeningen een afstandhouder te plaatsen is.
30 Volgens een verder aspect van de onderhavige uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het bevestigen van bouwelementen, omvattende: - het positioneren van een uiteinde van een eerste bouwelement tegenover een uiteinde van een tweede 35 bouwelement; - het naar elkaar toe schuiven van de uiteinden van de bouwelementen waarbij in sponningen in de uitein- 101 8638 ' 6 den van de bouwelementen een flexibel afdichtingselement wordt geschoven; - het van elkaar af schuiven van de bouwelementen met in de sponningen blijvend afdichtingselement; 5 - het plaatsen van een of meer afstandhouders tussen de uiteinden van de bouwelementen; - het op posities nabij de afstandhouders aanspannen van de uiteinden van de bouwelementen tegen de afstandhouders.
10 Verdere kenmerken, voordelen en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van enige voorkeurs-uitvoeringsvormen daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren, waarin tonen: 15 Figuur 1 een aanzicht in perspectief van een aantal duikerelementen waarop de uitvinding is toegepast;
Figuur 2 een doorsnede langs as II-II, waarbij een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van het afdichtings-profiel is weergegeven; 20 Figuur 3 een doorsnede waarin een tweede uit voeringsvorm van de uitvinding is weergegeven;
Figuur 4 een aanzicht van een aantal achter elkaar geplaatste en tegen elkaar aan gespannen duikerelementen; 25 Figuur 5 een aanzicht in perspectief waarin een voorkeursuitvoeringsvorm van de afstandhouder volgens de uitvinding wordt getoond; en
Figuur 6 de functie van de afstandhouder verduidelijkt .
30 In het navolgende worden voorkeursuitvoerings vormen gegeven van de uitvinding toegepast op de afdichting tussen twee duikerelementen van in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede, welke zijn bestemd voor het transporteren van regenwater, afvalwater in het algemeen, 35 en dergelijke. De uitvinding is echter enigszins toepasbaar op rioleringsbuizen van ronde of halfronde doorsnede, tunnels, etc. en op elke willekeurige aansluiting tussen twee of meer bouwwanden.
1018638 7
In figuur 1 zijn duikerelementen 1, 1', 1" weergegeven, waarin vloeistof te transporteren is. De duikerelementen zijn aangebracht op een voldoende draagkrachtige onderbouw of fundatie, welke bijvoorbeeld 5 bestaat uit ene betonnen werkvloer of betonnen onderslag-balken. Afhankelijk van de toepassing en de mate van zettingen in de bodem kunnen de duikerelementen ook direct in de bodem (op staal gefundeerd) zijn aangebracht .
10 De duikerelementen zijn ter plaatse van de kopeinden 2, één waarvan is weergegeven in figuur 1, voorzien van een sponning 3 waarin het afdichtingselement volgens de uitvinding kan worden aangebracht teneinde de voeg 4 tussen twee opeenvolgende duikerelementen vloei-15 stof- en/of gasdicht te maken.
In de dwarsdoorsnede van figuur 2 is een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van het afdichtingselement 4 weergegeven. Het afdichtingselement 4 bestaat uit een harde kern 12, bij voorkeur vervaardigd van polyetheen, 20 waar omheen een rubberen huls is aangebracht. De huls bestaat uit een tweetal paddestoelvormige kopelementen 10, die enerzijds via een lip 6, een expansielus 7 en een lip 5 met elkaar verbonden zijn. Tevens zijn tussen de beiden koppen 10 lippen 8 en 9 aangebracht die aan hun 25 uiteinden vrij van elkaar zijn, dat wil zeggen dat de lippen 8 en 9 ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Bij het monteren van de duikerelementen wordt allereerst kop 10 van het afdichtingselement 4 in de sponning 3 van duikerelement 1 aangebracht. Dit kan vooraf in de fabriek 30 geschieden tijdens het fabricageproces van het betreffende duikerelement, of in het werk, dat wil zeggen bij de uiteindelijke montage van de duikerelementen.
De relatief harde kern 12 van het afdichtingselement 4 maakt het mogelijk de kop 10 in de sponning te 35 duwen. Door de paddestoelvorm van de kop 10 zal het eenmaal in de sponning 3 aangebrachte deel van het afdichtingselement 4, als gevolg van compressie van de uitstekende delen 11 van de kop 10, moeilijk uit de 1018638* 8 sponning geschoven kunnen worden. Door de specifieke vorm van de kop en het uitsteeksel 11 is het betreffende deel van het afdichtingselement eenvoudiger de sponning in te schuiven dan uit te schuiven.
5 Op soortgelijke wijze wordt kop 10' aan de tegenoverliggende einden van het afdichtingselement 4 in de sponning 3' van het duikerelement 1’ aangebracht door het duikerelement 11 naar duikerelement 1 te schuiven (richting P2) .
10 De expansielus 7 kan op twee manieren in de sponning 3 worden gepositioneerd. Enerzijds kan de expansielus 7 naar de binnenzijde van de duikerelementen liggen, anderzijds kan de expansielus naar de buitenzijde van de duikerelementen zijn gericht. De positionering is 15 afhankelijk van het verschil in inwendige druk en uitwendige druk in de duikerelementen. Bij toepassing op duikerelementen voor het afvoeren van water zal de expansielus veelal naar binnen zijn gericht teneinde het van binnenuit naar buiten laten ontsnappen van het water te 2 0 voorkomen.
In ontwerpen waarin de duikerelementen op staal zijn gefundeerd in plaats van dat zij zijn ondersteund op onderheide constructies, kunnen zodanige zettingen in de bodem optreden dat de duikerelementen over aanzienlijke 25 afstand in opwaartse of neerwaartse richting P2 kunnen verplaatsen. In het algemeen zal een dergelijke verplaatsing een (positieve of negatieve) rotatie van een of meer van de duikerelementen met zich meebrengen. Teneinde ook bij zettingen goede afdichting tussen de duikerelementen 30 te garanderen, is de expansielus 7 voorzien. Wanneer bijvoorbeeld de onderlinge afstand tussen duikerelementen 1 en 1' vergroot wordt, bijvoorbeeld door verplaatsing van duikerelement 1' in de richting P3, zullen koppen 10 en 10' op dezelfde positie in de respectievelijke spon-35 ningen 10 en 10' blijven steken en wordt de expansielus 7 afgerold, de uiteinden van lippen 8 en 9 zijn immers zijn immers los van elkaar. Hierdoor blijft een goede vloeistofdichte afdichting tussen de duikerelementen gegaran- 1018638· 9 deerd. Bij verplaatsing naar elkaar toe (P2) , zullen de uiteinden 5 en 6 alsmede uiteinden 8 en 9 van het afdich-tingselement 4 naar elkaar toe worden verplaatst en wordt expansielus weer opgerold.
5 Praktijkproeven hebben uitgewezen dat een eenzijdige verplaatsing van 4 cm of meer mogelijk is, hetgeen de toepasbaarheid van op staal gefundeerde constructie eerder haalbaar maakt. Doordat de uitvinding grotere veranderingen van de positie van de duikerelemen-10 ten toelaat, kunnen kunstwerken (bouwkundige constructies) eerder, dus vóór de afbouw, uitgevoerd worden. Dit levert een aanzienlijke kostenbesparing op. Daarnaast kan een aantal kunstwerken, zoals boven eerder is genoemd, die tot nog toe als onderheide constructies zijn voor-15 zien, op staal gefundeerd worden uitgevoerd.
In bepaalde toepassingen, bijvoorbeeld in zeer slappe bodem, of wanneer het voor het bouwen bestemde tijdsbestek klein is en niet gewacht kan worden tot de zettingen een laag niveau hebben bereikt, is echter de 20 toelaatbare verplaatsing nog te klein. Daartoe is in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, zoals -is weergegeven in figuur 3, het afdichtingselement voorzien van een tweetal expansielussen 17 en 18. Door toepassing van twee of meer expansielussen is een veel 25 grotere onderlinge verplaatsing van de duikerelementen mogelijk zonder dat kans op lekkage aanwezig.
In deze uitvoeringsvorm zijn de koppen 20 van het afdichtingselement niet alleen paddestoelvormig, dat wil zeggen voorzien van weerhaakvormige uitsteeksels 21, 30 maar zijn op een afstand daarvan aanvullende weerhaakvormige uitsteeksels 23 voorzien, opdat de beide uiteinden van het afdichtingselement beter in de sponning 3 van de duikerelementen geklemd blijft.
Verder zijn de lippen 15 en 16 van het afdich-35 tingselement in de uitvoering van figuur 3 van verschillende lengte zodat de open ruimte tussen de lippen 15 en 16 buiten het middelpunt van het afdichtingselement is gepositioneerd. Door een dergelijke eocentriciteit in het 1018638 10 afdichtingselement aan te brengen, wordt de kans dat bij zettingen het kunststof profiel 12 uit de huls geraakt en bij een volgende zetting schade veroorzaakt verder verminderd.
5 In figuur 4 is weergegeven, dat elk duikerele- ment 1, 1', 1", 1'", 1IV is voorzien van in kopse uiteinden 2 uitmondende langsopeningen 30. In de langsopeningen 30 zijn spandraden 31 aan te brengen. Door de spandraden 31 onder voldoende spanning te brengen en vervolgens de 10 uiteinden daarvan met behulp van bevestigingselementen 32 tegen de kopse uiteinden van respectievelijk duikerele-ment 1 en duikerelement 14 te bevestigen, worden de dui-kerelementen tegen elkaar aan gespannen en wordt aldus een stevige en vloeistof-/gasdichte constructie 15 verschaft.
In figuur 5 is bovendien weergegeven dat in de nabijheid van de posities waar de langsopeningen 30 in de kopse einden 2 van de duikerelementen uitmonden, sleuven 36 in de kopse einden 2 zijn aangebracht. Deze hebben als 20 functie het opvangen van afstandhouders 35, bijvoorbeeld in de vorm van oplegblokken met afmetingen van 10 x 10 x 15 cm.
Allereerst worden de duikerelementen 1, 1' tegen elkaar aangeschoven, zoals in figuur 2 reeds is 25 besproken. Hierdoor worden de uiteinden van de betreffende afdichtingselementen tot aan het einde van de betreffende sponningen 3, 31 ingebracht. Vervolgens worden met een vijzelconstructie de kopse einden 2 van het duikerelement 1 enigszins uit elkaar gedrukt, zodat de afstand-30 houder 35 van buiten af tussen de kopse einden te schuiven is. Hierna wordt een spandraad dan wel een draadstang door de langsopeningen 30 aangebracht en worden de duikerelementen ten opzichte van elkaar aangespannen.
Wanneer een duikerelement 11 over een hoek alfa 35 (figuur 6) geroteerd wordt als gevolg van zettingen in de bodem, zal het kopse einde van de onderzijde van het duikerelement 1' dichter bij het kopse einde van het duikerelement terecht komen, terwijl het kopse einde van 1018638 11 het bovenste deel van het duikerelement 1' een grotere afstand ten opzichte van het kopse einde van het duikerelement 1 zal vertonen. Door in het midden van de duikerelementen, dat wil zeggen op circa de helft van de hoogte 5 van het duikerelement, een afstandhouder 35 te plaatsen, is een dergelijke relatief grote rotatie van het ene duikerelement ten opzichte van het andere mogelijk. Bovendien blijft de afdichting bij toepassing van een afdichtingselement volgens de onderhavige uitvinding, en 10 dan met name volgens de tweede uitvoeringsvorm daarvan, intact. Hierdoor is een grote mate van flexibiliteit van de positionering van een aantal achter elkaar geplaatste duikerelementen bereikt en kunnen de duikerelementen worden toegepast in situaties waarin dat voorheen nog 15 niet mogelijk was.
Alhoewel het in veel gevallen de voorkeur heeft de afstandhouders 35 alsmede de langsopeningen 30 op circa halve hoogte van de duikerelementen 1 aan te brengen, moge het duidelijk zijn dat andere posities in 20 bepaalde toepassingen de voorkeur kunnen hebben. Voor een goede werking dienen de langsopeningen 30, waarin de spandraden of draadstangen kunnen worden opgenomen, echter wel ter hoogte van of althans in de nabijheid van de afstandhouders 35 te zijn voorzien.
25 Door de boven beschreven constructie is met een afdichtingselement volgens de eerste voorkeursuitvoeringsvorm, een eenzijdige afschuiving van maximaal circa 4 cm en met een afdichtingselement volgens de tweede voorkeursuitvoeringsvorm een eenzijdige afschuiving van 30 maximaal circa 12 cm, toch de vervormingscapaciteit te bereiken die in bepaalde toepassingen noodzakelijk is.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de boven beschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan; de gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende 35 conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.
101 8638 ·>

Claims (18)

1. Afdichtingselement voor een flexibele af dichting van een naad tussen bouwelementen, bij voorkeur duikerelementen, omvattende een langgerekt elastisch profiel waarvan een uiteinde geschikt is om te worden vastgehouden in een sponning in een bouwelement en waar-10 van het tegenoverliggende uiteinde geschikt is om te worden vastgehouden in een sponning een tegenoverliggend bouwelement, waarbij het elastisch profiel is voorzien van een verstevigingskern alsmede een uitstulpend expan-siedeel voor het in vastgehouden toestand kunnen verlen-15 gen van het elastisch profiel.
2. Afdichtingselement volgens conclusie 1, waarbij het elastisch profiel een huls rondom de verstevigingskern vorm, waarbij het expansiedeel wordt gevormd door een lusvormig hulsdeel.
3. Afdichtingselement volgens conclusie 1 of 2, waarbij het expansiedeel wordt gevormd door een eerste lusvormig hulsdeel en een opeenvolgend tweede lusvormig hulsdeel.
4. Afdichtingselement volgens een der voorgaan-25 de conclusies, waarbij uiteinden van het elastische profiel zijn voorzien van vasthoudmiddelen voor het in uitschuifrichting vasthouden van het betreffende uiteinde .
5. Afdichtingselement volgens een der voorgaan-30 de conclusies, waarbij een uiteinde van het elastische profiel voorzien is van een of meer uitstekende elastische klemdelen die zijn gerangschikt om bij inschuif-krachten het betreffende uiteinde in hoofdzaak ongehinderd te laten schuiven en bij uitschuifkrachten het 35 betreffende uiteinde in de sponning vast te klemmen.
6. Afdichtingselement volgens conclusie 5, waarbij de klemdelen gevormd worden door weerhaakdelen. 1018638
7. Afdichtingselement volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het elastisch profiel vervaardigd is van rubber.
8. Afdichtingselement volgens een der voorgaan-5 de conclusies, waarbij de verstevigingskern is vervaardigd van polyetheen.
9. Systeem voor het onderling verbinden van bouwelementen, in het bijzonder duikerelementen, omvattende : 10. een eerste bouwelement, aan een kops uiteinde voorzien van een eerste sponning/ - een tweede bouwelement, aan een kops uiteinde voorzien van een tweede sponning; - een tussen de bouwelementen in de eerste en 15 tweede sponning schuifbaar afdichtingselement voor een flexibele afdichting van een naad tussen de kopse einden van de bouwelementen, waarbij het afdichtingselement een langgerekt elastisch profiel omvat waarvan een uiteinde kan worden vastgehouden in de eerste sponning en het 20 tegenoverliggende uiteinde kan worden vastgehouden in de tweede sponning, en waarvan een uitstulpend expansiedeel in de vastgehouden toestand verplaatsingen van een bouwelement kan opvangen alsmede een verstevigingskern voor versteviging van het elastische profiel.
10. Systeem volgens conclusie 9, waarbij de bouwelementen zijn voorzien van langsopeningen door welke spanelementen, zoals spandraden of draadstangen, te leiden zijn voor het onder spankracht tegen elkaar kunnen drukken van de kopse einden van de bouwelementen.
11. Systeem volgens conclusie 10, omvattende een of meer tussen de kopse einden van de bouwelementen nabij de langsopeningen te positioneren afstandhouders voor het opvangen van een kantelbeweginging van een of beide bouwelementen.
12. Systeem volgens conclusie 11, waarbij de bouwelementen elk een tweetal op gelijke hoogte uitmondende langsopeningen omvatten en tussen elk tegenoverlig- 1018638 1 gend paar langsopeningen een afstandhouder te plaatsen is.
13. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een beschermingsplaat aan de buitenzijde 5 van het duikerelement voor het afdekken van de voeg tussen naburige duikerelementen.
15. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de huls van het elastisch profiel een tweetal lippen omvat, waarbij de lipuiteinden een tussen- 10 ruimte definiëren voor het aanbrengen van de verstevi-gingskern.
16. Systeem volgens conclusie 15, waarbij de lippen een verschillende lengte hebben.
17. Werkwijze voor het onderling verbinden van 15 bouwelementen, omvattende: - het positioneren van een uiteinde van een eerste bouwelement tegenover een uiteinde van een tweede bouwelement; - het naar elkaar toe schuiven van de uiteinden 20 van de bouwelementen waarbij in sponningen in de uiteinden van de bouwelementen een flexibel afdichtingselement wordt geschoven; - het van elkaar af schuiven van de bouwelementen met in de sponningen blijvend afdichtingselement; 25 · - het plaatsen van een of meer afstandhouders tussen de uiteinden van de bouwelementen; - het op posities nabij de afstandhouders aanspannen van de uiteinden van de bouwelementen tegen de afstandhouders.
18. Werkwijze volgens conclusie 17, waarbij een afdichtingselement volgens een der conclusies 1-8 wordt toegepast.
19. Gebruik van een afdichtingselement volgens een der conclusies 1-8 voor het afdichten van de naad 35 tussen twee bouwelementen. 1018638
NL1018638A 2001-07-26 2001-07-26 Afdichtingselement ter afdichting van een voeg tussen bouwelementen. NL1018638C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018638A NL1018638C2 (nl) 2001-07-26 2001-07-26 Afdichtingselement ter afdichting van een voeg tussen bouwelementen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018638 2001-07-26
NL1018638A NL1018638C2 (nl) 2001-07-26 2001-07-26 Afdichtingselement ter afdichting van een voeg tussen bouwelementen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1018638C2 true NL1018638C2 (nl) 2003-01-28

Family

ID=19773790

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1018638A NL1018638C2 (nl) 2001-07-26 2001-07-26 Afdichtingselement ter afdichting van een voeg tussen bouwelementen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1018638C2 (nl)

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1887271A1 (de) 2006-08-11 2008-02-13 Steinzeug Abwassersysteme GmbH Dichtring
CN106638337A (zh) * 2016-12-22 2017-05-10 中冶京诚工程技术有限公司 预制混凝土涵管、预制综合管廊和综合管廊的维修方法
WO2018202912A1 (de) * 2017-05-05 2018-11-08 Steinzeug-Keramo GmbH Verwendung eines erdverlegten rohres mit longitudinalen wandkanälen
CN110983982A (zh) * 2019-12-19 2020-04-10 中铁六局集团天津铁路建设有限公司 一种框架桥与挡土墙间沉降缝防渗水体系施工方法

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8621422U1 (de) * 1986-08-09 1986-10-30 Baum, Franz-Josef, Dipl.-Ing., 6350 Bingen Fugendichtung
DE19518625A1 (de) * 1995-05-24 1996-11-28 Buescher Pebueso Beton Verfahren zum Abdichten von Betonrohren
US6092962A (en) * 1998-08-06 2000-07-25 To-Am Industrial Co., Ltd. Prefabricated pre-cast culvert provided with couplings

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8621422U1 (de) * 1986-08-09 1986-10-30 Baum, Franz-Josef, Dipl.-Ing., 6350 Bingen Fugendichtung
DE19518625A1 (de) * 1995-05-24 1996-11-28 Buescher Pebueso Beton Verfahren zum Abdichten von Betonrohren
US6092962A (en) * 1998-08-06 2000-07-25 To-Am Industrial Co., Ltd. Prefabricated pre-cast culvert provided with couplings

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1887271A1 (de) 2006-08-11 2008-02-13 Steinzeug Abwassersysteme GmbH Dichtring
CN106638337A (zh) * 2016-12-22 2017-05-10 中冶京诚工程技术有限公司 预制混凝土涵管、预制综合管廊和综合管廊的维修方法
WO2018202912A1 (de) * 2017-05-05 2018-11-08 Steinzeug-Keramo GmbH Verwendung eines erdverlegten rohres mit longitudinalen wandkanälen
CN110983982A (zh) * 2019-12-19 2020-04-10 中铁六局集团天津铁路建设有限公司 一种框架桥与挡土墙间沉降缝防渗水体系施工方法

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5634312A (en) Shear bolt connected structural units
US3880539A (en) Expansion joint and seal
KR100994805B1 (ko) 복합저류장치
KR102077960B1 (ko) 꺽쇠 조인트로 결합되는 pc 암거 박스 및 이의 시공 방법
JP4448066B2 (ja) 可撓止水継手およびその施工方法
NL1018638C2 (nl) Afdichtingselement ter afdichting van een voeg tussen bouwelementen.
KR101447722B1 (ko) 저형고 합성형 라멘교 및 그 시공방법
KR102618738B1 (ko) 접이식 배관 내부 보강장치
US20080025797A1 (en) Method, apparatus and system for forming drainage and trench forming systems
WO2023215084A1 (en) Tilt wall comprising a dual gasket assembly
WO2023215086A1 (en) Processes for making a tilt wall comprising a dual gasket assembly
JP4637645B2 (ja) 可撓止水継手およびその施工方法
JP4617026B2 (ja) 橋梁の横引排水装置
US10786927B2 (en) Hole former with gasket locating features for cast manhole structures
EP2781665B1 (en) Drainage assembly, coupling part, end part, kit and method for the placement thereof
JP5998181B2 (ja) 道路橋の橋梁床版接続工法
KR101109461B1 (ko) 교량용 조인트
KR100415263B1 (ko) 교량 구조물의 슬라브 연결부 보수방법 및 그 구조
AU2006262036B2 (en) Form for casting light weight composite concrete panels
CN213596796U (zh) 一种公路桥梁伸缩缝
JP3306863B2 (ja) アーチ形中空構造物
KR102560593B1 (ko) 교량 신축이음부에 적용되는 폐타이어를 이용한 친환경 퇴적물 방지 시스템 및 이의 시공 방법
KR101592933B1 (ko) 강합성 복합말뚝 및 그 시공방법
KR200241528Y1 (ko) 콘크리트 구조물의 익스팬션 조인트
KR102588517B1 (ko) 슬라브커버의 지지가 가능한 맨홀 보강장치

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060201