NL1018342C2 - Device for placing plant matter onto/in bed in open farm land has sensor member for determining pattern in bed and planting unit for placing plant matter at positions which determine pattern onto/in bed - Google Patents

Device for placing plant matter onto/in bed in open farm land has sensor member for determining pattern in bed and planting unit for placing plant matter at positions which determine pattern onto/in bed Download PDF

Info

Publication number
NL1018342C2
NL1018342C2 NL1018342A NL1018342A NL1018342C2 NL 1018342 C2 NL1018342 C2 NL 1018342C2 NL 1018342 A NL1018342 A NL 1018342A NL 1018342 A NL1018342 A NL 1018342A NL 1018342 C2 NL1018342 C2 NL 1018342C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cutting
bed
unit
cuttings
plants
Prior art date
Application number
NL1018342A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Johannes Hendriks Van Warbij
Marinus Johannes Evertse
Peter De Graaff
Michiel Gerardus Hendri Warbij
Robertus Wilhelmus Jos Meijden
Geertjan Sebastianus He Rossen
Original Assignee
Silca App Nbouw B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Silca App Nbouw B V filed Critical Silca App Nbouw B V
Priority to NL1018342A priority Critical patent/NL1018342C2/en
Priority to EP20020743963 priority patent/EP1397034B1/en
Priority to DE60201756T priority patent/DE60201756T2/en
Priority to ES02743963T priority patent/ES2231711T3/en
Priority to PCT/NL2002/000401 priority patent/WO2003000033A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1018342C2 publication Critical patent/NL1018342C2/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C11/00Transplanting machines
    • A01C11/02Transplanting machines for seedlings
    • A01C11/025Transplanting machines using seedling trays; Devices for removing the seedlings from the trays

Abstract

The device (1) is provided with a sensor member for determining a pattern, preferably an adjustable pattern, in the bed. A planting unit (5) is provided with devices for placing plant matter at pattern-determining positions onto or in the bed. The devices of the planting unit are separately controllable. A cutting unit (2) for cutting loose plant matter into plants or slips has separate clods. A buffering unit (4) is provided between the cutting unit and the planting unit.

Description

Inrichting voor het plaatsen van plantmaterie op of in een bedDevice for placing plant material on or in a bed

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het plaatsen van plantmaterie zoals planten of stekken op of in een bed, bijvoorbeeld in de volle grond of in een kas, 5 Uit de praktijk van het kweken van plantmaterie in tuinbouwkassen is bekend dat in sommige gevallen het planten van plantmaterie zoals stekken van bloemen in een bed handmatig gebeurt. Het gebeurt in gevallen waarbij de in een bed te planten stekken eerst worden opgekweekt in bakken of kisten waarin potgrond, meestal in een laag van enkele centimeters diep, is aangebracht. Er staan bijvoorbeeld ongeveer 100 stekken in een bak, 10 waarbij elke stek een afzonderlijke kluit heeft. Tijdens het opkweken groeien wortels van de stekken vaak aan elkaar vast. Er ontstaat als het ware een mat met een aantal planten of stekken, dus een verzameling planten of stekken met een grote, gezamenlijke kluit. Bij het plaatsen wordt door een meestal ongeschoolde en tijdelijke werkkracht telkens één stek van de andere stekken in de bak gescheiden, gewoonlijk door de wortels en kluit van de te 15 planten stek met zijn vingers los te wrikken of breken van die van de stekken die nog in de bak moeten blijven. De stek met aldus gescheiden kluit wordt met de hand opgepakt en op een daarvoor bestemde positie in het bed geplaatst. Het geleverde werk is persoonsgebonden, wat in sommige gevallen nadelig is omdat zowel de productiecapaciteit als de kwaliteit van plaatsing sterk kan fluctueren.The invention relates to a device for placing plant material such as plants or cuttings on or in a bed, for example in the open ground or in a greenhouse. From the practice of growing plant material in horticultural greenhouses it is known that in some cases it plant material planting such as cuttings of flowers in a bed is done manually. It happens in cases where the cuttings to be planted in a bed are first grown in trays or crates in which potting soil, usually in a layer of a few centimeters deep, has been applied. For example, there are approximately 100 cuttings in a container, 10 each having a separate root ball. The roots of the cuttings often grow together during growing. A mat is created with a number of plants or cuttings, so a collection of plants or cuttings with a large, joint root ball. When placing, one usually unskilled and temporary worker separates one of the cuttings from the other cuttings in the tray, usually by prying or breaking away the roots and clods of the cuttings to be planted with those of the cuttings that are still must remain in the container. The cutting with clod thus separated is picked up by hand and placed in a designated position in the bed. The work delivered is personal, which in some cases is disadvantageous because both the production capacity and the quality of placement can fluctuate considerably.

20 Op zich zijn inrichtingen bekend voor het gemechaniseerd en geautomatiseerd plan ten van zaailingen van groente- of fruitsoorten in een bed waarbij de zaailing een kluit met een vaste vorm en afmetingen heeft. Een dergelijke kluit wordt verkregen door het vormgeven daarvan in een cel van een kunststofbak, waarbij in de cel eventueel nog een pot aanwezig kan zijn. Er is dus hierbij sprake van zaailingen waarvan de kluiten van elkaar 25 gescheiden worden gehouden.Devices are known per se for the mechanized and automated planning of seedlings of vegetable or fruit types in a bed, the seedling having a root ball with a fixed shape and dimensions. Such a root ball is obtained by shaping it in a cell of a plastic container, wherein a pot may possibly also be present in the cell. Thus, there are seedlings in which the clods are kept separate from each other.

Het is een doel van de uitvinding om te voorzien in een inrichting volgens het in de aanhef omschreven soort bij gebruik waarvan er zomin mogelijk handenarbeid nodig is.It is an object of the invention to provide a device of the type described in the preamble when use of which no manual labor is required.

Het is een ander doel van de uitvinding om te voorzien in een verbeterde inrichting waarmee een hoge productie in termen van geplaatste plantmaterie kan worden bereikt.It is another object of the invention to provide an improved device with which a high production in terms of plant material placed can be achieved.

30 Het is nog een doel van de uitvinding om te voorzien in een inrichting waarmee een hoge kwaliteit van plaatsing op of in het bed wordt bereikt.It is another object of the invention to provide a device with which a high quality of placement on or in the bed is achieved.

Volgens een eerste aspect van de uitvinding worden een of meer van deze doelen bereikt met een inrichting voor het plaatsen van plantmaterie zoals planten of stekken op of in een bed, bijvoorbeeld in de volle grond of in een kas, waarbij de inrichting is voorzien ,·· /·, £ r. \ ,·' '/ c *·' 2 van een snijeenheid voor het van elkaar scheiden van de plantmaterie tot planten of stekken met afzonderlijke kluiten, en waarbij de inrichting is voorzien van een planteenheid voor het plaatsen van de planten of stekken met afzonderlijke kluiten op of in het bed.According to a first aspect of the invention, one or more of these objects are achieved with a device for placing plant material such as plants or cuttings on or in a bed, for example in the open ground or in a greenhouse, the device being provided, · / ·, £ r. Of a cutting unit for separating the plant matter from one another into plants or cuttings with separate clods, and wherein the device is provided with a planting unit for placing the plants or cuttings with separate clods on or in bed.

Onder toepassing van de snijeenheid wordt het voordeel bereikt dat elke te planten 5 plant of stek een afzonderlijke en goed gedefinieerde kluit krijgt. Nog een voordeel is dat er ook gebruik kan worden gemaakt van een verzameling planten of stekken die bij het opkweken daarvan al een gezamenlijke kluit heeft. Dat betekent dat de in een bed te plaatsen plantmaterie niet meer vooraf onderling gescheiden hoeft te worden aangeleverd. Bij het opkweken is er dus ook minder ruimte nodig. Dat betekent verder dat er minder verpak-10 kingsmateriaal hoeft te worden verwerkt in vergelijking met een situatie waarin planten of stekken vooraf van afzonderlijke kluiten in aparte potten zijn voorzien.The use of the cutting unit achieves the advantage that each plant or cutting to be planted has a separate and well-defined root ball. Another advantage is that use can also be made of a collection of plants or cuttings that already have a common root ball when cultivated. This means that the plant material to be placed in a bed no longer has to be supplied separately in advance. Therefore, less space is required when growing. This also means that less packaging material needs to be processed in comparison with a situation in which plants or cuttings are provided with separate clods in separate pots in advance.

Volgens een voorkeursuitvoering is de snijeenheid van de inrichting voorzien van eerste snijmiddelen voor het in een eerste richting snijden en tweede snijmiddelen voor het in een tweede, op de eerste richting snijdende richting snijden van de plantmaterie tot plan-15 ten of stekken met afzonderlijke kluiten. Dit verschaft het voordeel dat met twee eenvoudige snijbewegingen een plant of stek met een goed gedefinieerde kluit uit een hoek of rand van de aan de snijeenheid grenzende plantmaterie kan worden losgesneden.According to a preferred embodiment, the cutting unit of the device is provided with first cutting means for cutting in a first direction and second cutting means for cutting the plant material in a second direction cutting in the first direction into plants or cuttings with separate clods. This provides the advantage that with two simple cutting movements a plant or cutting with a well-defined root ball can be cut loose from a corner or edge of the plant material adjoining the cutting unit.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de eerste snijmiddelen voor het in de eerste richting snijden van de plantmaterie een aantal messen die onderling 20 op afstand van elkaar op een as zijn aangebracht. Dit verschaft het voordeel dat in één snij-beweging tezelfdertijd een aantal planten of stekken in de eerste richting kan worden gesneden. Nog een voordeel is dat bij gebruik tijdens het snijden in de tweede snijrichting de eerste messen de in de eerste richting gesneden plantmaterie op de plaats houden waardoor de planten of stekken niet alleen in de eerste snijrichting maar ook in de tweede snij-25 richting eenzelfde definitie krijgen.According to a further preferred embodiment, the first cutting means for cutting the plant material in the first direction comprise a number of knives which are arranged on a shaft at a distance from each other. This provides the advantage that a number of plants or cuttings can be cut in the first direction at the same time in one cutting movement. Another advantage is that when used during cutting in the second cutting direction, the first knives hold the plant material cut in the first direction so that the plants or cuttings have the same definition not only in the first cutting direction but also in the second cutting direction to get.

Bij verdere voorkeur is de onderlinge afstand tussen de eerste snijmiddelen traploos verstelbaar. Kluiten kunnen voorgaand aan het verwerken daarvan namelijk in verschillende mate uitdrogen. Ook kan plantmaterie in verschillende soorten potgrond, dus met verschillende samenstelling, zijn opgekweekt. Het is dus voordelig om de afmetingen van de 30 afzonderlijke kluiten naar aanleiding van de gesteldheid van de kluit van de te snijden plantmaterie te kunnen aanpassen.The distance between the first cutting means is furthermore preferably infinitely adjustable. Namely, clods can dry out to varying degrees prior to processing. Plant matter can also be cultivated in different types of potting soil, so with different composition. It is therefore advantageous to be able to adjust the dimensions of the individual balls in response to the condition of the balls of the plant material to be cut.

Bij nog verdere voorkeur zijn de eerste snijmiddelen op een spindelas aangebracht. Een spindelas omvat diverse gedeelten schroefdraad met verschillende spoed. De spoed varieert van het midden naar de uiteinden van de as van klein naar groot. Dat maakt ver- 3 stelling van de onderlinge afstand tussen de eerste snijmiddelen afhankelijk van de plaats daarvan langs de as sneller uitvoerbaar in vergelijking met verstelling van de onderlinge afstand tussen messen die zijn aangebracht op een gewone as.Still further preferably, the first cutting means are mounted on a spindle shaft. A spindle shaft comprises various sections of thread with different pitch. The pitch varies from the center to the ends of the axis from small to large. This makes adjustment of the mutual distance between the first cutting means dependent on the location thereof along the axis quicker to perform in comparison with adjustment of the mutual distance between knives arranged on an ordinary axis.

In een verdere voorkeursuitvoering heeft een van de eerste snijmiddelen, bij voor-5 keur het middelste mes of een mes ongeveer halverwege de lengte van de as waarop de eerste snijmiddelen zijn aangebracht, een vaste positie op deze as. Dit verschaft het voordeel van een referentiepunt ten behoeve van het instellen van de onderlinge afstand tussen de messen op de as waarop de eerste snijmiddelen zijn aangebracht. Door het referentiepunt halverwege de lengte van de as te kiezen kan de onderlinge afstand tussen de messen 10 makkelijk symmetrisch ten opzichte van het midden van de lengte van de as worden ingesteld. Bedoelde symmetrische instelling van de messen is voordelig in gevallen waarin een kluit die aan zijn randen meer is uitgedroogd dan in zijn midden moet worden verwerkt. Een droge kluit kan makkelijk verkruimelen; door aan de uiteinden van de gezamenlijke kluit planten of stekken met -gezien in de tweede, op de eerste richting snijdende snijrich-15 ting- kleinere afzonderlijke kluiten te snijden dan aan het midden daarvan wordt het potentiële verlies aan (te) droge en daardoor makkelijk verkruimelende plantmaterie verkleind.In a further preferred embodiment, one of the first cutting means, preferably the middle knife or a knife approximately halfway along the length of the axis on which the first cutting means are mounted, has a fixed position on this axis. This provides the advantage of a reference point for the purpose of adjusting the mutual distance between the blades on the shaft on which the first cutting means are arranged. By choosing the reference point halfway along the length of the shaft, the mutual distance between the knives 10 can easily be set symmetrically with respect to the center of the length of the shaft. The intended symmetrical setting of the knives is advantageous in cases where a root ball that has dried out more at its edges than has to be processed in its center. A dry ball can easily crumble; by cutting plants or cuttings at the ends of the joint clod with smaller individual clods, seen in the second cutting direction intersecting in the first direction, than at the center thereof, the potential loss of (too) dry and therefore easy crumbling plant matter reduced.

Bij verdere voorkeur is de inrichting voorzien van een transportband voor het transporteren van plantmaterie naar de snijeenheid. Dit verschaft het voordeel, dat er geen handenarbeid nodig is om de plantmaterie naar de snijeenheid te brengen en dat het mecha-20 nisch transporteren van de plantmaterie naar de snijeenheid steeds op eenzelfde wijze kan plaatsvinden.The device is furthermore preferably provided with a conveyor belt for transporting plant material to the cutting unit. This provides the advantage that no manual labor is required to bring the plant material to the cutting unit and that the mechanical transport of the plant material to the cutting unit can always take place in the same way.

Bij verdere voorkeur zijn de eerste snijmiddelen zodanig aangebracht dat deze tijdens gebruik van de inrichting de plantmaterie snijden in een eerste richting die in hoofdzaak evenwijdig is aan de langsas van de transportband. Dit verschaft het voordeel dat de 25 snijeenheid en de te snijden plantmaterie makkelijk ten opzichte van elkaar kunnen worden gepositioneerd om alle eerste snijmiddelen over een gelijke lengte in de plantmaterie te laten snijden. Dit maakt gebruik van messen met eenzelfde vorm en afmetingen voor dit doel mogelijk.The first cutting means are further preferably arranged such that, during use of the device, they cut the plant material in a first direction which is substantially parallel to the longitudinal axis of the conveyor belt. This provides the advantage that the cutting unit and the plant material to be cut can easily be positioned relative to each other to cause all first cutting means to cut in the plant material over an equal length. This makes use of knives with the same shape and dimensions for this purpose possible.

Bij verdere voorkeur omvatten de tweede snijmiddelen een mes dat tijdens gebruik 30 de in de eerste richting gesneden plantmaterie over de volle breedte daarvan lossnijdt tot planten of stekken met afzonderlijke kluiten. Dit verschaft het voordeel, dat met een simpele constructie van de snijmiddelen en daarmee twee in op elkaar snijdende richtingen uit te voeren snijbewegingen een strook plantmaterie tot een aantal planten of stekken met gelijke en goed gedefinieerde afzonderlijke kluiten wordt gesneden.The second cutting means furthermore preferably comprise a knife which during use cuts the plant material cut in the first direction over its full width into plants or cuttings with separate clods. This provides the advantage that with a simple construction of the cutting means and thus two cutting movements to be carried out in intersecting directions, a strip of plant material is cut into a number of plants or cuttings with equal and well-defined individual balls.

^ A 0 ^ 4^ A 0 ^ 4

In een verdere uitvoeringsvorm is de inrichting voorzien van centreermiddelen voor het centreren van de te snijden plantmaterie ten opzichte van het middelste mes of een mes ongeveer halverwege de lengte van de as waarop de eerste snijmiddelen zijn aangebracht. Dit verschaft het voordeel, dat de aan te voeren plantmaterie symmetrisch ten opzichte van 5 de middellijn in lengterichting van de plantmaterie kan worden gesneden, wat een consistent snijresultaat oplevert.In a further embodiment the device is provided with centering means for centering the plant material to be cut relative to the middle knife or a knife approximately halfway along the length of the axis on which the first cutting means are arranged. This provides the advantage that the plant matter to be supplied can be cut symmetrically with respect to the diameter in the longitudinal direction of the plant matter, which yields a consistent cutting result.

Volgens een tweede aspect van de uitvinding is de planteenheid voorzien van organen voor het meenemen van de te plaatsen planten of stekken met afzonderlijke kluiten naar daarvoor bestemde plaatsen op of in het bed. Dit verschaft een mogelijkheid voor het 10 koppelen van het snijden van plantmaterie tot planten of stekken met afzonderlijke kluiten aan het plaatsen van diezelfde planten of stekken op daarvoor bestemde posities in het bed. Het verschaft een mogelijkheid om de snelheid en nauwkeurigheid van het snijden en plaatsen te meten en te regelen.According to a second aspect of the invention, the planting unit is provided with means for carrying along the plants or cuttings to be placed with separate clods to designated places on or in the bed. This provides a possibility for coupling the cutting of plant material into plants or cuttings with separate clods to the placement of the same plants or cuttings at positions intended for that purpose in the bed. It provides an opportunity to measure and control the speed and accuracy of cutting and placement.

In een verdere uitvoering van het tweede aspect van de uitvinding zijn de mee-15 neemorganen van de planteenheid bij voorkeur afzonderlijk bestuurbaar. Dit verschaft het voordeel dat er variatie in plaatsing kan worden aangebracht, dat een beschikbare positie in het bed naar keuze kan worden beplant of juist niet, zoals bij het achterelkaar snijden en in één bed plaatsen van verschillende soorten plantmaterie.In a further embodiment of the second aspect of the invention, the carrying members of the plant unit are preferably controllable separately. This provides the advantage that variation in placement can be made, that an available position in the bed can be optionally planted or not, such as when cutting and placing different types of plant material in succession.

Bij verdere voorkeur omvatten de meeneemorganen grijpers die bij het meenemen 20 van boven af aangrijpen op de kluiten van de mee te nemen planten of stekken met afzonderlijke kluiten. Dit verschaft het voordeel, dat de meeneemorganen in de breedte compact gebouwd kunnen worden.Further preferably, the entraining members comprise grippers which, when being carried along, engage from above on the clods of the plants or cuttings to be taken along with individual clods. This provides the advantage that the carrier members can be built compact in width.

Volgens een derde aspect van de uitvinding is de inrichting voorzien van een buf-fereenheid tussen de snijeenheid en de planteenheid voor het tijdelijk ophopen van de van 25 de snijeenheid afkomstige planten of stekken met afzonderlijke kluiten. Aldus hoeven de meeneemorganen niet zonder te plaatsen planten of stekken te komen te staan, hetgeen ononderbroken bedrijf met de inrichting bevordert.According to a third aspect of the invention, the device is provided with a buffer unit between the cutting unit and the planting unit for temporarily accumulating the plants or cuttings from the cutting unit with separate clods. Thus, the entrainment members do not have to stand without plants or cuttings to be placed, which promotes continuous operation with the device.

Bij voorkeur is de inrichting voorzien van een besturingseenheid voor het verwerken van een signaal van de snijeenheid tot een besturingssignaal voor de planteenheid ter 30 plaatsing van planten of stekken met afzonderlijke kluiten op daarvoor bestemde posities op of in het bed. Dit biedt meer mogelijkheden voor het meet- en regeltechnisch op elkaar afstemmen van de stroom planten of stekken met afzonderlijke kluiten die van de snijeenheid afkomen en de via de buffereenheid te vormen stroom planten of stekken die door de planteenheid op of in het bed dienen te worden geplaatst.The device is preferably provided with a control unit for processing a signal from the cutting unit into a control signal for the plant unit for placing plants or cuttings with separate clods at positions intended for this purpose on or in the bed. This offers more possibilities for measuring and regulating the flow of plants or cuttings with separate clods coming from the cutting unit and the flow of plants or cuttings to be formed via the buffer unit which the plant unit has to place on or in the bed. placed.

55

Volgens een vierde aspect van de uitvinding is de inrichting voorzien van middelen voor het bepalen van een patroon, bij voorkeur een instelbaar patroon, op of in het bed. Het voordeel hiervan is dat plantmaterie op zich in een patroon in een bed kan worden geplaatst. Dit is met name economisch voordelig omdat voor uiteenlopende soorten plantma-5 terie het beschikbare oppervlak van een bed zo veel en zo nuttig mogelijk kan worden benut. Nog een voordeel is dat het bed in één gang met de inrichting langs een as van het bed kan worden beplant. Onder meer de te beplanten soort plantmaterie, de vorm en afmetingen van het bed en de ligging van het bed (in de volle grond of in een kas, bijvoorbeeld) maken dat het kunnen kiezen tussen plantpatronen gewenst is. Het voordeel van instel-10 baarheid van het plantpatroon is dat er met de inrichting zonodig binnen één bed zelf in verschillende patronen kan worden geplant, hetgeen extra operationele flexibiliteit biedt. Een beter grondgebruik is met name mogelijk bij het planten langs de randen van het bed.According to a fourth aspect of the invention, the device is provided with means for determining a pattern, preferably an adjustable pattern, on or in the bed. The advantage of this is that plant matter per se can be placed in a bed in a pattern. This is particularly economically advantageous because the available surface area of a bed can be utilized as much and as usefully as possible for a variety of plant material types. Another advantage is that the bed can be planted in one go with the device along an axis of the bed. Among other things, the type of plant material to be planted, the shape and dimensions of the bed and the location of the bed (in the open ground or in a greenhouse, for example) make it possible to choose between plant patterns. The advantage of adjustability of the plant pattern is that with the device it is possible to plant in different patterns within one bed itself, which offers additional operational flexibility. Better land use is particularly possible when planting along the edges of the bed.

In sommige gevallen, bijvoorbeeld bij het planten in de volle grond waarbij niet elke vierkante decimeter oppervlak hoeft te worden benut, kan er zonder meer in een of meer 15 patronen worden geplant. In andere gevallen kan het gewenst zijn een referentiemiddel dat aan, op of in het te beplanten bed is aangebracht te peilen in verband met het bepalen van de positie van de inrichting ten opzichte van het bed, met het doel de positie van de inrichting zonodig te corrigeren. Derhalve omvatten de patroonbepalingsmiddelen van de inrichting bij voorkeur een sensororgaan dat geschikt is voor het detecteren van een refe-20 rentiemiddel zoals een draad of gaas dat op of in het bed is aangebracht. Positiebepaling met een mogelijkheid tot correctie en bijsturing komt de nauwkeurigheid van het plaatsen van plantmaterie ten goede.In some cases, for example when planting in the open ground where it is not necessary to use every square decimeter of surface, one or more patterns can be planted without a doubt. In other cases it may be desirable to gauge a reference means which is arranged on, on or in the bed to be planted in connection with determining the position of the device relative to the bed, with the aim of adjusting the position of the device if necessary. correct. Therefore, the pattern determining means of the device preferably comprises a sensor member which is suitable for detecting a reference means such as a wire or mesh arranged on or in the bed. Determining the position with the possibility of correction and adjustment benefits the accuracy of the placement of plant material.

Het sensororgaan kan een optische sensor zijn. Wanneer het sensororgaan een metaaldetector of andere robuuste sensor is, dan is het sensororgaan bij voorkeur op een 25 sleepvoet is aangebracht. Dit verschaft het voordeel, dat het referentiemiddel zoals een draad of gaas letterlijk of in ieder geval van zo dichtbij mogelijk wordt afgetast, hetgeen de kans op detectiefouten verkleint. Met de sleepvoet kunnen ook kluiten die op te beplanten posities liggen worden weggeduwd.The sensor member can be an optical sensor. When the sensor member is a metal detector or other robust sensor, the sensor member is preferably mounted on a towing foot. This provides the advantage that the reference means such as a wire or mesh is scanned literally or at least from as close as possible, which reduces the risk of detection errors. With the towing foot it is also possible to push away clods that are in positions to be planted.

Volgens een verdere uitvoering is de inrichting voorzien van een besturingseenheid 30 voor het verwerken van een detectiesignaal van het sensororgaan tot een besturingssignaal voor de planteenheid en het op basis van dit besturingssignaal transporteren van de van de snijeenheid afkomstige planten of stekken met afzonderlijke kluiten naar de buffereenheid en het van daaruit plaatsen van de losgesneden planten of stekken met afzonderlijke kluiten op daarvoor bestemde patroonposities op of in het bed. Dit verschaft voordeel in ter- 6 men van gebmiksvriendelijke instelbaarheid van het patroon, zowel vóór het planten als onder het planten zelf. Andere bijkomende voordelen zijn onder meer die van eenduidigheid van plaatsing van plantmaterie en van de beheersbaarheid van de nauwkeurigheid van plaatsing, met name in vergelijking met het gebruikelijke handmatig beplanten van 5 bedden in kassen.According to a further embodiment, the device is provided with a control unit 30 for processing a detection signal from the sensor member into a control signal for the plant unit and transporting the plants or cuttings originating from the cutting unit with separate clods to the buffer unit on the basis of this control signal and from there placing the cut plants or cuttings with separate clods at designated pattern positions on or in the bed. This provides advantage in terms of user-friendly adjustability of the pattern, both before planting and under planting itself. Other additional advantages include that of the unambiguous positioning of plant material and the manageability of the accuracy of placement, in particular in comparison with the usual manual planting of 5 beds in greenhouses.

Een inrichting volgens de uitvinding is bij voorkeur voorzien van een lijdbaar frame met een niveauregelingssysteem. Dit verschaft het voordeel dat de inrichting tijdens bedrijf op een constante afstand van en in hoofdzaak evenwijdig aan het oppervlak van het bed kan worden gehouden, hetgeen het loodrecht op of in het bed plaatsen van een plant of 10 stek vergemakkelijkt.A device according to the invention is preferably provided with a passable frame with a level control system. This provides the advantage that during operation the device can be kept at a constant distance from and substantially parallel to the surface of the bed, which facilitates placing a plant or cutting perpendicular to or in the bed.

De uitvindingsgedachte zal nu nader worden toegelicht en verdere uitvoeringsvormen zullen worden beschreven aan de hand van een voorbeeld en bijbehorende tekening.The inventive idea will now be further elucidated and further embodiments will be described with reference to an example and accompanying drawing.

In de tekening toont:In the drawing:

Figuur 1 een perspectivisch bovenaanzicht van een inrichting die is voorzien van 15 een snijeenheid, een buffereenheid, een planteenheid en patroonbepalingsmiddelen volgens de uitvinding;Figure 1 shows a perspective top view of a device which is provided with a cutting unit, a buffer unit, a plant unit and pattern determining means according to the invention;

Figuur 2 een bovenaanzicht van een aanvoerband, centreermiddelen en een snijeenheid volgens de uitvinding;Figure 2 shows a top view of a conveyor belt, centering means and a cutting unit according to the invention;

Figuur 3 een zijaanzicht van de snijeenheid volgens Fig. 2; 20 Figuren 4 en 5 enkele voorbeelden van meeneemorganen van een planteenheid vol gens de uitvinding;Figure 3 is a side view of the cutting unit according to Figs. 2; Figures 4 and 5 show some examples of entraining members of a plant unit according to the invention;

Figuur 6 een zij- en vooraanzicht van een sleepvoet en een sensorhouder van de patroonbepalingsmiddelen volgens de uitvinding; enFigure 6 shows a side and front view of a towing foot and a sensor holder of the pattern determining means according to the invention; and

Figuur 7 een perspectivisch zijaanzicht van de uitvoeringsvorm volgens Fig. 1.Figure 7 is a perspective side view of the embodiment according to Figs. 1.

2525

De figuren zijn schematisch en niet op schaal getekend. In de figuren verwijzen gelijke cijfers naar overeenkomstige delen van de getoonde uitvoeringsvormen van de inrichting.The figures are schematic and not drawn to scale. In the figures, the same numbers refer to corresponding parts of the embodiments of the device shown.

In Figuur 1 ziet men van boven af een inrichting 1 die is voorzien van twee snijeen-30 heden 2, twee verdeelbanden 3, twee buffereenheden 4, twee planteenheden 5 en patroonbepalingsmiddelen 6 volgens de uitvinding. Er is een bed 7, in dit voorbeeld een bed in een tuinbouwkas. Er ligt gaas 8 op het bedoppervlak. Het gaas 8 is verbonden met een hijsframe 9 waarvan een ligger 10 te zien is. Er lopen verwarmingsbuizen 11 in een oriëntatie haaks op de liggers 10 van het hijsframe 9. De verwarmingsbuizen 11 dienen als transport- ; ri ') 4 2 7 buizen voor de inrichting 1 en een transportwagen 12 waarmee te snijden plantmaterie (niet getoond) wordt aangevoerd. De inrichting 1 omvat een rijdbaar frame 13 waarop een operator 14 kan plaatsnemen. De inrichting 1 omvat verder een transportband 15 die aan elk van zijn beide uiteinden aansluit op een aanvoerband 16. De inrichting is in dit voorbeeld dub-5 bel uitgevoerd, en is dus voorzien van twee snijeenheden, twee verdeelbanden, twee buf-ferbanden, twee planteenheden, enz. Om de beschrijving overzichtelijk te houden zal hieronder slechts één helft van de inrichting (die ter rechterzijde van het figuur) worden beschreven.Figure 1 shows from above a device 1 which is provided with two cutting units 2, two distribution belts 3, two buffer units 4, two planting units 5 and pattern determining means 6 according to the invention. There is a bed 7, in this example a bed in a greenhouse. There is mesh 8 on the bed surface. The mesh 8 is connected to a hoisting frame 9 of which a beam 10 can be seen. Heating pipes 11 run perpendicular to the beams 10 of the hoisting frame 9. The heating pipes 11 serve as transport; ri ') 4 2 7 tubes for the device 1 and a transport trolley 12 with which the plant material to be cut (not shown) is supplied. The device 1 comprises a drivable frame 13 on which an operator 14 can sit. The device 1 further comprises a conveyor belt 15 which connects at each of its two ends to a supply belt 16. In this example the device is designed double, and is thus provided with two cutting units, two distribution belts, two buffer belts, two plant units, etc. In order to keep the description clear, only one half of the device (the one to the right of the figure) will be described below.

De aanvoerband 16 is aan weerszijden ten opzichte van zijn lengterichting voorzien 10 van centreermiddelen, in dit geval een stangenstelsel 17, die dienen voor het centreren van de plantmaterie op de aanvoerband. Met de aanvoerband 16 wordt te snijden plantmaterie gebracht naar de snijeenheid 2. Een nadere beschrijving van de snijeenheid volgt later aan de hand van Figuren 2 en 3. De inrichting 1 is voorzien van schuifmiddelen (niet getoond) voor het schuiven van de tijdens bedrijf door de snijeenheid losgesneden planten of stekken 15 met afzonderlijke kluiten op een verdeelband 3. De verdeelband 3 omvat een eindloze band 18 voorzien van een aantal rijen 19 die dwars ten opzichte van de bewegingsrichting (aangegeven met pijlen) van de verdeelband zijn aangebracht. De rijen 19 worden van elkaar gescheiden door opstaande randen 20.The supply belt 16 is provided on both sides with respect to its longitudinal direction with centering means, in this case a rod system 17, which serve for centering the plant material on the supply belt. Plant material to be cut with the supply belt 16 is brought to the cutting unit 2. A further description of the cutting unit follows later with reference to Figures 2 and 3. The device 1 is provided with sliding means (not shown) for sliding the during operation through plants or cuttings 15 cut loose with the cutting unit on a dividing band 3. The dividing band 3 comprises an endless band 18 provided with a number of rows 19 arranged transversely to the direction of movement (indicated by arrows) of the dividing band. The rows 19 are separated from each other by raised edges 20.

De verdeelband 3 sluit aan zijn van de snijeenheid 2 afgekeerde zijde aan op een lift-20 installatie 21 (later te beschrijven aan de hand van Figuur 7). De liftinstallatie 21 sluit op haar beurt aan op een buffereenheid 4, welke evenals de verdeelband 3 is voorzien van een aantal rijen 23 die onderling gescheiden worden door opstaande randen 24. In het figuur is te zien dat de rijen 23 van de buffereenheid zijn voorzien van verschillende aantallen planten of stekken met afzonderlijke kluiten 25, in anticipatie op plaatsing daarvan op het bed 7 25 met behulp van de planteenheden 5. Aan de bovenkant van dit figuur zijn ook al of juist niet beplante posities van het patroon, 26 resp. 27 te zien.The dividing band 3 connects on its side remote from the cutting unit 2 to a lift installation 21 (to be described later with reference to Figure 7). The elevator installation 21 in turn connects to a buffer unit 4 which, like the dividing belt 3, is provided with a number of rows 23 which are separated from one another by upright edges 24. The figure shows that the rows 23 of the buffer unit are provided with different numbers of plants or cuttings with separate clods 25, in anticipation of their placement on the bed 7 with the aid of the plant units 5. At the top of this figure also positions of the pattern, 26 and 40 respectively, have not been planted. 27 to see.

Figuur 2 toont een bovenaanzicht van een inrichting die een aanvoerband, centreermiddelen en een snijeenheid volgens de uitvinding omvat. Er wordt in dit figuur slechts één snijeenheid 2 getoond, overeenkomstig die welke rechts in Figuur 1 is getoond. 30 De aanvoerband 16 is eindloos en kan zowel vooruit als achteruit transporteren. Met de aanvoerband 16 wordt los te snijden plantmaterie (niet getoond) aangevoerd van links in het figuur (dus eigenlijk vanuit het midden in de lengterichting van de inrichting 1, waar in een transportband (hier niet getoond) is voorzien, waarbij de transportband de plantmaterie bij de aanvoerband aflevert) naar de snijeenheid 2, rechts in het figuur. De snijeenheid om- 8 vat een aantal messen 28 die eerste snijmiddelen vormen welke worden aangebracht voor het snijden in een eerste richting, waarbij de eerste richting samenvalt met de lengterichting van de aanvoerband. Er is een oneven aantal messen aangebracht op een as 29. Het middelste mes 30 heeft een vaste positie op de as 29. De aanvoerband 16 is aan weerszijden van 5 zijn lengterichting voorzien van een stangenstelsel 17 dat dient voor het centreren van de plantmaterie op de aanvoerband. Het stangenstelsel 17 centreert de plantmaterie ten opzichte van het midden in de breedte van de aanvoerband, zodat tijdens bedrijf het middelste mes 30 de plantmaterie overlangs kan snijden in het midden van de breedte van de plantmaterie. De werking van het stangenstelsel zal duidelijk zijn aan de hand van de dub-10 bele pijlen die aangeven in welke richtingen de stangen en de armen waaraan de stangen zijn bevestigd kunnen bewegen. De snijeenheid omvat verder tweede snijmiddelen, in dit voorbeeld gevormd door één mes 31 dat snijdt in een tweede richting, in het figuur loodrecht van boven naar beneden, waarbij deze tweede richting op de eerste richting (in het figuur van rechts naar links) snijdt. Er is ook een gedeeltelijk weggesneden deel van een 15 verdeelband 3 te zien waar de losgesneden planten of stekken met afzonderlijke kluiten op worden geschoven (door middel van niet getoonde schuifmiddelen) om te worden verdeeld en te worden overgebracht naar een bufferband (niet getoond). De verdeelband omvat een aantal rijen 19 dwars op een eindloze band, waarbij de rijen van elkaar worden gescheiden door opstaande randen 20. De bewegingsrichting van deze verdeelband is van rechts naar 20 links in het figuur.Figure 2 shows a top view of a device which comprises a conveyor belt, centering means and a cutting unit according to the invention. Only one cutting unit 2 is shown in this figure, corresponding to that shown on the right in Figure 1. The conveyor belt 16 is endless and can transport both forwards and backwards. With the supply belt 16, loose-cut plant material (not shown) is supplied from the left in the figure (i.e. actually from the center in the longitudinal direction of the device 1, where a conveyor belt (not shown here) is provided, wherein the conveyor belt provides the plant material delivery to the conveyor belt) to the cutting unit 2, on the right in the figure. The cutting unit comprises a number of knives 28 which form first cutting means which are arranged for cutting in a first direction, the first direction coinciding with the longitudinal direction of the feed belt. An odd number of knives is mounted on a shaft 29. The middle knife 30 has a fixed position on the shaft 29. The supply belt 16 is provided on both sides of its longitudinal direction with a rod system 17 which serves for centering the plant material on the shaft. conveyor belt. The rod system 17 centers the plant material relative to the center in the width of the supply belt, so that during operation the middle knife 30 can cut the plant material longitudinally in the center of the width of the plant material. The operation of the rod system will be clear on the basis of the double arrows which indicate in which directions the rods and the arms to which the rods are attached can move. The cutting unit further comprises second cutting means, in this example formed by one knife 31 which cuts in a second direction, perpendicularly from top to bottom in the figure, this second direction cutting on the first direction (in the figure from right to left). A partially cut-away part of a dividing belt 3 can also be seen on which the cut-off plants or cuttings with separate clods are slid (by means of non-shown sliding means) to be distributed and transferred to a buffer belt (not shown). The dividing band comprises a number of rows 19 transversely of an endless band, the rows being separated from each other by raised edges 20. The direction of movement of this dividing band is from right to left in the figure.

Figuur 3 toont een zijaanzicht van de uitvoering van de snijeenheid van Figuur 2. Te zien is de aanvoerband 16 nabij zijn einde waar hij aan de snijeenheid 2 grenst. Bovenop de aanvoerband ligt los te snijden plantmaterie 32 met een gezamenlijke kluit 33. De eerste snijmiddelen, zijnde de messen 28, voor het in de eerste richting snijden in de plantmaterie 25 worden getoond in een stand 34 waarbij ze vrij staan van de plantmaterie. De messen 28 zijn gemonteerd op een spindelas 35. De spindelas 35 omvat diverse gedeelten schroefdraad met verschillende spoed. De spoed loopt van binnen naar buiten van klein naar groot. Het middelste mes op deze as staat vast; daarom moet de plantmaterie op de aanvoerband worden gecentreerd. Het is overigens mogelijk om de messen 28 aan te brengen 30 op een gewone as zodanig, dat de positie van elk mes afzonderlijk, traploos en handmatig kan worden ingesteld. Met 36 wordt een blok aangeduid waaraan de snijeenheid verticaal kan zwenken. Het cijfer 37 verwijst naar een schamieras voor het verplaatsen van het blok 36 en het deel van de snijeenheid waarin de eerste snijmiddelen 28 zijn aangebracht. De tweede snijmiddelen, hier gevormd door het ene mes 31, zijn afgebeeld in een stand waarin 9 het ene mes 31 tussen een rij van reeds in de eerste richting gesneden planten 38 en de rest van de plantmaterie 39 in staat.Figure 3 shows a side view of the embodiment of the cutting unit of Figure 2. The supply belt 16 can be seen near its end where it borders the cutting unit 2. On top of the conveyor belt lies loose plant material 32 with a joint ball 33. The first cutting means, being the knives 28, for cutting the plant material 25 in the first direction are shown in a position 34 in which they are free from the plant material. The blades 28 are mounted on a spindle shaft 35. The spindle shaft 35 comprises various sections of thread with different pitch. The rush runs from inside to outside from small to large. The middle knife on this axis is fixed; therefore the plant matter must be centered on the conveyor belt. Incidentally, it is possible to fit the knives 28 on an ordinary shaft such that the position of each knife can be adjusted individually, steplessly and manually. 36 denotes a block on which the cutting unit can pivot vertically. The numeral 37 refers to a hinge axis for moving the block 36 and the part of the cutting unit in which the first cutting means 28 are arranged. The second cutting means, here formed by the one knife 31, are shown in a position in which 9 the one knife 31 stands between a row of plants 38 already cut in the first direction and the rest of the plant material 39.

Figuren 4 en 5 tonen enkele voorbeelden van meeneemorganen van een planteen-heid volgens de uitvinding. De getoonde meeneemorganen zijn grijpers 40 die aan hun on-5 derzijde zijn voorzien van klemmiddelen 41 welke op een te verplaatsen kluit (schematisch getoond) aangrijpen (4A en 4B), of grijpers die met rubberen ribben 42 op de steel van een plant of stek aangrijpen en met een metalen profiel 43 op de kluit daarvan aangrijpen (4C en 4D). De grijpers kunnen ook met rubberen ribben, en sponsmateriaal 44 op de steel van een plant of stek aangrijpen en met een metalen profiel op de kluit daarvan aangrijpen (4E 10 en 4F). Volgens voorbeelden 4G en 4H grijpen de grijpers met rubberen ribben aan op zowel de steel van een plant of stek als op de kluit daarvan. Volgens voorbeelden 41 en 4J grijpen de grijpers met rubberen ribben aan op de steel van een plant of stek en met klem-hoekjes 41 op de kluit daarvan. Meeneemorganen 40 volgens de uitvoeringen 4A, 4B en 41, 4J verdienen de voorkeur omdat de klemmiddelen 41 waarmee deze zijn uitgerust van bo-15 ven af op de kluit van een plant of stek aangrijpen. In het bijzonder grijpen deze klemmiddelen een kluit vanaf twee tegenovergestelde zijden aan zijn bovenrand aan, waarbij de klemhoekjes zowel van boven af als van opzij de kluit aandrukken. Dit is voordelig met het oog op het intact houden van de kluit.Figures 4 and 5 show some examples of entraining members of a plant unit according to the invention. The entraining members shown are grippers 40 which are provided on their underside with clamping means 41 which engage on a movable clod (shown schematically) (4A and 4B), or grippers with rubber ribs 42 on the stem of a plant or cutting and engage with a metal profile 43 on the root ball thereof (4C and 4D). The grippers can also engage with rubber ribs and sponge material 44 on the stem of a plant or cutting and engage with a metal profile on the root ball thereof (4E 10 and 4F). According to examples 4G and 4H, the grippers with rubber ribs engage both the stem of a plant or cutting and the root ball thereof. According to examples 41 and 4J the grippers with rubber ribs engage on the stem of a plant or cutting and with clamping corners 41 on the root ball thereof. Carriers 40 according to the embodiments 4A, 4B and 41, 4J are preferred because the clamping means 41 with which they are equipped engage from the top with the root ball of a plant or cutting. In particular, these clamping means engage a root ball from two opposite sides at its upper edge, the clamping corners pressing the root ball both from above and from the side. This is advantageous with a view to keeping the root ball intact.

Figuren 5A toont in zijaanzicht en Figuren 5B, 5C en 5D tonen in vooraanzicht enke-20 le momentopnamen van de beweging uit te voeren door een grijper 40 die in het getoonde voorbeeld de vorm van een soort schaar 45 heeft welke is voorzien van geprofileerde con-tactvlakken 46 waarmee op een kluit 47 wordt aangegrepen. Te zien zijn een verplaatsings-middel zoals een hydraulische of pneumatische cilinder 48, aan de onderzijde waarvan een verbindingsblok 49 is aangebracht. Er zijn op het verbindingsblok 49 aan zijn onderzijde 25 twee naar elkaar toe te bewegen grijparmen 50 scharnierend aangebracht De grijparmen 50 zijn aan hun onderzijde voorzien van klemplaten 51 zodanig dat daarmee een kluit 47 van twee tegenovergestelde zijden aan de bovenrand daarvan kan worden aangegrepen waarbij de geprofileerde contactvlakken 46 die zijn aangebracht aan de binnenkant van de klemplaten 51 schuin tegen de bovenrand van de kluit aandrukken. In een eerste stap voor het aan-30 grijpen van een kluit 47 (zie 5A en 5B) wordt de cilinder 48 in positie gebracht boven een aan te grijpen plant of stek waarbij de grijparmen 50 uit elkaar staan en de steel 52 van de plant of stek van twee zijden insluiten zonder daarbij de bladeren 53 van de plant of stek aan te raken. Vervolgens (zie 5B, de pijlen) worden de grijparmen 50 naar elkaar toe bewogen om de kluit 47 aan te grijpen zoals zojuist hierboven omschreven. Daarbij raken de 10 grijparmen ook aan de bladeren van de plant of stek. Vervolgens wordt de cilinder 48 met alles wat daaraan hangt gebracht boven de betreffende te beplanten positie in het bed 7. De cilinder 48 wordt vervolgens omlaag gebracht (zie 5C, de pijl) totdat de kluit op of in het bed is gezet waarbij de grijparmen 50 nog steeds tegen de kluit 47 aandrukken. In een laats-5 te stap worden eerst de grijparmen uit elkaar bewogen (zie 5D) om de plant of stek vrij te geven en vervolgens wordt de cilinder 48 omhoog en verder weg gehaald.Figures 5A shows in side view and Figures 5B, 5C and 5D show in front view some snapshots of the movement to be carried out by a gripper 40 which in the shown example has the form of a kind of scissors 45 which is provided with profiled contact tact surfaces 46 with which grip is made on a ball 47. A displacement means such as a hydraulic or pneumatic cylinder 48 can be seen, on the underside of which a connecting block 49 is arranged. There are two gripping arms 50 which are hinged toward each other on the connecting block 49 on its underside. The gripping arms 50 are provided on their underside with clamping plates 51 such that a clod 47 of two opposite sides can be engaged on the upper edge thereof, whereby the press profiled contact surfaces 46 arranged on the inside of the clamping plates 51 obliquely against the upper edge of the root ball. In a first step for engaging a root ball 47 (see 5A and 5B), the cylinder 48 is brought into position above a plant or cutting to be engaged, the gripping arms 50 being spaced apart and the stem 52 of the plant or embed cutting from two sides without touching the leaves 53 of the plant or cutting. Subsequently (see 5B, the arrows) the gripping arms 50 are moved towards each other to engage the ball 47 as just described above. The gripping arms thereby also touch the leaves of the plant or cutting. Subsequently, the cylinder 48 with everything hanging on it is brought above the position to be planted in the bed 7. The cylinder 48 is then lowered (see 5C, the arrow) until the root ball is placed on or in the bed with the gripping arms 50 still press against the ball 47. In a last step, the gripping arms are first moved apart (see 5D) to release the plant or cutting and then the cylinder 48 is raised and further removed.

Figuur 6 toont in zij- en vooraanzicht een voorbeeld van een sleepvoet inclusief de ophanging daarvan. De sleepvoet 54 omvat een metaaldetector 55 in een verende houder 56. De sleepvoet 54 is verticaal zwenkbaar bevestigd aan een as 57 die is aangebracht op een 10 uiteinde van een gebogen arm 58, welke arm aan zijn andere uiteinde via een as 59 en een montageplaat is verbonden met het onderstel van de inrichting 1. Aan de as 59 is ook een detectiebalk 60 verticaal zwenkbaar bevestigd. De detectiebalk 60 omvat een sensor welke dient voor fysieke aftasting van een obstakel dat tegen de transportbuis aanligt, zoals een punt van bevestiging van de transportbuis met een onderliggend hijsframe.Figure 6 shows an example of a towing foot including the suspension thereof in side and front view. The towing foot 54 comprises a metal detector 55 in a resilient holder 56. The towing foot 54 is pivotally mounted on a shaft 57 mounted on one end of a curved arm 58, which arm on its other end via a shaft 59 and a mounting plate is connected to the chassis of the device 1. A detection beam 60 is also vertically pivotally mounted on the shaft 59. The detection beam 60 comprises a sensor which serves for physical scanning of an obstacle which lies against the transport tube, such as a point of attachment of the transport tube with an underlying hoisting frame.

15 In Figuur 7 ziet men van rechts af de inrichting volgens Fig. 1. Dit figuur toont het onderstel 61 van het rijdbare frame 13 dat is voorzien van wielen 62 die op de transport-buizen 11 sporen. Aan het onderstel 61 is een sleepvoet 54 aangebracht die behoort bij de patroonbepalingsmiddelen 63-65 aangebracht. De sleepvoet 54 is voorzien van een sensor 63 die is aangebracht in een verende houder 56 welke op zijn beurt is aangebracht op een 20 arm 58 welke verticaal zwenkbaar is bevestigd aan de as 59. Een ander onderdeel van de patroonbepalingsmiddelen 63-65 is een weergeefscherm 64 dat behoort bij een computer (niet getoond) die ondergebracht is in een behuizing 65 op het rijdbare frame 13. Figuur 7 toont verder in detail middelen voor het verplaatsen van planten of stekken met afzonderlijke kluiten van de verdeelband 3 naar de buffereenheid 4. Deze verplaatsingsmiddelen 25 omvatten een liftinstallatie 21. De liftinstallatie 21 dient voor het lager en dichterbij het bed brengen van de tijdens bedrijf in dit stadium losgesneden en inmiddels met behulp van de verdeelband 3 gesorteerde planten of stekken door het verplaatsen daarvan naar de buffereenheid 4. Het is van de buffereenheid 4 uit dat een planteenheid 5 de planten of stekken met afzonderlijke kluiten oppakt en op of in het bed plaatst. De planteenheid 5 wordt ge-30 toond in twee standen: een stand 66 boven de te plaatsen planten of stekken bij het aangrijpen daarvan, en een stand 67 boven het bed bij het daadwerkelijk plaatsen van de planten of stekken 25 aan, op of in het bed.Figure 7 shows from the right the device according to Figs. 1. This figure shows the chassis 61 of the drivable frame 13 which is provided with wheels 62 which track on the transport tubes 11. Arranged on the frame 61 is a drag foot 54 which is associated with the pattern determining means 63-65. The towing foot 54 is provided with a sensor 63 which is mounted in a resilient holder 56 which in turn is mounted on an arm 58 which is vertically pivotably attached to the shaft 59. Another part of the pattern determining means 63-65 is a display screen 64 associated with a computer (not shown) housed in a housing 65 on the drivable frame 13. Figure 7 further shows in detail means for moving plants or cuttings with separate clods from the dividing belt 3 to the buffer unit 4. This displacement means 25 comprise an elevator installation 21. The elevator installation 21 serves to bring the plants or cuttings cut loose during this stage and brought closer to the bed during operation by now moving them to the buffer unit 4. from the buffer unit 4 that a plant unit 5 picks up the plants or cuttings with separate clods and places them on or in the bed t. The planting unit 5 is shown in two positions: a position 66 above the plants or cuttings to be placed when engaging them, and a position 67 above the bed when actually placing the plants or cuttings 25 on, on or in the plant. bed.

Hieronder wordt een werkwijze onder toepassing van de snijeenheid volgens de uitvinding beschreven. Ook een werkwijze onder toepassing van de planteenheid en de pa- ; ï 83 4 2 11 troonbepalingsmiddelen van de uitvinding worden (nader) beschreven. Er volgt verder een beschrijving van een werkwijze onder toepassing van een inrichting voorzien van enkele van in het voorgaande beschreven aspecten van de uitvinding.A method using the cutting unit according to the invention is described below. Also a method using the plant unit and the pa-; The throne determining means of the invention are (further) described. Further, a description of a method using a device provided with some of the aspects of the invention described above follows.

Een werkwijze onder toepassing van een snijeenheid volgens de uitvinding omvat 5 de volgende stappen: het plaatsen van plantmaterie met een gezamenlijke kluit op de transportband, het verplaatsen van de plantmaterie van de transportband naar een aan-voerband, het centreren van de plantmaterie op de aanvoerband door middel van het stan-genstelsel, het voeren van de gecentreerde plantmaterie naar de snijeenheid, het positioneren van de plantmaterie tegen een achteraanslag van de snijeenheid aan, het in een eerste 10 richting (in dit voorbeeld samenvallend met de lengterichting van de aanvoerband) snijden van de plantmaterie, het terugtrekken van de achteraanslag, het met de tweede snijmidde-len lossnijden van de in de eerste richting aangesneden plantmaterie zodat de aangesneden afzonderlijke kluiten in wording nu ook geheel worden losgesneden van de rest van de plantmaterie, welke rest nog eerst in de eerste richting moet worden aangesneden, het iets 15 terugbewegen van de aanvoerband, het terugtrekken van de in de eerste richting snijdende eerste snijmiddelen, het schuiven van de losgesneden planten of stekken met afzonderlijke kluiten op de verdeelband, het terugtrekken van de tweede snijmiddelen, en het opnieuw in beginpositie brengen van de achteraanslag van de snijeenheid. Het zal duidelijk zijn dat met al deze stappen planten of stekken met afzonderlijke en goed gedefinieerde kluiten 20 worden verkregen en dat enkele stappen anders kunnen, zoals het terugtrekken van de tweede snijmiddelen tegelijk met het schuiven van de losgesneden planten of stekken met afzonderlijke kluiten op de verdeelband.A method using a cutting unit according to the invention comprises the following steps: placing plant material with a joint ball on the conveyor belt, moving the plant material from the conveyor belt to a feed belt, centering the plant material on the feed belt by means of the standing system, feeding the centered plant material to the cutting unit, positioning the plant material against a back stop of the cutting unit, cutting in a first direction (in this example coinciding with the longitudinal direction of the supply belt) of the plant matter, the retraction of the back stop, cutting the plant matter cut in the first direction with the second cutting means so that the cut individual lumps in the making are now also completely cut loose from the rest of the plant matter, which remains first in the first direction must be cut, moving the conveyor belt back slightly, withdrawing the first cutting means cutting in the first direction, sliding the cut plants or cuttings with separate clods onto the dividing belt, withdrawing the second cutting means, and bringing the back stop of the cutting unit back into the starting position. It will be clear that with all these steps plants or cuttings with separate and well-defined clods are obtained and that some steps can be done differently, such as withdrawing the second cutting means at the same time as sliding the cut-off plants or cuttings with separate clods onto the conveyor belt.

Nu met betrekking tot de planteenheid: de meeneemorganen van de planteenheid omvatten grijpers die bij voorkeur ieder afzonderlijk bestuurbaar zijn. De kracht waarmee 25 een plant of stek in het bed wordt aangedrukt is eveneens afzonderlijk instelbaar. Een werkwijze onder toepassing van de planteenheid volgens de uitvinding omvat de volgende stappen: (a) het brengen van een of meer grijpers van de planteenheid boven de aan te grijpen planten of stekken met afzonderlijke kluiten die in de buffereenheid gereedstaan; (b) het van boven af aangrijpen van de plant of stek zodanig dat de grijpers op de kluit van de 30 plant of stek aangrijpen; (c) het verplaatsen van de grijpers naar boven de te beplanten positie; (d) het omlaag verplaatsen van de grijpers zodanig dat de plant of stek met kluit op de bepaalde positie op of in de grond wordt gezet; (e) het loslaten van de aangegrepen stek met kluit en het terugtrekken van de grijpers naar een ruststand of naar een volgende posi- 'l ί I 2 12 tie bij de buffereenheid. Naar keuze kan na stap (d) de op of in de grond gezette plant of stek met kluit nog worden aangedrukt.Now with regard to the planting unit: the entraining members of the planting unit comprise grippers which are preferably each individually controllable. The force with which a plant or cutting is pressed into the bed is also separately adjustable. A method using the planting unit according to the invention comprises the following steps: (a) bringing one or more grippers of the planting unit above the plants or cuttings to be gripped with individual clods that are ready in the buffer unit; (b) engaging the plant or cutting from above such that the grippers engage the root ball of the plant or cutting; (c) moving the grippers above the position to be planted; (d) moving the grippers down such that the plant or cuttings with root ball are placed on or in the ground at the determined position; (e) releasing the gripped catch with clod and retracting the grippers to a rest position or to a next position at the buffer unit. Optionally, after step (d), the plant or cuttings placed on or in the ground with root ball can still be pressed.

Thans over de patroonbepalingsmiddelen: deze middelen volgens de uitvinding omvatten tenminste één sensororgaan en bij voorkeur meerdere sensororganen per te be-5 planten bed. De sensororganen zijn, afhankelijk van de toegepaste soort sensor (fysieke aftasting, optisch of radardetectie, bijvoorbeeld) eventueel aangebracht op een sleepvoet. Overigens is het zo, dat de sleepvoet een speciale vorm kan hebben, zodanig dat bij voorttrekken daarvan over en langs het op het bed liggende gaas eventueel blokkerende kluiten of andere obstakels opzij worden geduwd. De sensor kan zijn opgenomen in een verende 10 houder.Now for the pattern determining means: these means according to the invention comprise at least one sensor member and preferably several sensor members per bed to be planted. Depending on the type of sensor used (physical scanning, optical or radar detection, for example), the sensor members may be mounted on a towing foot. Incidentally, the towing foot can have a special shape, such that when pulled over and along the mesh lying on the bed, possibly blocking clods or other obstacles are pushed aside. The sensor can be accommodated in a resilient holder.

Wanneer twee sensoren het gaas detecteren, dan wordt er op basis van de betreffende detectiesignalen de optimale te beplanten positie bepaald. Aan de hand van de bepaling wordt aan de planteenheid een bijbehorende instructie gegeven.When two sensors detect the mesh, the optimum position to be planted is determined on the basis of the relevant detection signals. A corresponding instruction is given to the plant unit on the basis of the determination.

In nader detail omvat het detecteren van het gaasmateriaal de stappen van: (a) het 15 rijden van de inrichting over of langs het te beplanten bed, (b) het met een sensor detecteren van het gaasmateriaal en het doorgeven van de betreffende signalen aan de computer; en (c) het verwerken van de signalen door de computer tot een signaal aan de planteenheid voor het planten van de stek met kluit op de bepaalde positie van het patroon.In further detail, detecting the mesh material comprises the steps of: (a) driving the device over or along the bed to be planted, (b) detecting the mesh material with a sensor and transmitting the relevant signals to the computer; and (c) processing the signals by the computer into a signal at the planting unit for planting the cutted root ball at the determined position of the pattern.

Wanneer de inrichting verder is voorzien van een detectiebalk die is verbonden met 20 een sleepvoet, dan sleept bij het rijden volgens stap (a) de sleepvoet over het bed. Aansluitend wordt er ook met de betreffende sensor van de detectiebalk een obstakel welk tegen de transportbuis aanligt, zoals het hijsframe, gedetecteerd en wordt een signaal aan de computer doorgegeven; en wordt na stap (b) het signaal door de computer verwerkt tot een aan-sturingssignaal voor de sleepvoet; en wordt de sleepvoet aangestuurd zodanig dat de 25 sleepvoet over het obstakel heen wordt getild en daarachter neergezetIf the device is further provided with a detection beam which is connected to a towing foot, the towing foot drags over the bed when driving according to step (a). Subsequently also with the relevant sensor of the detection beam an obstacle which lies against the transport tube, such as the hoisting frame, is detected and a signal is passed on to the computer; and after step (b), the signal is processed by the computer into a drive signal for the towing foot; and the towing foot is controlled such that the towing foot is lifted over the obstacle and put down behind it

Het komt vaak voor dat het bed niet over zijn gehele lengte (enkele tientallen meters tot enkele honderden meters) vlak is. Als het een bed in een tuinbouwkas betreft komt het voor dat de transportbuizen boven de hijsframes zijn gemonteerd. De inrichting maakt in 30 sommige gevallen te grote uitslagen in verticale richting bij het afleggen van een dergelijk golvend traject. Afhankelijk van het toegepaste systeem van hijsframes kan dit een constante en ononderbroken bedrijfsvoering bemoeilijken. Met dat doel wordt in een verdere uitvoeringsvorm het lijdbare frame voorzien van een niveauregelingssysteem. Het bij dit voorbeeld van de inrichting toegepaste niveauregelingssysteem omvat een aantal sensoren, 13 bij voorkeur vier, geplaatst op de hoeken van het rijdbare frame. Deze sensoren meten de afstand tussen het rijdbare frame en het bed en geven deze door aan de computer. Een hy-dropneumatisch balgsysteem, hier acht balgen omvattend, houdt het rijdbare frame in hoofdzaak op een constante afstand ten opzichte van het bedoppervlak. Op de hoekpunten 5 van het rijdbare frame zijn vier water/luchtscheiders aangebracht, omdat de balgen voor een deel gevuld zijn met water ter verkrijging van een grote stabiliteit van het rijdbare frame. Met dit systeem wordt het rijdbare frame op een nagenoeg constante afstand tot het bedoppervlak gehouden, met een afwijking tot ca. 10 mm.It often happens that the bed is not flat over its entire length (a few tens of meters to a few hundred meters). If it concerns a bed in a horticultural greenhouse, it happens that the transport pipes are mounted above the hoisting frames. In some cases the device makes too great results in the vertical direction when covering such a wavy trajectory. Depending on the system of lifting frames used, this can complicate constant and uninterrupted operations. For that purpose, in a further embodiment, the passable frame is provided with a level control system. The level control system used in this example of the device comprises a number of sensors, 13 preferably four, placed at the corners of the drivable frame. These sensors measure the distance between the drivable frame and the bed and pass it on to the computer. A hydropneumatic bellows system, including eight bellows here, keeps the driveable frame substantially at a constant distance from the bed surface. Four water / air separators are provided on the corner points 5 of the drivable frame, because the bellows are partly filled with water in order to obtain a high stability of the driveable frame. With this system, the driveable frame is kept at a virtually constant distance from the bed surface, with a deviation of up to approx. 10 mm.

Hieronder wordt een werkwijze onder toepassing van een inrichting voorzien van 10 de snijeenheid, de buffereenheid, de planteenheid en de patroonbepalingsmiddelen volgens de uitvinding beschreven.In the following, a method using a device provided with the cutting unit, the buffer unit, the plant unit and the pattern determining means according to the invention is described.

De hierbij te beschrijven inrichting vormt een module; wanneer er meer inrichtingen worden samengebracht op één lijdbaar frame kunnen evenzoveel bedden tegelijkertijd worden beplant. Een operator maakt met gebruik van het bedieningspaneel en het scherm 15 van de inrichting een keuze tussen een aantal in het geheugen van de inrichtingscomputer opgeslagen plantpatronen. Daarna neemt de operator een of meer bakken met plantmaterie met een gezamenlijke kluit vanaf de transportwagen achter zich en plaatst deze op de transportband van de inrichting (op werkhoogte van de operator). Door een hier niet nader te beschrijven voorziening van de inrichting wordt daarna de gezamenlijke kluit volauto-20 matisch uit de bak gehaald en op een aanvoerband geschoven. Welke aan voerhand wordt benut is afhankelijk van de beschikbaarheid daarvan, wat wordt bepaald op basis van de gekozen bedrijfsomstandigheden. Op de aanvoerband is een automatische centreerinrich-ting gemonteerd met behulp waarvan de kluit naar de snijeenheid wordt gebracht. De snij-eenheid zorgt ervoor dat de plantmaterie zowel in de lengterichting als in de breedterich-25 ting wordt gesneden tot planten of stekken met afzonderlijke kluiten. Vervolgens worden de planten of stekken op een verdeelband geschoven. De verdeelband draait hierbij rij voor rij voor langs de snijeenheid. Nadat de rijen van de bovenzijde van de verdeelband vanuit de snijeenheid zijn gevuld in overeenstemming met de door de buffereenheid benodigde voorraad, worden de planten of stekken naar de liftinstallatie gebracht. Met de lift worden 30 de planten of stekken omlaag gebracht, ter overbrugging van de werkhoogte van de operator naar de hoogte van het onderstel van het rijdbare frame, de planthoogte. Als de planten of stekken omlaag gebracht zijn, worden ze geschoven naar een bufferband. Op de buffer-band staan de planten of stekken dus gereed om in overeenstemming met het gekozen plantpatroon te worden meegenomen door de grijpers van de planteenheid zodat ze op of 14 in het bed kunnen worden gezet. De werking van de diverse eenheden van de inrichting kan dusdanig op elkaar worden afgestemd dat tot ca. 10.000 planten of stekken per uur worden geplant.The device to be described herein forms a module; when more devices are brought together on one movable frame, as many beds can be planted at the same time. An operator makes use of the control panel and the screen 15 of the device a choice between a number of plant patterns stored in the memory of the device computer. The operator then takes one or more trays of plant material with a joint ball from the transport trolley behind them and places them on the conveyor belt of the device (at working height of the operator). By means of a provision of the device, which is not described here in detail, the joint root ball is then fully taken out of the tray and pushed onto a conveyor belt. Which feed is used depends on the availability thereof, which is determined on the basis of the chosen operating conditions. An automatic centering device is mounted on the conveyor belt with the aid of which the ball is brought to the cutting unit. The cutting unit ensures that the plant material is cut both in the longitudinal direction and in the width direction into plants or cuttings with separate clods. The plants or cuttings are then pushed onto a distribution belt. The dividing belt hereby rotates row by row along the cutting unit. After the rows of the top of the distribution belt have been filled from the cutting unit in accordance with the stock required by the buffer unit, the plants or cuttings are brought to the elevator installation. With the lift, the plants or cuttings are lowered, to bridge the working height of the operator to the height of the chassis of the drivable frame, the plant height. When the plants or cuttings have been lowered, they are shifted to a buffer belt. The plants or cuttings are therefore ready on the buffer belt to be taken along by the grippers of the plant unit in accordance with the chosen planting pattern so that they can be placed on or in the bed. The operation of the various units of the device can be adjusted to each other in such a way that up to 10,000 plants or cuttings are planted per hour.

Met een of meer van de beschreven aspecten van de inrichting volgens de uitvin-5 ding kunnen dus een of meer bedden in een vooraf te bepalen patroon gelijktijdig worden beplant met planten of stekken met afzonderlijke kluiten. Het bed kan in een tuinbouwkas liggen of in de volle grond. Voor bediening van de inrichting is slechts één ongeschoolde persoon nodig. Het plantpatroon kan variëren van een tot meerdere rijen, binnen een rij naar keuze onderbroken, meestal parallel of haaks op de rijrichting van de inrichting. De 10 planten of stekken worden geplant in het midden van de effectieve ruimte van de volgens het ingestelde patroon te beplanten positie. Bij het planten in de volle grond zijn geen pa-troonreferentiemiddelen of transportbuizen nodig. Er kan gewoon computergestuurd in een gekozen patroon worden geplant zonder rekening te houden met de afmetingen of randen van het te beplanten bed. Het voornaamste voordeel van toepassing van de inrich-15 ting is dat in één gang een bed of veld in elk gewenst patroon kan worden beplant.With one or more of the described aspects of the device according to the invention, it is thus possible to plant one or more beds in a predetermined pattern simultaneously with plants or cuttings with individual clods. The bed can be in a greenhouse or in the open ground. Only one unskilled person is required to operate the device. The planting pattern can vary from one to several rows, optionally interrupted within a row, usually parallel or perpendicular to the direction of travel of the device. The plants or cuttings are planted in the middle of the effective space of the position to be planted according to the set pattern. When planting in the open ground, no pattern reference means or transport tubes are required. Planting can be done computer-controlled in a chosen pattern without taking the dimensions or edges of the bed to be planted into account. The main advantage of using the device is that a bed or field can be planted in any desired pattern in one go.

1 0?33 4 21 0? 33 4 2

Claims (20)

1. Inrichting voor het plaatsen van plantmaterie zoals planten of stekken op of in een bed, bijvoorbeeld in de volle grond of in een kas, waarbij de inrichting is voorzien 5 van een snijeenheid voor het van elkaar scheiden van plantmaterie tot planten of stekken met afzonderlijke kluiten, en waarbij de inrichting is voorzien van een planteenheid voor het plaatsen van de planten of stekken met afzonderlijke kluiten op of in het bed.Device for placing plant material such as plants or cuttings on or in a bed, for example in the open ground or in a greenhouse, the device being provided with a cutting unit for separating plant material into plants or cuttings with separate clods, and wherein the device is provided with a planting unit for placing the plants or cuttings with separate clods on or in the bed. 2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de snijeenheid is voorzien van eerste snij- middelen voor het in een eerste richting snijden en tweede snijmiddelen voor het in een tweede, op de eerste richting snijdende richting snijden van de plantmaterie tot planten of stekken met afzonderlijke kluiten.Device as claimed in claim 1, wherein the cutting unit is provided with first cutting means for cutting in a first direction and second cutting means for cutting the plant material in a second direction cutting in the first direction into plants or cuttings with separate clods . 3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de eerste snijmiddelen voor het in de eerste richting snijden van de plantmaterie een aantal messen omvatten die onderling op afstand van elkaar op een as zijn aangebracht.Device as claimed in claim 2, wherein the first cutting means for cutting the plant material in the first direction comprise a number of knives which are arranged on a shaft at a distance from each other. 4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de onderlinge afstand tussen de eerste snij- · 20 middelen traploos verstelbaar is.4. Device as claimed in claim 3, wherein the mutual distance between the first cutting means is infinitely adjustable. 5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij de eerste snijmiddelen op een spindelas zijn aangebracht.Device as claimed in claim 3 or 4, wherein the first cutting means are arranged on a spindle shaft. 6. Inrichting volgens een van conclusies 3-5, waarbij een van de eerste snijmiddelen, bij voorkeur het middelste mes of een mes ongeveer halverwege de lengte van de as waarop de eerste snijmiddelen zijn aangebracht, een vaste positie op deze as.Device as claimed in any of the claims 3-5, wherein one of the first cutting means, preferably the middle knife or a knife approximately halfway along the length of the axis on which the first cutting means are mounted, has a fixed position on this axis. 7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting is voor-30 zien van een transportband voor het transporteren van de te snijden plantmaterie naar de snijeenheid. 1 01 83 427. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the device is provided with a conveyor belt for transporting the plant material to be cut to the cutting unit. 1 01 83 42 8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de eerste snijmiddelen zodanig zijn aangebracht dat deze tijdens gebruik van de inrichting de plantmaterie snijden in een eerste richting die in hoofdzaak evenwijdig is aan de langsas van de transportband.Device as claimed in claim 7, wherein the first cutting means are arranged such that during use of the device they cut the plant material in a first direction which is substantially parallel to the longitudinal axis of the conveyor belt. 9. Inrichting volgens een van conclusies 2-8, waarbij de tweede snijmiddelen een mes omvatten dat tijdens gebruik de in de eerste richting gesneden plantmaterie over de volle breedte daarvan lossnijdt tot planten of stekken met afzonderlijke kluiten.Device as claimed in any of the claims 2-8, wherein the second cutting means comprise a knife which during use cuts the plant material cut in the first direction over its full width into plants or cuttings with separate clods. 10. Inrichting volgens conclusie 6 of voor zover daarvan afhankelijk een van conclusies 10 7-9, waarbij de inrichting is voorzien van centreermiddelen voor het centreren van de te snijden plantmaterie ten opzichte van het middelste mes of een mes ongeveer halverwege de lengte van de as waarop de eerste snijmiddelen zijn aangebracht.Device as claimed in claim 6 or insofar as dependent on one of claims 10-9, wherein the device is provided with centering means for centering the plant material to be cut relative to the middle knife or a knife approximately halfway along the length of the shaft on which the first cutting means are arranged. 11. Inrichting volgens een van conclusies 1-10, waarbij de planteenheid is voorzien van 15 organen voor het meenemen van de losgesneden planten of stekken met afzonder lijke kluiten naar daarvoor bestemde plaatsen op of in het bed.11. Device as claimed in any of the claims 1-10, wherein the plant unit is provided with means for carrying along the cut plants or cuttings with separate clumps to designated places on or in the bed. 12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij de meeneemorganen van de planteenheid afzonderlijk bestuurbaar zijn. 2012. Device as claimed in claim 11, wherein the entraining members of the plant unit can be controlled separately. 20 13. Inrichting volgens conclusie 11 of 12, waarbij de meeneemorganen grijpers omvatten die bij het meenemen van boven af aangrijpen op de kluiten van de mee te nemen planten of stekken met afzonderlijke kluiten.Device as claimed in claim 11 or 12, wherein the entraining members comprise grippers which, when being carried away, engage from above on the clods of the plants or cuttings to be taken along with individual clods. 14. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting is voor zien van een buffereenheid tussen de snijeenheid en de planteenheid voor het tijdelijk ophopen van de van de snijeenheid afkomstige planten of stekken met afzonderlijke kluiten.Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the device is provided with a buffer unit between the cutting unit and the planting unit for temporarily accumulating the plants or cuttings from the cutting unit with separate clods. 15. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting is voor zien van een besturingseenheid voor het verwerken van een signaal van de snijeenheid tot een besturingssignaal voor de planteenheid ter plaatsing van planten of stekken met afzonderlijke kluiten op daarvoor bestemde posities op of in het bed. λ ' ir ; ^ /i ADevice as claimed in any of the foregoing claims, wherein the device is provided with a control unit for processing a signal from the cutting unit into a control signal for the plant unit for placing plants or cuttings with individual clods at positions intended for this on or in the bed. λ 'ir; ^ / i A 16. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies/ waarbij de inrichting is voorzien van middelen voor het bepalen van een patroon/ bij voorkeur een instelbaar patroon, op of in het bed.Device as claimed in any of the foregoing claims / wherein the device is provided with means for determining a pattern / preferably an adjustable pattern on or in the bed. 17. Inrichting volgens conclusie 16, waarbij de patroonbepalingsmiddelen een sensor- orgaan zoals een optische sensor of een metaaldetector omvatten dat geschikt is voor het detecteren van een referentiemiddel zoals een draad of gaas dat op of in het bed is aangebracht.The apparatus of claim 16, wherein the pattern determining means comprises a sensor means such as an optical sensor or a metal detector suitable for detecting a reference means such as a wire or mesh mounted on or in the bed. 18. Inrichting volgens conclusie 17, waarbij wanneer het sensororgaan een metaaldetec tor of andere robuuste sensor is het sensororgaan op een sleepvoet is aangebracht.The device of claim 17, wherein when the sensor member is a metal detector or other robust sensor, the sensor member is mounted on a towing foot. 19. Inrichting volgens een van conclusies 15-18, waarbij de inrichting is voorzien van een besturingseenheid voor het verwerken van een detectiesignaal van het sensor- 15 orgaan tot een besturingssignaal voor de planteenheid en het op basis van dit bestu- ringssignaal transporteren van de van de snijeenheid afkomstige planten of stekken met afzonderlijke kluiten naar de buffereenheid en het van daar uit plaatsen van de losgesneden planten of stekken met afzonderlijke kluiten op daarvoor bestemde patroonposities op of in het bed. 2019. Device as claimed in any of the claims 15-18, wherein the device is provided with a control unit for processing a detection signal from the sensor element into a control signal for the plant unit and transporting the van on the basis of this control signal plants or cuttings with separate clods from the cutting unit to the buffer unit and placing the cut-off plants or cuttings from there with separate clods at designated pattern positions on or in the bed. 20 20. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting is voorzien van een rijdbaar frame met een niveauregelingssysteem. 25 - 0-0-0- ·;Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the device is provided with a drivable frame with a level control system. 25 - 0-0-0 -;
NL1018342A 2001-06-20 2001-06-20 Device for placing plant matter onto/in bed in open farm land has sensor member for determining pattern in bed and planting unit for placing plant matter at positions which determine pattern onto/in bed NL1018342C2 (en)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018342A NL1018342C2 (en) 2001-06-20 2001-06-20 Device for placing plant matter onto/in bed in open farm land has sensor member for determining pattern in bed and planting unit for placing plant matter at positions which determine pattern onto/in bed
EP20020743963 EP1397034B1 (en) 2001-06-20 2002-06-19 Device for placing plant matter onto or in a bed
DE60201756T DE60201756T2 (en) 2001-06-20 2002-06-19 DEVICE FOR PLANTING PLANTS IN OR ON A BEET
ES02743963T ES2231711T3 (en) 2001-06-20 2002-06-19 DEVICE FOR PLACING MATERIALS OF PLANTS ON OR IN A MACE OR BANK.
PCT/NL2002/000401 WO2003000033A1 (en) 2001-06-20 2002-06-19 Device for placing plant matter onto or in a bed

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018342 2001-06-20
NL1018342A NL1018342C2 (en) 2001-06-20 2001-06-20 Device for placing plant matter onto/in bed in open farm land has sensor member for determining pattern in bed and planting unit for placing plant matter at positions which determine pattern onto/in bed

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1018342C2 true NL1018342C2 (en) 2002-12-30

Family

ID=19773587

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1018342A NL1018342C2 (en) 2001-06-20 2001-06-20 Device for placing plant matter onto/in bed in open farm land has sensor member for determining pattern in bed and planting unit for placing plant matter at positions which determine pattern onto/in bed

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1018342C2 (en)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7713803A (en) * 1977-12-13 1979-06-15 Zwigro Bv Soil block positioning machine - involves rotating and swivelling shaft carrying pin groups, which impart thrust movement to alternate blocks
GB1557004A (en) * 1976-10-08 1979-12-05 Philips P Planting machine
EP0910938A1 (en) * 1997-10-24 1999-04-28 Lännen Tehtaat Oy Method and device for improving the transplanting of seedlings
NL1008555C1 (en) * 1998-03-11 1999-09-14 Baggermans Transport En Maschf Vehicle for positioning plants in regular pattern on growing area

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1557004A (en) * 1976-10-08 1979-12-05 Philips P Planting machine
NL7713803A (en) * 1977-12-13 1979-06-15 Zwigro Bv Soil block positioning machine - involves rotating and swivelling shaft carrying pin groups, which impart thrust movement to alternate blocks
EP0910938A1 (en) * 1997-10-24 1999-04-28 Lännen Tehtaat Oy Method and device for improving the transplanting of seedlings
NL1008555C1 (en) * 1998-03-11 1999-09-14 Baggermans Transport En Maschf Vehicle for positioning plants in regular pattern on growing area

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20110197981A1 (en) Processing System for Plant Containers
EP1123649A1 (en) Method and device for harvesting agricultural products, in particular fruit
FR2571208A1 (en) PROCESS FOR GRIPPING AND TRANSFERRING FRAGILE PRODUCTS OR PRODUCTS ACCESSIBLE ONLY FROM THE TOP
KR20190070763A (en) Transmplanting device for crops
JP5000135B2 (en) Automation planter
US11013169B2 (en) Apparatus for processing a crop
EP1397034B1 (en) Device for placing plant matter onto or in a bed
NL1018342C2 (en) Device for placing plant matter onto/in bed in open farm land has sensor member for determining pattern in bed and planting unit for placing plant matter at positions which determine pattern onto/in bed
NL1025625C2 (en) System and method for growing / moving crops.
EP1621061B1 (en) Harvesting device
NL1018343C2 (en) Device for placing plant matter onto/in bed in open farm land has sensor member for determining pattern in bed and planting unit for placing plant matter at positions which determine pattern onto/in bed
EP2486783A1 (en) Conveying device for containers for plants and/or flowers
NL1008555C1 (en) Vehicle for positioning plants in regular pattern on growing area
NL1007674C2 (en) Harvesting machine for gathering e.g. cut flowers
EP2319296A1 (en) Processing system for plant holders
CN216567156U (en) Automatic vegetable harvesting and packaging assembly line
NL1010255C2 (en) Bulb planting trailer for agricultural tractor - excavates shallow trench, places bulbs in trench and backfills with excavated soil
EP0023369A1 (en) Tuber, bulb and root lifter
NL2010654C2 (en) HARVEST SYSTEM FOR HARVESTING LONG-TERM CROPS.
BE1027324B1 (en) SELECTION DEVICE FOR SEEDLINGS
NL1024960C2 (en) Method and device for removing plant parts.
NL2032839B1 (en) nursery transport assembly
JPH08322408A (en) Treatment of lower leaf of leaf vegetable and apparatus therefor
AU2001100557A4 (en) Adjustable picking head
JPH04501363A (en) Device and method for moving growth units and adjusting their spacing, and continuous cultivation method using the same

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
UD Registration of licences with regard to patents

Effective date: 20031218

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060101