NL1018274C2 - Tafel en werkwijze voor het verschaffen van een tafel. - Google Patents

Description

Titel : Tafel en werkwijze voor het verschaffen van een tafel.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een tafel en op een werkwijze voor het verschaffen van een tafel.

In de praktijk bestaat de behoefte aan tafels die kunnen worden ingeklapt tot een formaat waarin de tafel weinig ruimte in beslag 5 neemt en/of waarin de tafel gemakkelijk kan worden vervoerd. Voorts bestaat bij reizende personen de behoefte om tijdens het reizen een werkblad ter beschikking te hebben, waarop bijvoorbeeld geschreven kan worden of waarop bijvoorbeeld een draagbare computer kan worden geplaatst.

10 Meer in het bijzonder bestaat er in de praktijk de behoefte aan een eenvoudig te verplaatsen werkblad, bijvoorbeeld bij personen die werkzaam zijn in de ambulante handel of die werkzaam zijn in een andere mobiele functie, zoals vertegenwoordigers, waarbij een dergelijk werkblad kan worden gebruikt voor productpromotie en 15 dergelijke. In een dergelijke toepassing is het tevens gewenst dat een dergelijk werkblad snel kan worden geplaatst.

In de laatstgenoemde behoefte wordt kan bijvoorbeeld worden voorzien door uit de praktijk bekende koffers, die kunnen worden veranderd in een tafel of een mobiel werkblad en vice versa.

20 Dergelijke koffers worden in de praktijk gewoonlijk aangeduid als koffertafels.

Uit de internationale octrooiaanvrage WO-Al-8700737 is een koffertafel bekend, die is gevormd als een stijve handkoffer met twee onderling scharnierbare helften, zodat de handkoffer op een 25 gebruikelijke wijze kan worden geopend. Voorts is de bekende koffertafel voorzien van een afzonderlijk tafelblad, dat in geopende stand van de koffer op de geopende handkoffer wordt aangebracht en dan de bij het openen van de koffertafel ontstane opening tussen beide kofferhelften overbrugt. Teneinde de koffertafel daadwerkelijk 30 te kunnen gebruiken als tafel, is deze koffer voorzien van elkaar kruisende telescopische poten, die kunnen worden opgeborgen in daartoe in de wanden van de kofferhelften verschafte opbergruimten.

* Ql B2 7 4 -* - 2 -

Een bezwaar van de bekende koffertafel is ondermeer, dat er veel verschillende handelingen nodig zijn om de gesloten handkoffer te veranderen in een tafel en omgekeerd.

Bovendien is het een bezwaar van de bekende koffertafel, dat 5 deze een gecompliceerde constructie heeft met een afzonderlijk te plaatsen tafelblad en waarbij de poten elk afzonderlijk moeten worden in- en uitgetrokken vanuit de daartoe in de kofferhelften verschafte opbergruimten.

Voorts is het een nadeel van de bekende koffertafel, dat het 10 formaat beperkt is tot het formaat van een draagbare handkoffer.

Doel van de onderhavige uitvinding is een tafel, in het bijzonder een inklapbare tafel te verschaffen, die de bovengenoemde bezwaren ondervangt.

In het bijzonder is het een doel van de onderhavige uitvinding 15 een tafel te verschaffen die eenvoudig en snel kan worden ingeklapt en bovendien een eenvoudige constructie heeft.

Voorts is het een doel van de onderhavige uitvinding een werkblad te verschaffen dat eenvoudig kan worden verplaatst en snel op de gewenste plaats kan worden opgezet.

20 Voor het bereiken van bovengenoemde doelen omvat een tafel een eerste element en een tweede element, een tussen het eerste element en het tweede element werkzaam uitzetmechanisme, waarbij de tafel een ingeklapte stand kan innemen waarin het eerste element en het tweede element op elkaar aansluiten, en een tafelstand kan innemen 25 waarin het eerste element en het tweede element zich onderling evenwijdig op afstand van elkaar bevinden, zodat het eerste element in de tafelstand kan fungeren als tafelblad en het tweede element in de tafelstand kan fungeren als voet voor het tafelblad. Op deze wijze wordt een inklapbare tafel verschaft met een minimum aan 30 onderdelen, die bovendien zeer eenvoudig van constructie is.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de tafel volgens de uitvinding, omvat het uitzetmechanisme ten minste één axiaal verlengbare uitzetarm, die een stelsel van onderling scharnierbare en kruiselings gekoppelde stangen omvat, waarbij de ten minste ene 35 uitzetarm een eerste uiteinde en een tweede uiteinde omvat, die, door middel van eerste respectievelijk tweede bevestigingspunten zijn gekoppeld met een aan het eerste element verschafte eerste ·* it f. «.··, t.

‘ ^ / ' 4 - 3 - geleiderail, respectievelijk, door middel van derde en vierde bevestigingspunten, met een aan het tweede element verschafte tweede geleiderail. Hierdoor wordt een constructief eenvoudig en zeer compact op te bergen mechanisme verschaft, waarbij bovendien het 5 eerste element en het tweede element op een eenvoudige wijze onderling evenwijdig op afstand van elkaar kunnen worden geplaatst. Bovendien wordt een tafel verschaft die zeer snel kan worden uit- en ingeklapt.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de tafel volgens de 10 uitvinding omvat het uitzetmechanisme een tweede axiaal verlengbare uitzetarm, die identiek is aan de eerste uitzetarm en op overeenkomstige wijze is gekoppeld met een aan het eerste element verschafte eerste geleiderail en met een aan het tweede element verschafte tweede geleiderail, zodat een stabiele tafelstand wordt 15 verkregen.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm, van een tafel volgens de uitvinding is het uitzetmechanisme voorzien van een tussen de eerste uitzetarm en de tweede uitzetarm aangebracht stangenstelsel, omvattende, een eerste geleider die met een eerste uiteinde is 20 verbonden met de eerste uitzetarm en met een tweede uiteinde is verbonden met de tweede uitzetarm, een tweede geleider die met een eerste uiteinde is verbonden met de eerste uitzetarm en met een tweede uiteinde is verbonden met de tweede uitzetarm, en een tussen de eerste geleider en tweede geleider werkzame en met de geleiders 25 verbonden derde axiaal verlengbare uitzetarm, zodat de stabiliteit van de tafelstand van de tafel verder wordt vergroot.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de tafel volgens de uitvinding is het uitzetmechanisme voorzien van borgmiddelen die zijn ingericht voor het voorkomen van een axiale beweging van ten 30 minste één van de axiale verlengbare uitzetarmen, welke borgmiddelen zijn ingericht voor het voorkomen van een axiale beweging van de derde uitzetarm, die daartoe aan een uiteinde is voorzien van een borgmoer, die is ingericht voor het uitoefenen van.een klemkracht op de eerste geleider. Hierdoor kan op een zeer eenvoudige wijze een 35 axiale verlenging en/of verkorting van de derde uitzetarm worden verhinderd en kan de tafel in zijn tafelstand worden geborgd.

- 4 -

Voorts heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het verschaffen van een tafel, omvattende de stappen: a. het verschaffen van een eerste element, een tweede element en een tussen het eerste element en het tweede element werkzaam 5 uitzetmechanisme, welk uitzetmechanisme ten minste een eerste uiteinde en een tweede uiteinde omvat, die zijn gekoppeld met een aan het eerste element verschafte eerste geleiderail, en een aan het tweede element verschafte tweede geleiderail, en waarbij het uitzetmechanisme borgmiddelen omvat voor het borgen van de tafel in een 10 tafelstand; b. het met één van de elementen op een ondergrond plaatsen van de tafel; c. het ten opzichte van het op de ondergrond aangebrachte element verplaatsen van het andere element, en 15 d. het borgen van de tafel in een tafelstand.

Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt aan de hand van de hiernavolgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van een tafel volgens de uitvinding, in het bijzonder een inklapbare 20 tafel, onder verwijzing naar de tekening, en waarin: figuur 1 een vooraanzicht toont van een tafel volgens de uitvinding; figuur 2 een zijaanzicht van de tafel van figuur 1 toont, en figuur 3 een zijaanzicht toont van een variant van een tafel 25 volgens de uitvinding in ingeklapte toestand.

De figuren 1 en 2 tonen een op een ondergrond 200 geplaatste tafel 1 in een tafelstand daarvan, in een vooraanzicht respectievelijk in een zijaanzicht daarvan. In het kader van de onderhavige uitvinding wordt met tafel bedoeld een voorwerp dat ten 30 minste een bureaufunctie kan vervullen, dat wil zeggen dat de tafel ten minste een oppervlak omvat, waarop werkzaamheden kunnen worden verricht zoals schrijven, het ondersteunen van demonstratiegoederen en dergelijke.

De tafel 1 omvat een eerste element 2 met een in hoofdzaak vlak 35 buitenoppervlak 2a en een tweede element 3 met een eveneens in hoofdzaak vlak buitenoppervlak 3a.

i f' ' 5 - , r’ V ; '' ..·: : / - 5 -

De tafel 1 rust in het in de figuren 1 en 2 getoonde voorbeeld met het tweede element 3 op de ondergrond 200, zodat het eerste element 2 kan fungeren als tafelblad en het tweede element 3 kan fungeren als voet voor het tafelblad, echter kan ook het eerste 5 element 2 op de ondergrond 200 rusten, waarbij dan element 3 als tafelblad of als werkblad fungeert. Het eerste element 2 en het tweede element 3 zijn bij voorkeur plaatvormig, waarbij genoemde elementen 2, 3 aan de naar elkaar toegerichte oppervlakken, langs hun omtreksranden zijn voorzien van opstaande wandgedeelten, welke 10 wandgedeelten een opening 2b, 3b definiëren.

Het eerste element 2 en het tweede element 3 zijn bij voorkeur vervaardigd van een hard en weinig buigzaam materiaal zoals een harde kunststof of een metaal, maar zijn hiertoe niet beperkt.

Tussen het eerste element 2 en het tweede element 3 is een in 15 zijn algemeenheid met 4 aangeduid uitzetmechanisme verschaft, dat een eerste axiaal verlengbare uitzetarm 5 en een (in dit voorbeeld identieke) tweede axiaal verlengbare uitzetarm 6 omvat. In figuur 1 is enkel de eerste uitzetarm 5 zichtbaar.

De eerste uitzetarm 5 is gevormd als een, op zich bekend, 20 stelsel van onderling scharnierbare en kruiselings met elkaar gekoppelde stangen. De eerste uitzetarm 5 heeft een eerste uiteinde 7 en een tweede uiteinde 8. Het eerste uiteinde 7 is gekoppeld met een aan het eerste element 2 verschafte, evenwijdig met het oppervlak gerichte eerste geleiderail 11 door middel van eerste 25 respectievelijk tweede bevestigingspunten 7a en 7b. Het tweede uiteinde 8 is gekoppeld met een aan het tweede element 3 verschafte, evenwijdig met het oppervlak gerichte tweede geleiderail 12 door middel van derde respectievelijk vierde bevestigingspunten 8a en 8b. De eerste geleiderail 11 en de tweede geleiderail 12 zijn slechts 30 schematisch in figuur 1 weergegeven door middel van streeplijnen.

De eerste en derde bevestigingspunten 7a en 8a zijn op een vaste positie doch scharnierbaar gekoppeld met de eerste geleiderail 11 respectievelijk de tweede geleiderail 12, waarbij de tweede en vierde bevestigingspunten 7b en 8b eveneens scharnierbaar en tevens 35 in axiale richting verplaatsbaar zijn gekoppeld met de eerste geleiderail 11 respectievelijk de tweede geleiderail 12.

- 6 -

In de in figuur 1 en figuur 2 bij wijze van voorbeeld getoonde uitvoeringsvorm van de tafel 1 omvatten de eerste uitzetarm 5 en tweede uitzetarm 6 drie paren van steeds twee onderling scharnierbare en kruiselings gekoppelde stangen. Het zal echter voor 5 een deskundige duidelijk zijn dat een ander aantal gepaarde stangen mogelijk is.

Opgemerkt zij, dat hetgeen is beschreven met betrekking tot de eerste uitzetarm 5, eveneens van toepassing is op de tweede uitzetarm 6, waarbij de tweede uitzetarm 6 is gekoppeld met een aan 10 het eerste element 2 verschafte, evenwijdig met het oppervlak gerichte eerste geleiderail 11a en met een aan het tweede element 3 verschafte, evenwijdig met het oppervlak gerichte tweede geleiderail 12a, zoals is getoond in figuur 2.

In de in de figuren 1 en 2 getoonde stand van de tafel 1 15 bevindt het eerste element 2 zich op een hoogte H ten opzichte van de ondergrond 200. De hoogte H waarop het eerste element 2 zich bevindt, is binnen bepaalde grenzen instelbaar. Het uitzetmechanisme 4 'met de eerste axiaal verlengbare uitzetarm 5 en de tweede axiaal verlengbare uitzetarm 6 maakt het mogelijk, dat het eerste element 2 20 en het tweede element 3 onderling evenwijdig ten opzichte van elkaar kunnen worden verplaatst, zoals is aangeduid met een dubbele pijl 13.

Bij een van elkaar af verplaatsen van het eerste element 2 en het tweede element 3 vanuit de in de figuren 1 en 2 getoonde stand, 25 kan het eerste element 2 omhoog worden getild, waardoor de eerste uitzetarm 5 en de tweede uitzetarm 6 worden verlengd. Een andere mogelijkheid is dat het eerste element 2 door een persoon wordt vastgehouden op nagenoeg de gewenste hoogte H en vervolgens het tweede element 3 omlaag beweegt in de richting van de ondergrond 30 200. Door deze beweging zullen buitenste scharnieren 9a en 9b van de uitzetarm 5 zich naar elkaar toe bewegen, hetgeen is weergegeven met pijlen 14 en 15.

Voorts zullen het bevestigingspunt 7b en het bevestigingspunt 8b zich in axiale richting van de eerste geleiderail 11 35 respectievelijk de tweede geleiderail 12 verplaatsen in de richting van pijl 15. De stangen van het stelsel voeren derhalve een scharnierende beweging uit ten opzichte van elkaar.

101£274 · - 7 -

Voor de tweede uitzetarm 6 geldt hetzelfde en dit behoeft derhalve geen nadere toelichting.

Bij gebruik van de tafel 1 in de in de figuren 1 en 2 getoonde stand, is het noodzakelijk dat de tafel 1, in het bijzonder het als 5 werkblad fungerende eerste element 2, op een eenmaal ingestelde hoogte H blijft staan. Hiertoe is de tafel 1 voorzien van borgmiddelen die de eenmaal ingestelde hoogte H van de tafel 1, in het bijzonder het eerste element 2, fixeren.

Een geschikte wijze om de tafel 1 in een gewenste stand te 10 fixeren is het verhinderen van een axiale beweging van de eerste uitzetarm 5 en/of de tweede uitzetarm 6, door het verhinderen van een mogelijk scharnieren van de scharnierbaar gekoppelde stangen. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door de scharnieren 9a en/of 9b te borgen tegen een scharnierbeweging, zodat de hele uitzetarm 5, 6 15 is geborgd tegen een axiale beweging. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door één van de scharnieren te voorzien van een middel voor het uitoefenen van een klemkracht, zoals een moer, waarmee twee onderling gekoppelde stangen zodanig tegen elkaar worden geklemd, dat deze niet meer kunnen scharnieren. Dit is in de figuren niet 20 nader getoond.

Een andere mogelijkheid is een axiale verplaatsing van bevestigingspunten 7b en/of 8b in de eerste geleiderail 11 respectievelijk de tweede geleiderail 12 tegen te gaan.

Een de voorkeur genietende mogelijkheid is nader getoond in 25 figuur 2, waar een in zijn algemeenheid met 16 aangeduid stangenstelsel is aangebracht tussen de eerste uitzetarm 5 en de tweede uitzetarm 6. Het stangenstelsel 16 omvat een eerste geleider 17, waarvan een eerste uiteinde 17a vast is verbonden met de eerste uitzetarm 5 ter plaatse van een centraal scharnier 10a en met een 30 tweede uiteinde 17b vast is verbonden met de tweede uitzetarm 6 ter plaatse van een centraal scharnier 40a. Voorts omvat het stangenstelsel 16 een tweede staafvormige geleider 18, waarvan een eerste uiteinde 18a vast is verbonden met de eerste uitzetarm 5 ter plaatse van een centraal scharnier 10b en met een tweede uiteinde 35 18b vast is verbonden met de tweede uitzetarm 6 ter plaatse van een centraal scharnier 40b. De geleiders 17 en 18 zijn in hoofdzaak horizontaal gericht en zijn derhalve in hoofdzaak parallel aan de - 8 - elementen 2 en 3. De geleiders 17 en 18 zijn van een soortgelijk type als de geleiderails 11, 12.

Tussen de eerste geleider 17 en de tweede geleider 18 is een derde axiaal verlengbare uitzetarm 19 aangebracht, die van een soortgelijk type is als de eerste uitzetarm 5 en de tweede uitzetarm 6. De derde uitzetarm 19 heeft een eerste uiteinde 19a en een tweede uiteinde 19b. Aan het eerste uiteinde 19a zijn bevestigingspunten 20 respectievelijk 21 verschaft, waarmee de derde uitzetarm 19 is gekoppeld met de eerste geleider 17. Aan het tweede uiteinde 19b zijn bevestigingspunten 22 respectievelijk 23 verschaft, waarmee de derde uitzetarm 19 is gekoppeld met de tweede geleider 18. De bevestigingspunten 20 en 22 zijn op een vaste positie doch scharnierbaar gekoppeld met de eerste geleider 17 respectievelijk de tweede geleider 18, de bevestigingspunten 21 en 23 zijn scharnierbaar en bovendien in axiale richting verplaatsbaar gekoppeld met de eerste.geleider 17 respectievelijk de tweede geleider 18.

Door de vaste koppeling tussen de geleiders 17, 18 met de uitzetarmen 5, 6 zal bij een verplaatsing van het eerste element 2 ten opzicht van het tweede element 3, zoals hiervoor in meer detail is beschreven, de derde uitzetarm 19 eenzelfde beweging uitvoeren als de uitzetarmen 5, 6. Dit houdt ondermeer in, dat de bevestigingspunten 21 en 23 zich langs de eerste geleider 17 respectievelijk de tweede geleider 18 verplaatsen in axiale richting daarvan.

Het fixeren op een ingestelde hoogte H van het eerste element 2 is ook mogelijk door het verhinderen van een axiale beweging van de derde uitzetarm 19, door het verhinderen van een mogelijk scharnieren van de scharnierbaar gekoppelde stangen van de derde uitzetarm 19 en/of het in de geleiders 17, 18 fixeren van de daarin axiaal verplaatsbare uiteinden van de geleiders 17, 18. In het in figuur 2 getoonde voorbeeld is dit bereikt door het bevestigingspunt 21 van de derde uitzetarm 19 te voorzien van een borgmoer 24, die is ingericht om bij een aandraaien daarvan een klemkracht op de eerste geleider 17 uit te oefenen, zodat een verplaatsing van dit bevestigingspunt in de eerste geleider 17 niet meer mogelijk is en derhalve de derde uitzetarm 19 niet meer in lengte kan veranderen.

‘S

- 9 -

Bij het losdraaien van de borgmoer 24 wordt de klemkracht opgeheven en kan het eerste element 2 weer worden verplaatst.

Behalve dat de geleiders 17, 18 een rol spelen in de hierboven besproken wijze van vastzetten van de tafel 1, dienen de geleiders 17, 18 eveneens voor het vergroten van de zijdelingse stabiliteit van de tafel 1.

Vanuit de in de figuren 1 en 2 getoonde stand van de tafel 1, waarbij het eerste element 2 zich op afstand H bevindt van de ondergrond 6, kan de tafel 1 worden ingeklapt door het eerste element 2 te verplaatsen in de richting van het tweede element 3, waarbij de uitzetarmen 5, 6 en 19 in axiale richting worden ingedrukt en geheel in het inwendige van de tafel 1 worden opgesloten.

Figuur 3 toont een bijzondere uitvoeringsvorm van een tafel 100 volgens de uitvinding in een ingeklapte stand.

In de in de figuur getoonde ingeklapte stand van de tafel 100 sluiten de opstaande wandgedeelten van het eerste element 2 en de opstaande wandgedeelten van het tweede element 3 nauw op elkaar aan en vormen een ruimte waarin het uitzetmechanisme 4 en het daarmee gekoppelde stangenstelsel 16 is opgeborgen. In de ingeklapte stand van de tafel 100 zijn het eerste element 2 en een tweede element 3 aan hun omtrek met elkaar verbonden door middel van twee, tegenover elkaar gelegen vergrendelmiddelen 101, 102. De vergrendelmiddelen 101, 102 zijn geen onderwerp van de onderhavige uitvinding. Zij omvatten bijvoorbeeld in de handel vrij verkrijgbare koffersloten, maar het is evenwel mogelijk andere geschikte vergrendelmiddelen toe te passen.

In de in figuur 3 getoonde uitvoeringsvorm van de tafel 100, is deze bij wijze van voorbeeld aan twee tegenover elkaar gelegen hoekpunten van het tweede element 3 voorzien van vrij roteerbare rijwielen 30, waarvan er in de figuur slechts één zichtbaar is. Om ervoor te zorgen dat de tafel 100 in hoofdzaak horizontaal op de ondergrond 200 kan staan, zijn aan het buitenoppervlak 3a van het tweede element 3 twee steunpootjes 31 verschaft. Voorts is de tafel 100 voorzien van een aan het tweede element 3 aangebracht, uittrekbaar handvat 32. Het handvat 32 kan worden uitgetrokken in een richting die is aangeduid met pijl 33, en vervolgens kan het - 10 - .handvat 32 door een persoon wordt opgetild, zodat de tafel 100 kantelt en is het mogelijk om de tafel 100 op eenvoudige wijze te verrijden.

In een volgende, niet nader getoonde, variant van een tafel volgens de uitvinding, sluiten de wandgedeelten in ingeklapte toestand van de tafel wederom nauw op elkaar aan teneinde een ge sloten ruimte te vormen, waarin behalve het uitzetmechanisme eveneens andere, losse voorwerpen kunnen worden opgeborgen, zodat de tafel in ingeklapte toestand zeer wel kan fungeren als een koffer. Bij voorkeur is de tafel in dit geval voorzien van een voor (hand)koffers gebruikelijke handgreep voor het dragen van de tafel.

Op de hiervoor beschreven wijze wordt een inklapbare tafel 1, 100 verschaft, die op een zeer eenvoudige wijze en bovendien met een zeer gering aantal handelingen kan worden in- en uitgeklapt. Men hoeft enkel de tafel 1, 100 op de ondergrond 200 te plaatsen, het eerste element 2 los te maken van het tweede element 3, het eerste element 2 of het tweede element 3 omhoog te trekken tot de gewenste hoogte H en als laatste handeling de borgmoer 24 aan te draaien.

Voor het weer inklappen van de tafel 1, 100, moeten de zojuist beschreven stappen in omgekeerde volgorde worden uitgevoerd.

Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.

Zo is het gebruik van de uitzetarmen zoals beschreven, niet beperkt tot de getoonde uitvoeringsvormen, maar is het zeer goed mogelijk om de uitzetarmen te vormen uit slechts twee stangen, die onderling scharnierbaar zijn gekoppeld.

Zo is het ook mogelijk om de eerste en/of de tweede geleider aan te brengen op de binnenzijde van het eerste respectievelijk het tweede element, in plaats van de genoemde geleiders te koppelen met de uitzetarmen. Echter geniet de in de figuren getoonde uitvoeringsvorm de voorkeur, omdat er positief effect op de stabiliteit van de tafel uitgaat van een directe koppeling van genoemde geleiders met de uitzetarmen.

tA Λ \ *t< .··* ... V* v .

? ü | { 4 - - 11 -

Het is ook mogelijk om het eerste element geschikt te maken om een koppeling tot stand te brengen met een ander voorwerp, bijvoorbeeld een gereedschapskoffer. Hierbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld op het eerste element aangebrachte klemmen die een dergelijke gereedschapskoffer op het eerste element vastklemmen of die bijvoorbeeld een draagtas voor een draagbare computer, of een normale koffer voor bagage vastklemmen hierop.

Verder zal het voor een deskundige duidelijk zijn, dat de tafel volgens de onderhavige uitvinding niet is beperkt tot het in de figuren getoonde formaat. Het gebruik van een schaarmechanisme voor het op afstand van elkaar plaatsen van de elementen leent zich bij uitstek voor het toepassen van verschillende formaten van tafels.

1 ^ : ·.

Claims (11)

1. Tafel (1, 100) omvattende een eerste element (2) en een tweede element (3), een tussen het eerste element (2) en het tweede element 5 (3) werkzaam uitzetmechanisme (4), waarbij de tafel (1, 100) een ingeklapte stand kan innemen waarin het eerste element (2) en het tweede element (3) op elkaar aansluiten, en een tafelstand kan innemen waarin het eerste element (2) en het tweede element (3) zich onderling evenwijdig op afstand van elkaar bevinden, zodat het 10 eerste element (2) in de tafelstand kan fungeren als tafelblad en het tweede element (3) in de tafelstand kan fungeren als voet voor het tafelblad.

2. Tafel (1, 100) volgens conclusie 1, waarbij het 15 uitzetmechanisme (4) ten minste één axiaal verlengbare uitzetarm (5) omvat.

3. Tafel (1, 100) volgens conclusie 2, waarbij de ten minste ene axiaal verlengbare uitzetarm (5) een stelsel van onderling 20 scharnierbare en kruiselings gekoppelde stangen omvat.

4. Tafel (1, 100) volgens conclusie 3, waarbij de ten minste ene uitzetarm (5) een eerste uiteinde (7) en een tweede uiteinde (8) omvat, die, door middel van eerste respectievelijk tweede 25 bevestigingspunten (7a, 7b) zijn gekoppeld met een aan het eerste element (2) verschafte eerste geleiderail (11), respectievelijk, door middel van derde en vierde bevestigingspunten (8a, 8b),met een aan het tweede element (3) verschafte tweede geleiderail (12).

5. Tafel (1, 100) volgens conclusie 4, waarbij de eerste en derde bevestigingspunten (7a, 8a) op een vaste positie doch scharnierbaar zijn gekoppeld met de eerste geleiderail (11) respectievelijk de tweede geleiderail (12), en waarbij de tweede en vierde bevestigingspunten (7b, 8b) scharnierbaar en verplaatsbaar zijn 35 gekoppeld met de eerste geleiderail (11) respectievelijk de tweede geleiderail (12). i u ) i- v - f T - 13 -

6. Tafel (1, 100) volgens één van de conclusies 2-5, waarbij het uitzetmechanisme (4) een tweede axiaal verlengbare uitzetarm (6) omvat, die identiek is aan de eerste uitzetarm (5) en op overeenkomstige wijze is gekoppeld met een aan het eerste element 5 (2) verschafte eerste geleiderail (11a) en met een aan het tweede element (3) verschafte tweede geleiderail (12a) .

7. Tafel (1, 100) volgens conclusie 6, waarbij het uitzetmechanisme (4) is voorzien van een tussen de eerste uitzetarm 10 (5) en de tweede uitzetarm (6) aangebracht stangenstelsel (16), omvattende een eerste geleider (17), die met een eerste uiteinde (17a) is verbonden met de eerste uitzetarm (5) en met een tweede uiteinde (17b) is verbonden met de tweede uitzetarm (6), een tweede geleider (18), die met een eerste uiteinde (18a) is verbonden met de 15 eerste uitzetarm (5) en met een tweede uiteinde (18b) is verbonden met de tweede uitzetarm (6), en een tussen de eerste geleider (17) en tweede geleider (18) werkzame en met de geleiders (17, 18) verbonden derde axiaal verlengbare uitzetarm (19).

8. Tafel (1, 100) volgens één van de conclusies 2-7, waarbij het uitzetmechanisme (4) is voorzien van borgmiddelen die zijn ingericht voor het voorkomen van een axiale beweging van ten minste één van de axiale verlengbare uitzetarmen (5, 6, 19) .

9. Tafel (1, 100) volgens conclusie 8, waarbij de borgmiddelen zijn ingericht voor het voorkomen van een axiale beweging van de derde uitzetarm (19).

10. Tafel (1, 100) volgens conclusie 9, waarbij een uiteinde (21) 30 van de derde uitzetarm (19) is voorzien van een borgmoer (24), die is ingericht voor het uitoefenen van een klemkracht op ten minste één van de geleiders (17, 18).

11. Werkwijze voor het verschaffen van een tafel, omvattende de 35 stappen: a. het verschaffen van een eerste element (2), een tweede element (3) en een tussen het eerste element (2) en het tweede - 14 - element (3) werkzaam uitzetmechanisme (4), welk uitzetmechanisme (4) ten minste een eerste uiteinde (7) en een tweede uiteinde (8) omvat, die zijn gekoppeld met een aan het eerste element (2) verschafte eerste geleiderail (11), en een aan het tweede element 5 (3) verschafte tweede geleiderail (12), en waarbij het uitzet mechanisme (4) borgmiddelen omvat voor het borgen van de tafel (1, 100) in een tafelstand; b. het met één van de elementen (2, 3) op een ondergrond (200) plaatsen van de tafel (1, 100); 10 c. het ten opzichte van het op de ondergrond (200) aangebrachte element (2, 3) verplaatsen van het andere element (3, 2), en d. het borgen van de tafel (1, 100) in een tafelstand.