NL8201091A - Beensteun voor in het bijzonder een vliegtuigstoel. - Google Patents

Description

t' ‘

Beensteun voor in het bijzonder een vliegtuigstoel.

De uitvinding heeft betrekking op een beensteun, welke als zelfstandige eenheid kan worden aangebracht aan alle soorten stoelen in met name voertuigen voor personen-5 vervoer en in het bijzonder vliegtuigen, voorzien van tenminste één beweegbaar klapdeel, dat in en/of onder de stoel intrekbaar is en draaibaar met een aan de stoel te bevestigen vast deel is verbonden.

Er zijn reeds verschillende soorten stoelen voor 10 voertuigen voor personenvervoer en in het bijzonder vliegtuigen bekend, die door de passagier binnen bepaalde grenzen in verschillende standen kunnen worden ingesteld. In bepaalde gevallen zijn deze stoelen voor het verhogen van het comfort van de passagiers vooral op lange trajecten tevens voorzien 15 van beensteunen die zich, wanneer zij niet in gebruik zijn in een ingetrokken stand onder of in het gestel van de stoel bevinden en door de passagier kunnen worden uitgeklapt of naar de voorzijde onder de stoel kunnen worden uitgetrokken.

Dergelijke beensteunen bestaan in het algemeen uit 20 een soort plaat of klapsteun, welke draaibaar aan een vast gedeelte van de stoel is bevestigd of door middel van een samenstel van schuifstangen en schuifgeleidingen met de stoel is verbonden. In vele gevallen zijn deze beensteunen niet alleen ondoelmatig, doch bezitten zij bovendien een 25 betrekkelijk ingewikkelde en kwetsbare constructie. Voorts kunnen deze beensteunen vaak niet in de steunstand worden vastgezet of zijn zij, wanneer dit wel het geval is hiertoe voorzien van instel-, klem- en/of palmechanismen, welke door de gebruiker zelf met de hand moeten worden bediend, hetgeen 30 niet alleen inspanning vereist, doch tevens tijd in beslag neemt en bovendien met het oog op de betrekkelijk geringe ruimte tussen de stoelen in de opeenvolgende rijen ongemakkelijk is.

Afgezien van het voorgaande zijn dergelijke been-35 steunen in zeer vele gevallen als vaste onderdelen van de stoelen uitgevoerd, zodat wanneer deze als gevolg van slijtage of voor het veranderen van het interieur moeten worden vervangen hiertoe tevens de zitting van de stoel en/of het gehele onderstel daarvan en soms ook de stoel in zijn geheel 40 zal moeten worden vervangen.

8201091 fr ï- 2 -

De uitvinding beoogt, een beensteun van de bovenbeschreven soort te verschaffen, welke als zelfstandige eenheid is uitgevoerd en bij elk type stoel kan worden toegepast en waarmede de aan de genoemde bekende beensteunen verbonden 5 bezwaren zijn vermeden, terwijl deze beensteun een eenvoudige en stevige constructie bezit en zowel in zijn ingeklapte stand als in zijn uitgeklapte stand kan worden vastgezet zonder dat de gebruiker daarvan hiertoe enig klem-, blokkeer- en/of palmechanisme behoeft te bedienen.

10 De uitvinding verschaft een dergelijke beensteun, waarmede het gestelde doel is bereikt, doordat daarbij het beweegbare klapdeel tevens met het vaste deel is verbonden door een inrichting voor het automatisch vasthouden van dit klapdeel in zijn ingeklapte stand en zijn uitgeklapte stand.

15 Door deze uitvoering is bereikt, dat de gebruiker van de beensteun behalve het inklappen of het uitklappen daarvan geen min of meer ingewikkelde en/of moeilijk uitvoerbare handelingen behoeft te verrichten. Door de automatische en blijvende werking van de vasthoudinrichting is bovendien 20 bereikt, dat de tot dusverre gebruikelijke organen voor het vasthouden van de beensteun in zijn ingeklapte en uitgeklapte standen, zoals blokkeerschraeven, pallen of dergelijke kunnen worden weggelaten, waardoor de constructie wordt vereenvoudigd, terwijl desondanks een zeer betrouwbare werking wordt gewaar-25 borgd.

Volgens een voordelen biedend kenmerk van de uitvinding bestaat de automatische vasthoudinrichting uitten minste één orgaan, dat het beweegbare klapdeel door het daarop uitoefenen van een veerkracht in zijn ingeklapte stand en zijn 30 uitgeklapte stand gedrukt houdt. In een bijzonder geschikte uitvoeringsvorm kan de vasthoudinrichting worden gevormd door twee pneumatische vijzels met een cilindrische mantel en een zuiger en van elk waarvan de mantel scharnierend met het vaste deel van de beensteun en de zuigerstang scharnie-35 rend met het beweegbare klapdeel is verbonden. In plaats hiervan kan de vasthoudinrichting ook worden gevormd door twee drukveren, van elk waarvan het ene uiteinde aan het vaste deel van de beensteun en het andere uiteinde aan het beweegbare klapdeel is bevestigd. Deze uitvoeringsvormen 8201091 ^ £ - 3. - van de beensteun hebben het voordeel, dat de beensteun daarbij automatisch in de gewenste stand wordt vastgehouden door de eenvoudige, doch doelmatige en betrouwbare veerkrachtige werking van de vijzels of de drukveren, die een eenvoudige 5 en stevige constructie bezitten. Bovendien kunnen dergelijke organen ook bij zeer kleine afmetingen daarvan een grote vasthoudkracht uitoefenen, waardoor een verdere bijdrage tot de beperking van de door de beensteun in beslag genomen plaatsruimte wordt geleverd.

10 Volgens een voordelen biedende uitvoering van de beensteun volgens de uitvinding bestaat het vaste deel daarvan uit een raam voor het opnemen van het beweegbare klapdeel in de vorm van twee verticale zijplaten, die met elkaar zijn verbonden door een tussen de opstaande randen daarvan aange-15 brachte schuine dwarsplaat en voorts aan hun bovenste uiteinden zijn voorzien van lagers voor het draaibaar ondersteunen van het beweegbare klapdeel. Door deze uitvoering is bereikt, dat het beweegbare klapdeel in de ingeklapte stand van de beensteun door het raam, waarin het is opgenomen wordt be-20 schermd.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeel d, dat is weergegeven in de bijgaande tekening, waarin is : fig. 1 een schematische afbeelding in perspectief 25 van een vliegtuigstoel met een beensteun volgens de uitvinding in de uitgeklapte stand.

fig. 2 een afbeelding in perspectief van de beensteun uit fig. 1 in de ingeklapte stand.

fig. 3 een afbeelding van de in fig. 1 weergegeven 30 beensteun in uitgeklapte stand en met de kussens daarvan ver-wi jderd.

fig. 4 een 1angsdoorsnede op vergrote schaal van de beensteun volgens de uitvinding in zijn volledig uitgeklapte stand.

3.5 fig. 5 een afbeelding van een gedeelte van de been steun uit fig. 4.

fig. 6 een afbeelding van een gedeelte van een gewijzigde uitvoeringsvorm van de beensteun volgens de uitr vinding.

8201091 • - 4 -

Fig. 1 toont een schematische afbeelding in perspectief van een stoel 1 voor een voertuig voor personenvervoer en in het bijzonder een vliegtuig welke op de algemeen bekende wijze is uitgevoerd en is voorzien van een zitkussen 2, 5 twee armleuningen 3 en een rugsteun 4. Deze laatste neemt normaal een vrijwel verticale stand in en kan door de passagier in de in fig. 1 weergegeven rust- of slaapstand worden ingesteld door hem in beperkte mate achterover te kantelen, waardoor tevens het zitkussen 2 naar voren wordt bewogen en 10 de voorzijde daarvan enigszins omhoog wordt bewogen en buiten de stoel komt uit te steken, zoals in de tekening is weergegeven. Dit systeem is op zichzelf bekend en zal derhalve niet in detail worden beschreven. De stoel is op de gebruikelijke wijze door middel van een voetstuk 5 op een bevesti-15 gingsrail 6 bevestigd en is voorts voorzien van een tussen de onderzijde van het zitkussen 2 en de grond en/of de beves-tigingsrail 6 aangebrachte horizontale dwarsstancj 7 voor het tegenhouden van eventueel onder de stoel geplaatste bagage.

De beensteun 8 volgens de uitvinding welke zich in 20 zijn ingeklapte ruststand tussen de zitting 2 en de grond of de bevestigingsrai1 6 bevindt (zie fig. 2) is een zelfstandige eenheid, die op een in het navolgende nog nader te beschrijven wijze aan de bagagestang 7 van de stoel en de bevestigings-rail 6 van deze laatste kan worden bevestigd met behulp van 25 hiertoe geschikte op zichzelf bekende organen, zoals schroeven, veerklemmen of dergelijke. De beensteun is samengesteld uit een vast deel 9 in de vorm van een raam, dat is bestemd voor het opnemen en beschermen van de beensteun 8 in zijn onder de stoel 1 opgeklapte stand en uit een aantal schar-30 nierend met elkaar verbonden klapdelen 10, 11 en 12 en een scharnierend voetstuk 13, dat eveneens in de vorm van een klapdeel is uitgevoerd en op de grond rust. De klapdelen 11 en 12, welke zijn bestemd voor het ondersteunen van de benen van de passagier zijn bovendien voorzien van afneembare kus-35 sens 14 en 15, waarvan het laatstgenoemde is voorzien van een handgreep 16 voor het uitklappen van de beensteun. Het als voetstuk 13 dienende klapdeel is voorts voorzien van twee op de zijkanten daarvan aangebrachte handgrepen of bij voorkeur drukknoppen 17, welke de mogelijkheid bieden om door het 40 8 2 0 1 0 9 1 * -5, - 5 - . daarop uitoefenen van een geringe druk het voetstuk vrij te maken» teneinde de beensteun in een hogere stand te brengen, zoals in het navolgende nog nader zal worden beschreven.

Alle onderdelen van de beensteun 8 zijn eveneens 5 weergegeven in de figuren 2 en 3.

Figuur 2 toont de beensteun in zijn rusttoestand, dat wil zeggen in de ingeklapte of opgevouwen toestand, waarin hij zich onder het zitkussen 2 (fig.1) bevindt. In deze stand ligt het als voetstuk dienende klapdeel 13 tegen de 10 binnenzijde van het klapdeel 12, dat op zijn beurt zodanig tegen het klapdeel 11 is gevouwen, dat het kussen 15 daarvan met de handgreep 16 naar buiten is gericht, terwijl het klapdeel 11 tegen het klapdeel 10 komt te liggen, nadat de scharnierende verbinding daartussen naar beneden is bewogen. Door 15 het samenstel van beweegbare klapdelen van de beensteun op deze wijze harmonicavormig op te vouwen komt dit geheel binnen het vaste deel 9 van de beensteun te liggen, waardoor het tegen beschadiging zal worden beschermd.

Figuur 3 toont de beensteun 8 in zijn gebruiksstand, 20 dat wil zeggen in zijn volledig uitgeklapte stand, zoals ook is weergegeven in fig. 1, doch zonder de afneembare kussens 14 en 15 van de klapdelen 11 en 12, teneinde de vorm van deze klapdelen zelf (die eveneens in 1angsdoorsnede in fig. 4 zijn weergegeven) duidelijker te tonen. Het klapdeel 11 bestaat 25 uit een vlak, rechthoekig raam 18, dat aan zijn korte zijden is voorzien van verticale, opstaande zijkanten 19 voor het vasthouden van het daartussen aan te brengen kussen 14. Het klapdeel 12 wordt gevormd door een vlak, rechthoekig raam 20 met dezelfde buitenafmetingen als het raam 18 en dat boven-30 dien is voorzien van een zich tussen de beide korte zijden daarvan uitstrekkend dwarsstuk 21 met daarin aangebrachte openingen 22 voor het bevestigen van de handgreep 16. Voorts is het raam 20 aan zijn korte zijden eveneens voorzien van verticale ópstaande zijkanten 23 voor het vasthouden van het 35 daartussen aan te brengen kussen 15. Het klapdeel 10 bestaat uit een rechthoekige vlakke plaat met verticale opstaande zijkanten 24. Zoals meer in detail is weergegeven in fig. 4 is dit klapdeel 10 scharnierend verbonden met het vaste raam 9 en bovendien voorzien van twee onderling evenwijdige sleuven 40 8 2 0 1 0 9 1 - 6 - 25, welke evenwijdig aan de zijranden van de plaat zijn gericht en waarvan het doel aan de hand van fig. 4 nog nader zal worden toegelicht. Zoals eveneens.in deze figuur is weergegeven zijn alle klapdelen 10, 11, 12 en 13 scharnierend 5 met elkaar verbonden.

In fig. 4, welke een 1angsdoorsnede op vergrote schaal van de beensteun 8 volgens de uitvinding in zijn volledig uitgeklapte stand, dat wil zeggen in de in fig. 1 weergegeven gebruiksstand toont is tevens (ook in samenhang met de 10 figuren 1 en 3)te zien, dat het vaste raamdeel 9 wordt gevormd door twee verticale zijplaten 26 met een in hoofdzaak rechthoekige vorm, die aan hun onderzijden met elkaar zijn verbonden door een horizontale dwarsplaat 27, welke door middel van willekeurige, op zichzelf bekende en niet in de tekening weer-15 gegeven organen aan de bevestigingsrai1 6 van de stoel kan worden bevestigd. Het raam 9 is aan de naar de onderzijde van de stoel gekeerde achterzijde daarvan voorzien van een · schuine plaat 28, die met zijn zijranden is bevestigd aan driehoekige uitsteeksels 29 van de zijplaten 26, in welke 20 verticale uitsparingen 30 zijn aangebracht, door middel waarvan het raam 9 van de beensteun aan de bagagestang 9 van een stoel kan worden gehaakt.

De zijplaten 26 van het raam 9 zijn aan hun bovenste uiteinden voorzien van 1ageropeningen 31 voor het opnemen van 25 op de opstaande zijkanten van het klapdeel 10 aangebrachte lagerpennen 22, door welke dit klapdeel vrij draaibaar met het raam is verbonden. Op de binnenzijden van de zijplaten 26 van het raam 9 zijn aanslagorganen 33, bijvoorbeeld in de vorm van rechthoekig omgezette profieldelen aangebracht, door 30 welke het klapdeel 10 bij het inklappen van de steun in een verticale stand in het raam wordt tegengehouden.

Zoals verder in fig. 4 is weergegeven is het beweegbare klapdeel 10 niet alleen door middel van de lagers 31 en 32 draaibaar met het vaste raam 9 van de beensteun 8 verbonden, 35 doch tevens met dit raam gekoppeld door middel van een inrichting voor het automatisch vasthouden van het klapdeel 10 in zijn ingeklapte stand en zijn uitgeklapte stand (zoals in het navolgende nog nader zal worden beschreven) en welke inrichting bestaat uit twee pneumatische vijzels 34 met een 40 8 2 0 1 0 9 1 - 7 - cilindrische mantel 35 en een zuiger 36, van elk waarvan de mantel 35 scharnierend met de schuine plaat 28 en de zuiger-stang 37 scharnierend met het beweegbare klapdeel 10 is verbonden. De scharnierende verbinding van elke vijzelmantel 35 5 met de plaat 28 is tot stand gebracht door middel van een aan de mantel bevestigde scharnierplaat 38, welke vrij draaibaar is om een as 39, die vast is bevestigd in twee evenwijdige steunplaten 40, die naast elkaar op de plaat 28 zijn bevestigd en tussen welke het vrije uiteinde van de schar-10 nierplaat 38 is opgenomen. De scharnierende verbinding tussen de zuigerstang 37 en het klapdeel 10 is op overeenkomstige wijze uitgevoerd met behulp van een aan de zuigerstang bevestigde scharnierplaat 41, welke vrij draaibaar is om een as 42, welke vast is aangebracht in twee onderling evenwijdige 15 vlakke steunen 43, welke naast elkaar op het klapdeel 10 zijn bevestigd (zie hiertoe eveneens fig. 5). De horizontale schar-nierassen 39 voor de vijzels op het raam 9 zijn evenwijdig aan de draaiingsas 32 van het klapdeel 10 gericht en zijn voorts aan de van de schuine plaat 28 afgekeerde zijde van 20 het verticale vlak door deze draaiingsas zodanig buiten dit vlak aangebracht, dat (zoals uit het navolgende nog nader zal blijken) aan weerszijden van een instabiele evenwichts-stand, waarin de langsassen van de vijzels 34 evenwijdig aan het klapdeel 10 zijn gericht de vijzels dit klaporgaan, automa-25 tisch in zijn ingeklapte stand (welke door de stippellijnen in fig. 4 is aangegeven) of in zijn uitgeklapte stand (die met de getrokken lijnen in fig. 4 is aangegeven) trachten te drukken.

Zoals verder in fig. 4 is weergegeven zijn de op-30 staande zijkanten 24 van het klapdeel 10 en de opstaande zijkanten 19 van het klapdeel 11 aan hun naar elkaar toegekeerde uiteinden voorzien van verbrede gedeelten met een rechthoekige vorm, welke door middel van op zichzelf bekende organen 44, zoals bijvoorbeeld schroefbouten, scharnierpennen 35 of dergelijke draaibaar met elkaar zijn verbonden. Het klapdeel 11 is met het klapdeel 12 verbonden door middel van een scharnier 45, terwijl het klapdeel 12 met het als voetstuk dienende klapdeel 13 is verbonden door middel van een scharnier 46. Zoals uit de tekening blijkt zal bij het inklappen 40 8 2 0 1 0 9 1 -i V- - 8 - van de beensteun het klapdeel 10 om de as 32 omlaag worden geklapt tot in zijn onderste stand 10', waarin het tegen de aanslagorganen 33 aanligt, terwijl voorts de scharnierende verbinding 44 omlaag wordt bewogen, waardoor het klapdeel 11 5 tegen het klapdeel 10 komt aan te liggen in de stand 11', waarbij het kussen 14 daarvan de stand 14' inneemt. Voorts zal, nadat het als voetstuk dienende klapdeel 13 tegen de binnenzijde van het klapdeel 12 is aangelegd dit laatstgenoemde klapdeel tegen het klapdeel 11 komen te liggen in de stand 10 12', waarin het kussen 15 daarvan de stand 15' inneemt. Derhalve zullen in de ingeklapte toestand van de beensteun 8 alle klapdelen daarvan tussen de zijplaten 26 van het raam 9 liggen en zal alleen het kussen 15 aan de voorzijde daarbuiten uitsteken.

15 In fig. 6 is nog een gewijzigde uitvoering van een onderdeel van de beensteun volgens de uitvinding weergegeven, waarbij de pneumatische vijzels 34 zijn vervangen door organen 47, die elk worden gevormd door een drukveer 48, die bijvoorbeeld is aangebracht in twee teTescoopbuizen 49 en 50, welke 20 door middel van scharnierplaten 51 en 52 en scharnierassen 53 en 54 zijn gekoppeld met steunen 40 en 41, die op de plaat 28 en het beweegbare klapdeel 10 zijn aangebracht op dezelfde wijze, zoals in fig. 4 is weergegeven.

De beensteun volgens de uitvinding werkt op de navol-25 gende wijze. In de ingeklapte rusttoestand nemen de klapdelen 10,11,12 en 13 hun met stippellijnen in fig. 4 weergegeven standen 10',11',12' en 13' in, terwijl de vijzels zich in hun schuine achterste stand 34' bevinden, waarin zij enigszins buiten het klapdeel 10 uitsteken, hetgeen mogelijk is 30 door de aanwezigheid van de in dit klapdeel 10 aangebrachte sleuven 25, door welke de vijzels 34 en de op de plaat 28 aangebrachte steunen 40 althans gedeeltelijk worden doorgelaten. In deze stand wordt het klapdeel 10 door de vijzels, die met de steunen 43 daarvan zijn verbonden in zijn ingeklap-35 te stand 10' gedrukt en vastgehouden. Het samenstel van de klapdelen 11,12 en 13, dat eventueel alleen aan de onderzijde op enige afstand van het klapdeel 10 kan liggen wordt ook in de ingeklapte toestand vastgehouden als gevolg van het feit, dat het kussen 15 van het klapdeel 12, dat de handgreep 16 40 8201091 ·? - 9 - bevat zodanige afmetingen bezit, dat dit kussen 15 in zijn ingeklapte stand 15' tegen de bodem wordt aangedrukt. De klap-delen 11,12 en 13 worden voorts tevens in deze onderlinge stand vastgehouden doordat de scharnieren 45 en 46 daarvan 5 enigszins klemmend zijn uitgevoerd.

De beensteun kan worden uitgeklapt door aan de handgreep 16 te trekken, hetgeen tot gevolg zal hebben, dat het samenstel van klapdelen 11,12 en 13 vanuit de in fig. 4 weergegeven ingeklapte stand naar rechts zullen worden verplaatst, 10 waarbij het klapdeel 11 tevens het klapdeel 10 zal doen draaien, wanneer de op de handgreep 16 uitgeoefende kracht voldoende groot is om de door de vijzels 34 uitgeoefende veerkracht te overwinnen. Deze laatstgenoemde veerkracht neemt tijdens het draaien van het klapdeel 10 in rechtsom-15 gaande richting progressief af totdat dit deel een instabiele evenwichtsstand bereikt, waarbij de langsassen van de vijzels nagenoeg evenwijdig aan het vlak van het klapdeel 10 zijn gericht. Deze stand wordt zeer snel bereikt en na het passeren daarvan en dus tijdens de verdere draaiing van het klapdeel 20 10 zal de door de vijzels 34 geleverde veerkracht in dezelfde richting werken als de op de handgreep 16 uitgeoefende trekkracht, waardoor het klapdeel 10 automatisch in zijn met de getrokken lijnen in fig. 4 weergegeven uitgeklapte stand zal worden aangebracht en in deze stand zal worden vastgehouden.

25 Om de beensteun volledig in zijn uiteindelijk gewenste stand aan te brengen worden de klapdelen 11 en 12, alsmede het als voetstuk dienende klapdeel 13 volledig uitgeklapt, waarbij voor het uitklappen van het laatstgenoemde klapdeel van de daarop aangebrachte bedieningsknoppen 17 gebruik wordt gemaakt. 30 Voor het inklappen van de beensteun 8 wordt omgekeerd te werk gegaan, dat wil zeggen, dat eerst het klapdeel 13 tegen het klapdeel 12 wordt geslagen, vervolgens dit laatstgenoemde klapdeel tegen het klapdeel 11 wordt gevouwen en tenslotte het samenstel van klapdelen 13, 12 en 11 tegen het klapdeel 10 35 wordt aangedrukt, dat daarbij onder draaiing om de as 32 omlaag zal bewegen tegen de werking van de door de vijzels uitgeoefende veerkracht tot aan het bereiken van de evenwichts-stand, waarna de vijzels automatisch een verder inklappen van de beensteun zullen bewerkstelligen door de kracht, welke deze 40 8 2 0 1 0 9 1 - 10 - op het klapdeel 10 uitoefenen, dat daarbij tegen de aanslag-organen 33 wordt aangedrukt.

De uitvinding is niet tot de in het voorgaande beschreven toepassing en uitvoeringsvorm beperkt, doch hierin 5 kunnen wijzigingen worden aangebracht zonder daarbij buiten het kader van de uitvinding te treden.

10 ......

8201091

Claims (13)

1. Beensteun, welke als zelfstandige eenheid kan worden aangebracht aan alle soorten stoelen in met name voertuigen voor personenvervoer en in het bijzonder vliegtuigen, voorzien van ten minste één beweegbaar klapdeel, dat in 5 en/of onder de stoel intrekbaar is en draaibaar met een aan de stoel te bevestigen vast deel is verbonden, met het kenmerk, dat het beweegbare klapdeel (10) tevens met het vaste deel (9) is verbonden door een inrichting (34) voor het automatisch vasthouden van dit klapdeel (10) in 10 zijn ingeklapte stand en zijn uitgeklapte stand.

2. Beensteun volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de automatische vasthoudinrichting (34) bestaat uit ten minste één orgaan, dat het beweegbare klapdeel (10) door het daarop uitoefenen van een veerkracht in 15 zijn ingeklapte stand en zijn 'uitgeklapte stand gedrukt houdt.

3. Beensteun volgens conclusie 2, m e t het ken me r k, dat de vasthoudinrichting (34) wordt gevormd door twee pneumatische vijzels met een cilindrische mantel (35) en een zuiger (36) en van elk waarvan de mantel (35) 20 scharnierend (39) met het vaste deel (9) van de beensteun (8) en de zuigerstang (37) scharnierend met het beweegbare klapdeel (10) is verbonden.

4. Beensteun volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de vasthoudinrichting (34) wordt gevormd 25 door twee drukveren (47), van elk waarvan het ene uiteinde (51) aan het vaste deel (9) van de beensteun en het andere uiteinde (52) aan het beweegbare klapdeel (10) is bevestigd.

5. Beensteun volgens één der conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk, dat het vaste deel (9) van de 30 beensteun (8) is uitgevoerd in de vorm van een raam voor het opnemen van het beweegbare klapdeel (10) en dat bestaat uit twee verticale zijplaten (26), die met elkaar zijn verbonden door een tussen de opstaande randen daarvan aangebrachte schuine dwarsplaat (28) en voorts aan hun bovenste uiteinden 35 zijn voorzien van lagers (31) voor het draaibaar ondersteunen van het beweegbare klapdeel (10).

6. Beensteun volgens conclusies 3 en 5, m e t het kenmerk, dat de scharnierassen (39) van de 8201091 - 12 - vijzels (34) op het vaste deel (9) van de beensteun horizontaal en evenwijdig aan de draaiingsas (32) van het beweegbare klapdeel (10) zijn gericht en aan de van de schuine verbin-' dingsplaat (28) afgekeerde zijde van het verticale vlak door 5 deze draaiingsas (32) zodanig buiten dit vlak zijn aangebracht, dat aan weerszijden van een instabiele evenwichtsstand, waarin de langsassen van de vijzels (34) evenwijdig aan het vlak van het klapdeel (10). zijn gericht de vijzels dit klapdeel automatisch in zijn uitgeklapte opstaande stand of in zijn : 10 ingeklapte stand trachten te drukken, in welke laatstgenoemde stand het klapdeel tegen op enige afstand van de schuine ver-bindingsplaat (28) in het raam (9) aa.ngebrachte aanslagen (33) rust.

7. Beensteun volgens een der conclusies 3 t/m 6, 15 met het kenmerk, dat het beweegbare klapdeel (10) is voorzien van twee evenwijdige sleuven (25) met een • voldoend grote breedte voor het doorlaten van de organen van de vasthoudinrichting (34) en/of de bevestigingssteunen (40) door welke deze op de plaat (28) van het raam (9) zijn beves-20 tigd wanneer het klapdeel in zijn ingeklapte stand ten opzichte van de plaat (28) wordt gebracht.

8. Beensteun volgens een der conclusies 5 t/m 7, met het kenmerk, dat de achterste gedeelten (29) van de zijplaten (26) van het raam (9) zijn voorzien 25 van verticale uitsparingen (30) voor het aanhaken van het raam van de beensteun (8) aan de bagagestang (7) van de stoel (1) en dat de onderste uiteinden van de zijplaten van het raam met elkaar zijn verbonden door een horizontale platte dwars-stang (27), die aan een bevestigingsrai1 (6) van de stoel kan 30 worden bevestigd.

9. Beensteun volgens een der conclusies 1 t/m 8, met het kenmerk, dat de steun is voorzien van drie verdere, scharnierend met elkaar verbonden klapdelen (11,12,13), van welke het eerste klapdeel (11) scharnierend 35 met het draaibaar in het raam (9) ondersteunde beweegbare klapdeel (10) is verbonden en het laatste klapdeel (13) als voetstuk, waarmede de beensteun op de grond rust dient.

10. Beensteun volgens conclusie 9, m e t het kenmerk, dat de lengte van elk klapdeel (10 t/m 13), 40 8 2 0 1 0 9 1 - 13 - gerekend in de uitklaprichting daarvan ten hoogste gelijk is aan de hoogte van het raam (9), zodat de klapdelen in harmoni-cavorm tege.n elkaar aanliggend opgevouwen in het raam (9) kunnen worden opgenomen.

11. Beensteun volgens één der conclusies 9 of 10, met het kenmerk, dat de verplaatsing van de door de scharnierpunten bepaalde vouwlijnen bij het uitklappen van de beensteun voor wat de verbinding tussen de klapdelen (10) en (11) betreft naar boven of naar buiten en voor 10 wat de verbindingen tussen het klapdeel (10) en het raam (9), alsmede tussen het klapdeel (12) en de beide klapdelen (11) en (13) betreft naar beneden of naar binnen is gericht.

12. Beensteun volgens een der conclusies 9 t/m 11, met het kenmerk, dat de klapdelen (11,12) van 15 kussens(14,15) zijn voorzien.

13. Beensteun volgens één der conclusies 9 t/m 12, met het kenmerk, dat het als voetstuk' dienende klapdeel (13) op zijn beide zijkanten is voorzien van bedieningsknoppen of handgrepen (17) voor het vergemakkelijken 20 van het uitklappen daarvan. 8201091