NL1018216C2 - Convectorinrichting. - Google Patents

Convectorinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1018216C2
NL1018216C2 NL1018216A NL1018216A NL1018216C2 NL 1018216 C2 NL1018216 C2 NL 1018216C2 NL 1018216 A NL1018216 A NL 1018216A NL 1018216 A NL1018216 A NL 1018216A NL 1018216 C2 NL1018216 C2 NL 1018216C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
grid plate
air
air inlet
outlet
convector
Prior art date
Application number
NL1018216A
Other languages
English (en)
Inventor
Matthijs Gerard Johan Burger
Original Assignee
Nijburg Invest B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nijburg Invest B V filed Critical Nijburg Invest B V
Priority to NL1018216A priority Critical patent/NL1018216C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1018216C2 publication Critical patent/NL1018216C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/28Arrangement or mounting of filters
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F1/00Room units for air-conditioning, e.g. separate or self-contained units or units receiving primary air from a central station
    • F24F1/01Room units for air-conditioning, e.g. separate or self-contained units or units receiving primary air from a central station in which secondary air is induced by injector action of the primary air

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Air-Flow Control Members (AREA)

Description

Titel: Convectorinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een convectorinrichting, 5 omvattende: een huis, voorzien van een luchtinlaat en een luchtuitlaat; in het huis opgestelde venturi-organen voor het opwekken van een convectiestroom die zich beweegt van de luchtinlaat naar de luchtuitlaat; in het huis opgestelde luchtbehandelingsorganen; en een in de luchtinlaat opgestelde losneembare roosterplaat.
10 Een dergelijke inrichting is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US 6.213.867. Dergelijke inrichtingen zijn doorgaans geschikt om te worden ingebouwd in een plafond. Door de aërodynamische vorm van de venturi-organen, die veelal door een externe luchtaanvoer worden aangeblazen, ontstaat in de convectorinrichting een onderdruk, zodat 15 ongeconditioneerde lucht uit een vertrek door de luchtinlaat langs de luchtbehandelingsorganen wordt geleid. Dit kunnen bijvoorbeeld koel en/of verwarmingselementen zijn. Het apparaat blaast via de luchtuitlaat behandelde lucht uit. De roosterplaat dient van de inrichting te kunnen worden afgenomen om het apparaat functionerend en schoon te houden.
20 Daarbij stuit in de praktijk de bevestiging van de roosterplaat op het huis op problemen. Enerzijds zijn geen bevredigende bevestigingsmechanismen beschikbaar, die voor een gebruiker een duidelijke en veilige bevestiging van de roosterplaat verschaffen, anderzijds zijn de beschikbare bevestigingsmechanismen doorgaans nogal complex van aard, wat 25 gebruikersongemak oplevert en wat de productiekosten van de inrichting relatief hoog maakt.
De uitvinding heeft tot doel te voorzien in een convectorinrichting, voorzien van een eenvoudige constructie waardoor de roosterplaat gemakkelijk en betrouwbaar op het huis is te bevestigen.
30 Dit doel wordt bereikt door een convectorinrichting van de in de aanhef genoemde soort, waarbij de inrichting verder een aanslagorgaan 1018216 2 omvat, waartegen een zijde van de roosterplaat aanligt; een veerorgaan; en een aan het aanslagorgaan grenzende ruimte waarin tegen de werking van het veerorgaan althans een deel van de roosterplaat kan bewegen om de roosterplaat in de houderorganen te brengen, waarbij het aanslagorgaan 5 een plaatvormig element is, dat in aanslag langs een centraal deel van een breedtezijde van de roosterplaat aanligt. Het plaatvormige element is daarbij zodanig gedimensioneerd dat de roosterplaat over een zodanige afstand over het plaatvormig element kan bewegen, dat de roosterplaat aan een tegenovergelegen zijde in de houderorganen kan worden gebracht. In 10 bedrijf ligt het plaatvormige element tegen de roosterplaat aan en blokkeert daarmee een beweging in het vlak van de plaat.
Opgemerkt, wordt, dat uit het Japanse octrooischrift JP04316928 een roosterplaat bekend is die onder spanning in een houder kan worden geschoven. Deze roosterplaat bezit echter niet de plaatvormige 15 aanslagorganen, waarover de roosterplaat onder spanning kan worden bewogen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt het veerorgaan door de roosterplaat gevormd. Dit heeft als voordeel, dat een minimum aan onderdelen benodigd is, en toch een afdoende bevestiging wordt verkregen. 20 In een speciale uitvoering is de roosterplaat aan de uiteinden van een zijde passend gehouden in de houderorganen, en kan over een centraal deel van de zijde in ingedrukte stand over het aanslagelement worden bewogen. Deze uitvoeringsvorm biedt de mogelijkheid, dat de roosterplaat in willekeurige standen van de inrichting goed vast blijft zitten, wat voordelen tijdens het 25 vervoer en de montage oplevert.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de roosterplaat een dwars daarop georiënteerd verstevigingsorgaan, dat een wand tussen de luchtuitlaat en de luchtinlaat definieert, welke wand aan de van de roosterplaat afgelegen zijde een doorgang vormt voor toevoer van lucht van 30 de inlaat naar de uitlaat. Dit verstevigingsorgaan heeft enerzijds als 1018218 3 functie, om de roosterplaat, die een relatief geringe dwarsstijfheid bezit, te verstevigen, zodat het inbrengen kan worden vergemakkelijkt en de veerwerking wordt geoptimaliseerd. Anderzijds vormt het verstevigingsorgaan een gemeenschappelijke wand tussen luchtuitlaat en 5 luchtinlaat, waardoor gunstige aërodynamische scheiding tussen inlaat- en uitlaatstromen optreedt en de convectie optimaal verloopt. Ter verbetering van de aërodynamica zijn daarbij de venturi-organen opgesteld op een relatief geringe dwarsafstand ten opzichte van de wand. Ten opzichte van een meer centrale opstelling van de venturi-organen in een luchtuitlaat, 10 d.w.z. een opstelling waarbij de venturi-organen relatief wat verder af zijn opgesteld van de doorgang in de wand van de uitlaat, stroomt een veel grotere hoeveelheid lucht door het luchtbehandelelement en uit de luchtuitlaat, en behoeven de venturi-organen slechts op een relatief veel lagere voordruk te worden gehouden.
15 In de praktijk blijkt een gunstige opstelling te zijn indien de venturi-organen zijn gepositioneerd op ca. 15-35% van de breedte van de uitlaat. Ook buiten dit interval worden echter gunstige resultaten bereikt, in het bijzonder indien de venturi-organen naar de wand zijn gericht. De i doelmatigheid wordt nog verhoogd, indien de luchtuitlaat een tegenover de 20 wand gelegen tweede wand omvat, die in een door de convectiestroom gedefinieerde richting een naar binnen verlopende contour bezit. Hierdoor wordt bereikt dat de luchtstroom stabieler is en beter zijdelings van de roosterplaat langs het plafond wordt weggeblazen. Dit heeft als voordeel dat een betere scheiding optreedt tussen de aangevoerde, onbehandelde lucht, 25 en de uitgeblazen behandelde lucht, en dat een koude luchtstroom niet hinderlijk voelbaar is. Opgemerkt wordt dat genoemde maatregelen ter verkrijging van een verbeterde aërodynamische werking van de uitlaat ook zelfstandig kunnen worden toegepast.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting 30 verder een tweede aanslagorgaan, waartegen een tegenover genoemde zijde 1018216 4 van de roosterplaat gelegen tweede zijde van de roosterplaat aanligt; en een aan het tweede aanslagorgaan grenzende tweede ruimte waarin tegen de werking van het veerorgaan althans een deel van de roosterplaat kan bewegen om de roosterplaat in de houderorganen te brengen. Genoemde 5 uitvoeringsvorm maakt de constructie symmetrisch, zodat de gebruiker zich niet kan vergissen in de plaats van een aanslagorgaan: deze zijn aan beide uiteinden van de roosterplaat gelegen.
Verdere voordelen en uitvoeringen zullen nader worden toegelicht in de tekening. Hierin toont: 10 Fig. 1: een schematische weergave in doorsnede van de convectorinrichting in de richting van de korte as.
Fig. 2: een schematische weergave van de (sterk verkorte) roosterplaat van de inrichting van figuur 1.
Fig. 3: een schematische weergave van een uitlaat van de 15 convectorinrichting.
In de figuren worden gelijke of overeenkomstige delen door dezelfde verwijzingscijfers benoemd.
In figuur 1 is de convectorinrichting weergegeven in de vorm van 20 een koelconvector 1. De convector 1 omvat een huis 2, dat aan de benedenzijde door een roosterplaat 3 wordt begrensd. Door de roosterplaat 3 kan lucht in de luchtinlaat 4 van de convector worden gelaten. In de luchtinlaat 4 is een koelelement 5 opgesteld. Het koelelement 5 is aangesloten op een koelwatercircuit (niet weergegeven). Dit koelwater 25 stroomt door het koelelement 5 en neemt warmte op. De luchtstroom wordt in stand gehouden door een onderdruk, gecreëerd door uitstroomopeningen 6, waaruit lucht stroomt die als primaire lucht 7 via een (niet weergegeven) luchttoevoercircuit wordt aangevoerd.
De primaire lucht 7 is doorgaans geconditioneerd. Door de 30 onderdruk stroomt ongekoelde omgevingslucht 8 door het koelelement 5.
1018216 5
Daardoor wordt de lucht gekoeld, waarna het als koele lucht 9 uit luchtuitlaat 10 stroomt. De luchtuitlaat 10 is van de luchtinlaat 4 gescheiden door een wand 11 die eindigt in een doorgang 12 voor toevoer van lucht van de inlaat 4 naar de uitlaat 10.
5 De koelconvector 1 heeft doorgaans een langwerpige, rechthoekige vorm waarbij koele lucht 9 zijdelings van de roosterplaat 3 wegstroomt. De vorm van de uitlaat 10 is daarbij zodanig, dat de koele lucht 9 in hoofdzaak in het vlak van de roosterplaat 3, dwars op de luchtstroom van de ongekoelde omgevingslucht 8, uitstroomt. In de convectorinrichting 1 10 volgens de uitvinding zijn daarbij, zoals nader onder figuur 3 zal worden besproken, de richtingen van de luchtstromen (8 resp. 9) geoptimaliseerd, d.w.z. ten opzichte van conventionele ontwerpen een aanzienlijk gunstiger scheiding tussen aangezogen en uitgeblazen lucht (8 resp. 9) bewerkstelligd.
De roosterplaat kan veerkrachtig buigen over een aanslagelement 15 13 dat aan weerszijden aan de uiteinden van de roosterplaat in de langsrichting is opgesteld. De buiging vindt daarbij plaats over een lengteas van de roosterplaat, en is weergegeven door de stippellijn 14. De roosterplaat 3 is aan langs de langszij den voorzien van verstevigingselementen. Deze elementen definiëren de wand 11 tussen de 20 luchtuitlaat 10 en de luchtinlaat 4.
Het in positie houden van de roosterplaat 3 geschiedt door middel van in figuur 2 weergegeven houderorganen 15, waarin een uiteinde van de roosterplaat passend is gehouden. Verder geven pijlen 16 schematisch aangrijpposities weer op de roosterplaat 3 van niet weergegeven 25 houderorganen. De houderorganen 15, 16 fixeren de roosterplaat 3 ten opzichte van een richting loodrecht op het vlak van de plaat.
Een beweging van de roosterplaat 3 in de langsrichting (schematisch aangegeven met 17, waarbij de afmeting in de lengte sterk verkort is weergegeven) wordt begrensd door houders 15 en aanslagelement 101821 6 6 13. Het aanslagelement 13 is plaatvormig en is langs een centraal deel van een breedtezijde 18 van de roosterplaat 3 gepositioneerd.
De aangrijpposities kunnen in plaats en getal variëren; figuur 2a kan bijvoorbeeld spiegelbeeldig worden uitgevoerd ten opzichte van een 5 spiegelas I-I. Bij een dergelijke spiegelbeeldige constructie ligt de roosterplaat 3 aan de tegenovergelegen breedtezijde 18 gelegen zijde tegen een tweede aanslagorgaan. Een gebruiker behoeft zich zo niet te vergissen aan welke kant van de roosterplaat 3 het aanslagelement 13 is gepositioneerd.
10 In figuur 2b is weergegeven, hoe de roosterplaat 3 in de houderorganen 15, 16 wordt gebracht. Daarbij wordt de roosterplaat 3, tijdens het inbrengen, enigszins vanaf de onderzijde ingedrukt en over aanslagelement 13 geschoven. De roosterplaat 3 kan daarbij bewegen in de richting, aangegeven door pijl P. De roosterplaat 3 komt daarbij aan de 15 tegenovergelegen zijde vrij te liggen van de houders 15, waardoor de roosterplaat 3 in de houderorganen 15, 16 kan worden gebracht.
In figuur 3 is verder weergegeven, hoe de venturi-organen 6 zijn opgesteld ten opzichte van de wand 11. Door de uitstroomopeningen 6 iets te verplaatsen in de richting van de doorgang 12, van waaruit de gekoelde 20 lucht 9 instroomt, wordt een betere inductie tot stand gebracht ten opzichte van meer centraal geplaatste uitstroomopeningen. Daarbij kan de werking nog worden beïnvloed door de uitstroomopeningen te richten in de richting van de wand 11. In figuur 3 is dit weergegeven, door de enigszins schuin ten opzichte van de wand 11 georiënteerde instroomrichting van primaire lucht 25 7. Door deze opstelling wordt een grotere hoeveelheid lucht 9 gekoeld, en is het mogelijk om op een lagere druk van de primaire lucht 7 de convectorinrichting 1 in bedrijf te houden. Bovendien wordt de stabiliteit van de uitstromende lucht in de spleet beslissend verbeterd. Het effect van stabiliteit wordt nog verder verbeterd door de tegenover de wand 11 gelegen 30 tweede wand 19 een naar binnen verlopende contour te geven.
1018216 7
De uitvinding kan worden toe gepast met allerlei variaties en modificaties. Zo is voorstelbaar, dat de roosterplaat in een andere richting kan buigen dan de in de figuurbeschrijving besproken richting, bijvoorbeeld over een breedte-as. De veerwerking wordt bij voorkeur ontleend aan de 5 buigzaamheid van de roosterplaat, echter ook andere veermiddelen kunnen worden toegepast. De roosterplaat kan allerlei openingen hebben, zolang deze geschikt zijn lucht door te laten. Dergelijke variaties worden geacht te liggen in het bereik van de navolgende conclusies.
1018216

Claims (8)

1. Convectorinrichting, omvattende: - een huis, voorzien van een luchtinlaat en een luchtuitlaat; 5. in het huis op gestelde venturi-organen voor het opwekken van een convectiestroom die zich beweegt van de luchtinlaat naar de luchtuitlaat; - in het huis opgestelde luchtbehandelingsorganen; - een in de luchtinlaat opgestelde losneembare roosterplaat; 10. houderorganen, voor het houden van de roosterplaat; met het kenmerk, dat de inrichting verder omvat - een aanslagorgaan, waartegen een zijde van de roosterplaat aanligt; - een veerorgaan; en 15. een aan het aanslagorgaan grenzende ruimte waarin tegen de werking van het veerorgaan althans een deel van de roosterplaat kan bewegen om de roosterplaat in de houderorganen te brengen, waarbij het aanslagorgaan een plaatvormig element is, dat in aanslag langs een centraal deel van een breedtezijde van de roosterplaat aanligt.
2. Convectorinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het veerorgaan door de roosterplaat wordt gevormd.
3. Convectorinrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de roosterplaat aan de uiteinden van de zijde passend is gehouden in de houderorganen, en over een centraal deel 25 van de zijde in ingedrukte stand over het aanslagelement kan worden bewogen. 1018213 >
4. Convectorinrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de roosterplaat een dwars daarop georiënteerd verstevigingsorgaan omvat, dat een wand tussen de luchtuitlaat en de luchtinlaat definieert, welke wand aan de van de 5 roosterplaat afgelegen zijde een doorgang omvat voor toevoer van lucht van de inlaat naar de uitlaat.
5. Convectorinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de venturi-organen zijn opgesteld op een relatief geringe dwarsafstand ten opzichte van de wand.
6. Convectorinrichting volgens ten minste één van de conclusies 4-5, met het kenmerk, dat de venturi-organen naar de wand zijn gericht.
7. Convectorinrichting volgens ten minste één van de conclusies conclusie 4 - 6, met het kenmerk, dat de luchtuitlaat een tegenover de wand gelegen tweede wand omvat, die in een door de convectiestroom 15 gedefinieerde richting een naar binnen verlopende contour bezit.
8. Convectorinrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting verder omvat een tweede aanslagorgaan, waartegen een tegenover genoemde zijde van de roosterplaat gelegen tweede zijde van de roosterplaat aanligt; en een aan 20 het tweede aanslagorgaan grenzende tweede ruimte waarin tegen de werking van het veerorgaan althans een deel van de roosterplaat kan bewegen om de roosterplaat in de houderorganen te brengen. 1018216
NL1018216A 2001-06-06 2001-06-06 Convectorinrichting. NL1018216C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018216A NL1018216C2 (nl) 2001-06-06 2001-06-06 Convectorinrichting.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018216 2001-06-06
NL1018216A NL1018216C2 (nl) 2001-06-06 2001-06-06 Convectorinrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1018216C2 true NL1018216C2 (nl) 2002-12-10

Family

ID=19773493

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1018216A NL1018216C2 (nl) 2001-06-06 2001-06-06 Convectorinrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1018216C2 (nl)

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4181253A (en) * 1977-12-23 1980-01-01 Connor Engineering & Manufacturing, Inc. Ceiling air diffuser and induction apparatus
JPH0365209A (ja) * 1989-08-01 1991-03-20 Matsushita Seiko Co Ltd 空気清浄機のグリル着脱装置
JPH03221740A (ja) * 1989-11-10 1991-09-30 Mitsubishi Electric Corp 天井埋込形空気調和機
JPH04316928A (ja) * 1991-04-16 1992-11-09 Mitsubishi Electric Corp 空気調和機におけるエアーフィルタ
JPH09217957A (ja) * 1996-02-13 1997-08-19 Zexel Corp エアコン室内ユニットのエアフィルタ取付構造
JPH09229466A (ja) * 1996-02-26 1997-09-05 Kankyo:Kk 空気清浄装置
JPH10238807A (ja) * 1997-02-24 1998-09-08 Matsushita Electric Ind Co Ltd 天井埋込形空気調和機
EP0967444A2 (en) * 1998-06-23 1999-12-29 Stifab Farex AB A device for ventilation and cooling and/or heating rooms
US6213867B1 (en) * 2000-01-12 2001-04-10 Air Handling Engineering Ltd. Venturi type air distribution system

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4181253A (en) * 1977-12-23 1980-01-01 Connor Engineering & Manufacturing, Inc. Ceiling air diffuser and induction apparatus
JPH0365209A (ja) * 1989-08-01 1991-03-20 Matsushita Seiko Co Ltd 空気清浄機のグリル着脱装置
JPH03221740A (ja) * 1989-11-10 1991-09-30 Mitsubishi Electric Corp 天井埋込形空気調和機
JPH04316928A (ja) * 1991-04-16 1992-11-09 Mitsubishi Electric Corp 空気調和機におけるエアーフィルタ
JPH09217957A (ja) * 1996-02-13 1997-08-19 Zexel Corp エアコン室内ユニットのエアフィルタ取付構造
JPH09229466A (ja) * 1996-02-26 1997-09-05 Kankyo:Kk 空気清浄装置
JPH10238807A (ja) * 1997-02-24 1998-09-08 Matsushita Electric Ind Co Ltd 天井埋込形空気調和機
EP0967444A2 (en) * 1998-06-23 1999-12-29 Stifab Farex AB A device for ventilation and cooling and/or heating rooms
US6213867B1 (en) * 2000-01-12 2001-04-10 Air Handling Engineering Ltd. Venturi type air distribution system

Non-Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 015, no. 216 (C - 0837) 4 June 1991 (1991-06-04) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 015, no. 505 (M - 1194) 20 December 1991 (1991-12-20) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 017, no. 139 (M - 1385) 22 March 1993 (1993-03-22) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1997, no. 12 25 December 1997 (1997-12-25) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1998, no. 01 30 January 1998 (1998-01-30) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1998, no. 14 31 December 1998 (1998-12-31) *

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101105995B1 (ko) 열회수환기장치
CN106253050A (zh) 通过共通的冷却水冷却激光振荡部、空气冷却机以及除湿器的激光装置
US20050174778A1 (en) Germicidal lamp retaining assembly
NL1018216C2 (nl) Convectorinrichting.
JP4168085B1 (ja) 空気調和機
JP2019064124A5 (nl)
JP6410042B2 (ja) 画像読取装置
JP2016090162A (ja) 空気調和機
US10634308B2 (en) Lighting device for a motor vehicle
JP2668257B2 (ja) 赤外線放射要素
EP3805573A1 (en) Blower having high heat dissipation
JP2017142045A (ja) 冷却装置及びショーケース
CN110044053A (zh) 一种面板结构及空调器
JP3822428B2 (ja) 空気調和機
US7731368B2 (en) Lamp cooling arrangement for cinema projectors
JP4339052B2 (ja) 冷却装置
SE504518C2 (sv) Radialfläkt med i huset anordnad ledplåt
CN217899738U (zh) 机动车前照灯
TW448277B (en) Air conditioner
DE60301595D1 (de) Handtuchtrockner, vom Typ eines Heizlüfters
GB2391613A (en) Air terminal device
ES2068659T3 (es) Dispositivo para calentar y/o enfriar aire.
JPS6126035A (ja) 原稿照明装置
JP2007033003A (ja) ファンコンベクタ
JPH1178506A (ja) 空気調和装置のエバポレータ取付構造

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080101