NL1018126C2 - Stelsel voor het ontvangen van zaken in, of het afhalen van zaken uit afsluitbare ruimten. - Google Patents

Stelsel voor het ontvangen van zaken in, of het afhalen van zaken uit afsluitbare ruimten. Download PDF

Info

Publication number
NL1018126C2
NL1018126C2 NL1018126A NL1018126A NL1018126C2 NL 1018126 C2 NL1018126 C2 NL 1018126C2 NL 1018126 A NL1018126 A NL 1018126A NL 1018126 A NL1018126 A NL 1018126A NL 1018126 C2 NL1018126 C2 NL 1018126C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
slave
master
identification
unit
space
Prior art date
Application number
NL1018126A
Other languages
English (en)
Inventor
Klaas Hagoort
Willem Hubertus Kierdorff
Original Assignee
New For Old V O F
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by New For Old V O F filed Critical New For Old V O F
Priority to NL1018126A priority Critical patent/NL1018126C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1018126C2 publication Critical patent/NL1018126C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07FCOIN-FREED OR LIKE APPARATUS
    • G07F17/00Coin-freed apparatus for hiring articles; Coin-freed facilities or services
    • G07F17/10Coin-freed apparatus for hiring articles; Coin-freed facilities or services for means for safe-keeping of property, left temporarily, e.g. by fastening the property
    • G07F17/12Coin-freed apparatus for hiring articles; Coin-freed facilities or services for means for safe-keeping of property, left temporarily, e.g. by fastening the property comprising lockable containers, e.g. for accepting clothes to be cleaned
    • G07F17/13Coin-freed apparatus for hiring articles; Coin-freed facilities or services for means for safe-keeping of property, left temporarily, e.g. by fastening the property comprising lockable containers, e.g. for accepting clothes to be cleaned the containers being a postal pick-up locker

Description

5
Titel: Stelsel voor het ontvangen van zaken in, of het afhalen van zaken uit afsluitbare ruimten.
De uitvinding heeft betrekking op een stelsel voor het ontvangen van zaken in, of het afhalen van zaken uit afsluitbare ruimten.
Een dergelijk stelsel is bekend, en wordt bijvoorbeeld toegepast om serviceauto's te bevoorraden, die worden gebruikt door 10 servicetechnici van een bedrijf om onderhoud en reparaties bij cliënten van het bedrijf uit te voeren. Bij dergelijke onderhouds- en reparatiewerkzaamheden is behoefte aan reserve-onderdelen, gereedschap, verbruiksmateriaal, documenten of dergelijke zaken. Elk van de serviceauto's heeft een afsluitbare ruimte, zoals een kofferbak of 15 laadruimte, waarin genoemde zaken worden vervoerd naar genoemde cliënten om aldaar overdag gedurende de normale bedrijfstijd te worden gebruikt. Gewoonlijk worden de serviceauto's 's nachts op de plaats waar zij zich op dat moment bevinden bevoorraad met de voor de volgende dag of dagen benodigde zaken, zodat de zaken tijdig aanwezig 20 zijn. Daartoe rijdt een bevoorradingsauto met de door de servicetechnici benodigde zaken, bijvoorbeeld gebundeld tot pakketten, een voorafbepaalde route langs diverse serviceauto's teneinde de juiste pakketten in de juiste serviceauto's te deponeren. De chauffeur van de bevoorradingsauto bepaalt aan de hand van hem ter beschikking 25 gestelde schriftelijke of elektronische informatie de locatie waar de eerstvolgende te bevoorraden serviceauto zich zou moeten bevinden en rijdt naar deze locatie toe. Ter plaatse wordt de serviceauto tussen andere auto's opgezocht, en worden de sleutels van de serviceauto en de in de serviceauto te plaatsen zaken geselecteerd. Vervolgens wordt 30 de serviceauto geopend, en worden de zaken in kofferbak of laadruimte daarvan geplaatst in afwezigheid van de servicetechnicus. Eventueel kunnen ook zaken uit de serviceauto worden gehaald en meegenomen. De serviceauto wordt weer afgesloten, en de bevoorradingsauto vervolgt zijn route naar een volgende serviceauto.
35 Gelijksoortige stelsels worden gebruikt voor het afleveren van zaken op andere ontvangstpunten, zoals afsluitbare kasten of dergelijke welke zich in een openbare ruimte bevinden, in afwezigheid van de ontvanger/afnemer.
1018126 2
Een bezwaar van de stand van de techniek is dat in de bevoorra-dingsauto (kopieën van) alle sleutels van de te bevoorraden ont-vangstpunten aanwezig dienen te zijn. Het management van een dergelijke verzameling sleutels vergt echter een omvangrijke en 5 nauwkeurige voorbereiding waarbij gemakkelijk fouten kunnen worden gemaakt, met het gevolg dat ontvangstpunten soms niet geopend kunnen worden wegens niet-beschikbaarheid van de benodigde sleutels, of wegens beschikbaarheid van niet-passende sleutels. Hieruit vloeien vanzelfsprekend aanzienlijke, ongewenste vertragingen bij het verdere 10 gebruik van de zaken voort. Het door sommige gebruikers toepassen van universele sloten lost dit probleem slechts ten dele op.
Een ander bezwaar van de stand van de techniek is dat bij een mobiel ontvangstpunt, zoals een serviceauto, weliswaar redelijk nauwkeurig bekend is waar het zich bevindt, maar dat het door de 15 chauffeur van de bevoorradingsauto selecteren van het juiste ontvangstpunt temidden van een groot aantal, vaak min of meer identieke ontvangstpunten veel tijd kan vergen, hetgeen bezwaarlijk is. Ook levert elke mutatie, zoals een ander uiterlijk of een gewijzigde locatie, een vertraging in de ontvangst van zaken op.
20 Een volgend bezwaar is dat een zaak op een ontvangstpunt wordt achtergelaten zonder controle van de ontvanger. Eventuele optredende fouten in de bevoorrading worden pas geconstateerd wanneer de ontvanger de zaken inspecteert, wat veel vertraging oplevert.
De uitvinding beoogt een stelsel te verschaffen waarmee 25 ontvangstpunten met zekerheid bevoorraad kunnen worden. Voorts beoogt de uitvinding een stelsel te verschaffen om de ontvangstpunten snel, d.w.z. met geen of minimale vertraging, te bevoorraden. De uitvinding beoogt tevens een stelsel te verschaffen dat in het algemeen gebruikt kan worden om zaken in en uit een willekeurige afsluitbare ruimte te 30 brengen.
Voor het bereiken van bovengenoemde doelen omvat de uitvinding een stelsel voor het ontvangen van zaken in, of het afhalen van zaken uit afsluitbare ruimten, welk stelsel een meestereenheid en een bij elke ruimte behorende slaafeenheid omvat, waarbij de meestereenheid 35 omvat: meestergegevensopslagmiddelen voor het opslaan van ten minste meesteridentificatiegegevens betreffende identificaties van de slaafeenheden en identificaties van de zaken die zijn bestemd om in of uit de bij de slaafeenheden behorende ruimten gebracht te worden; kt 0181 26 t 3 meestercommunicatiemiddelen voor communicatie tussen de meestereen-heid en de slaafeenheid; meesterbesturingsmiddelen voor het selectief via de meestercommunicatiemiddelen uitzenden van ten minste een deel van de meesteridentificatiegegevens betreffende de identificatie van 5 een van de slaafeenheden en/of de bijbehorende ten minste ene zaak; en waarbij elke slaafeenheid omvat: slaafgegevensopslagmiddelen voor het opslaan van ten minste slaafidentificatiegegevens betreffende de identificatie van de betreffende slaafeenheid en identificaties van zaken; slaafcommunicatiemiddelen voor communicatie tussen de 10 slaafeenheid en de meestereenheid; openingsmiddelen voor het openen van de bij de slaafeenheid behorende ruimte; en slaafbesturingsmidde-len voor het via de slaafcommunicatiemiddelen ontvangen van het door de meestereenheid uitgezonden deel van de meesteridentificatiegegevens, het vergelijken van de daarin opgenomen identificatie van een 15 van de slaafeenheden met de identificatie van de betreffende slaafeenheid, en het bij overeenstemming tussen genoemde identificaties in de slaafgegevensopslagmiddelen opslaan van de identificatie van de ten minste ene zaak indien deze is opgenomen in de van de meestereenheid ontvangen meesteridentificatiegegevens, en het 20 activeren van de openingsmiddelen, zodat de ten minste ene zaak in de ruimte kan worden ontvangen of uit de ruimte kan worden afgehaald. De identificaties van de slaafeenheden en van de zaken die zijn bestemd om in of uit de bij de slaafeenheden behorende ruimten gebracht te worden, zijn ofwel vooraf in de meestergegevensopslagmiddelen 25 opgeslagen, ofwel zij worden door een gebruiker met een geschikt leesapparaat naar behoefte gelezen en direct verwerkt door de meesterbesturingsmiddelen.
Voorkeursuitvoeringsvormen zijn in de onderconclusies omschreven.
30 De conclusies, kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van de bijgaande tekening, waarin een niet-beperkend uitvoeringsvoorbeeld is getoond, waarbij: fig. 1 schematisch een bevoorradingsauto en daarin aanwezige systeemcomponenten toont; 35 fig. 2 schematisch een serviceauto en daarin aanwezige systeem componenten toont; fig. 3 een blokschema van een meestereenheid toont; en fig. 4 een blokschema van een slaafeenheid toont.
1018126 4
In de verschillende figuren hebben gelijke verwijzingscijfers betrekking op gelijke onderdelen of onderdelen met een gelijke functie.
Fig. 1 toont een vrachtauto 2 welke is bestemd om serviceauto's 5 te bevoorraden met pakketten 4. Elk pakket is voorzien van een uniek barcodelabel 6, dat kan worden gelezen door een barcodelezer 8. Het barcodelabel kan zijn voorzien van meerdere barcodes, bijvoorbeeld een barcode welke een ontvangstpunt karakteriseert (bijvoorbeeld een autokenteken), en een barcode welke het pakket 4 karakteriseert. Het 10 is ook mogelijk, elk pakket 4 in plaats van het barcodelabel 6 te voorzien van een ander identificatiemiddel dat door een bijbehorende lezer gelezen kan worden, zoals een door radiogolven uitleesbaar label of dergelijke. De barcodelezer 8 is verbonden met een meester-eenheid 10, welke hierna aan de hand van fig. 3 meer in detail zal 15 worden beschreven. De meestereenheid 10 is voorts verbonden met een antenne 12, een positionerings- en managementsysteem 14, een gebruikersinterface 16 en een autocontactslot 18. Het positionerings-en managementsysteem 14 is op zijn beurt verbonden met een antenne 20.
20 Fig. 2 toont een serviceauto 22 met een slaafeenheid 24, welke hierna aan de hand van fig. 4 meer in detail zal worden beschreven. De slaafeenheid 24 is verbonden met een antenne 26. Voorts is de slaafeenheid 24 verbonden met een autocontactslot 28, een bestaande centrale deurvergrendeling 30, een alarm- en deurslotbedieningseen-25 heid 32, een knipperlichtinstallatie 34, een detector 36 voor het detecteren of een achterklep 38 van de serviceauto 22 gesloten of geopend is, en een klepslotbedieningseenheid 40. In voorkomende gevallen kan de alarm- en deurslotbedieningseenheid 32 zijn uitgevoerd als een aparte alarmeenheid en een aparte deurslotbedienings-30 eenheid.
Fig. 3 geeft de diverse systeemcomponenten van de meestereenheid 10 weer. Centraal in de meestereenheid 10 staat een processor-kern 50, welke onder andere een microprocessor, een of meer geheugens, software, en een klok omvat. De processorkern 50 verwerkt de 35 aan de meestereenheid 10 toegevoerde gegevens, bestuurt de werking van de meestereenheid 10 en daarop aangesloten apparatuur, en geeft opgeslagen en verwerkte gegevens af.
1018126 5
Met de processorkern 50 van de meestereenheid 10 is een configuraties ignaalomvormer 52 gekoppeld, welke is ingericht voor het uitwisselen van gegevens met een gegevensverwerkend systeem 54 voor het configureren van de meestereenheid 10. Dergelijke gegevens 5 omvatten bijvoorbeeld een serienummer, een code bestemd voor de versleuteling van gegevens, en dergelijke.
Verder is met de processorkern 50 van de meestereenheid 10 een datasignaalomvormer 56 gekoppeld, welke is ingericht voor het uitwisselen van gegevens met een gegevensverwerkend systeem 58 (in 10 fig. 1 weergegeven als positionerings- en managementsysteem 14 met antenne 20) voor het verwerken en opslaan van door de meestereenheid 10 verwerkte gegevens en van een slaafeenheid 24 ontvangen gegevens. Ook is het mogelijk dat het gegevensverwerkende systeem 58 benodigde gegevens aan de meestereenheid 10 toevoert, of gegevens toevoert aan 15 de meestereenheid 10 ter doorzending aan een slaafeenheid 24. Het gegevensverwerkende systeem 58 kan bijvoorbeeld een systeem voor mobiele communicatie omvatten, een GPS (Global Positioning System) omvatten, en/of een managementsysteem voor pakketten 4 omvatten.
Verder is met de processorkern 50 van de meestereenheid 10 een 20 barcodelezeromvormer 60 gekoppeld, welke is ingericht voor het uitwisselen van gegevens met de barcodelezer 8. Gegevens die met de barcodelezer 8 verkregen worden, worden aan de processorkern 50 toegevoerd voor verwerking en doorzending aan een slaafeenheid 24. Met de barcodelezer 8 kunnen zowel barcodes die een ontvangstpunt 25 karakteriseren als barcodes die een pakket 4 karakteriseren, worden gelezen. In plaats van een barcodelezeromvormer 60 en bijbehorende barcodelezer 8 kan ook een ander, op zichzelf bekend leessysteem worden toegepast, zoals leessystemen op basis van radiofrequente identificatie, chipcards en dergelijke.
30 Verder is met de processorkern 50 van de meestereenheid 10 een gebruikersinterfacebesturing 62 gekoppeld, welke is ingericht voor het uitwisselen van gegevens met de gebruikersinterface 16. De gebruikersinterface kan een display 64 voor het afbeelden van alfanumerieke of grafische tekens omvatten, alsmede toetsen 66 en 35 eventuele akoestische of optische signaalgevers. De gebruiker kan op de display 64 weergegeven informatie lezen en hierop reageren met het bedienen van de toetsen 66.
_ 1018126 6
Verder is met de processorkern 50 van de meestereenheid 10 een zender/ontvanger 68 gekoppeld, die is ingericht om via de antenne 12 (fig. 1) te communiceren met de slaafeenheid 24. Een versleutelings-component 70 van de meestereenheid 10 kan voor een versleuteling van 5 naar de slaafeenheid 24 te verzenden gegevens en voor een ontsleute-ling van van de slaafeenheid 24 te ontvangen versleutelde gegevens zorgen. De versleuteling omvat bijvoorbeeld een berekening of een tabel waarop de meestereenheid 10 en de slaafeenheid 24 hun respectieve versleutelingen kunnen baseren.
10 Verder is met de processorkern 50 van de meestereenheid 10 een tijd/datumontvanger 72 gekoppeld, die is ingericht om via een antenne 74 (eventueel deel uitmakend van, of identiek aan de antenne 12) een aan de hand van een atoomklok uitgezonden radiosignaal met gegevens betreffende de tijd en de datum te ontvangen. Met behulp van deze 15 gegevens kan de klok van de processorkern 50 eenvoudig worden ingesteld.
Verder is met de processorkern 50 van de meestereenheid 10 een smartcardlezer 76 gekoppeld, die is ingericht om smartcards 78 te lezen. Op éen dergelijke smartcard 78 kunnen gegevens zijn opgeslagen 20 betreffende de meestereenheid 10, slaafeenheden 24, instellingen van de meestereenheid 10, wachtwoorden, versleutelcodes, een tegoed en dergelijke.
Verder is met de processorkern 50 van de meestereenheid 10 een aan/uitbesturing 80 gekoppeld, die bijvoorbeeld met het contactslot 25 82 (in fig. 1 weergegeven als autocontactslot 18) van een voertuig kan zijn gekoppeld.
Tenslotte omvat de meestereenheid 10 een voeding 84. De voeding kan een omvormer omvatten voor het omzetten van een boordspanning (bijv. een 12 V accuspanning) in een gewenste spanning (bijv. 5 V) . 30 Ook kan de meestereenheid 10 althans voedingsaansluitingen hebben voor een externe voeding met eventuele reservevoeding.
Fig. 4 geeft de diverse systeemcomponenten van de slaafeenheid 24 weer. Centraal in de slaafeenheid 24 staat een processorkern 90, welke onder andere een microprocessor, een of meer geheugens, 35 software, en een klok omvat. De processorkern 90 verwerkt de aan de slaafeenheid 24 toegevoerde gegevens, bestuurt de werking van de slaafeenheid 24 en daarop aangesloten apparatuur, en geeft opgeslagen en verwerkte gegevens af.
1018126 7
Met de processorkern 90 van de slaafeenheid 24 is een configu-ratiesignaalomvormer 92 gekoppeld, welke is ingericht voor het uitwisselen van gegevens met een gegevensverwerkend systeem 94 voor het configureren van de slaafeenheid 24. Dergelijke gegevens omvatten 5 bijvoorbeeld een serienummer, een code bestemd voor de versleuteling van gegevens, en dergelijke.
Verder is met de processorkern 90 van de slaafeenheid 24 een zender/ontvanger 96 gekoppeld, die is ingericht om via de antenne 26 (fig. 2) te communiceren met de meestereenheid 10. Een versleute-10 lingscomponent 98 van de slaafeenheid 24 kan voor een versleuteling van naar de meestereenheid 10 te verzenden gegevens en voor een ontsleuteling van van de meestereenheid 10 te ontvangen versleutelde gegevens zorgen. De versleuteling omvat bijvoorbeeld een berekening of een tabel waarop de meestereenheid 10 en de slaafeenheid 24 hun 15 respectieve versleutelingen kunnen baseren.
Verder is met de processorkern 90 van de slaafeenheid 24 een tijd/datumontvanger 100 gekoppeld, die is ingericht om via een antenne 102 (eventueel deel uitmakend van, of identiek aan de antenne 2 6) een aan de hand van een atoomklok uitgezonden radiosignaal met 20 gegevens betreffende de tijd en de datum te ontvangen. Met behulp van deze gegevens kan de klok van de processorkern 90 eenvoudig worden ingesteld.
Verder is met de processorkern 90 van de slaafeenheid 24 een smartcardlezer 104 gekoppeld, die is ingericht om smartcards 106 te 25 lezen. Op een dergelijke smartcard 106 kunnen gegevens zijn opgeslagen betreffende de slaafeenheid 24, de meestereenheid 10, instellingen van de slaafeenheid 24, wachtwoorden, versleutelcodes, een tegoed en dergelijke.
Verder is met de processorkern 90 van de slaafeenheid 24 een 30 aan/uitbesturing 108 gekoppeld, die bijvoorbeeld met het contactslot 110 (in fig. 2 weergegeven als autocontactslot 28) van een voertuig kan zijn gekoppeld.
Verder is met de processorkern 90 van de slaafeenheid 24 een slotbesturing 112 gekoppeld, die is ingericht om te worden gekoppeld 35 met een slotsysteem 114 van de ruimte, zoals een voertuigruimte. De slotbesturing 112 is ingericht voor het ontvangen van slotsignalen, het besturen van het slotsysteem 114 en een eventuele startonderbre-ker, en de controle van een open en gesloten toestand van een slot.
1018126 8
Volgens fig. 2 omvat het slotsysteem de aansturing van het slot 40, het ontvangen van een signaal van de detector 36, en het ontvangen van signalen van de centrale deurvergrendeling 30 en de alarm- en deurslotbedieningseenheid 32.
5 Verder is met de processorkern 90 van de slaafeenheid 24 een signaalbesturing 116 gekoppeld, welke is ingericht voor het besturen van signaalgevers, zoals de knipperlichtinstallatie 34 (fig. 2) of een akoestische signaalgever.
Verder is met de processorkern 90 van de slaafeenheid 24 een 10 alarmbesturing 118 gekoppeld, welke is ingericht voor het geheel of gedeeltelijk uit- en inschakelen van een alarminstallatie 120 (in fig. 2 weergegeven als alarm- en deurslotbedieningseenheid 32) . Eventueel kan de alarmbesturing uitsluitend alarmcontacten van de achterklep 38 (fig. 2) overbruggen.
15 Tenslotte omvat de slaafeenheid 24 een voeding 122. De voeding kan een omvormer omvatten voor het omzetten van een boordspanning (bijv. 12 V accuspanning) in een gewenste spanning (bijv. 5 V) . Ook kan de slaafeenheid 24 althans voedingsaansluitingen hebben voor een externe voeding met eventuele reservevoeding.
20 De werking van de aan de hand van fig. 1-4 beschreven systemen is als volgt.
Bij het voor de eerste maal starten van de meestereenheid 10 of de slaafeenheid 24 worden configuratiegegevens, zoals een serienummer, een versleutelcode, en andere (semi-)permanente gegevens via de 25 configuratiesignaalomvormer 52 resp. 92 in het geheugen van de meestereenheid 10 resp. slaafeenheid 24 geplaatst. Dergelijke configuratiegegevens kunnen afkomstig zijn van een computersysteem, en kunnen via een niet nader getoonde wegneembare kabel, of draadloos via de antenne 12 resp. 26 of anderszins vanuit de gegevensverwerken-30 de systemen 54 resp. 94 worden toegevoerd.
Na het starten van de meestereenheid 10 of slaafeenheid 24 vergelijkt de respectieve eenheid zijn eigen tijd en datum met die welke via de ti jd/datumontvangers 74 resp. 102 van een atoomklok zijn ontvangen. Zonodig kan op dit moment een correctie plaatsvinden. De 35 smartcard 78 resp. 106 wordt in de bijbehorende lezer 76 resp. 104 gestoken, en van de smartcard 78 resp. 106 afkomstige gegevens worden in een of meer geheugens van de meestereenheid 10 resp. slaafeenheid 24 geplaatst.
1018126 9
Voorafgaand aan of tijdens het laden van de pakketten 4 in de vrachtauto 2 worden via de barcodelezer 8 en/of via het gegevensverwerkende systeem 58 en de datasignaalomvormer 56 gegevens betreffende de pakketten 4 opgeslagen in het geheugen van de meestereenheid 10, 5 zoals een ontvangstpunt, een kenteken van een serviceauto 22, een eigenaar van de serviceauto 22, de naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de servicetechnicus, en de locatie van de serviceauto 22. Desgewenst kunnen de gegevens door het indrukken van een toets 66 van de gebruikersinterface 16 op de display 64 van de gebruikersin-10 terface 16 worden weergegeven.
Wanneer de vrachtauto 2 zich blijkens de in de meestereenheid 10 opgeslagen locatiegegevens in de nabijheid van de serviceauto 22 bevindt, bedient de gebruiker een zoektoets 66 van de gebruikersinterface 16. De meestereenheid 10 zendt vervolgens via de antenne 12 15 een signaal met een zoekcode en de identificatie van de gezochte serviceauto 22 uit. Zich binnen het zendbereik van de meestereenheid 10 bevindende slaafeenheden 24 ontvangen via de antenne 26 de door de meestereenheid 10 uitgezonden zoekcode en identificatie, en vergelijken deze met de in het geheugen van de slaafeenheden 24 opgeslagen 20 gegevens. Indien hieruit in een bepaalde slaafeenheid 24 blijkt dat de meestereenheid 10 op zoek is naar de betreffende slaafeenheid 24, dan activeert deze slaafeenheid 24 de knipperlichtinstallatie 34 en eventueel een auditieve signaalgever van de bijbehorende serviceauto 22, bij voorkeur gedurende korte tijd. De bestuurder van de vrachtau-25 to 2 merkt de knipperende lichten en eventueel het geluidssignaal op, in het bijzonder wanneer de bevoorrading in de nacht plaatsvindt, en kan direct naar de gevonden serviceauto 22 toe rijden. Indien in de buurt van de vrachtauto 2 geen reactie van de gezochte serviceauto 22 waargenomen wordt, bevindt deze zich kennelijk niet binnen het 30 zendbereik van de meestereenheid 10, en derhalve niet op de overeengekomen plaats.
Wanneer de vrachtauto 2 is aangekomen bij de serviceauto 22, bedient de gebruiker een aflevertoets 66 van de gebruikersinterface 16. De meestereenheid 10 zendt vervolgens via de antenne 12 een 35 radiosignaal met de opgeslagen barcode van een pakket 4 en een aflevercode uit. Bij wijze van alternatief kan de gebruiker bij aankomst bij de serviceauto 22 de barcode van een af te leveren pakket 4 scannen en de aflevertoets 66 van de gebruikersinterface 16 10181^6 10 bedienen, waarna de meestereenheid 10 via de antenne 12 het radiosignaal met de barcode van het pakket 4 en de aflevercode uitzendt. De slaafeenheid 24 van de serviceauto 22 ontvangt via de antenne 26 de door de meestereenheid 10 uitgezonden codes, en vergelijkt deze met 5 de in het geheugen van de slaafeenheid 24 opgeslagen gegevens. Bij acceptatie van de codes zal de slaafeenheid 24 de alarminstallatie althans gedeeltelijk uitschakelen, de knipperlichtinstallatie 34 van de serviceauto 22 inschakelen, en via de klepslotbedieningseenheid 40 de achterklep 38 ontgrendelen. Bij een bestaande deurvergrendeling 30 10 (fig. 2) neemt de slaafeenheid 24 uitsluitend de besturing van de klepslotbedieningseenheid 40 over. Als de slaafeenheid 24 in rust is zal de bestaande deurvergrendeling werken op alle deuren van de serviceauto 22, dus ook op de achterklep 38. Voor de bestaande deurvergrendeling bestaat de slaafeenheid 24 derhalve niet, maar 15 andersom is de slaafeenheid 24 wel in staat om selectief op de bestaande deurvergrendeling in te grijpen. Na een ontgrendeling van de achterklep 38 wordt in de slaafeenheid 24 een timer gestart ter bepaling van een tijdsduur gedurende welke de achterklep 38 kan worden geopend, hetgeen door de slaafeenheid 24 kan worden waargeno-20 men door middel van de detector 36. Wanneer de achterklep 38 wordt geopend binnen voornoemde tijdsduur, wordt de knipperlichtinstallatie 34 uitgeschakeld, en kunnen in de serviceauto 22 de bestelde zaken worden geplaatst, en eventueel andere zaken uit de serviceauto 22 worden gehaald.
25 Wanneer de achterklep 38 niet binnen voornoemde tijdsduur wordt geopend, wordt de klepslotbedieningseenheid 40 geblokkeerd, en wordt de alarminstallatie geactiveerd.
Wanneer na een eerdere opening de achterklep 38 van de serviceauto 22 weer wordt gesloten, hetgeen door middel van de detector 36 30 door de slaafeenheid 24 kan worden waargenomen, bedient de slaafeenheid 24 de klepslotbedieningseenheid 40 voor het vergrendelen van het achterklepslot. Dit kan vergezeld gaan van een lichtsignaal via de knipperlichtinstallatie 34, en leidt tevens tot de inschakeling van de alarminstallatie 32 van de serviceauto 22. Door het indrukken van 35 een toets 66 op de gebruikersinterface 16 van de meestereenheid 10 wordt de bevoorrading beëindigd. In het geheugen van de meestereenheid 10 en/of het gegevensverwerkende systeem 58 wordt geregistreerd 10181 26 11 dat de bevoorrading heeft plaatsgevonden, waarbij de datum en de tijd eveneens worden geregistreerd.
Bij aflevering van zaken door de vrachtauto 2 kan ook een meer beveiligde wijze van werken worden gevolgd.
5 Wanneer de vrachtauto 2 zich blijkens de in de meestereenheid 10 opgeslagen locatiegegevens in de nabijheid van de serviceauto 22 bevindt, bedient de gebruiker een zoektoets 66 van de gebruikersinterface 16. De meestereenheid 10 zendt vervolgens via de antenne 12 een versleuteld radiosignaal met een identificatie van een gezochte 10 slaafeenheid 24 en een zoekcode uit. Zich binnen het zendbereik van de meestereenheid 10 bevindende slaafeenheden 24 ontvangen via de antenne 26 de door de meestereenheid 10 uitgezonden codes, ontsleute-len deze en vergelijken deze met de in het geheugen van de slaafeenheden 24 en de bijbehorende smart cards 106 opgeslagen codes. Indien 15 hieruit in een bepaalde slaafeenheid 24 blijkt dat de meestereenheid 10 op zoek is naar de betreffende slaafeenheid 24, dan activeert deze slaafeenheid 24 de knipperlichtinstallatie 34 van de bijbehorende serviceauto 22. De slaafeenheid 24 zendt een bevestiging en de opgeslagen gegevens aan de meestereenheid 10, die de bevestiging en 20 de gegevens tezamen met datum en tijd in zijn geheugen of in het gegevensverwerkende systeem 58 opslaat, en een indicatie van de bevestiging geeft op de gebruikersinterface 16. De bestuurder van de vrachtauto 2 merkt de serviceauto 22 met knipperende lichten of hoorbaar geluidssignaal op, in het bijzonder wanneer de bevoorrading 25 in de nacht plaatsvindt, en kan direct naar de gevonden serviceauto 22 toe rijden. Indien in de buurt van de vrachtauto 2 geen reactie van de gezochte serviceauto 22 waargenomen wordt, bevindt deze zich kennelijk niet binnen het zendbereik van de meestereenheid 10, en derhalve niet op de overeengekomen plaats.
30 Wanneer de vrachtauto 2 is aangekomen bij de serviceauto 22, bedient de gebruiker een aflevertoets 66 van de gebruikersinterface 16. De meestereenheid 10 zendt vervolgens via de antenne 12 een versleuteld radiosignaal met de opgeslagen barcode van een af te leveren pakket 4 en een aflevercode uit. Bij wijze van alternatief 35 kan de gebruiker bij aankomst bij de serviceauto 22 de barcode van een af te leveren pakket 4 scannen en de aflevertoets 66 van de gebruikersinterface 16 bedienen, waarna de meestereenheid 10 via de antenne 12 het versleutelde radiosignaal met de barcode van het _ 1018 A 26 12 pakket 4 en de aflevercode uitzendt. De slaafeenheid 24 van de serviceauto 22 ontvangt via de antenne 26 de door de meestereenheid 10 uitgezonden codes, ontsleutelt deze en vergelijkt deze met de in het geheugen van de slaafeenheid 24 en in de smart card 106 opgesla-5 gen gegevens. De codes worden opgeslagen in het geheugen van de slaafeenheid 24 tezamen met de datum en tijd. Bij acceptatie van de codes zal de slaafeenheid 24 de alarminstallatie althans gedeeltelijk uitschakelen, de knipperlichtinstallatie 34 van de serviceauto 22 inschakelen, en via de klepslotbedieningseenheid 40 de achterklep 38 10 ontgrendelen. De slaafeenheid 24 bevestigt de vrijgavetoestand door het verzenden van een radiosignaal aan de meestereenheid 10, in welk signaal de opgeslagen data zijn gerepresenteerd. De meestereenheid 10 verwerkt de bevestiging en de data door deze op te slaan in het geheugen van de meestereenheid 10 of in het gegevensverwerkende 15 systeem 58 tezamen met de datum en tijd, en een indicatie te geven op de gebruikersinterface 16. In de slaafeenheid 24 wordt een timer gestart ter bepaling van een tijdsduur gedurende welke de achterklep 38 kan worden geopend, hetgeen door de slaafeenheid 24 kan worden waargenomen door middel van de detector 36. Wanneer de achterklep 38 20 wordt geopend binnen voornoemde „tijdsduur, wordt de knipperlichtinstallatie 34 uitgeschakeld, en kunnen in de serviceauto 22 de bestelde zaken worden geplaatst, en eventueel andere zaken uit de serviceauto 22 worden gehaald.
Wanneer de achterklep 38 niet binnen voornoemde tijdsduur wordt 25 geopend, wordt de klepslotbedieningseenheid 40 geblokkeerd, en wordt de alarminstallatie geactiveerd.
Wanneer na een eerdere opening de achterklep 38 van de serviceauto 22 weer wordt gesloten, hetgeen door middel van de detector 36 door de slaafeenheid 24 kan worden waargenomen, bedient de slaafeen-30 heid de klepslotbedieningseenheid 40 voor het vergrendelen van het achterklepslot. Dit kan vergezeld gaan van een lichtsignaal via de knipperlichtinstallatie 34, en leidt tevens tot de inschakeling van de alarminstallatie 32 van de serviceauto 22. De slaafeenheid 24 zendt een bevestiging naar de meestereenheid 10. De meestereenheid 10 35 verwerkt de bevestiging en bijbehorende data door deze tezamen met de datum en tijd op te slaan in het geheugen van de meestereenheid 10 of in het gegevensverwerkende systeem 58, en een indicatie te geven op de gebruikersinterface 16. Door het indrukken van een toets 66 op de 1018126 13 gebruikersinterface 16 van de meestereenheid 10 wordt de bevoorrading beëindigd. In het geheugen van de meestereenheid of in het gegevensverwerkende systeem wordt geregistreerd dat de bevoorrading heeft plaatsgevonden, waarbij de datum en de tijd eveneens worden geregi-5 streerd.
Er dient te worden opgemerkt, dat de hiervoor beschreven communicatie tussen de meestereenheid en de slaafeenheid ook kan plaatsvinden door middel van andere communicatiemiddelen, die slechts een beperkt bereik behoeven te hebben, zoals infrarood zen-10 ders/ontvangers.
Verder dient te worden opgemerkt, dat de meestereenheid 10 niet behoeft te zijn ingebouwd in een voertuig, maar ook kan zijn uitgevoerd als een losse eenheid, die bijvoorbeeld met batterijen wordt gevoed.
15 Tevens dient te worden opgemerkt, dat het begrip "ruimte" breed dient te worden opgevat. De ruimte kan, zoals hiervoor is beschreven, een bagageruimte of vrachtruimte van een voertuig zijn, maar kan ook bijvoorbeeld een kluis, een box, of een kamer in een gebouw zijn. Wanneer de ruimte een bagageruimte van een personenauto is, is het 20 denkbaar het stelsel volgens de uitvinding toe te passen om tijdens werktijd of op andere tijdstippen vooraf bijvoorbeeld via het Internet bestelde boodschappen in de bagageruimte te deponeren, zodat de besteller niet zelf langs een speciaal ontvangstpunt behoeft te rijden.
25 Ook dient te worden opgemerkt, dat in de slaafeenheid een tijd- venster kan worden ingebouwd, gedurende welke de slaafeenheid werkzaam is, bijvoorbeeld tussen 01.00 en 07.00 uur. Verder kan de slaafeenheid zodanig zijn ingesteld, dat de daarbij behorende ruimte slechts een vooraf bepaald aantal malen per etmaal, of slechts een 30 vooraf bepaald aantal malen in totaal geopend kan worden. Deze laatste optie is met name interessant, wanneer voor de afleverdienst wordt betaald met een prepaidkaart, die in de slaafeenheid door de smartcardlezer kan worden gelezen.
Voorts kan de slaafeenheid zodanig worden uitgevoerd, dat deze 35 een bestaand centraal deursysteem en/of een bestaand alarmsysteem kan besturen of vervangen.
1018126 5 14
Het zal duidelijk zijn, dat het stelsel volgens de uitvinding ook toegepast kan worden wanneer slechts sprake is van één meester-eenheid en één slaafeenheid.
10181 26

Claims (7)

1. Stelsel voor het ontvangen van zaken in, of het afhalen van zaken uit afsluitbare ruimten, welk stelsel een meestereenheid en een 5 bij elke ruimte behorende slaafeenheid omvat, waarbij de meestereenheid omvat: meestergegevensopslagmiddelen voor het opslaan van ten minste meesteridentificatiegegevens betreffende identificaties van de slaafeenheden en identificaties van de zaken die zijn bestemd om in 10 of uit de bij de slaafeenheden behorende ruimten gebracht te worden; meestercommunicatiemiddelen voor communicatie tussen de meestereenheid en de slaafeenheid; meesterbesturingsmiddelen voor het selectief via de meestercommunicatiemiddelen uitzenden van ten minste een deel van de meesteri-15 dentificatiegegevens betreffende de identificatie van een van de slaafeenheden en/of de bijbehorende ten minste ene zaak; en waarbij elke slaafeenheid omvat: slaafgegevensopslagmiddelen voor het opslaan van ten minste slaafidentificatiegegevens betreffende de identificatie van de 20 betreffende slaafeenheid en identificaties van zaken; slaafcommunicatiemiddelen voor communicatie tussen de slaafeenheid en de meestereenheid; openingsmiddelen voor het openen van de bij de slaafeenheid behorende ruimte; en 25 slaafbesturingsmiddelen voor het via de slaafcommunicatiemidde len ontvangen van het door de meestereenheid uitgezonden deel van de meesteridentificatiegegevens, het vergelijken van de daarin opgenomen identificatie van een van de slaafeenheden met de identificatie van de betreffende slaafeenheid, en het bij overeenstemming tussen 30 genoemde identificaties in de slaafgegevensopslagmiddelen opslaan van de identificatie van de ten minste ene zaak indien deze is opgenomen in de van de meestereenheid ontvangen meesteridentificatiegegevens, en het activeren van de openingsmiddelen, zodat de ten minste ene zaak in de ruimte kan worden ontvangen of uit de ruimte kan worden 35 afgehaald.
2. Stelsel volgens conclusie 1, waarbij de slaafeenheid signaalge-vermiddelen omvat, en de slaafbesturingsmiddelen de signaalgevermid- _ 4018^26 delen activeert bij overeenstemming tussen de in de meesteridentifi-catiegegevens opgenomen identificatie van een van de slaafeenheden en de identificatie van de betreffende slaafeenheid.
3. Stelsel volgens conclusie 1, waarbij elke zaak is voorzien van een leesbare zaakidentificatie, en de meestereenheid leesmiddelen omvat voor het lezen van een zaakidentificatie, waarbij de meesterbe-sturingsmiddelen zijn ingericht voor het slechts dan activeren van de openingsmiddelen indien de met de leesmiddelen gelezen zaakidentifi-10 catie overeenkomt met de identificatie van de ten minste ene zaak die is opgenomen in de van de meestereenheid ontvangen meesteridentifica-tiegegevens.
4. Stelsel volgens conclusie 1, waarbij de ruimte is voorzien van 15 een met de slaafbesturingsmiddelen verbonden detector voor het detecteren of de ruimte is gesloten, waarbij de slaafbesturingsmiddelen zijn ingericht om de openingsmiddelen gedurende een vooraf bepaalde tijd te activeren indien de detector een gesloten toestand van de ruimte detecteert bij overeenstemming tussen de in de 20 meesteridentificatiegegevens opgenomen identificatie van een van de slaafeenheden en de identificatie van de betreffende slaafeenheid.
5. Stelsel volgens conclusie 1, waarbij de ruimte is voorzien van een met de slaafbesturingsmiddelen verbonden detector voor het 25 detecteren of de ruimte is gesloten, waarbij de slaafbesturingsmiddelen zijn ingericht om de openingsmiddelen te deactiveren indien de detector na een open toestand van de ruimte een gesloten toestand van de ruimte detecteert bij overeenstemming tussen de in de meesteridentif icatiegegevens opgenomen identificatie van een van de slaafeenhe-30 den en de identificatie van de betreffende slaafeenheid.
6. Stelsel volgens conclusie 1, waarbij de meestercommunicatiemid-delen en de slaafcommunicatiemiddelen zijn ingericht om draadloos te communiceren. 35
7. Stelsel volgens conclusie 6, waarbij de meestercommunicatiemid-delen en de slaafcommunicatiemiddelen zijn ingericht om op versleutelde wijze te communiceren. 1018126
NL1018126A 2001-05-22 2001-05-22 Stelsel voor het ontvangen van zaken in, of het afhalen van zaken uit afsluitbare ruimten. NL1018126C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018126A NL1018126C2 (nl) 2001-05-22 2001-05-22 Stelsel voor het ontvangen van zaken in, of het afhalen van zaken uit afsluitbare ruimten.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018126 2001-05-22
NL1018126A NL1018126C2 (nl) 2001-05-22 2001-05-22 Stelsel voor het ontvangen van zaken in, of het afhalen van zaken uit afsluitbare ruimten.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1018126C2 true NL1018126C2 (nl) 2002-11-25

Family

ID=19773435

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1018126A NL1018126C2 (nl) 2001-05-22 2001-05-22 Stelsel voor het ontvangen van zaken in, of het afhalen van zaken uit afsluitbare ruimten.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1018126C2 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2329491A (en) * 1997-09-23 1999-03-24 David Midgley Collection and delivery system
WO1999030257A1 (en) * 1997-12-05 1999-06-17 Northern Telecom, Limited Method and apparatus for processing orders from customers in a mobile environment
WO2001035358A1 (de) * 1999-11-08 2001-05-17 Flexchip Ag Verfahren zum betreiben eines warenversandsystems mit einer vielzahl von warencontainern sowie entsprechendes system

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2329491A (en) * 1997-09-23 1999-03-24 David Midgley Collection and delivery system
WO1999030257A1 (en) * 1997-12-05 1999-06-17 Northern Telecom, Limited Method and apparatus for processing orders from customers in a mobile environment
WO2001035358A1 (de) * 1999-11-08 2001-05-17 Flexchip Ag Verfahren zum betreiben eines warenversandsystems mit einer vielzahl von warencontainern sowie entsprechendes system

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6769611B2 (en) Method and apparatus for the secure delivery of goods
US10628784B2 (en) Method for dropping off a shipment in a motor vehicle, and associated motor vehicle
US9626857B2 (en) System for transmitting baggage items
EP1237445B1 (en) Secure delivery or collection system
US10262291B2 (en) System for delivering shipping items
US9942754B2 (en) System and method for transmitting transmissions
CN107004176A (zh) 用于配送即时购置的商品的方法
EP1728945A1 (en) Ic card adaptor device and vehicle control device
JP2006206225A (ja) 配達物受取システム、車両用配達物受取装置、車両による配達物の受取方法
KR20010041561A (ko) 모리터링 시스템
WO2001000069A2 (en) Postal box
CN106274800B (zh) 一种gps防盗系统
US11763246B2 (en) Device for use with an automated secured package delivery system
GB2353068A (en) Postal box
NL1018126C2 (nl) Stelsel voor het ontvangen van zaken in, of het afhalen van zaken uit afsluitbare ruimten.
JP2019159644A (ja) サーバ装置および配送システム
CN113537854A (zh) 基于人脸识别的无钥匙进入的代收快递方法
ES2240463T3 (es) Sistema de entrega seguro.
CA3101414C (en) Device for use with an automated secured package delivery system
US20150058100A1 (en) Methods For Automatically Paying a Toll/Fee
KR20160097759A (ko) 택배배송차량을 위한 스마트 도어록 시스템
KR100488060B1 (ko) Ic카드를 이용한 차량제어방법 및 그 장치
JP2002337662A (ja) 車両の情報管理システム
GB2375137A (en) Security locking system with printer
JP2005242858A (ja) 包装体および包装方法、情報処理装置および方法、プログラム、並びに情報処理システム

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20051201