NL1018126C2

NL1018126C2 - Supply system for e.g. service, supply, delivery or collection vehicles, comprises master unit and slave units associated with item transport spaces

Info

Publication number: NL1018126C2
Application number: NL1018126A
Authority: NL
Inventors: Klaas Hagoort; Willem Hubertus Kierdorff
Original assignee: New For Old V O F
Priority date: 2001-05-22
Filing date: 2001-05-22
Publication date: 2002-11-25

Abstract

The system is used to collecting items (4) in or delivering items from sealable spaces and comprises a master unit (10) and a slave unit (24) associated with each space. The master unit comprises means for storing identification information relating to the slave units and the items to be introduced into or removed from the slave units, a means for communicating between the master and slave units, and a control means for selectively sending at least part of the identification information for one of the slave units and/or associated items. The slave unit comprises a means for storing identification information relating to the slave units and the associated items, a means for communicating between the slave and master units, a means for opening the space inside the slave unit, and a control means for receiving the identification information from the master unit, checking whether the identification is valid and opening the space for the item to be added or removed, if the identification is valid.

Description

55

Titel: Stelsel voor het ontvangen van zaken in, of het afhalen van zaken uit afsluitbare ruimten.Title: System for receiving goods in, or collecting goods from lockable spaces.

De uitvinding heeft betrekking op een stelsel voor het ontvangen van zaken in, of het afhalen van zaken uit afsluitbare ruimten.The invention relates to a system for receiving goods in, or collecting goods from, lockable spaces.

Een dergelijk stelsel is bekend, en wordt bijvoorbeeld toegepast om serviceauto's te bevoorraden, die worden gebruikt door 10 servicetechnici van een bedrijf om onderhoud en reparaties bij cliënten van het bedrijf uit te voeren. Bij dergelijke onderhouds- en reparatiewerkzaamheden is behoefte aan reserve-onderdelen, gereedschap, verbruiksmateriaal, documenten of dergelijke zaken. Elk van de serviceauto's heeft een afsluitbare ruimte, zoals een kofferbak of 15 laadruimte, waarin genoemde zaken worden vervoerd naar genoemde cliënten om aldaar overdag gedurende de normale bedrijfstijd te worden gebruikt. Gewoonlijk worden de serviceauto's 's nachts op de plaats waar zij zich op dat moment bevinden bevoorraad met de voor de volgende dag of dagen benodigde zaken, zodat de zaken tijdig aanwezig 20 zijn. Daartoe rijdt een bevoorradingsauto met de door de servicetechnici benodigde zaken, bijvoorbeeld gebundeld tot pakketten, een voorafbepaalde route langs diverse serviceauto's teneinde de juiste pakketten in de juiste serviceauto's te deponeren. De chauffeur van de bevoorradingsauto bepaalt aan de hand van hem ter beschikking 25 gestelde schriftelijke of elektronische informatie de locatie waar de eerstvolgende te bevoorraden serviceauto zich zou moeten bevinden en rijdt naar deze locatie toe. Ter plaatse wordt de serviceauto tussen andere auto's opgezocht, en worden de sleutels van de serviceauto en de in de serviceauto te plaatsen zaken geselecteerd. Vervolgens wordt 30 de serviceauto geopend, en worden de zaken in kofferbak of laadruimte daarvan geplaatst in afwezigheid van de servicetechnicus. Eventueel kunnen ook zaken uit de serviceauto worden gehaald en meegenomen. De serviceauto wordt weer afgesloten, en de bevoorradingsauto vervolgt zijn route naar een volgende serviceauto.Such a system is known, and is used, for example, to supply service cars that are used by service technicians of a company to carry out maintenance and repairs on clients of the company. Such maintenance and repair work requires replacement parts, tools, consumables, documents or similar items. Each of the service cars has a lockable space, such as a trunk or loading space, in which said items are transported to said clients to be used there during the day during normal operating time. The service cars are usually supplied at night at the place where they are at that moment with the items required for the following day or days, so that the items are present in time. To this end, a supply car with the items required by the service technicians, for example bundled into packages, drives a predetermined route past various service cars in order to deposit the correct packages in the correct service cars. The driver of the supply vehicle determines, based on written or electronic information made available to him, the location where the next service vehicle to be supplied should be located and drives to this location. On site, the service car is looked up among other cars, and the keys to the service car and the items to be placed in the service car are selected. The service car is then opened, and the goods are placed in the trunk or loading space thereof in the absence of the service technician. Optionally, things can also be taken out of the service car and taken along. The service car is closed again, and the supply car continues its route to the next service car.

35 Gelijksoortige stelsels worden gebruikt voor het afleveren van zaken op andere ontvangstpunten, zoals afsluitbare kasten of dergelijke welke zich in een openbare ruimte bevinden, in afwezigheid van de ontvanger/afnemer.35 Similar systems are used for delivering goods to other receiving points, such as lockable cupboards or the like, which are located in a public space, in the absence of the recipient / buyer.

1018126 21018126 2

Een bezwaar van de stand van de techniek is dat in de bevoorra-dingsauto (kopieën van) alle sleutels van de te bevoorraden ont-vangstpunten aanwezig dienen te zijn. Het management van een dergelijke verzameling sleutels vergt echter een omvangrijke en 5 nauwkeurige voorbereiding waarbij gemakkelijk fouten kunnen worden gemaakt, met het gevolg dat ontvangstpunten soms niet geopend kunnen worden wegens niet-beschikbaarheid van de benodigde sleutels, of wegens beschikbaarheid van niet-passende sleutels. Hieruit vloeien vanzelfsprekend aanzienlijke, ongewenste vertragingen bij het verdere 10 gebruik van de zaken voort. Het door sommige gebruikers toepassen van universele sloten lost dit probleem slechts ten dele op.A drawback of the prior art is that (copies of) all keys of the receiving points to be supplied must be present in the supply car. However, the management of such a set of keys requires extensive and accurate preparation in which mistakes can easily be made, with the result that receiving points can sometimes not be opened due to the unavailability of the required keys or due to the availability of inappropriate keys. Naturally, this results in considerable, undesired delays in the further use of the goods. The use of universal locks by some users solves this problem only partially.

Een ander bezwaar van de stand van de techniek is dat bij een mobiel ontvangstpunt, zoals een serviceauto, weliswaar redelijk nauwkeurig bekend is waar het zich bevindt, maar dat het door de 15 chauffeur van de bevoorradingsauto selecteren van het juiste ontvangstpunt temidden van een groot aantal, vaak min of meer identieke ontvangstpunten veel tijd kan vergen, hetgeen bezwaarlijk is. Ook levert elke mutatie, zoals een ander uiterlijk of een gewijzigde locatie, een vertraging in de ontvangst van zaken op.Another drawback of the prior art is that with a mobile receiving point, such as a service car, it is known fairly accurately where it is located, but that the driver of the supply vehicle selects the correct receiving point amidst a large number of , often more or less identical receiving points can take a lot of time, which is inconvenient. Every mutation, such as a different appearance or a changed location, also causes a delay in the receipt of goods.

20 Een volgend bezwaar is dat een zaak op een ontvangstpunt wordt achtergelaten zonder controle van de ontvanger. Eventuele optredende fouten in de bevoorrading worden pas geconstateerd wanneer de ontvanger de zaken inspecteert, wat veel vertraging oplevert.20 Another objection is that a case is left at a receiving point without a check by the recipient. Possible errors in the supply are only detected when the recipient inspects the goods, which causes a lot of delay.

De uitvinding beoogt een stelsel te verschaffen waarmee 25 ontvangstpunten met zekerheid bevoorraad kunnen worden. Voorts beoogt de uitvinding een stelsel te verschaffen om de ontvangstpunten snel, d.w.z. met geen of minimale vertraging, te bevoorraden. De uitvinding beoogt tevens een stelsel te verschaffen dat in het algemeen gebruikt kan worden om zaken in en uit een willekeurige afsluitbare ruimte te 30 brengen.The invention has for its object to provide a system with which receiving points can be supplied with certainty. A further object of the invention is to provide a system for supplying the receiving points quickly, i.e. with no or minimal delay. It is also an object of the invention to provide a system that can generally be used to bring things into and out of any closable space.

Voor het bereiken van bovengenoemde doelen omvat de uitvinding een stelsel voor het ontvangen van zaken in, of het afhalen van zaken uit afsluitbare ruimten, welk stelsel een meestereenheid en een bij elke ruimte behorende slaafeenheid omvat, waarbij de meestereenheid 35 omvat: meestergegevensopslagmiddelen voor het opslaan van ten minste meesteridentificatiegegevens betreffende identificaties van de slaafeenheden en identificaties van de zaken die zijn bestemd om in of uit de bij de slaafeenheden behorende ruimten gebracht te worden; kt 0181 26 t 3 meestercommunicatiemiddelen voor communicatie tussen de meestereen-heid en de slaafeenheid; meesterbesturingsmiddelen voor het selectief via de meestercommunicatiemiddelen uitzenden van ten minste een deel van de meesteridentificatiegegevens betreffende de identificatie van 5 een van de slaafeenheden en/of de bijbehorende ten minste ene zaak; en waarbij elke slaafeenheid omvat: slaafgegevensopslagmiddelen voor het opslaan van ten minste slaafidentificatiegegevens betreffende de identificatie van de betreffende slaafeenheid en identificaties van zaken; slaafcommunicatiemiddelen voor communicatie tussen de 10 slaafeenheid en de meestereenheid; openingsmiddelen voor het openen van de bij de slaafeenheid behorende ruimte; en slaafbesturingsmidde-len voor het via de slaafcommunicatiemiddelen ontvangen van het door de meestereenheid uitgezonden deel van de meesteridentificatiegegevens, het vergelijken van de daarin opgenomen identificatie van een 15 van de slaafeenheden met de identificatie van de betreffende slaafeenheid, en het bij overeenstemming tussen genoemde identificaties in de slaafgegevensopslagmiddelen opslaan van de identificatie van de ten minste ene zaak indien deze is opgenomen in de van de meestereenheid ontvangen meesteridentificatiegegevens, en het 20 activeren van de openingsmiddelen, zodat de ten minste ene zaak in de ruimte kan worden ontvangen of uit de ruimte kan worden afgehaald. De identificaties van de slaafeenheden en van de zaken die zijn bestemd om in of uit de bij de slaafeenheden behorende ruimten gebracht te worden, zijn ofwel vooraf in de meestergegevensopslagmiddelen 25 opgeslagen, ofwel zij worden door een gebruiker met een geschikt leesapparaat naar behoefte gelezen en direct verwerkt door de meesterbesturingsmiddelen.To achieve the above objectives, the invention comprises a system for receiving goods in, or collecting goods from, lockable spaces, which system comprises a master unit and a slave unit associated with each room, the master unit comprising: master data storage means for storing of at least master identification data concerning identifications of the slave units and identifications of the goods that are intended to be brought into or out of the spaces belonging to the slave units; kt 0181 26 t 3 master communication means for communication between the master unit and the slave unit; master control means for selectively transmitting via the master communication means at least a part of the master identification data concerning the identification of one of the slave units and / or the associated at least one case; and wherein each slave unit comprises: slave data storage means for storing at least slave identification data regarding the identification of the relevant slave unit and identifications of things; slave communication means for communication between the slave unit and the master unit; opening means for opening the space associated with the slave unit; and slave control means for receiving, via the slave communication means, the part of the master identification data transmitted by the master unit, comparing the identification therein of one of the slave units with the identification of the relevant slave unit, and, in accordance between said identifications, the slave data storage means storing the identification of the at least one case if it is included in the master identification data received from the master unit, and activating the opening means so that the at least one case can be received in the space or can be taken out of the space picked up. The identifications of the slave units and of the items intended to be brought into or out of the spaces associated with the slave units are either pre-stored in the master data storage means, or they are read as required by a user with a suitable reading device and directly processed by the master control means.

Voorkeursuitvoeringsvormen zijn in de onderconclusies omschreven.Preferred embodiments are described in the subclaims.

30 De conclusies, kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van de bijgaande tekening, waarin een niet-beperkend uitvoeringsvoorbeeld is getoond, waarbij: fig. 1 schematisch een bevoorradingsauto en daarin aanwezige systeemcomponenten toont; 35 fig. 2 schematisch een serviceauto en daarin aanwezige systeem componenten toont; fig. 3 een blokschema van een meestereenheid toont; en fig. 4 een blokschema van een slaafeenheid toont.The claims, features and advantages of the invention will become clear with reference to the accompanying drawing, in which a non-limiting exemplary embodiment is shown, wherein: Fig. 1 schematically shows a supply car and system components present therein; Fig. 2 schematically shows a service car and system components present therein; Fig. 3 shows a block diagram of a master unit; and Fig. 4 shows a block diagram of a slave unit.

1018126 41018126 4

In de verschillende figuren hebben gelijke verwijzingscijfers betrekking op gelijke onderdelen of onderdelen met een gelijke functie.In the various figures, the same reference numerals refer to the same parts or parts with the same function.

Fig. 1 toont een vrachtauto 2 welke is bestemd om serviceauto's 5 te bevoorraden met pakketten 4. Elk pakket is voorzien van een uniek barcodelabel 6, dat kan worden gelezen door een barcodelezer 8. Het barcodelabel kan zijn voorzien van meerdere barcodes, bijvoorbeeld een barcode welke een ontvangstpunt karakteriseert (bijvoorbeeld een autokenteken), en een barcode welke het pakket 4 karakteriseert. Het 10 is ook mogelijk, elk pakket 4 in plaats van het barcodelabel 6 te voorzien van een ander identificatiemiddel dat door een bijbehorende lezer gelezen kan worden, zoals een door radiogolven uitleesbaar label of dergelijke. De barcodelezer 8 is verbonden met een meester-eenheid 10, welke hierna aan de hand van fig. 3 meer in detail zal 15 worden beschreven. De meestereenheid 10 is voorts verbonden met een antenne 12, een positionerings- en managementsysteem 14, een gebruikersinterface 16 en een autocontactslot 18. Het positionerings-en managementsysteem 14 is op zijn beurt verbonden met een antenne 20.FIG. 1 shows a truck 2 which is intended to supply service cars 5 with packages 4. Each package is provided with a unique barcode label 6, which can be read by a barcode reader 8. The barcode label can be provided with several barcodes, for example a barcode which is a characterizes a receiving point (for example a car license plate), and a barcode which characterizes the package 4. It is also possible to provide each package 4 instead of the barcode label 6 with another identification means that can be read by an associated reader, such as a radio-wave-readable label or the like. The barcode reader 8 is connected to a master unit 10, which will be described in more detail below with reference to Fig. 3. The master unit 10 is further connected to an antenna 12, a positioning and management system 14, a user interface 16 and an auto-contact slot 18. The positioning and management system 14 is in turn connected to an antenna 20.

20 Fig. 2 toont een serviceauto 22 met een slaafeenheid 24, welke hierna aan de hand van fig. 4 meer in detail zal worden beschreven. De slaafeenheid 24 is verbonden met een antenne 26. Voorts is de slaafeenheid 24 verbonden met een autocontactslot 28, een bestaande centrale deurvergrendeling 30, een alarm- en deurslotbedieningseen-25 heid 32, een knipperlichtinstallatie 34, een detector 36 voor het detecteren of een achterklep 38 van de serviceauto 22 gesloten of geopend is, en een klepslotbedieningseenheid 40. In voorkomende gevallen kan de alarm- en deurslotbedieningseenheid 32 zijn uitgevoerd als een aparte alarmeenheid en een aparte deurslotbedienings-30 eenheid.FIG. 2 shows a service car 22 with a slave unit 24, which will be described in more detail below with reference to FIG. The slave unit 24 is connected to an antenna 26. Furthermore, the slave unit 24 is connected to an auto-contact lock 28, an existing central door lock 30, an alarm and door lock control unit 32, a flashing light installation 34, a detector 36 for detecting or a tailgate 38 of the service car 22 is closed or opened, and a valve lock operating unit 40. In some cases, the alarm and door lock operating unit 32 may be designed as a separate alarm unit and a separate door lock operating unit.

Fig. 3 geeft de diverse systeemcomponenten van de meestereenheid 10 weer. Centraal in de meestereenheid 10 staat een processor-kern 50, welke onder andere een microprocessor, een of meer geheugens, software, en een klok omvat. De processorkern 50 verwerkt de 35 aan de meestereenheid 10 toegevoerde gegevens, bestuurt de werking van de meestereenheid 10 en daarop aangesloten apparatuur, en geeft opgeslagen en verwerkte gegevens af.FIG. 3 shows the various system components of the master unit 10. Central to the master unit 10 is a processor core 50, which includes a microprocessor, one or more memories, software, and a clock. The processor core 50 processes the data supplied to the master unit 10, controls the operation of the master unit 10 and equipment connected thereto, and outputs stored and processed data.

1018126 51018126 5

Met de processorkern 50 van de meestereenheid 10 is een configuraties ignaalomvormer 52 gekoppeld, welke is ingericht voor het uitwisselen van gegevens met een gegevensverwerkend systeem 54 voor het configureren van de meestereenheid 10. Dergelijke gegevens 5 omvatten bijvoorbeeld een serienummer, een code bestemd voor de versleuteling van gegevens, en dergelijke.Connected to the processor core 50 of the master unit 10 is a signal level converter configurations 52, which is adapted to exchange data with a data processing system 54 for configuring the master unit 10. Such data comprises, for example, a serial number, a code intended for encryption of data, and the like.

Verder is met de processorkern 50 van de meestereenheid 10 een datasignaalomvormer 56 gekoppeld, welke is ingericht voor het uitwisselen van gegevens met een gegevensverwerkend systeem 58 (in 10 fig. 1 weergegeven als positionerings- en managementsysteem 14 met antenne 20) voor het verwerken en opslaan van door de meestereenheid 10 verwerkte gegevens en van een slaafeenheid 24 ontvangen gegevens. Ook is het mogelijk dat het gegevensverwerkende systeem 58 benodigde gegevens aan de meestereenheid 10 toevoert, of gegevens toevoert aan 15 de meestereenheid 10 ter doorzending aan een slaafeenheid 24. Het gegevensverwerkende systeem 58 kan bijvoorbeeld een systeem voor mobiele communicatie omvatten, een GPS (Global Positioning System) omvatten, en/of een managementsysteem voor pakketten 4 omvatten.Furthermore, a data signal converter 56 is coupled to the processor core 50 of the master unit 10, which is adapted for exchanging data with a data processing system 58 (shown in Fig. 1 as positioning and management system 14 with antenna 20) for processing and storing. of data processed by the master unit 10 and data received from a slave unit 24. It is also possible that the data processing system 58 supplies necessary data to the master unit 10, or supplies data to the master unit 10 for transmission to a slave unit 24. The data processing system 58 may comprise, for example, a mobile communication system, a GPS (Global Positioning) System), and / or include a management system for packages 4.

Verder is met de processorkern 50 van de meestereenheid 10 een 20 barcodelezeromvormer 60 gekoppeld, welke is ingericht voor het uitwisselen van gegevens met de barcodelezer 8. Gegevens die met de barcodelezer 8 verkregen worden, worden aan de processorkern 50 toegevoerd voor verwerking en doorzending aan een slaafeenheid 24. Met de barcodelezer 8 kunnen zowel barcodes die een ontvangstpunt 25 karakteriseren als barcodes die een pakket 4 karakteriseren, worden gelezen. In plaats van een barcodelezeromvormer 60 en bijbehorende barcodelezer 8 kan ook een ander, op zichzelf bekend leessysteem worden toegepast, zoals leessystemen op basis van radiofrequente identificatie, chipcards en dergelijke.Furthermore, a barcode reader converter 60 is coupled to the processor core 50 of the master unit 10, which bar is arranged for exchanging data with the barcode reader 8. Data obtained with the barcode reader 8 is supplied to the processor core 50 for processing and transmission to a slave unit 24. With the barcode reader 8, both barcodes that characterize a receiving point 25 and barcodes that characterize a packet 4 can be read. Instead of a barcode reader converter 60 and associated barcode reader 8, another, per se known, reading system can be used, such as reading systems based on radio frequency identification, chip cards and the like.

30 Verder is met de processorkern 50 van de meestereenheid 10 een gebruikersinterfacebesturing 62 gekoppeld, welke is ingericht voor het uitwisselen van gegevens met de gebruikersinterface 16. De gebruikersinterface kan een display 64 voor het afbeelden van alfanumerieke of grafische tekens omvatten, alsmede toetsen 66 en 35 eventuele akoestische of optische signaalgevers. De gebruiker kan op de display 64 weergegeven informatie lezen en hierop reageren met het bedienen van de toetsen 66.Furthermore, a user interface control 62 is coupled to the processor core 50 of the master unit 10, which interface is adapted to exchange data with the user interface 16. The user interface may comprise a display 64 for displaying alphanumeric or graphic characters, as well as keys 66 and 35 any acoustic or optical signal devices. The user can read information displayed on the display 64 and respond to it by operating the keys 66.

_ 1018126 61018126 6

Verder is met de processorkern 50 van de meestereenheid 10 een zender/ontvanger 68 gekoppeld, die is ingericht om via de antenne 12 (fig. 1) te communiceren met de slaafeenheid 24. Een versleutelings-component 70 van de meestereenheid 10 kan voor een versleuteling van 5 naar de slaafeenheid 24 te verzenden gegevens en voor een ontsleute-ling van van de slaafeenheid 24 te ontvangen versleutelde gegevens zorgen. De versleuteling omvat bijvoorbeeld een berekening of een tabel waarop de meestereenheid 10 en de slaafeenheid 24 hun respectieve versleutelingen kunnen baseren.Furthermore, a transmitter / receiver 68 is coupled to the processor core 50 of the master unit 10, which is adapted to communicate via the antenna 12 (Fig. 1) with the slave unit 24. An encryption component 70 of the master unit 10 can be used for encryption data to be sent from the slave unit 24 and decrypt the encrypted data to be received from the slave unit 24. The encryption comprises, for example, a calculation or a table on which the master unit 10 and the slave unit 24 can base their respective encryptions.

10 Verder is met de processorkern 50 van de meestereenheid 10 een tijd/datumontvanger 72 gekoppeld, die is ingericht om via een antenne 74 (eventueel deel uitmakend van, of identiek aan de antenne 12) een aan de hand van een atoomklok uitgezonden radiosignaal met gegevens betreffende de tijd en de datum te ontvangen. Met behulp van deze 15 gegevens kan de klok van de processorkern 50 eenvoudig worden ingesteld.Furthermore, a time / date receiver 72 is coupled to the processor core 50 of the master unit 10, which time is arranged to transmit a radio signal with data transmitted by means of an atomic clock via an antenna 74 (possibly forming part of, or identical to, the antenna 12) concerning the time and date. With the aid of this data, the clock of the processor core 50 can easily be set.

Verder is met de processorkern 50 van de meestereenheid 10 een smartcardlezer 76 gekoppeld, die is ingericht om smartcards 78 te lezen. Op éen dergelijke smartcard 78 kunnen gegevens zijn opgeslagen 20 betreffende de meestereenheid 10, slaafeenheden 24, instellingen van de meestereenheid 10, wachtwoorden, versleutelcodes, een tegoed en dergelijke.Furthermore, a smart card reader 76 is coupled to the processor core 50 of the master unit 10, which is adapted to read smart cards 78. On such a smart card 78 data can be stored concerning the master unit 10, slave units 24, settings of the master unit 10, passwords, encryption codes, a credit and the like.

Verder is met de processorkern 50 van de meestereenheid 10 een aan/uitbesturing 80 gekoppeld, die bijvoorbeeld met het contactslot 25 82 (in fig. 1 weergegeven als autocontactslot 18) van een voertuig kan zijn gekoppeld.Furthermore, an on / off control 80 is coupled to the processor core 50 of the master unit 10, which can be coupled, for example, to the ignition lock 82 (shown in FIG. 1 as auto-ignition lock 18) of a vehicle.

Tenslotte omvat de meestereenheid 10 een voeding 84. De voeding kan een omvormer omvatten voor het omzetten van een boordspanning (bijv. een 12 V accuspanning) in een gewenste spanning (bijv. 5 V) . 30 Ook kan de meestereenheid 10 althans voedingsaansluitingen hebben voor een externe voeding met eventuele reservevoeding.Finally, the master unit 10 comprises a power supply 84. The power supply may comprise an inverter for converting an on-board voltage (e.g. a 12 V battery voltage) to a desired voltage (e.g. 5 V). The master unit 10 can also have at least power connections for an external power supply with any spare power supply.

Fig. 4 geeft de diverse systeemcomponenten van de slaafeenheid 24 weer. Centraal in de slaafeenheid 24 staat een processorkern 90, welke onder andere een microprocessor, een of meer geheugens, 35 software, en een klok omvat. De processorkern 90 verwerkt de aan de slaafeenheid 24 toegevoerde gegevens, bestuurt de werking van de slaafeenheid 24 en daarop aangesloten apparatuur, en geeft opgeslagen en verwerkte gegevens af.FIG. 4 shows the various system components of the slave unit 24. Central to the slave unit 24 is a processor core 90, which includes a microprocessor, one or more memories, software, and a clock. The processor core 90 processes the data supplied to the slave unit 24, controls the operation of the slave unit 24 and equipment connected thereto, and outputs stored and processed data.

1018126 71018126 7

Met de processorkern 90 van de slaafeenheid 24 is een configu-ratiesignaalomvormer 92 gekoppeld, welke is ingericht voor het uitwisselen van gegevens met een gegevensverwerkend systeem 94 voor het configureren van de slaafeenheid 24. Dergelijke gegevens omvatten 5 bijvoorbeeld een serienummer, een code bestemd voor de versleuteling van gegevens, en dergelijke.Connected to the processor core 90 of the slave unit 24 is a configuration signal converter 92, which is adapted to exchange data with a data processing system 94 for configuring the slave unit 24. Such data comprises, for example, a serial number, a code intended for the encryption of data, and the like.

Verder is met de processorkern 90 van de slaafeenheid 24 een zender/ontvanger 96 gekoppeld, die is ingericht om via de antenne 26 (fig. 2) te communiceren met de meestereenheid 10. Een versleute-10 lingscomponent 98 van de slaafeenheid 24 kan voor een versleuteling van naar de meestereenheid 10 te verzenden gegevens en voor een ontsleuteling van van de meestereenheid 10 te ontvangen versleutelde gegevens zorgen. De versleuteling omvat bijvoorbeeld een berekening of een tabel waarop de meestereenheid 10 en de slaafeenheid 24 hun 15 respectieve versleutelingen kunnen baseren.Furthermore, a transmitter / receiver 96 is coupled to the processor core 90 of the slave unit 24, which transmitter is adapted to communicate via the antenna 26 (Fig. 2) with the master unit 10. An encryption component 98 of the slave unit 24 can encryption of data to be sent to master unit 10 and decryption of encrypted data to be received from master unit 10. The encryption comprises, for example, a calculation or a table on which the master unit 10 and the slave unit 24 can base their respective encryptions.

Verder is met de processorkern 90 van de slaafeenheid 24 een tijd/datumontvanger 100 gekoppeld, die is ingericht om via een antenne 102 (eventueel deel uitmakend van, of identiek aan de antenne 2 6) een aan de hand van een atoomklok uitgezonden radiosignaal met 20 gegevens betreffende de tijd en de datum te ontvangen. Met behulp van deze gegevens kan de klok van de processorkern 90 eenvoudig worden ingesteld.Furthermore, a time / date receiver 100 is coupled to the processor core 90 of the slave unit 24, which time is arranged to receive via an antenna 102 (possibly forming part of, or identical to, the antenna 26) a radio signal transmitted on the basis of an atomic clock. receive information regarding the time and date. With the help of this data, the clock of the processor core 90 can be easily set.

Verder is met de processorkern 90 van de slaafeenheid 24 een smartcardlezer 104 gekoppeld, die is ingericht om smartcards 106 te 25 lezen. Op een dergelijke smartcard 106 kunnen gegevens zijn opgeslagen betreffende de slaafeenheid 24, de meestereenheid 10, instellingen van de slaafeenheid 24, wachtwoorden, versleutelcodes, een tegoed en dergelijke.Furthermore, a smart card reader 104 is coupled to the processor core 90 of the slave unit 24, which is adapted to read smart cards 106. Such a smart card 106 may contain data regarding the slave unit 24, the master unit 10, settings of the slave unit 24, passwords, encryption codes, a credit and the like.

Verder is met de processorkern 90 van de slaafeenheid 24 een 30 aan/uitbesturing 108 gekoppeld, die bijvoorbeeld met het contactslot 110 (in fig. 2 weergegeven als autocontactslot 28) van een voertuig kan zijn gekoppeld.Furthermore, an on / off control 108 is coupled to the processor core 90 of the slave unit 24, which can be coupled, for example, to the ignition lock 110 (shown in FIG. 2 as auto-ignition lock 28) of a vehicle.

Verder is met de processorkern 90 van de slaafeenheid 24 een slotbesturing 112 gekoppeld, die is ingericht om te worden gekoppeld 35 met een slotsysteem 114 van de ruimte, zoals een voertuigruimte. De slotbesturing 112 is ingericht voor het ontvangen van slotsignalen, het besturen van het slotsysteem 114 en een eventuele startonderbre-ker, en de controle van een open en gesloten toestand van een slot.Furthermore, a lock controller 112 is coupled to the processor core 90 of the slave unit 24, which is adapted to be coupled to a slot system 114 of the space, such as a vehicle space. The lock controller 112 is adapted to receive lock signals, control the lock system 114 and a possible immobilizer, and check for an open and closed state of a lock.

1018126 81018126 8

Volgens fig. 2 omvat het slotsysteem de aansturing van het slot 40, het ontvangen van een signaal van de detector 36, en het ontvangen van signalen van de centrale deurvergrendeling 30 en de alarm- en deurslotbedieningseenheid 32.According to FIG. 2, the lock system includes controlling the lock 40, receiving a signal from the detector 36, and receiving signals from the central door lock 30 and the alarm and door lock control unit 32.

5 Verder is met de processorkern 90 van de slaafeenheid 24 een signaalbesturing 116 gekoppeld, welke is ingericht voor het besturen van signaalgevers, zoals de knipperlichtinstallatie 34 (fig. 2) of een akoestische signaalgever.Furthermore, a signal control 116 is coupled to the processor core 90 of the slave unit 24, which signal control is adapted to control signal generators, such as the flashing light installation 34 (FIG. 2) or an acoustic signal generator.

Verder is met de processorkern 90 van de slaafeenheid 24 een 10 alarmbesturing 118 gekoppeld, welke is ingericht voor het geheel of gedeeltelijk uit- en inschakelen van een alarminstallatie 120 (in fig. 2 weergegeven als alarm- en deurslotbedieningseenheid 32) . Eventueel kan de alarmbesturing uitsluitend alarmcontacten van de achterklep 38 (fig. 2) overbruggen.Furthermore, an alarm control 118 is coupled to the processor core 90 of the slave unit 24, which control is adapted to switch off and on an alarm system 120 in whole or in part (shown in Fig. 2 as an alarm and door lock operating unit 32). Optionally, the alarm control can only bridge alarm contacts from the tailgate 38 (Fig. 2).

15 Tenslotte omvat de slaafeenheid 24 een voeding 122. De voeding kan een omvormer omvatten voor het omzetten van een boordspanning (bijv. 12 V accuspanning) in een gewenste spanning (bijv. 5 V) . Ook kan de slaafeenheid 24 althans voedingsaansluitingen hebben voor een externe voeding met eventuele reservevoeding.Finally, the slave unit 24 comprises a power supply 122. The power supply may comprise an inverter for converting an on-board voltage (e.g. 12 V battery voltage) to a desired voltage (e.g. 5 V). The slave unit 24 may also have at least power connections for an external power supply with any spare power supply.

20 De werking van de aan de hand van fig. 1-4 beschreven systemen is als volgt.The operation of the systems described with reference to Figs. 1-4 is as follows.

Bij het voor de eerste maal starten van de meestereenheid 10 of de slaafeenheid 24 worden configuratiegegevens, zoals een serienummer, een versleutelcode, en andere (semi-)permanente gegevens via de 25 configuratiesignaalomvormer 52 resp. 92 in het geheugen van de meestereenheid 10 resp. slaafeenheid 24 geplaatst. Dergelijke configuratiegegevens kunnen afkomstig zijn van een computersysteem, en kunnen via een niet nader getoonde wegneembare kabel, of draadloos via de antenne 12 resp. 26 of anderszins vanuit de gegevensverwerken-30 de systemen 54 resp. 94 worden toegevoerd.When starting the master unit 10 or the slave unit 24 for the first time, configuration data, such as a serial number, an encryption code, and other (semi-) permanent data is transmitted via the configuration signal converter 52 and 24, respectively. 92 in the memory of the master unit 10 resp. slave unit 24. Such configuration data may come from a computer system, and may be via a detachable cable (not shown) or wirelessly via the antenna 12 resp. 26 or otherwise from the data processing systems 54 resp. 94 are added.

Na het starten van de meestereenheid 10 of slaafeenheid 24 vergelijkt de respectieve eenheid zijn eigen tijd en datum met die welke via de ti jd/datumontvangers 74 resp. 102 van een atoomklok zijn ontvangen. Zonodig kan op dit moment een correctie plaatsvinden. De 35 smartcard 78 resp. 106 wordt in de bijbehorende lezer 76 resp. 104 gestoken, en van de smartcard 78 resp. 106 afkomstige gegevens worden in een of meer geheugens van de meestereenheid 10 resp. slaafeenheid 24 geplaatst.After starting the master unit 10 or slave unit 24, the respective unit compares its own time and date with that which is controlled via the time / date receivers 74 and 24, respectively. 102 from an atomic clock. If necessary, a correction can be made at this time. The smartcard 78 resp. 106 is in the associated reader 76 resp. 104 and from the smart card 78 resp. 106 data is stored in one or more memories of the master unit 10 resp. slave unit 24.

1018126 91018126 9

Voorafgaand aan of tijdens het laden van de pakketten 4 in de vrachtauto 2 worden via de barcodelezer 8 en/of via het gegevensverwerkende systeem 58 en de datasignaalomvormer 56 gegevens betreffende de pakketten 4 opgeslagen in het geheugen van de meestereenheid 10, 5 zoals een ontvangstpunt, een kenteken van een serviceauto 22, een eigenaar van de serviceauto 22, de naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de servicetechnicus, en de locatie van de serviceauto 22. Desgewenst kunnen de gegevens door het indrukken van een toets 66 van de gebruikersinterface 16 op de display 64 van de gebruikersin-10 terface 16 worden weergegeven.Prior to or during loading of the packets 4 into the truck 2, via the barcode reader 8 and / or via the data processing system 58 and the data signal converter 56, data concerning the packets 4 is stored in the memory of the master unit 10, 5 such as a receiving point, a license plate of a service car 22, an owner of the service car 22, the name, address and place of residence of the service technician, and the location of the service car 22. If desired, the data can be stored by pressing a key 66 of the user interface 16 on the display 64 of the user interface 16 are displayed.

Wanneer de vrachtauto 2 zich blijkens de in de meestereenheid 10 opgeslagen locatiegegevens in de nabijheid van de serviceauto 22 bevindt, bedient de gebruiker een zoektoets 66 van de gebruikersinterface 16. De meestereenheid 10 zendt vervolgens via de antenne 12 15 een signaal met een zoekcode en de identificatie van de gezochte serviceauto 22 uit. Zich binnen het zendbereik van de meestereenheid 10 bevindende slaafeenheden 24 ontvangen via de antenne 26 de door de meestereenheid 10 uitgezonden zoekcode en identificatie, en vergelijken deze met de in het geheugen van de slaafeenheden 24 opgeslagen 20 gegevens. Indien hieruit in een bepaalde slaafeenheid 24 blijkt dat de meestereenheid 10 op zoek is naar de betreffende slaafeenheid 24, dan activeert deze slaafeenheid 24 de knipperlichtinstallatie 34 en eventueel een auditieve signaalgever van de bijbehorende serviceauto 22, bij voorkeur gedurende korte tijd. De bestuurder van de vrachtau-25 to 2 merkt de knipperende lichten en eventueel het geluidssignaal op, in het bijzonder wanneer de bevoorrading in de nacht plaatsvindt, en kan direct naar de gevonden serviceauto 22 toe rijden. Indien in de buurt van de vrachtauto 2 geen reactie van de gezochte serviceauto 22 waargenomen wordt, bevindt deze zich kennelijk niet binnen het 30 zendbereik van de meestereenheid 10, en derhalve niet op de overeengekomen plaats.When, according to the location data stored in the master unit 10, the truck 2 is located in the vicinity of the service car 22, the user operates a search key 66 of the user interface 16. The master unit 10 then sends a signal with a search code via the antenna 12 and the identification of the requested service car 22. Slave units 24 located within the transmission range of the master unit 10 receive via the antenna 26 the search code and identification transmitted by the master unit 10 and compare this with the data stored in the memory of the slave units 24. If this shows in a particular slave unit 24 that the master unit 10 is searching for the relevant slave unit 24, then this slave unit 24 activates the flashing light installation 34 and possibly an auditory signal generator of the associated service car 22, preferably for a short time. The driver of the truck 25 to 2 notices the flashing lights and possibly the audible signal, in particular when replenishment takes place at night, and can drive directly to the service car 22 found. If no reaction from the requested service car 22 is observed in the vicinity of the truck 2, it is apparently not within the transmission range of the master unit 10, and therefore not at the agreed location.

Wanneer de vrachtauto 2 is aangekomen bij de serviceauto 22, bedient de gebruiker een aflevertoets 66 van de gebruikersinterface 16. De meestereenheid 10 zendt vervolgens via de antenne 12 een 35 radiosignaal met de opgeslagen barcode van een pakket 4 en een aflevercode uit. Bij wijze van alternatief kan de gebruiker bij aankomst bij de serviceauto 22 de barcode van een af te leveren pakket 4 scannen en de aflevertoets 66 van de gebruikersinterface 16 10181^6 10 bedienen, waarna de meestereenheid 10 via de antenne 12 het radiosignaal met de barcode van het pakket 4 en de aflevercode uitzendt. De slaafeenheid 24 van de serviceauto 22 ontvangt via de antenne 26 de door de meestereenheid 10 uitgezonden codes, en vergelijkt deze met 5 de in het geheugen van de slaafeenheid 24 opgeslagen gegevens. Bij acceptatie van de codes zal de slaafeenheid 24 de alarminstallatie althans gedeeltelijk uitschakelen, de knipperlichtinstallatie 34 van de serviceauto 22 inschakelen, en via de klepslotbedieningseenheid 40 de achterklep 38 ontgrendelen. Bij een bestaande deurvergrendeling 30 10 (fig. 2) neemt de slaafeenheid 24 uitsluitend de besturing van de klepslotbedieningseenheid 40 over. Als de slaafeenheid 24 in rust is zal de bestaande deurvergrendeling werken op alle deuren van de serviceauto 22, dus ook op de achterklep 38. Voor de bestaande deurvergrendeling bestaat de slaafeenheid 24 derhalve niet, maar 15 andersom is de slaafeenheid 24 wel in staat om selectief op de bestaande deurvergrendeling in te grijpen. Na een ontgrendeling van de achterklep 38 wordt in de slaafeenheid 24 een timer gestart ter bepaling van een tijdsduur gedurende welke de achterklep 38 kan worden geopend, hetgeen door de slaafeenheid 24 kan worden waargeno-20 men door middel van de detector 36. Wanneer de achterklep 38 wordt geopend binnen voornoemde tijdsduur, wordt de knipperlichtinstallatie 34 uitgeschakeld, en kunnen in de serviceauto 22 de bestelde zaken worden geplaatst, en eventueel andere zaken uit de serviceauto 22 worden gehaald.When the truck 2 has arrived at the service car 22, the user operates a delivery key 66 of the user interface 16. The master unit 10 then transmits via the antenna 12 a radio signal with the stored barcode of a package 4 and a delivery code. Alternatively, upon arrival at the service car 22, the user may scan the barcode of a package 4 to be delivered and operate the delivery key 66 of the user interface 16, after which the master unit 10 transmits the radio signal with the barcode via the antenna 12 of the package 4 and the delivery code. The slave unit 24 of the service car 22 receives via the antenna 26 the codes transmitted by the master unit 10, and compares this with the data stored in the memory of the slave unit 24. Upon acceptance of the codes, the slave unit 24 will at least partially switch off the alarm system, switch on the flashing light system 34 of the service car 22, and unlock the tailgate 38 via the valve lock operating unit 40. With an existing door lock 30 (Fig. 2), the slave unit 24 only takes over the control of the valve lock operating unit 40. When the slave unit 24 is at rest, the existing door lock will work on all doors of the service car 22, so also on the tailgate 38. For the existing door lock, the slave unit 24 therefore does not exist, but conversely the slave unit 24 is capable of being selectively to intervene on the existing door lock. After an unlocking of the tailgate 38, a timer is started in the slave unit 24 to determine a period of time during which the tailgate 38 can be opened, which can be perceived by the slave unit 24 by means of the detector 36. When the tailgate 38 is opened within the aforementioned period of time, the flashing light system 34 is switched off, and the items ordered can be placed in the service car 22, and possibly other items can be removed from the service car 22.

25 Wanneer de achterklep 38 niet binnen voornoemde tijdsduur wordt geopend, wordt de klepslotbedieningseenheid 40 geblokkeerd, en wordt de alarminstallatie geactiveerd.If the tailgate 38 is not opened within the aforementioned period of time, the valve lock operating unit 40 is blocked, and the alarm system is activated.

Wanneer na een eerdere opening de achterklep 38 van de serviceauto 22 weer wordt gesloten, hetgeen door middel van de detector 36 30 door de slaafeenheid 24 kan worden waargenomen, bedient de slaafeenheid 24 de klepslotbedieningseenheid 40 voor het vergrendelen van het achterklepslot. Dit kan vergezeld gaan van een lichtsignaal via de knipperlichtinstallatie 34, en leidt tevens tot de inschakeling van de alarminstallatie 32 van de serviceauto 22. Door het indrukken van 35 een toets 66 op de gebruikersinterface 16 van de meestereenheid 10 wordt de bevoorrading beëindigd. In het geheugen van de meestereenheid 10 en/of het gegevensverwerkende systeem 58 wordt geregistreerd 10181 26 11 dat de bevoorrading heeft plaatsgevonden, waarbij de datum en de tijd eveneens worden geregistreerd.When, after an earlier opening, the tailgate 38 of the service car 22 is closed again, which can be detected by the slave unit 24 by means of the detector 36, the slave unit 24 operates the valve lock operating unit 40 for locking the tailgate lock. This can be accompanied by a light signal via the flashing light system 34, and also leads to the activation of the alarm system 32 of the service car 22. The supply is terminated by pressing a key 66 on the user interface 16 of the master unit 10. In the memory of the master unit 10 and / or the data processing system 58 it is recorded that the replenishment has taken place, the date and time also being recorded.

Bij aflevering van zaken door de vrachtauto 2 kan ook een meer beveiligde wijze van werken worden gevolgd.When goods are delivered by the truck 2, a more secure way of working can also be followed.

5 Wanneer de vrachtauto 2 zich blijkens de in de meestereenheid 10 opgeslagen locatiegegevens in de nabijheid van de serviceauto 22 bevindt, bedient de gebruiker een zoektoets 66 van de gebruikersinterface 16. De meestereenheid 10 zendt vervolgens via de antenne 12 een versleuteld radiosignaal met een identificatie van een gezochte 10 slaafeenheid 24 en een zoekcode uit. Zich binnen het zendbereik van de meestereenheid 10 bevindende slaafeenheden 24 ontvangen via de antenne 26 de door de meestereenheid 10 uitgezonden codes, ontsleute-len deze en vergelijken deze met de in het geheugen van de slaafeenheden 24 en de bijbehorende smart cards 106 opgeslagen codes. Indien 15 hieruit in een bepaalde slaafeenheid 24 blijkt dat de meestereenheid 10 op zoek is naar de betreffende slaafeenheid 24, dan activeert deze slaafeenheid 24 de knipperlichtinstallatie 34 van de bijbehorende serviceauto 22. De slaafeenheid 24 zendt een bevestiging en de opgeslagen gegevens aan de meestereenheid 10, die de bevestiging en 20 de gegevens tezamen met datum en tijd in zijn geheugen of in het gegevensverwerkende systeem 58 opslaat, en een indicatie van de bevestiging geeft op de gebruikersinterface 16. De bestuurder van de vrachtauto 2 merkt de serviceauto 22 met knipperende lichten of hoorbaar geluidssignaal op, in het bijzonder wanneer de bevoorrading 25 in de nacht plaatsvindt, en kan direct naar de gevonden serviceauto 22 toe rijden. Indien in de buurt van de vrachtauto 2 geen reactie van de gezochte serviceauto 22 waargenomen wordt, bevindt deze zich kennelijk niet binnen het zendbereik van de meestereenheid 10, en derhalve niet op de overeengekomen plaats.When, according to the location data stored in the master unit 10, the truck 2 is located in the vicinity of the service car 22, the user operates a search key 66 of the user interface 16. The master unit 10 then transmits via the antenna 12 an encrypted radio signal with an identification of a wanted slave unit 24 and a search code. Slave units 24 located within the transmission range of the master unit 10 receive the codes transmitted by the master unit 10 via the antenna 26, decrypt them and compare them with the codes stored in the memory of the slave units 24 and the associated smart cards 106. If this shows in a particular slave unit 24 that the master unit 10 is searching for the relevant slave unit 24, then this slave unit 24 activates the flashing light installation 34 of the associated service car 22. The slave unit 24 sends a confirmation and the stored data to the master unit 10 which stores the confirmation and the data together with the date and time in its memory or in the data processing system 58, and gives an indication of the confirmation on the user interface 16. The driver of the truck 2 notices the service car 22 with flashing lights or audible audible signal, in particular when the replenishment 25 takes place at night, and can drive directly to the service car 22 found. If no reaction from the requested service car 22 is observed in the vicinity of the truck 2, it is apparently not within the transmission range of the master unit 10, and therefore not at the agreed location.

30 Wanneer de vrachtauto 2 is aangekomen bij de serviceauto 22, bedient de gebruiker een aflevertoets 66 van de gebruikersinterface 16. De meestereenheid 10 zendt vervolgens via de antenne 12 een versleuteld radiosignaal met de opgeslagen barcode van een af te leveren pakket 4 en een aflevercode uit. Bij wijze van alternatief 35 kan de gebruiker bij aankomst bij de serviceauto 22 de barcode van een af te leveren pakket 4 scannen en de aflevertoets 66 van de gebruikersinterface 16 bedienen, waarna de meestereenheid 10 via de antenne 12 het versleutelde radiosignaal met de barcode van het _ 1018 A 26 12 pakket 4 en de aflevercode uitzendt. De slaafeenheid 24 van de serviceauto 22 ontvangt via de antenne 26 de door de meestereenheid 10 uitgezonden codes, ontsleutelt deze en vergelijkt deze met de in het geheugen van de slaafeenheid 24 en in de smart card 106 opgesla-5 gen gegevens. De codes worden opgeslagen in het geheugen van de slaafeenheid 24 tezamen met de datum en tijd. Bij acceptatie van de codes zal de slaafeenheid 24 de alarminstallatie althans gedeeltelijk uitschakelen, de knipperlichtinstallatie 34 van de serviceauto 22 inschakelen, en via de klepslotbedieningseenheid 40 de achterklep 38 10 ontgrendelen. De slaafeenheid 24 bevestigt de vrijgavetoestand door het verzenden van een radiosignaal aan de meestereenheid 10, in welk signaal de opgeslagen data zijn gerepresenteerd. De meestereenheid 10 verwerkt de bevestiging en de data door deze op te slaan in het geheugen van de meestereenheid 10 of in het gegevensverwerkende 15 systeem 58 tezamen met de datum en tijd, en een indicatie te geven op de gebruikersinterface 16. In de slaafeenheid 24 wordt een timer gestart ter bepaling van een tijdsduur gedurende welke de achterklep 38 kan worden geopend, hetgeen door de slaafeenheid 24 kan worden waargenomen door middel van de detector 36. Wanneer de achterklep 38 20 wordt geopend binnen voornoemde „tijdsduur, wordt de knipperlichtinstallatie 34 uitgeschakeld, en kunnen in de serviceauto 22 de bestelde zaken worden geplaatst, en eventueel andere zaken uit de serviceauto 22 worden gehaald.When the truck 2 has arrived at the service car 22, the user operates a delivery key 66 of the user interface 16. The master unit 10 then transmits via the antenna 12 an encrypted radio signal with the stored barcode of a package 4 to be delivered and a delivery code . Alternatively, upon arrival at the service car 22, the user can scan the barcode of a package 4 to be delivered and operate the delivery key 66 of the user interface 16, whereafter the master unit 10 via the antenna 12 the encrypted radio signal with the barcode of the 1018 A 26 12 package 4 and the delivery code. The slave unit 24 of the service car 22 receives via the antenna 26 the codes transmitted by the master unit 10, decrypts them and compares them with the data stored in the memory of the slave unit 24 and in the smart card 106. The codes are stored in the memory of the slave unit 24 together with the date and time. Upon acceptance of the codes, the slave unit 24 will at least partially switch off the alarm system, switch on the flashing light system 34 of the service car 22, and unlock the tailgate 38 via the valve lock operating unit 40. The slave unit 24 confirms the release state by transmitting a radio signal to the master unit 10, in which signal the stored data are represented. The master unit 10 processes the confirmation and the data by storing it in the memory of the master unit 10 or in the data processing system 58 together with the date and time, and giving an indication on the user interface 16. In the slave unit 24 a timer started to determine a duration during which the tailgate 38 can be opened, which can be detected by the slave unit 24 by means of the detector 36. When the tailgate 38 is opened within the aforementioned "duration, the flashing light installation 34 is switched off, and the items ordered can be placed in the service car 22, and any other items may be removed from the service car 22.

Wanneer de achterklep 38 niet binnen voornoemde tijdsduur wordt 25 geopend, wordt de klepslotbedieningseenheid 40 geblokkeerd, en wordt de alarminstallatie geactiveerd.If the tailgate 38 is not opened within the aforementioned period of time, the valve lock operating unit 40 is blocked, and the alarm system is activated.

Wanneer na een eerdere opening de achterklep 38 van de serviceauto 22 weer wordt gesloten, hetgeen door middel van de detector 36 door de slaafeenheid 24 kan worden waargenomen, bedient de slaafeen-30 heid de klepslotbedieningseenheid 40 voor het vergrendelen van het achterklepslot. Dit kan vergezeld gaan van een lichtsignaal via de knipperlichtinstallatie 34, en leidt tevens tot de inschakeling van de alarminstallatie 32 van de serviceauto 22. De slaafeenheid 24 zendt een bevestiging naar de meestereenheid 10. De meestereenheid 10 35 verwerkt de bevestiging en bijbehorende data door deze tezamen met de datum en tijd op te slaan in het geheugen van de meestereenheid 10 of in het gegevensverwerkende systeem 58, en een indicatie te geven op de gebruikersinterface 16. Door het indrukken van een toets 66 op de 1018126 13 gebruikersinterface 16 van de meestereenheid 10 wordt de bevoorrading beëindigd. In het geheugen van de meestereenheid of in het gegevensverwerkende systeem wordt geregistreerd dat de bevoorrading heeft plaatsgevonden, waarbij de datum en de tijd eveneens worden geregi-5 streerd.When after a previous opening the tailgate 38 of the service car 22 is closed again, which can be detected by the slave unit 24 by means of the detector 36, the slave unit operates the valve lock operating unit 40 for locking the tailgate lock. This can be accompanied by a light signal via the flashing light installation 34, and also leads to the activation of the alarm installation 32 of the service car 22. The slave unit 24 sends a confirmation to the master unit 10. The master unit 10 processes the confirmation and associated data by this store it together with the date and time in the memory of the master unit 10 or in the data processing system 58, and give an indication on the user interface 16. By pressing a key 66 on the 1018126 13 user interface 16 of the master unit 10 the supply is terminated. In the memory of the master unit or in the data processing system it is recorded that the replenishment has taken place, the date and time also being recorded.

Er dient te worden opgemerkt, dat de hiervoor beschreven communicatie tussen de meestereenheid en de slaafeenheid ook kan plaatsvinden door middel van andere communicatiemiddelen, die slechts een beperkt bereik behoeven te hebben, zoals infrarood zen-10 ders/ontvangers.It should be noted that the aforementioned communication between the master unit and the slave unit can also take place by means of other communication means, which need only have a limited range, such as infrared transmitters / receivers.

Verder dient te worden opgemerkt, dat de meestereenheid 10 niet behoeft te zijn ingebouwd in een voertuig, maar ook kan zijn uitgevoerd als een losse eenheid, die bijvoorbeeld met batterijen wordt gevoed.It should further be noted that the master unit 10 does not have to be built into a vehicle, but can also be designed as a separate unit, which is fed, for example, with batteries.

15 Tevens dient te worden opgemerkt, dat het begrip "ruimte" breed dient te worden opgevat. De ruimte kan, zoals hiervoor is beschreven, een bagageruimte of vrachtruimte van een voertuig zijn, maar kan ook bijvoorbeeld een kluis, een box, of een kamer in een gebouw zijn. Wanneer de ruimte een bagageruimte van een personenauto is, is het 20 denkbaar het stelsel volgens de uitvinding toe te passen om tijdens werktijd of op andere tijdstippen vooraf bijvoorbeeld via het Internet bestelde boodschappen in de bagageruimte te deponeren, zodat de besteller niet zelf langs een speciaal ontvangstpunt behoeft te rijden.It should also be noted that the concept of "space" is to be understood in a broad sense. The space can, as described above, be a luggage space or cargo space of a vehicle, but can also be, for example, a safe, a box, or a room in a building. When the space is a luggage space of a passenger car, it is conceivable to use the system according to the invention to deposit messages ordered in advance in the luggage space during working time or at other times, for example via the Internet, so that the person ordering does not himself pass a special reception point.

25 Ook dient te worden opgemerkt, dat in de slaafeenheid een tijd- venster kan worden ingebouwd, gedurende welke de slaafeenheid werkzaam is, bijvoorbeeld tussen 01.00 en 07.00 uur. Verder kan de slaafeenheid zodanig zijn ingesteld, dat de daarbij behorende ruimte slechts een vooraf bepaald aantal malen per etmaal, of slechts een 30 vooraf bepaald aantal malen in totaal geopend kan worden. Deze laatste optie is met name interessant, wanneer voor de afleverdienst wordt betaald met een prepaidkaart, die in de slaafeenheid door de smartcardlezer kan worden gelezen.It should also be noted that a time window can be built into the slave unit during which the slave unit operates, for example between 1 am and 7 am. Furthermore, the slave unit can be set such that the associated space can only be opened a predetermined number of times per day, or only a predetermined number of times in total. This last option is particularly interesting when the delivery service is paid for with a prepaid card that can be read in the slave unit by the smart card reader.

Voorts kan de slaafeenheid zodanig worden uitgevoerd, dat deze 35 een bestaand centraal deursysteem en/of een bestaand alarmsysteem kan besturen of vervangen.Furthermore, the slave unit can be designed such that it can control or replace an existing central door system and / or an existing alarm system.

1018126 5 141018126 5 14

Het zal duidelijk zijn, dat het stelsel volgens de uitvinding ook toegepast kan worden wanneer slechts sprake is van één meester-eenheid en één slaafeenheid.It will be clear that the system according to the invention can also be applied when there is only one master unit and one slave unit.

10181 2610181 26

Claims

A system for receiving goods in, or collecting goods from, lockable spaces, which system comprises a master unit and a slave unit associated with each room, the master unit comprising: master data storage means for storing at least master identification data relating to identifications of the slave units and identifications of the items intended to be brought into or out of the spaces belonging to the slave units; master communication means for communication between the master unit and the slave unit; master control means for selectively transmitting via the master communication means at least a part of the master identification data concerning the identification of one of the slave units and / or the associated at least one case; and wherein each slave unit comprises: slave data storage means for storing at least slave identification data regarding the identification of the relevant slave unit and identifications of things; slave communication means for communication between the slave unit and the master unit; opening means for opening the space associated with the slave unit; and slave control means for receiving, via the slave communication means, the part of the master identification data transmitted by the master unit, comparing the identification therein of one of the slave units with the identification of the relevant slave unit, and, by correspondence between said identifications, storing the slave data storage means of the identification of the at least one case if it is included in the master identification data received from the master unit, and activating the opening means so that the at least one case can be received in the space or can be taken out of the space picked up.

A system as claimed in claim 1, wherein the slave unit comprises signal means, and the slave control means activates the signal means 4040 in correspondence between the identification of one of the slave units included in the master identification data and the identification of the relevant slave unit .

3. System as claimed in claim 1, wherein each case is provided with a readable case identification, and the master unit comprises reading means for reading a case identification, wherein the master control means are adapted to activate the opening means only if the read means read with the reading means case identification corresponds to the identification of the at least one case included in the master identification data received from the master unit.

4. System as claimed in claim 1, wherein the space is provided with a detector connected to the slave control means for detecting whether the space is closed, the slave control means being adapted to activate the opening means for a predetermined time if the detector is in a closed state of the space detects by correspondence between the identification of one of the slave units included in the master identification data and the identification of the relevant slave unit.

5. System as claimed in claim 1, wherein the space is provided with a detector connected to the slave control means for detecting whether the space is closed, the slave control means being adapted to deactivate the opening means if the detector after an open condition of the space The closed state of the space detects upon agreement between the identification of one of the slave units included in the master identification data and the identification of the relevant slave unit.

The system of claim 1, wherein the master communication means and the slave communication means are adapted to communicate wirelessly. 35

The system of claim 6, wherein the master communication means and the slave communication means are arranged to communicate in an encrypted manner. 1018126