NL1017867C2 - Ventilatie-inrichting met afsluitorgaan. - Google Patents
Ventilatie-inrichting met afsluitorgaan. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1017867C2 NL1017867C2 NL1017867A NL1017867A NL1017867C2 NL 1017867 C2 NL1017867 C2 NL 1017867C2 NL 1017867 A NL1017867 A NL 1017867A NL 1017867 A NL1017867 A NL 1017867A NL 1017867 C2 NL1017867 C2 NL 1017867C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- ventilation
- sensor
- space
- housing
- inner space
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F7/00—Ventilation
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F11/00—Control or safety arrangements
- F24F11/70—Control systems characterised by their outputs; Constructional details thereof
- F24F11/72—Control systems characterised by their outputs; Constructional details thereof for controlling the supply of treated air, e.g. its pressure
- F24F11/74—Control systems characterised by their outputs; Constructional details thereof for controlling the supply of treated air, e.g. its pressure for controlling air flow rate or air velocity
- F24F11/75—Control systems characterised by their outputs; Constructional details thereof for controlling the supply of treated air, e.g. its pressure for controlling air flow rate or air velocity for maintaining constant air flow rate or air velocity
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F7/00—Ventilation
- F24F2007/0025—Ventilation using vent ports in a wall
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F2110/00—Control inputs relating to air properties
- F24F2110/40—Pressure, e.g. wind pressure
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Fluid Mechanics (AREA)
- Ventilation (AREA)
Description
Korte aanduiding: Ventilatie-inrichting met afsluitorgaan.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een in een wand, in het bijzonder een gevel, van een gebouw plaatsbare ventilatie-inrichting voor het ventileren van een binnenruimte van het gebouw met lucht van buiten omvattende een ventilatiekanaal dat de 5 buitenruimte verbindt met de binnenruimte, waarbij de ventilatie-inrichting verder een afsluitorgaan omvat en middelen teneinde een luchtstroming van de binnenruimte naar de buitenruimte te voorkomen.
Dergelijke ventilatie-inrichtingen worden gebruikt om ruimten in een gebouw te voorzien van verse lucht. De doorlaatcapaciteit van 10 de ventilatie-inrichtingen bij een bepaald normluchtdrukverschil tussen de binnenruimte en de buitenruimte is meestal voorgeschreven. Het toevoeren van een te grote hoeveelheid verse lucht vanuit de buitenruimte naar de binnenruimte heeft het nadeel, dat in het geval de temperatuur van de buitenlucht lager is dan die van de lucht in de 15 binnenruimte, de binnenruimte onnodig wordt afgekoeld. Dit is uit energietechnisch oogpunt ongewenst. Om het teveel toevoeren van verse koude lucht aan de binnenruimte te voorkomen wordt in NL 9002826 een ventilatie-inrichting voorgesteld, waarbij in het ventilatiekanaal een zelfregelende klep is voorzien, waarmee de hoeveelheid lucht die 20 door de ventilatie-inrichting stroomt binnen een bepaald drukbereik onafhankelijk van het luchtdrukverschil tussen de binnenruimte en de buitenruimte in hoofdzaak constant wordt gehouden.
Het komt echter ook voor dat de luchtdruk in de binnenruimte hoger is dan de luchtdruk in de buitenruimte. Als gevolg hiervan gaat 25 er door het ventilatiekanaal lucht van de binnenruimte naar de buitenruimte stromen. Indien de lucht in de binnenruimte verwarmd is door een verwarmingssysteem, is het ongewenst dat de verwarmde lucht naar buiten stroomt. Een ventilatie-inrichting waarvan het ventilatiekanaal kan worden afgesloten om te voorkomen dat de lucht 30 van de binnenruimte naar de buitenruimte stroomt is geopenbaard in NL 1001340. In deze ventilatie-inrichting is in het ventilatiekanaal een richtingsgevoelige luchtstroomsnelheidsensor geplaatst. Wanneer in het ventilatiekanaal een luchtstroom van de binnenruimte naar de - 2 - buitenruimte wordt waargenomen wordt het ventilatiekanaal afgesloten met het afsluitorgaan.
Een nadeel van deze bekende inrichting is dat het luchtdrukverschil tussen de binnenruimte en de buitenruimte niet waar 5 te nemen is, wanneer het ventilatiekanaal is gesloten. De voorgestelde sensor is dus niet direct in staat te bepalen wanneer de lucht weer van de buitenruimte naar binnenruimte zou gaan stromen.
Als oplossing hiervoor wordt in NL 9002826 voorgesteld het ventilatiekanaal, nadat het eenmaal is gesloten, periodiek te openen 10 om waar te nemen of de richting van de luchtstroom door het ventilatiekanaal is omgekeerd. Indien de richting niet is omgekeerd wordt het ventilatiekanaal weer gesloten. Voor het vaststellen van de periode moet een keuze worden gemaakt tussen enerzijds onnodig lang het ventilatiekanaal gesloten houden en anderzijds zeer regelmatig 15 het gesloten ventilatiekanaal kort te openen, wat als gevolg heeft dat de bewegende onderdelen van het afsluitorgaan sneller slijten en er eventueel ongewenst veel warme lucht van binnen naar buiten stroomt. Bovendien produceert het periodiek openen en weer sluiten van het afsluitorgaan ongewenste geluiden.
20 Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterde ventilatie-inrichting, waarmee het onnodig is het ventilatiekanaal, indien het gesloten is naar aanleiding van een waarneming van een luchtstroom van de binnenruimte naar de buitenruimte, te openen om te bepalen of de richting van de 25 luchtstroom is omgekeerd.
Dit doel wordt bereikt met een ventilatie-inrichting volgens de aanhef van conclusie 1, waarvan de middelen teneinde een luchtstroming van de binnenruimte naar de buitenruimte te voorkomen, een sensor omvatten, die is ingericht om zowel wanneer het 30 ventilatiekanaal gesloten is als wanneer het ventilatiekanaal open is, het luchtdrukverschil tussen de binnenruimte en de buitenruimte waar te nemen teneinde het ventilatiekanaal te sluiten als de druk in de binnenruimte hoger is dan de druk in de buitenruimte en te openen als de druk in de binnenruimte lager is dan de druk in de 35 buitenruimte.
Bij voorkeur wordt de sensor buiten het ventilatiekanaal aangebracht.
- 3 -
In een alternatieve uitvoeringsvorm kan in het afsluitorgaan een heel kleine opening worden aangebracht of het afsluitorgaan zo worden uitgevoerd, dat het in gesloten toestand het ventilatiekanaal net niet volledig afsluit.
5 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de sensor aangebracht in een van het ventilatiekanaal gescheiden open kanaal, dat de binnenruimte met de buitenruimte verbindt. Door een dergelijk open kanaal kan ook lucht stromen als het ventilatiekanaal zelf is afgesloten. Het is voordelig om de doorsnede van het open kanaal zo 10 klein mogelijk te houden, zodat er niet onnodig veel warme lucht door het open kanaal naar buiten stroomt. De sensor in het open kanaal kan een mechanisch onderdeel zijn dat als gevolg van de door de luchtstroom veroorzaakte beweging van het onderdeel het afsluitorgaan aanstuurt. Ook kan in het open kanaal een electronische 15 luchtstroomrichtingssensor zijn voorzien.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm wordt het luchtdrukverschil bepaald door middel van twee druksensoren of een drukverschilsensor.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de ventilatie-20 inrichting volgens de uitvinding worden hiernavolgend aan de hand van de tekening nader toegelicht. Hierin toont: figuur 1 een schematische dwarsdoorsnede van een ventilatiehuis met een ventilatiekanaal voorzien van een zelfregelende klep en een afsluitorgaan, 25 figuur 2 een perspectivisch aanzicht van een ventilatie- inrichting volgens de uitvinding, en figuur 3-6 vier uitvoeringsvarianten van sensoren voor het direct of indirect waarnemen van het luchtdrukverschil tussen de binnenruimte en de buitenruimte.
30 In figuur 1 wordt een ventilatie-inrichting getoond, in het geheel aangeduid met het verwijzingscijfer 1. De ventilatie-inrichting 1 omvat een ventilatiehuis 2, waarin zich het ventilatiekanaal 3 bevindt, dat de binnenruimte, in figuur 1 aangegeven met 'binnen', verbindt met de buitenruimte, in figuur 1 35 aangegeven met 'buiten'. Een dergelijke ventilatie-inrichting 1 wordt aangebracht in de wand van een gebouw, in het bijzonder in een gevel van bijvoorbeeld een woning of een kantoorpand, om vanuit de buitenruimte verse lucht naar de binnenruimte te transporteren. De - 4 - buitenruimte zal meestal de buitenlucht zijn, maar kan ook een willekeurige andere ruimte zijn, waarin zich verse lucht bevindt, zoals een atrium of een gang.
De hoeveelheid verse lucht die bij een bepaald 5 normluchtdrukverschil per tijdseenheid van de buitenruimte naar de binnenruimte (Richting A) moet stromen wordt meestal voorgeschreven door bouwnormen. Een teveel aan verse lucht zal, in het geval de binnenruimte wordt verwarmd, de lucht in de binnenruimte afkoelen. Om te voorkomen dat een te grote hoeveelheid verse lucht naar de 10 binnenruimte stroomt is er in het ventilatiekanaal een zelfregelende klep 4 aangebracht. Deze zelfregelende 4 klep regelt de hoeveelheid lucht, die in de richting A door het ventilatiekanaal 3 stroomt en houdt deze hoeveelheid binnen een bepaald luchtdrukverschil-bereik over de wand in hoofdzaak constant. Een dergelijke zelfregelende klep 15 4 is bekend uit de stand van de techniek, bijv. NL 9002826, en zal daarom hier niet verder worden behandeld.
Indien de luchtdruk binnen hoger is dan buiten zal er een luchtstroom van binnen naar buiten gaan stromen (richting B). Omdat een dergelijk 'lekken' van warme lucht ongewenst is, is er verder een 20 afsluitorgaan 5 aangebracht, waarmee het ventilatiekanaal 3 kan worden afgesloten. De gesloten stand is in figuur 1 getoond met een stippellijn.
In figuur 2 is een ventilatie-inrichting 1 volgens de uitvinding getoond. Het ventilatiehuis 2 kan bijvoorbeeld hetzelfde 25 zijn als getoond in figuur 1. Ook kan een ander ventilatiehuis worden voorzien. Het ventilatiehuis 2 kan bijvoorbeeld geen zelfregelende klep 3 omvatten of een andere klep, waarmee de toevoer van verse lucht wordt beheerst, omvatten. Naast het ventilatiehuis 2 is een afzonderlijk en van het ventilatiehuis gescheiden sensorhuis 6 30 aangebracht, waarin zich de sensor 7 bevindt die het luchtdrukverschil tussen de binnenruimte en de buitenruimte kan waarnemen. Het sensorhuis 6 kan ook op een andere positie dan direct naast het ventilatiehuis 2 worden geplaatst.
In het getoonde sensorhuis 6 is een open kanaal 8 aangebracht 35 dat de binnenruimte verbindt met de buitenruimte. Ook indien het ventilatiekanaal 2 door het afsluitorgaan 5 afgesloten is, zal de sensor 7 die in het open kanaal 8 is geplaatst in staat zijn het - 5 - luchtdrukverschil tussen de binnenruimte en de buitenruimte waar te nemen.
Een voordeel van het gebruik van een sensorhuis 6 is dat deze in combinatie met ventilatiehuizen 2 van verschillende lengtes kan 5 worden gebruikt. Een ander voordeel is dat bij het niet of slecht functioneren van de sensor 7 of de andere onderdelen die eventueel in het sensorhuis 6 zijn ondergebracht, zoals bijvoorbeeld de aandrijving voor het afsluitorgaan 5, alleen het sensorhuis 6 en niet de gehele ventilatie-inrichting 1 hoeft te worden vervangen. De 10 sensor 7 en de andere in het sensorhuis 6 ondergebrachte onderdelen kunnen ook worden ondergebracht in het ventilatiehuis 2 zelf. Het in figuur 2 getoonde sensorhuis 6 heeft in hoofdzaak dezelfde diepte en hoogte als het ventilatiehuis 2, zodat zij gemakkelijk tezamen in een muur of kozijn kunnen worden ingebouwd.
15 In figuur 3 is een open kanaal 8 getoond, dat de binnenruimte met de buitenruimte verbindt. Het open kanaal 8 kan zijn aangebracht in het sensorhuis 6 of het ventilatiehuis 2. In het open kanaal 8 is een schoepenrad 9 aangebracht, dat draaibaar is om de as 10. Het schoepenrad 9 kan als gevolg van een luchtstroom door het open kanaal 20 8 gaan draaien. Met behulp van deze draaiende beweging van het schoepenrad 9 kan het afsluitorgaan 5 via een mechanische overbrenging worden aangedreven. Als het schoepenrad 9 in de ene richting draait, zal het afsluitorgaan 5 het ventilatiekanaal 3 sluiten. Als het schoepenrad 9 in de tegenovergestelde richting 25 draait, zal het ventilatiekanaal 3 juist worden geopend. Om voldoende kracht te kunnen ontwikkelen voor het bewegen van het afsluitorgaan 5, zal het open kanaal 8 met een relatief grote dwarsdoorsnede moeten worden uitgevoerd. Dit hoeft echter geen nadelig effect ten aanzien van het verlies van warme lucht door het open kanaal te hebben, 30 aangezien het schoepenrad 9 zodanig kan worden ingericht, dat het alleen draait tijdens het openen of sluiten van het ventilatiekanaal. Indien het afsluitorgaan 5 geheel geopend of gesloten is, zal het schoepenrad 9 dan stil blijven staan.
In figuur 4 is een andere uitvoeringsvorm van de ventilatie-35 inrichting volgens de uitvinding getoond. In het open kanaal 8 is een electronische luchtstroomrichting-sensor 11 aangebracht. Met deze sensor 11 kan de richting van een luchtstroom door het open kanaal 8 worden bepaald. Op basis van het uitgangssignaal van de sensor 11 - 6 - wordt het ventilatiekanaal 3 gesloten dan wel geopend. Het afsluitorgaan 5 wordt voor het sluiten en openen van het ventilatiekanaal 3 eventueel via een overbrenging aangedreven door een electromotor.
5 In figuur 5 is een derde uitvoeringsvariant getoond van een sensor, die kan worden gebruikt in een ventilatie-inrichting volgens de uitvinding. In deze uitvoering wordt het luchtdrukverschil tussen de buitenruimte en de binnenruimte bepaald door middel van twee druksensorelementen 12, 13, waarvan de eerste de druk in de 10 binnenruimte en de tweede de druk in de buitenruimte meet. Er is dus geen open kanaal, dat de binnenruimte verbindt met de buitenruimte. Met een electronisch circuit 14 wordt een electromotor aangestuurd, die eventueel via een overbrenging het afsluitorgaan 5 in de juiste positie brengt.
15 In figuur 6 is een vierde uitvoeringsvariant getoond, waarin een luchtdrukverschilsensor 15 wordt gebruikt om het luchtdrukverschil tussen de binnenruimte en de buitenruimte waar te nemen. De drukverschilsensor 15 is zodanig aangebracht dat de sensor in contact staat met de buitenruimte en met de binnenruimte. In deze 20 uitvoeringsvorm is er geen enkele luchtstroming van binnen naar buiten indien het ventilatiekanaal gesloten is. Op basis van het uitgangssignaal van de drukverschilsensor 15 wordt het ventilatiekanaal 3 bijvoorbeeld via een electronisch circuit geopend of gesloten.
25
Claims (17)
1. In een wand, in het bijzonder een gevel, van een gebouw 5 plaatsbare ventilatie-inrichting voor het ventileren van een binnenruimte van het gebouw met lucht van buiten, omvattende een ventilatiehuis waarin zich een ventilatiekanaal bevindt dat de buitenruimte verbindt met de binnenruimte, waarbij de ventilatie-inrichting verder een afsluitorgaan omvat, waarmee het 10 ventilatiekanaal kan worden afgesloten, en middelen teneinde een luchtstroming van de binnenruimte naar de buitenruimte te voorkomen, met het kenmerk, dat de middelen teneinde een luchtstroming van de binnenruimte naar de buitenruimte te voorkomen, een sensor omvatten, die is ingericht om zowel wanneer het ventilatiekanaal gesloten is 15 als wanneer het ventilatiekanaal open is, het luchtdrukverschil tussen de binnenruimte en de buitenruimte waar te nemen teneinde het ventilatiekanaal te sluiten als de druk in de binnenruimte hoger is dan de druk in de buitenruimte en te openen als de druk in de binnenruimte lager is dan de druk in de buitenruimte. 20
2. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de sensor buiten het ventilatiekanaal is aangebracht.
3. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het 25 kenmerk, dat de sensor is aangebracht in een van het ventilatiekanaal gescheiden open kanaal, dat de binnenruimte met de buitenruimte verbindt.
4. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 30 de sensor een beweegbaar mechanisch onderdeel omvat, dat is geplaatst in het open kanaal, waarbij een beweging van het onderdeel wordt veroorzaakt door het luchtdrukverschil en op basis van de beweging het ventilatiekanaal wordt geopend of gesloten.
5. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat tussen het mechanisch onderdeel en het afsluitorgaan een mechanische overbrenging is aangebracht. - 8 -
6. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat het mechanische onderdeel een schoepenrad of dergelijke omvat.
7. Ventilatie-inrichting volgens een van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de sensor een electronische luchtstroomrichting-sensor is.
8. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het 10 kenmerk, dat de sensor een eerste druksensorelement en een tweede druksensorelement omvat, waarbij het eerste druksensorelement de druk meet in de binnenruimte en het tweede druksensorelement de druk meet in de buitenruimte.
9. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de sensor een luchtdrukverschilsensor is, die is aangebracht in een verder afgesloten verbindingskanaal tussen de binnenruimte en de buitenruimte.
10. Ventilatie-inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de sensor is aangebracht in een van het ventilatiehuis onderscheiden sensorhuis.
11. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, 25 dat de hoogte en de diepte van het sensorhuis in hoofdzaak overeenkomen met de hoogte en de diepte van het ventilatiehuis, zodat het sensorhuis en ventilatiehuis in het verlengde van elkaar tegen elkaar kunnen worden gemonteerd.
12. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat in het sensorhuis aanstuurmiddelen zijn voorzien voor het aansturen van het afsluitorgaan.
13. Ventilatie-inrichting volgens de voorgaande conclusie, met het 35 kenmerk, dat de aanstuurmiddelen een electrische aandrijving omvatten die door middel van een mechanische overbrenging die het sensorhuis aan het ventilatiehuis koppelt, het afsluitorgaan kan aandrijven. - 9 -
14. Ventilatie-inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het ventilatiekanaal verder een zelfregelende klep is aangebracht, die, in het geval de lucht van de buitenruimte naar de binnenruimte stroomt, de hoeveelheid lucht die 5 per tijdseenheid naar binnen stroomt, regelt.
15. In een wand, in het bijzonder een gevel, van een gebouw plaatsbaar sensorhuis voor het aandrijven van een zich in een een buitenruimte met een binnenruimte verbindend ventilatiekanaal 10 bevindend afsluitorgaan, welk sensorhuis is voorzien van ten minste een sensor voor het voortdurend waarnemen van het luchtdrukverschil tussen de binnenruimte en de buitenruimte.
16. Sensorhuis volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het 15 sensorhuis verder aanstuurmiddelen omvat, die koppelbaar zijn met het afsluitorgaan, voor het aansturen van het afsluitorgaan.
17. Sensorhuis volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de diepte en de hoogte van het sensorhuis in hoofdzaak overeenkomen met 20 de diepte en hoogte van een ventilatiehuis.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1017867A NL1017867C2 (nl) | 2001-04-18 | 2001-04-18 | Ventilatie-inrichting met afsluitorgaan. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1017867 | 2001-04-18 | ||
NL1017867A NL1017867C2 (nl) | 2001-04-18 | 2001-04-18 | Ventilatie-inrichting met afsluitorgaan. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1017867C2 true NL1017867C2 (nl) | 2002-10-21 |
Family
ID=19773255
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1017867A NL1017867C2 (nl) | 2001-04-18 | 2001-04-18 | Ventilatie-inrichting met afsluitorgaan. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1017867C2 (nl) |
Cited By (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2007118713A1 (de) * | 2006-04-19 | 2007-10-25 | Berbel Ablufttechnik Gmbh | Mauerkasten und luftdruckgesteuerte abluftklappe |
EP1637812A3 (en) * | 2004-09-21 | 2009-09-02 | Famka Beheer B.V. | Self regulating ventilation device |
EP2998657A2 (fr) | 2014-09-12 | 2016-03-23 | Somfy SAS | Système de ventilation d'un bâtiment et moyen d'entrée d'air à section de passage d'air pilotable |
EP3312521A1 (en) * | 2016-10-20 | 2018-04-25 | Renson Ventilation NV | Ventilation device |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL9102132A (nl) * | 1990-12-20 | 1992-07-16 | Heycop Beheer Bv | Zelfregelende debietregelklep voor een ventilatiesysteem. |
US5372544A (en) * | 1993-01-20 | 1994-12-13 | Gervais; Hubert | Air duct |
JPH07139775A (ja) * | 1993-11-18 | 1995-05-30 | Mitsubishi Electric Corp | 換気扇制御装置 |
JPH09318109A (ja) * | 1996-05-31 | 1997-12-12 | Mitsubishi Electric Corp | 換気装置 |
DE20001193U1 (de) * | 2000-01-24 | 2000-03-30 | Siegenia Frank Kg | Lüftungseinrichtung |
-
2001
- 2001-04-18 NL NL1017867A patent/NL1017867C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL9102132A (nl) * | 1990-12-20 | 1992-07-16 | Heycop Beheer Bv | Zelfregelende debietregelklep voor een ventilatiesysteem. |
US5372544A (en) * | 1993-01-20 | 1994-12-13 | Gervais; Hubert | Air duct |
JPH07139775A (ja) * | 1993-11-18 | 1995-05-30 | Mitsubishi Electric Corp | 換気扇制御装置 |
JPH09318109A (ja) * | 1996-05-31 | 1997-12-12 | Mitsubishi Electric Corp | 換気装置 |
DE20001193U1 (de) * | 2000-01-24 | 2000-03-30 | Siegenia Frank Kg | Lüftungseinrichtung |
Non-Patent Citations (2)
Title |
---|
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1995, no. 08 29 September 1995 (1995-09-29) * |
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1998, no. 04 31 March 1998 (1998-03-31) * |
Cited By (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP1637812A3 (en) * | 2004-09-21 | 2009-09-02 | Famka Beheer B.V. | Self regulating ventilation device |
WO2007118713A1 (de) * | 2006-04-19 | 2007-10-25 | Berbel Ablufttechnik Gmbh | Mauerkasten und luftdruckgesteuerte abluftklappe |
EP2998657A2 (fr) | 2014-09-12 | 2016-03-23 | Somfy SAS | Système de ventilation d'un bâtiment et moyen d'entrée d'air à section de passage d'air pilotable |
EP3312521A1 (en) * | 2016-10-20 | 2018-04-25 | Renson Ventilation NV | Ventilation device |
BE1024668B1 (nl) * | 2016-10-20 | 2018-05-24 | Renson Ventilation Nv | Ventilatie-inrichting |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA2534446C (en) | Circulation and external venting unit | |
EP1245915B1 (en) | Refrigerator damper apparatus and refrigerator | |
EP1703221B1 (en) | Ventilating system and method for controlling the same | |
US5249596A (en) | Residential heating and air conditioning barometric bypass damper | |
US5180333A (en) | Ventilation device adjusted and controlled automatically with movement of human body | |
AU2006228025B2 (en) | Air conditioner | |
US4412478A (en) | Air distribution method and apparatus for effecting the same | |
CA2588628A1 (en) | Devices for air distribution systems | |
US20040140364A1 (en) | Air conditioning system with moisture control | |
NL1017867C2 (nl) | Ventilatie-inrichting met afsluitorgaan. | |
US5289094A (en) | Light responsive airflow register | |
CN210292165U (zh) | 厨房用冷风机 | |
US11920854B2 (en) | Defrosting roll-up climate controlled door | |
JPH06257787A (ja) | ダクト式空調システムにおける分岐チャンバー | |
KR102647611B1 (ko) | 실외기실 자동 환기시스템 | |
US20060292977A1 (en) | Electrically powered air diffusers | |
US11933503B2 (en) | System and method for providing conditioned air at a loading dock | |
WO2006018675A1 (en) | Ventilator with fresh air capability together with heating and/or cooling capability and methods for operating such ventilator | |
KR100732417B1 (ko) | 공기 조화기 및 그 제어 방법 | |
KR100755302B1 (ko) | 공기조화기의 환기장치 및 그 방법 | |
JPH08159534A (ja) | 局所強化冷房システム | |
KR100720171B1 (ko) | 차량의 내/외기 제어 방법 및 그 시스템 | |
NL2010677C2 (nl) | Gevelventilatiekast. | |
KR970070779A (ko) | 공기조화기의 토출구개폐장치 및 그 방법 | |
EP1067343A2 (en) | Pressure-compensating valve for refrigerating chambers |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
SD | Assignments of patents |
Owner name: FAMKA BEHEER B.V. Effective date: 20060112 |
|
SD | Assignments of patents |
Effective date: 20150612 |
|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20170501 |