NL1017787C2 - Paardenbak en werkwijze voor het bedrijven van een dergelijke paardenbak. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Paardenbak en werkwijze voor het bedrijven van een dergelijke paardenbak.

De onderhavige uitvinding heeft in de eerste plaats betrekking op een paardenbak, ten minste omvattende een open bak met een in hoofdzaak waterdichte wand, met daarin een geschikt paardenbakvulmid-del, en waterniveauregelmiddelen voor het handhaven van een geschikt 5 waterniveau in de bak.

Een dergelijke paardenbak is in de stand van de techniek bekend.

Een paardenbak, die in de praktijk ook wel een arena, piste, ring of dergelijke wordt genoemd is veelal een waterdichte bak met daarin bijvoorbeeld zand als paardenbakvulmiddel. Met paardenbak wordt 10 in het kader van de onderhavige uitvinding ook ander soortgelijke bakken bedoeld, zoals bijvoorbeeld een stapmolen of longeerring.

Onderin de bak liggen in de regel drainagebuizen voor het regelen van het waterniveau in de bak. Doorgaans is een bak ongeveer dertig centimeter diep en wordt in de bak een waterniveau ingesteld op 15 ongeveer 20 centimeter. Aldus wordt de bovenlaag zodanig vochtig gehouden, dat bij gebruik, dat wil zeggen wanneer er paarden door de bak lopen, de paardenhoeven niet dieper dan ongeveer vier a vijf centimeter in het zand zakken.

Er bestaat echter een belangrijk probleem dat in de praktijk 20 dikwijls wordt ontmoet. Dit betreft het optreden van vorst waardoor het in de paardenbak aanwezige water bevriest. Door het bevriezen van het in de paardenbak aanwezige water kan een, voor de bovenlaag van het zand in de paardenbak, gunstige vochtigheidsgraad niet langer worden gegarandeerd. Hierdoor ontstaat een verhoogde kans op blessures 25 bij de paarden die gebruik maken van de paardenbak.

Het bovenstaande betekent in de praktijk dat de paardenbak gedurende een vorstperiode niet kan worden gebruikt.

Er bestaat zodoende in de stand van de techniek een belangrijke vraag naar een verbeterde paardenbak, waarbij de boven genoemde pro-30 blemen niet optreden.

De onderhavige uitvinding beoogt, in het bijzonder op energiezuinige wijze, in genoemde vraag te voorzien en verschaft daartoe een paardenbak van de in de inleiding genoemde soort, die wordt gekenmerkt doordat de paardenbak verwarmingsmiddelen omvat.

1 π 17 7 8?.

- 2-

Verassenderwijs is gebleken, dat door het toepassen van verwarmingsmiddelen in een paardenbak het probleem van bevriezen van in de paardenbak aanwezig water kan worden tegengegaan. Tevens kan men de paardenbak volgens de uitvinding, indien deze door optredende vorst is 5 bevroren, weer voor gebruik geschikt maken.

Het spreekt voor zich dat de in de paardenbak toegepaste verwarmingsmiddelen niet voortdurend in bedrijf behoeven te zijn, maar eventueel alleen juist voor gebruik van de paardenbak kunnen worden geactiveerd. Met de verwarmingsmiddelen is het mogelijk om een 10 paardenbak gedurende de winterperiode in optimale conditie te houden. Volgens de uitvinding kan in principe elk geschikt verwarmingsmiddel worden gebruikt.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de paardenbak volgens de uitvinding, omvatten de verwarmingsmiddelen een verwarmingsbuis die 15 in warmtewisselend contact is met het paardenbakvulmiddel, en waardoor verwarmingsmedium kan worden gevoerd.

Hierdoor kan op zeer eenvoudige wijze in een verwarming van de paardenbak worden voorzien. Als verwarmingsmedium kan elk geschikt en aan de vakman bekend fluïdum worden gebruikt. In de regel zal het 20 verwarmingsmedium in de paardenbak volgens de uitvinding water zijn.

Met voordeel is de verwarmingsbuis van de paardenbak volgens de uitvinding in processtroom voor de paardenbak in warmtewisselend contact met de inhoud van een mestreservoir.

Hierdoor kan op zeer efficiënte wijze gebruik gemaakt worden van 25 in de mest aanwezige warmte, waarbij tevens wordt voorzien in een aanzienlijke energiebesparing.

In het bijzonder maken de verwarmingsmiddelen deel uit van de waterniveauregelmiddelen. Aldus kan bijvoorbeeld het water dat aan de paardenbak wordt toegevoerd actief worden verwarmd.

30 Volgens een alternatieve voorkeursuitvoeringsvorm van de paar denbak volgens de uitvinding kunnen de waterniveauregelmiddelen met een grondwaterbron, bij voorkeur een grondwaterbron die grondwater afkomstig van onder de vorstgrens kan verschaffen, in verbinding worden gesteld.

35 Hierdoor kan op zeer efficiënte en eenvoudige wijze gebruik wor den gemaakt van in de bodem opgeslagen warmte. In de praktijk behoeft het te gebruiken grondwater slechts een temperatuur van een paar graden boven nul te bezitten om de paardenbak geschikt te kunnen verwarmen.

- 3-

De uitvinding verschaft voorts een werkwijze voor het bedrijven van een paardenbak volgens de uitvinding waarbij grondwater, in het bijzonder afkomstig van onder de vorstgrens, eventueel wordt voorverwarmd en aan de paardenbak wordt toegevoerd.

5 Met voordeel wordt bij vorst de paardenbak na gebruik met behulp van de waterniveauregelmiddelen zoveel mogelijk van water ontdaan, en juist voorafgaand aan gebruik weer met water gevuld.

De onderhavige uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening. Hierbij toont: 10 figuur 1 een schematische doorsnede van een paardenbak volgens de uitvinding.

In figuur 1 is schematisch een paardenbak 1 aangegeven welke een bak 2 omvat die aan de binnenzijde ervan is bekleed met waterdichte folie 3, en waarin meerdere drainagebuizen 4 zijn opgesteld die dienen 15 als verwarmingsbuizen. De drainagebuizen 4 zijn op werkzame wijze gekoppeld met (niet-getoonde) waterniveauregelput. De drainagebuizen 4 en de waterniveauregelput vormen tezamen de waterniveauregelmiddelen voor het handhaven van een geschikt waterniveau in de bak 2. In de praktijk is over de verwarmingsbuizen 4 nog zogenaamd worteldoek 5 20 aangebracht. Met 6 is een geschikt paardenbakvulmiddel, zoals zand aangegeven. De streeppuntlijn 7 duidt het waterniveau in de paardenbak aan. Met verwijzingscijfer 8 is de onderliggende grond aangegeven.

In de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm zijn de drainagebuizen 4, zoals vermeld, zowel bestemd voor het verwarmen van de paar-25 denbak 1, als ook voor het handhaven van een geschikt waterniveau in de bak. In aanvulling op de drainagebuizen 4 met gecombineerde functie kunnen indien gewenst ook aparte bekende verwarmingsbuizen worden toegepast.

De drainagebuizen 4 zijn via de waterniveauregelput aangesloten 30 op een (niet-getoonde) grondwaterbron. In plaats van op de grondwaterbron kunnen de verwarmingsbuizen 4 uiteraard ook zijn aangesloten op elke andere bron van verwarmingsmedium, zoals een waterkraan. Verder kan het grondwater, of ander verwarmingsmedium, nog zijn bijverwarmd, bijvoorbeeld door het in warmtewisselend contact 35 brengen van de verwarmingsbuis 4, waardoor het grondwater stroomt, met de inhoud van een mestreservoir.

Hierna zal het verwarmen van de paardenbak volgens de uitvinding nader worden beschreven.

_ 1 0 'i 7 - 4-

Wanneer in de paardenbak 1 aanwezig water door vorst ten minste ten dele is bevroren, wordt, in de getoonde uitvoeringsvorm van de paardenbak 1 volgens de uitvinding, verwarmingsmedium, in het bijzonder grondwater dat afkomstig is van onder de vorstgrens, via de 5 drainagebuizen 4 toegevoerd aan de inhoud van de paardenbak 1. Hierbij zal het grondwater via in de drainagebuizen 4 aanwezige openingen in de paardenbak 1 binnentreden. Door warmtewisselende werking van het relatief warme grondwater, zal in de paardenbak 1 aanwezig bevroren water weer ontdooien, waardoor de optimale vochtigheidsgraad in de 10 paardenbak 1 kan worden hersteld. Ook kunnen eenvoudigweg aanwezige verwarmingsleidingen of -elementen in werking worden gesteld om het ijs te ontdooien.

Indien het gebruikte grondwater niet warm genoeg is om de paardenbak te ontdooien, of indien het verwarmingsproces versneld 15 moet worden, kan het grondwater, of ander verwarmingsmedium, eerst worden voorverwarmd. Volgens een zeer kostengunstige werkwijze wordt het grondwater voordat het met de verwarmingsbuis 4 in de paardenbak 1 wordt ingeleid eerst in warmtewisselend contact gebracht met de inhoud van een mestreservoir. Indien gewenst kunnen ook conventionele 20 middelen zijn voorzien voor het bijwarmen van het als verwarmingsmedium dienende grondwater. In het bijzonder wordt de paardenbak na gebruik zoveel mogelijk van water ontdaan met behulp van de waternieveuaregelmidelen.

1 o

Claims (7)

1. Paardenbak (1), ten minste omvattende een open bak met een in hoofdzaak waterdichte wand (3), met daarin een geschikt paarden-bakvulmiddel (6), en waterniveauregelmiddelen voor het handhaven van een geschikt waterniveau in de bak (2), met het kenmerk, dat de paar- 5 denbak (1) verwarmingsmiddelen omvat.

2. Paardenbak volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verwarmingsmiddelen een verwarmingsbuis (4) omvatten die in warmtewisse-lend contact is met het paardenbakvulmiddel (6) en waardoor een verwarmingsmedium kan worden gevoerd.

3. Paardenbak volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de ver warmingsbuis (4) in processtroom vóór de paardenbak (1) in warmtewis-selend contact is met de inhoud van een mestreservoir.

4. Paardenbak volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verwarmingsmiddelen deel uitmaken van de waterniveauregelmiddelen.

5. Paardenbak volgens een of meer van de conclusies 2-4, met het kenmerk, dat de waterniveauregelmiddelen met een grondwaterbron in verbinding kunnen worden gesteld.

6. Paardenbak volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de grondwaterbron een bron is die grondwater afkomstig van onder de 20 vorstgrens kan verschaffen.

7. Werkwijze voor het bedrijven van een paardenbak volgens een of meer der voorgaande conclusies, waarbij grondwater, in het bijzonder afkomstig van onder de vorstgrens, eventueel wordt voorverwarmd en aan de paardenbak wordt toegevoerd. ei . t l t ·. ’