NL1016903C2 - Drainage-inrichting, in het bijzonder bestemd voor het regelen van het waterniveau in een paardenbak. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Drainage-inrichting, in het bijzonder bestemd voor het regelen van het waterniveau in een paardenbak.

De onderhavige uitvinding heeft in de eerste plaats betrekking op een drainage-inrichting, in het bijzonder bestemd voor het regelen van het waterniveau in een paardenbak, ten minste omvattende een waterreservoir met een of meer drainagebuisaansluitopeningen, een re-5 gelbare overloop die met een afvoer in verbinding kan worden gesteld, welke overloop bestemd is voor het instellen van het waterniveau in het reservoir, waterniveaumeetmiddelen en een regelbare watertoevoer.

Een dergelijke drainage-inrichting is in de stand van de techniek bekend.

10 Een paardenbak, die in de praktijk ook wel een arena, piste, ring of dergelijke genoemd wordt, is veelal een waterdichte bak met daarin zand. Met paardenbak wordt in verband met de onderhavige uitvinding ook andere soortgelijke bakken bedoeld, zoals bijvoorbeeld een stapmolen of longeerring. Onderin de bak liggen drainagebuizen 15 voor het regelen van het waterniveau in de bak. Doorgaans is een bak ongeveer 30 cm diep en wordt in de bak een waterniveau ingesteld op ongeveer 20 cm. Aldus wordt de bovenlaag zodanig vochtig gehouden, dat bij gebruik, d.w.z. wanneer er paarden door de bak lopen, de paardenhoeven niet dieper dan ongeveer 4 a 5 cm in het zand zakken.

20 In de praktijk wordt een dergelijke drainage-inrichting in hoofdzaak gebruikt voor het toevoeren van water aan de paardenbak om het waterniveau op een geschikte hoogte te regelen.

Wanneer na regenval het waterniveau in de paardenbak stijgt zal eveneens het niveau in het reservoir van de drainage-inrichting stij-25 gen en via de overloop water het reservoir verlaten. Hierdoor kan het waterniveau in de paardenbak zich automatisch herstellen.

Er bestaat echter een belangrijk probleem dat in de praktijk dikwijls wordt ontmoet. Dit betreft zeer zware regenval, waardoor de bodem dichtslaat. Er ontstaan in dat geval plassen op plaatsen, waar 30 doorgaans water door de grond zal worden opgenomen. Dit kan ook optreden in een paardenbak. Op dat moment ontstaan er in de bak dus plassen water, zonder dat in het reservoir het waterniveau aanmerkelijk stijgt. In dat geval is de paardenbak onbruikbaar en moet men wachten tot de plassen zijn verdwenen.

'4 Λ·\ *-·. i ····. ; ·< '!,'i - 2 -

Er bestaat in de stand van de techniek derhalve een belangrijke vraag naar een verbeterde drainage-inrichting, waarbij bovengenoemde problemen niet optreden.

De onderhavige uitvinding beoogt in genoemde vraag te voorzien 5 en verschaft daartoe een drainage-inrichting van de in de inleiding genoemde soort, die wordt gekenmerkt doordat drukverlagingsmiddelen aanwezig zijn voor het aanleggen van een onderdruk in de een of meer drainagebuisaansluitopeningen.

Verrassenderwijs is gebleken, dat door het aanleggen van een 10 dergelijke onderdruk bij gebruik van de drainage-inrichting bij zeer zware regenval het dichtslaan van de bodem volledig kan worden vermeden, en een eventueel reeds dichtgeslagen bodem eenvoudig kan worden geopend, waardoor de gevormde plassen gemakkelijk kunnen worden verwijderd.

15 De drainage-inrichting volgens de uitvinding is niet beperkt tot toepassing voor het regelen van het waterniveau in een paardenbak en kan voor elke soortgelijke grondpercelen worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld een tuin, een kleine akker en dergelijke. De inrichting is voor wat betreft de toepassing echter wel beperkt tot het regelen 20 van het waterniveau voor een grondoppervlak vergelijkbaar met dat van een paardenbak. Dit betekent dus grondoppervlakken van tot maximaal ongeveer 1500 m2, de meeste paardenbakken hebben een oppervlakte van ongeveer 1200 m2 (20 x 60 m).

Op zichzelf is uit US-A-5 350 251 een drainage inrichting 25 bekend waarbij een onderdruk in de drainagebuizen kan worden aangelegd. Deze inrichting is echter niet geschikt voor het aan de grond toevoeren van water en is bovendien te onnauwkeurig voor een toepassing bij een betrekkelijk kleine grondoppervlakte.

Met de inrichting volgens de uitvinding kan het waterniveau in 30 de grond tot op ongeveer 1 cm nauwkeurig worden geregeld.

De onderdruk kan op verschillende wijzen in de drainagebuisaansluitopeningen worden aangelegd en is niet bijzonder beperkt. Zo kan bijvoorbeeld boven de waterspiegel in het reservoir een onderdruk worden aangelegd.

35 Bij voorkeur echter omvatten de drukverlagingsmiddelen waterni- veauverlagingsmiddelen voor het verlagen van het waterniveau in het reservoir. In het bijzonder omvatten deze waterniveauverlagingsmidde-len een dompeldomp. Deze uitvoeringsvorm zal in de figuurbeschrijving verderop nader worden toegelicht.

- 3 -

Wanneer bij zware regenval de bodem dreigt dicht te slaan worden de drukverlagingsmiddelen, bijvoorbeeld de dompelpomp, in werking gesteld en wordt het waterniveau in het reservoir dus actief verlaagd. Met andere woorden, het waterniveau in het reservoir wordt 5 ten opzichte van het waterniveau in de paardenbak verlaagd, hetgeen een onderdruk in de drainagebuisaansluitopeningen veroorzaakt; e.e.a. als gevolg van de wet van de communicerende vaten.

Door de aangelegde onderdruk wordt dus eveneens in de grond in de paardenbak een onderdruk opgewekt, waardoor het neerregenende 10 water als het ware de grond in wordt getrokken.

Met voordeel omvat de inrichting voorts een besturingssamenstel dat is gekoppeld met de waterniveaumeetmiddelen, de regelbare watertoevoer en de drukverlagingsmiddelen. Aldus kan op eenvoudige wijze e.e.a. automatisch worden geregeld. In de praktijk zou eveneens een 15 regenmeter op het besturingssamenstel kunnen worden aangesloten of bijvoorbeeld tasters die de conditie van de bovenlaag van de paardenbak volgen. Dit alles vanzelfsprekend met als doel om eventuele piasvorming, het dichtslaan van de bodem, te kunnen waarnemen en op tijd de drukverlagingsmiddelen in werking te stellen.

20 Er zijn vele vormen van reservoirs mogelijk, doch bij voorkeur omvat deze een put. Een dergelijke put kan een gangbare betonnen of kunststof put zijn. In de praktijk is een gangbare put met een diameter van ongeveer 40cm en een diepte van ongeveer 140cm geschikt gebleken.

25 Voor de vakman is het mogelijk om verschillende regelbare over lopen toe te passen, doch in het bijzonder omvat de regelbare overloop een in lengte instelbare ribbelbuis, die met een bedieningsstang is gekoppeld. Door instelling van de bedieningsstang door een gebruiker kan het niveau van de overloop van de ribbelbuis in het reservoir 30 worden ingesteld. Dit is een in de praktijk zeer doelmatige uitvoering.

De uitvinding verschaft voorts een paardenbak, ten minste omvattende een open bak met een in hoofdzaak waterdichte wand, met daarin drainagebuizen en een geschikt paardenbakvulmiddel, waarbij de 35 drainagebuizen met een drainage-inrichting volgens de uitvinding in verbinding staan.

Ten slotte verschaft de uitvinding een werkwijze voor het bedrijven van een drainage-inrichting volgens de uitvinding, in het bijzonder voor het regelen van het waterniveau in een paardenbak, ten 40 minste omvattende de stappen van het instellen van het niveau van de /» ·— - 4 - overloop, het meten van het waterniveau in het reservoir en het in afhankelijkheid daarvan toevoeren van water.

In het bijzonder worden bij hevige regenval de drukverlagingsmiddelen in werking gesteld.

5 De uitvinding zal in het navolgende nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening. Daarin toont: fig. 1 een schematische doorsnede van een drainage-inrichting volgens de uitvinding in de grond; en fig. 2 een schematische doorsnede van een paardenbak volgens de 10 uitvinding.

De drainage-inrichting 1 die in fig. 1 is weergegeven omvat een reservoir 2 dat is gevuld met water 3 tot een niveau 4.

Het reservoir 2 omvat een drainagebuisaansluitopening 5, waarvan er vanzelfsprekend ook meerdere aanwezig kunnen zijn. Met 6 is de 15 omliggende grond aangegeven.

In het reservoir 2 bevindt zich een vlotter 7 en een regelbare overloop 8. De overloop 8 omvat een ribbelbuis 9 en een afvoer 10. De ribbelbuis 9 is gekoppeld met een bedieningsstang 11 die in hoogte kan worden versteld; e.e.a. is schematisch aangegeven met behulp van 20 de vertanding 12.

Met 13 is schematisch een watertoevoer aangegeven. De vlotter 7 kan bijvoorbeeld mechanisch of elektrisch met de watertoevoer 13 zijn gekoppeld. Hiertoe kan eveneens een geschikt bedieningssamenstel aanwezig zijn (niet getoond) .

25 Verwijzingscijfer 14 duidt een dompelpomp aan met een afvoerleiding 15 die zich uitstrekt tot in de ribbelbuis 9, met andere woorden in verbinding staat met de afvoer 10.

In fig. 2 is schematisch een paardenbak 20 aangegeven welke een bak 21 omvat die aan de binnenzijde is bekleed met waterdichte folie 30 22 en waarin meerdere drainagebuizen 23 zijn opgesteld. In de prak tijk is over de drainagebuizen 23 nog zogenaamd worteldoek 24 aangebracht. Met 25 is een geschikt paardenbakvulmiddel, in dit geval zand aangegeven. De streep-puntlijn 26 duidt het waterniveau in de paardenbak aan. Opnieuw is met 6 de omliggende grond aangegeven.

35 In het navolgende zal de werking van de drainage-inrichting volgens de uitvinding in samenhang met een paardenbak zoals getoond in fig. 2 kort worden beschreven.

De drainagebuizen 23 zijn in de praktijk alle gekoppeld met een of meer drainagebuisaansluitopeningen 5 van de drainage-inrichting 1 40 volgens de uitvinding. Dit betekent dat in de praktijk het waterni- - 5 - veau 4 in het reservoir 1 in hoofdzaak overeenkomt met het waterniveau 26 in de paardenbak 20.

Met de vlotter 7 kan het waterniveau in het reservoir 1 worden bepaald.

5 In de praktijk blijkt de hoofdfunctie van de drainage-inrich- ting 1 zoals eerder vermeld niet het afvoeren van water doch het toevoeren van water te zijn. Uit de paardenbak 20 verdampt voortdurend water en het waterniveau 26 zal derhalve dalen. Wanneer het waterniveau 26 daalt tot onder een vooraf bepaalde waarde wordt 10 de watertoevoer 13 in werking gesteld en het waterniveau 4 in het reservoir 1 verhoogd. Hierdoor zal ook het waterniveau 26 in de bak 20 worden verhoogd. Indien er een besturingssamenstel aanwezig is omvat deze met voordeel een tijdsvertraging zodat de watertoevoer 13 pas in werking wordt gesteld nadat gedurende een in te stellen 15 tijdsduur het waterniveau 4 in het reservoir te laag is.

Wanneer er sprake is van zeer zware regenval en de grond dreigt dicht te slaan wordt de dompelpomp 14 in werking gesteld en het waterniveau 4 in het reservoir 1 actief verlaagd. Aldus wordt als het ware het regenwater bovenin de paardenbak 20 de grond in getrokken.

20 Vervolgens kan het niveau 26 in de bak op geschikte wijze worden hersteld.

/, ;

Claims (9)

1. Drainage-inrichting (1), in het bijzonder bestemd voor het regelen van het waterniveau (26) in een paardenbak (20), ten minste omvattende een waterreservoir (2) met een of meer drainagebuisaansluitope-ningen (5), een regelbare overloop (8) die met een afvoer (10) in ver- 5 binding kan worden gesteld welke overloop (8) bestemd is voor het instellen van het waterniveau (11) in het reservoir (2), waterniveau-meetmiddelen (7) en een regelbare watertoevoer (13), met het kenmerk, dat drukverlagingsmiddelen aanwezig zijn voor het aanleggen van een onderdruk in de een of meer drainagebuisaansluitopeningen (57). 10

2. Drainage-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de drukverlagingsmiddelen waterniveauverlagingsmiddelen omvatten voor het verlagen van het waterniveau (4) in het reservoir (2).

3. Drainage-inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de waterniveauverlagingsmiddelen een dompelpomp (14) omvatten.

4- Drainage-inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de inrichting (1) voorts een besturingssamenstel 20 omvat, dat tenminste gekoppeld is met de waterniveaumeetmiddelen (7), de regelbare watertoevoer (13) en de drukverlagingsmiddelen.

5. Drainage-inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het reservoir (2) een put omvat. 25

6. Drainage-inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de regelbare overloop (8) een in lengte instelbare ribbelbuis (9) omvat die met een bedieningsstang (11) is gekoppeld. 30

7. Paardenbak (20), ten minste omvattende een open bak (21) met een in hoofdzaak waterdichte wand (28), met daarin drainagebuizen (23) en een geschikt paardenbak vulmiddel (25), waarbij de drainagebuizen (23) met een drainage-inrichting (1) volgens een of meer van de voorgaande 35 conclusies in verbinding staan. 1 1 f: ? ' j , , - 7 -

8. Werkwijze voor het bedrijven van een drainage-inrichting (1) volgens een of meer van de conclusies 1-6, in het bijzonder voor het regelen van het waterniveau (26) in een paardenbak (20), ten minste omvattende de stappen van het instellen van het niveau van de overloop 5 (8), het meten van het waterniveau (4) in het reservoir (2) en het in afhankelijkheid daarvan toevoeren van water.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat bij hevige regenval de drukverlagingsmiddelen in werking worden gesteld. 'ii i.