NL1017432C2 - Schoenleer. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Schoenleer

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een laminaatmateriaal, omvattende een bovenlaag en een over in hoofdzaak het gehele oppervlak daarvan daarmee verbonden onderlaag, waarbij de bovenlaag een dunne leerlaag omvat en de onderlaag een 5 laag van een in twee richtingen rekbaar materiaal omvat.

Een dergelijk materiaal is bekend uit FR-A-2 680 478. Hierin wordt een laag leer met een dikte tussen 0,2 en 1,0 mm op een voorgespannen onderlaag van rekbaar materiaal gekleefd. Het rekbare materiaal is ofwel een weefsel met een elastomeer ofwel een laag 10 rubber. Het materiaal vertoont een goede rekbaarheid en combineert een aantal goede eigenschappen van leer en rekbaar materiaal, en wordt bijvoorbeeld bij schoenen toegepast.

Geen van de beschreven bekende materialen is echter geschikt om tegelijkertijd te voldoen'aan de eisen van soepelheid, 15 vormherstellend vermogen, bescherming van te bedekken lichaamsdelen -en ademingsvermogen, zonder de voordelen van de leerlaag teniet te doen. Deze eisen worden gesteld aan bijvoorbeeld schoenen en andere kledingstukken van mensen met diabetes, vergroeiingen of andere aandoeningen waardoor de bloedsomloop bemoeilijkt is of anderszins de 20 huid zeer gemakkelijk beschadigd kan worden.

De onderhavige uitvinding verschaft voor bovengenoemd probleem en is daartoe gekenmerkt doordat de onderlaag ten minste een in twee richtingen rekbare steunlaag omvat van ten minste twee soorten met elkaar vervlochten vezels, waarbij ten minste een soort vezels is 25 vervaardigd uit een elastische stof, alsmede een over in hoofdzaak het gehele oppervlak daarvan daarmee verbonden, in drie onderling loodrechte richtingen rekbare laag van een samendrukbare stof.

Op deze wijze is het voor het eerst mogelijk om een tegelijk soepel, vormherstellend, zachte en beschermend, en tevens ademend 30 laminaatmateriaal te verschaffen. De steunlaag van met elkaar vervlochten elastische vezels en andere vezels zorgt vooral voor soepelheid, de laag samendrukbare stof vooral voor zachtheid en bescherming, terwijl mede de combinatie van beide het vormherstellend vermogen verschaft. De ademingsvermogen wordt gewaarborgd door 4 ^2 - 2 - geschikte keuze van ademende stoffen voor de beide deellagen van de onderlaag.

Aldus is een buitengewoon geschikt en comfortabel materiaal verschaft voor bijvoorbeeld schoenen voor diabetici. Op andere 5 toepassing wordt verderop nader ingegaan.

De elastische stof kan gekozen worden uit de gebruikelijke elastische stoffen, bijvoorbeeld de stof met de merknaam Lycra of gelijkwaardige producten. Ook andere elastomeren zijn mogelijk, waarbij zonodig de verhouding met de andere gebruikte vezels moet 10 worden aangepast op basis van de elasticiteit en andere mechanische eigenschappen van de elastomeer.

De samendrukbare stof omvat met voordeel een in hoofdzaak opencellig uitgehard kunststof schuim. Dit materiaal combineert zachtheid en soepelheid, en dus ook een beschermende werking tegen 15 invloeden van buitenaf met het vereiste ademingsvermogen. Bovendien is het zeer licht, hetgeen een gunstige een comfortabele uitwerking heeft op eventueel met het materiaal te beschermen lichaamsdelen.

In een bijzondere uitvoeringsvorm van het laminaatmateriaal volgens de uitvinding omvat het kunststof schuim latexschuim. Latex 20 is een geschikt materiaal dat zeer eenvoudig is op te schuimen en uit te harden tot een zeer licht en toch soepel, veerkrachtig en rekbaar opencellig uitgehard latexschuim. Niettemin zijn ook andere ademende, lichte, kunststof materialen denkbaar, zoals polyesterspons en dergelijke.

25 Het opencellige uitgeharde latexschuim heeft bij voorkeur een 3 dichtheid tussen 25 en 35 kg/m . Bij deze dichtheid wordt een goed compromis verkregen tussen gewicht van het materiaal, soepelheid en stevigheid. Niettemin zijn andere dichtheden ook denkbaar. Bijvoorbeeld indien de eis van bescherming zwaarder weegt kan een 30 dichter en zwaarder schuim genomen worden.

De in drie onderling loodrechte richtingen samendrukbare laag heeft bij voorkeur een dikte tussen 0,5 en 2,5 mm, en met meer voorkeur tussen 1,0 en 2,0 mm. Bij deze dikte wordt een in de meeste gevallen voldoende beschermende werking verkregen. Mede in combinatie 35 met de andere lagen van het laminaatmateriaal ontstaat aldus een materiaal dat voor vele verschillende toepassingen geschikt is, en niet te dik is. Vanzelfsprekend kan bijvoorbeeld een andere, grotere dikte gekozen worden als bescherming een belangrijker factor vormt dan soepelheid. Ook is het mogelijk om de dikte van het materiaal te - 3 - variëren over het oppervlak. Aldus wordt de mogelijkheid verkregen om slechts daar waar extra bescherming gewenst is, deze ook te bieden door verschaffen van een grotere materiaaldikte, terwijl daar waar soepelheid nodig is, bijvoorbeeld bij de wreef van een schoen, geen 5 extra materiaal wordt aangebracht zodat dit geen negatieve invloed op de soepelheid heeft.

Voor de steunlaag kunnen, naast de vezels uit rekbaar materiaal, in beginsel vele soorten vezels worden gekozen zoals kunststof vezels, zoals polyamidevezels, en andere gebruikelijke 10 textiele vezels, zoals katoen en dergelijke. In een voordelige uitvoeringsvorm omvat de steunlaag tussen 82% en 95% vezels van een polyestermateriaal en tussen 18% en 5% vezels van een elastisch materiaal. Een dergelijke steunlaag heeft bijzonder goede vormherstellende eigenschappen in combinatie met de vereiste 15 soepelheid. Bovendien vertoont polyestermateriaal een onverwacht goede hechting aan latex, zodat de combinatie van polyestermateriaal als kunststof vezel voor de steunlaag en latex voor de samendrukbare laag een bij zonder voordeel oplevert.

Op deze plaats moet worden opgemerkt dat in het hele document 20 percentages telkens betrekking hebben op massaverhoudingen, tenzij anders aangegeven.

De steunlaag kan zich in beginsel hetzij tussen de leerlaag en de samendrukbare laag, hetzij aan de van de leerlaag afgekeerde zijde van de samendrukbare laag bevinden. Bij voorkeur bevindt de steunlaag 25 zich tussen de leerlaag en de laag van de samendrukbare stof. Dit biedt het voordeel dat de leerlaag beter beschermd is tegen te grote spanningen. Vooral bij invloeden van buitenaf, bijvoorbeeld stoten tegen een hard voorwerp, zou de leerlaag vrij diep ingedrukt kunnen worden, waardoor deze sterk uitgerekt zou kunnen worden en dus zou 30 kunnen scheuren, omdat deze zo dun is. Door de steunlaag direct onder de leerlaag aan te brengen, bijvoorbeeld door middel van verlijmen met een ademende kleefstoflaag, wordt een dergelijke druk van buitenaf over een groter oppervlak verdeeld en is de leerlaag beter beschermd.

35 De massa per oppervlakte van de steunlaag is niet bijzonder beperkt, doch bij voorkeur heeft de steunlaag een massa per 2 oppervlakte tussen 140 en 180 g/m . Dit is een gebied waarbij een bijzonder gunstige combinatie wordt bereikt tussen een niet te grote totale massa en een gunstig overwicht van de steunlaag op de 1017432 - 4 - leerlaag. Hiermee wordt bedoeld dat de vormherstellende eigenschappen van de steunlaag niet of slechts weinig negatief worden beïnvloed door de specifieke veerkracht van de leerlaag. Bovendien is een dergelijke massa per oppervlakte geschikt om voldoende bescherming te 5 bieden voor de leerlaag, zoals boven beschreven. Mocht een wat steviger, minder soepel product gewenst zijn, dan zou kunnen worden gekozen voor een iets grotere massa per oppervlakte, bijvoorbeeld 200-220 g/m2.

De wijze waarop de vezels in de steunlaag met elkaar 10 vervlochten zijn kan bijvoorbeeld een weefsel zijn. Doch in het geval van een weefsel kan alleen voldoende rekbaarheid worden verkregen indien in ten minste een richting een groot aantal vezels uit een elastisch materiaal bestaan. Bij voorkeur heeft de steunlaag een breiselstructuur. Met meer voorkeur omvat de steunlaag een 15 borduursel, dat door ketten is verkregen.

Door de steunlaag een dergelijke structuur te geven wordt aan die laag een eigen soepelheid en vooral rekbaarheid verschaft. Hierdoor kan het aandeel vezels van een elastische stof desgewenst worden teruggebracht, zodat de steunlaag minder afhankelijk wordt van de 20 verdere mechanische eigenschappen van doe elastische stof.

In een voordelige uitvoeringsvorm van het laminaatmateriaal volgens de uitvinding is de laag van het samendrukbare materiaal aan de van de leerlaag afgekeerde zijde over in hoofdzaak haar gehele oppervlakte verbonden met een in twee richtingen rekbare 25 ondersteunlaag. Op deze wijze wordt de leerlaag nog extra beschermd tegen invloeden van buitenaf, door een aanvullende steunlaag aan de onderzijde van de samendrukbare laag. Bovendien wordt een eventuele invloed op de samendrukbare laag van binnenuit beter verdeeld daarover. In het geval van een schoen kan bijvoorbeeld een 30 vergroeiing of een teen ongewenste grote druk uitoefenen op de samendrukbare laag. Door de ondersteunlaag kan deze druk beter verdeeld worden.

Met voordeel is de ondersteunlaag uit in hoofdzaak dezelfde vezels opgebouwd als de steunlaag en heeft de ondersteunlaag een 2 35 massa per oppervlakte heeft tussen 100 en 120 g/m . Aldus wordt van een zo gering mogelijk aantal verschillende materialen gebruikgemaakt, waardoor zo weinig mogelijk compatibiliteitsproblemen zullen ontstaan en de mechanische eisen zeer goed beheersbaar zijn. Bovendien zorgt de geringere massa per oppervlakte ervoor dat de ff D 17 4 Q g - 5 - ondersteunlaag niet te sterk wordt, zodat aldus eventuele te grote druk op door het laminaatmateriaal omvatte lichaamsdelen of andere objecten kan worden voorkomen. Het is echter niet noodzakelijk om dezelfde soort vezels te kiezen indien bepaalde andere eisen voor de 5 ondersteunlaag zwaarder wegen.

Het laminaatmateriaal volgens de uitvinding is in beginsel bijzonder geschikt als materiaal voor bijvoorbeeld schoenen. In een aantal gevallen zal in dat geval nog een soort voering aan de binnenzijde worden aangebracht. In een voorkeursuitvoeringsvorm van 10 het laminaatmateriaal omvat de onderlaag aan de van de leerlaag afgekeerde zijde tevens een in twee richtingen rekbare deklaag van een wateropnemend materiaal. Deels kan deze dienen als voering, als extra bescherming voor het laminaatmateriaal, maar vooral kan deze bij gebruik van het materiaal optredend vocht opnemen, en weer 15 afgeven. Vooral in het geval van schoenen en dergelijke uit het laminaatmateriaal volgens de uitvinding levert het belangrijke voordelen op om een dergelijke vocht opnemende voeringslaag te combineren met het laminaatmateriaal, bijvoorbeeld door verlijmen met een ademende kleefstof. Aldus wordt eventueel onderling verschuiven 20 daarvan voorkomen.

Het materiaal van de deklaag kan gekozen worden uit alle geschikte voeringmaterialen, doch bij voorkeur omvat de deklaag een dunne laag leer of een laag van met elastische vezels vervlochten vezels van een wateropnemend kunststof materiaal omvat. Deze 25 materialen hebben zeer geschikte vochtopnemende eigenschappen terwijl de mechanische, en vooral de rekbaarheidseigenschappen zeer goed aansluiten op die van de overige lagen van het laminaatmateriaal. Als laag leer kan bij voorkeur een eendere laag als van de buitenste laag van het laminaatmateriaal worden genomen, met een dikte bij voorkeur 3 0 tussen 0,2 en 0,6 mm. Aangezien de optisch eisen veel minder zwaar wegen, terwijl de weerstand tegen beschadiging door wrijving juist belangrijker is, kan ook een aan die eisen aangepaste soort leer worden gekozen, die echter wel de vereiste soepelheid en rekbaarheid bezit.

35 Het wateropnemende kunststof materiaal kan in beginsel uit vele worden gekozen, zoals viscose, ethyleenvinylacetaat en dergelijke, doch met voordeel is het wateropnemend kunststofmateriaal een polyamidemateriaal. Dit materiaal heeft het bijkomend voordeel dat het een zacht aanvoelend materiaal is dat de huid bij aanraking 40 relatief weinig belast of beschadigt. Aldus is het een bijzonder - 6 - geschikt materiaal voor de deklaag van bijvoorbeeld schoenen en dergelijke.

Een uitvoeringsvorm waarbij voor de steunlaag, eventueel de ondersteunlaag en de deklaag voor polyamidemateriaal samen met 5 elastische vezels wordt gekozen, heeft als voordeel dat dit de rekeigenschappen positief beïnvloedt. Deze uitvoeringsvorm geniet de voorkeur boven die met polyestervezels indien rek uitermate belangrijk is. Een dergelijk materiaal wordt bijvoorbeeld toegepast in kleine, rekbare onderdelen van bijvoorbeeld een schoen.

10 In een voordelige uitvoeringsvorm omvat deklaag tussen 75% en 85% vezels van polyamidemateriaal en tussen 25% en 15% vezels van een elastische stof. Deze verhouding verschaft zeer goede soepelheids- en rekeigenschappen aan de deklaag, terwijl het vochtopnemend vermogen nog zeer goed is. Bij voorkeur ligt het aandeel polyamidevezels op 15 81-82%.

Met voordeel heeft de deklaag een massa per oppervlakte tussen 2 2 150 en 180 g/m , met meer voordeel van ongeveer 170 g/m . Een dergelijke massa per oppervlakte verschaft de deklaag voldoende stevigheid, soepelheid, vochtopnemend vermogen en een voldoende laag 20 eigen gewicht.

De deklaag kan op velerlei wijze worden verbonden met de ondersteunlaag. Bijvoorbeeld kan dit geschieden door verlijmen over het gehele oppervlak met een ademende kleefstof. Bij voorkeur echter is de ondersteunlaag verbonden met de deklaag door middel van 25 vlamversmelten van een daartussen gelegen laag sponsachtig polyestermateriaal. Hiermee wordt bedoeld dat een laag sponsachtig polyestermateriaal tussen een deklaag en de ondersteunlaag van een laag laminaatmateriaal wordt gebracht, waarbij het polyestermateriaal door middel van verhitting, met behulp van bijvoorbeeld een vlam, 30 wordt opgesmolten. Hierdoor kan het polyestermateriaal met zowel de deklaag als met de ondersteunlaag worden verbonden.

Een voordeel van deze kleeflaag en bijbehorende werkwijze is dat aldus geen of althans slechts een zeer kleine kans op vlekken bestaat. Bovendien verschaft het sponsachtige materiaal nog enige 35 extra zachtheid aan het totale laminaatmateriaal.

Het polyestermateriaal in hoofdzaak zuiver polyestermateriaal, 3 dat is opgeschuimd tot ongeveer 20 kg/m , bij een uitgangsdikte van ongeveer 2 mm. Vanzelfsprekend wordt deze uitgangsdikte gereduceerd bij het vlamversmelten.

10.VMS* - 7 -

De hierboven genoemde combinatie van lagen, te weten een laag opencellig uitgehard latexschuim dat aan ten minste een zijde is verlijmd met een steunlaag met vezels van een elastische stof vervlochten polyestervezels, heeft op zichzelf ook uitvindingswaarde.

5 De combinatie van lagen zoals hiervoor aangegeven, dat wil zeggen het laminaatmateriaal volgens de uitvinding zonder dunne leerlaag kan alle aspecten omvatten zoals hiervoor beschreven en aangeduid in de conclusies 1-17. In het algemeen is met voordeel ten minste een steunlaag tevens verbonden met een laag met vezels van een elastisch 10 materiaal vervlochten polyamidevezels. Deze combinatie biedt een materiaal dat de huid van daarmee beklede lichaamsdelen goed kan beschermen tegen afschuifkrachten die kunnen optreden bij bewegingen. Bovendien biedt het bescherming en is het zacht, soepel en ademend, en vertonen de lagen een onverwacht goede hechting.

15 De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting ter bescherming van een lichaamsdeel van een mens of een dier, omvattende een laminaatmateriaal volgens de uitvinding.

In het bijzonder is een dergelijke inrichting gekozen uit de groep van schoenen, scheenbeschermers, kniebeschermers, 20 elleboogbeschermers en mitella's. Bij al deze voorbeelden is een zekere mate van soepel- en stevigheid in combinatie met bescherming van belang. Bij scheen- en kniebeschermers en dergelijke moet niet alleen gedacht worden aan mensen, maar ook aan bijvoorbeeld paarden of andere rij- of lastdieren. Bij uitstek dient gedacht te worden aan 25 producten die op medische indicatie worden voorgeschreven. Vooral ijvoorbeeld diabetici hebben een zeer makkelijk beschadigende huid die bovendien, vooral bij de benen en voeten, betrekkelijk weinig gevoel heeft. Aldus kunnen knellende en schurende plekken in schoenen snel tot verwondingen leiden, die bovendien vaak moeilijk genezen.

3 0 Voor deze mensen, maar ook voor mensen met bijvoorbeeld knobbels of andere vergroeiingen aan de voet is passend en geschikt, dus soepel en beschermend schoeisel van uitermate groot belang. Desondanks kan een ieder gebruik maken van de voordelen van de vinding, bijvoorbeeld voor comfortabeler schoeisel.

35 De uitvinding zal nader worden toegelicht in de nu volgende figuurbeschrijving onder verwijzing naar de tekening, waarin de enkele figuur een schematische opbouw van een laminaatmateriaal volgens de uitvinding toont.

In de figuur is bij wijze van niet-beperkend voorbeeld een 40 laminaatmateriaal volgens de uitvinding in schematische aoi7432 - 8 - dwarsdoorsnede getoond met een leerlaag I, een onderlaag II en een voeringlaag III.

De leerlaag I omvat een laag leer 1.

De onderlaag II omvat een laag kleefstof 2, een steunlaag 3, 5 een laag kleefstof 4, een laag samendrukbaar materiaal 5, een laag kleefstof 6 en een ondersteunlaag 7.

De voeringlaag III omvat een laag polyesterspons 8 en een deklaag 9.

De leerlaag I omvat een laag leer van ongeveer 0,2 tot 1,0 mm 10 dikte. Bij voorkeur is de dikte ongeveer 0,2 mm tot 0,6 mm. Bij deze dikte is leer voldoende soepel en rekbaar voor toepassing bij het laminaatmateriaal volgens de uitvinding.

Het leer omvat bijvoorbeeld suède van geiteleer, en bij voorkeur de nerflaag van mestico-leer (Engels: hairsheep). Dit is 15 leer van een kruising tussen een geit en een schaap, welke voorkomt in enkele Aziatische landen. Deze laatste leersoort kenmerkt zich door een buitengewoon grote soepelheid bij een betrekkelijk fijn haarimplant, en dus een fijn oppervlak. Met voordeel worden huiden gekozen van kleine dieren, hetgeen het leer nog een extra soepelheid 20 verschaft.

Na het chroomlooien van de huiden, met een combinatie vetten die is gekozen voor optimale soepelheid van het leer, worden deze, bij voorkeur elektronisch, gesplit tot de gewenste dikte. Bij het looien gaan de aanvankelijk evenwijdige vezels "omvallen", d.w.z. ze 25 gaan meer door elkaar vervlochten lopen. Hierdoor verkrijgt het leer weliswaar een grotere sterkte, maar verliest het een deel van zijn soepelheid en rekbaarheid. Het blijkt dat in de bovenste laag, de nerflaag, dit "omvallen" niet, of althans veel minder ingrijpend optreedt. Derhalve wordt voor het leer dat wordt toepgepast bij het 20 laminaatmateriaal volgens de uitvinding bij voorkeur deze nerflaag gekozen.

Het leer wordt behandeld met een middel om het waterafstotend te maken. Het leer blijft echter wel nog ademend, d.w.z. waterdamp kan nog aan de omgeving worden afgegeven.

3 5 _ .

De leerlaag I is over in hoofdzaak haar gehele oppervlakte op de onderlaag II bevestigd door middel van verlijmen met een laag 2 van ademende, zgn. 'self-binding' kleefgel.

De steunlaag 3 omvat bijvoorbeeld een breisel van 92% polyestermateriaal met 8% Lycra en een massa per oppervlakte van 160 2 - 9 - g/m . Deze steunlaag 3 is wederom met een laag 4 van ademende, 'self- binding' kleefgel over in hoofdzaak haar gehele oppervlakte verlijmd met een laag 5 van opencellig uitgehard latexschuim, hoewel een andere zachte, soepele en elastische stof ook geschikt kan zijn. Bij 5 voorkeur is de latex een opgeschuimde natuurlatex met een dichtheid 3 3 van tussen de 20 en 50 kg/m , met meer voorkeur ongeveer 3 0 kg/m . De dikte van de laag is bijvoorbeeld tussen 1 en 2 mm. Desgewenst kan de dikte van de laag variëren over de oppervlakte van het materiaal, om daar waar gewenst door een grotere dikte een enigszins grotere 10 stevigheid te bieden, of juist door een geringere dikte een grotere soepelheid en bewegingsvrijheid mogelijk te maken.

Aan het latexmateriaal kunnen een bacteriegroeiremmend middel of een geuronderdukkend middel, of een combinatie daarvan zijn toegevoegd. Bijvoorbeeld is als geuronderdukkend middel gekozen voor 15 koolstof (carbon), in een verhouding van 2% tot 6% carbon en de rest latex. Bij voorkeur bedraagt het aandeel carbon ongeveer 4%. Het eventueel toegevoegde bacteriegroeiremmende middel levert een te verwaarlozen gewichtsbijdrage en is niet meegenomen bij het bepalen van de verhoudingen.

20 De latexlaag 5 is verbonden met de ondersteunlaag 6 door middel van wederom een, ditmaal niet weergegeven, laag ademende 'self-binding' kleefgel verbonden. De kleefgel is bijvoorbeeld een heetsmeltkleefstof die bij een temperatuur rond 170 °C wordt geactiveerd.

25 De ondersteunlaag 6 omvat bijvoorbeeld in hoofdzaak hetzelfde materiaal als de steunlaag 3, zij het dat nu de massa per oppervlakte 2 gekozen is als ongeveer 110 g/m .

Door vlamversmelten van de polyesterspons 8 worden de onderlaag II en de voeringlaag III, in het bijzonder de deklaag 9, met elkaar 30 verbonden. Hierbij wordt de polyesterspons opgesmolten waardoor een klevende werking ontstaat, die de beide lagen in hoofdzaak vlekvrij kan verbinden.

De deklaag 9 tenslotte is hier bijvoorbeeld een breisel van 81% polyamide en 19% Lycra, met een massa per oppervlakte van ongeveer 35 170 g/m2.

1017432

Claims (21)

1. Laminaatmateriaal, omvattende een bovenlaag (I) en een over in hoofdzaak het gehele oppervlak daarvan daarmee verbonden onderlaag (II), waarbij de bovenlaag (I) een dunne leerlaag (1) omvat en de onderlaag (II) een laag van een in twee richtingen rekbaar materiaal 5 omvat, met het kenmerk, dat de onderlaag (II) ten minste een in twee richtingen rekbare steunlaag (3) omvat van ten minste twee soorten met elkaar vervlochten vezels, waarbij ten minste een soort vezels is vervaardigd uit een elastische stof, alsmede een over in hoofdzaak het gehele oppervlak daarvan daarmee verbonden, in drie onderling 10 loodrechte richtingen rekbare laag (5) van een samendrukbare stof.

2. Laminaatmateriaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de samendrukbare stof in hoofdzaak opencellig uitgehard kunststof schuim omvat. 15

3. Laminaatmateriaal volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het kunststof schuim latexschuim omvat.

4. Laminaatmateriaal volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 20 het opencellige uitgeharde latexschuim een dichtheid heeft tussen 25 3 en 35 kg/m .

5. Laminaatmateriaal volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de in drie onderling loodrechte 25 richtingen samendrukbare laag (5) een dikte tussen 0,5 en 2,5 mm heeft.

6. Laminaatmateriaal volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steunlaag (3) tussen 82% en 95% 30 vezels van een polyestermateriaal en tussen 18% en 5% vezels van een elastisch materiaal omvat.

7. Laminaatmateriaal volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steunlaag (3) zich tussen de 35 leerlaag (1) en de laag (5) van de samendrukbare stof bevindt. - 11 -

8. Laminaatmateriaal volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steunlaag (3) een massa per 2 oppervlakte heeft tussen 140 en 180 g/m .

9. Laminaatmateriaal volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steunlaag (3) een breiselstructuur heeft.

10. Laminaatmateriaal volgens een of meer van de conclusies 7- 10 9, met het kenmerk, dat de laag (5) van het samendrukbare materiaal aan de van de leerlaag (1) afgekeerde zijde over in hoofdzaak haar gehele oppervlakte is verbonden met een in twee richtingen rekbare ondersteunlaag (7).

11. Laminaatmateriaal volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de ondersteunlaag (7) uit in hoofdzaak dezelfde vezels is opgebouwd als de steunlaag (3) en een massa per oppervlakte heeft , 2 tussen 100 en 120 g/m .

12. Laminaatmateriaal volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de onderlaag (II) aan de van de leerlaag (1) afgekeerde zijde tevens een in twee richtingen rekbare deklaag (9) van een wateropnemend materiaal omvat.

13. Laminaatmateriaal volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de deklaag (9) een dunne laag leer of een laag van met elastische vezels vervlochten vezels van een wateropnemend kunststof materiaal omvat.

14. Laminaatmateriaal volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het wateropnemend kunststofmateriaal een polyamidemateriaal is.

15. Laminaatmateriaal volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de deklaag tussen 75% en 85% vezels van polyamidemateriaal en 35 tussen 25% en 15% vezels van een elastische stof omvat. - 12 -

16. Laminaatmateriaal volgens een van de conclusies 12-15, met het kenmerk, dat de deklaag (9) een massa per oppervlakte heeft 2 tussen 150 en 180 g/m .

17. Laminaatmateriaal volgens een of meer van de conclusies 10- 16, met het kenmerk, dat de ondersteunlaag (7) is verbonden met de deklaag (9) door middel vlamversmelten van een daartussen gelegen laag (8) sponsachtig polyestermateriaal.

18. Laminaatmateriaal, omvattende een laag (5) opencellig uitgehard latexschuim dat aan ten minste een zijde is verlijmd met een steunlaag (3,7) die vezels van een elastisch materiaal omvat die zijn vervlochten met vezels gekozen uit polyester- en polyamidevezels. 15

19. Laminaatmateriaal volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat ten minste de steunlaag (3,7) is verbonden met een laag (9) met vezels van een elastisch materiaal die zijn vervlochten met polyamidevezels 20

20. Inrichting ter bescherming van een lichaamsdeel van een mens of een dier, omvattende een laminaatmateriaal volgens een van de conclusies 1-19.

21. Inrichting volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de inrichting is gekozen uit de groep van schoenen, scheenbeschermers, kniebeschermers, elleboogbeschermers en mitella's.