NL1016825C2 - Steun. - Google Patents

Steun. Download PDF

Info

Publication number
NL1016825C2
NL1016825C2 NL1016825A NL1016825A NL1016825C2 NL 1016825 C2 NL1016825 C2 NL 1016825C2 NL 1016825 A NL1016825 A NL 1016825A NL 1016825 A NL1016825 A NL 1016825A NL 1016825 C2 NL1016825 C2 NL 1016825C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
support
sheet pile
rail
coupling element
members
Prior art date
Application number
NL1016825A
Other languages
English (en)
Inventor
Jacob Ouwendijk
Original Assignee
Hollandsche Betongroep Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hollandsche Betongroep Nv filed Critical Hollandsche Betongroep Nv
Priority to NL1016825A priority Critical patent/NL1016825C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1016825C2 publication Critical patent/NL1016825C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D5/00Bulkheads, piles, or other structural elements specially adapted to foundation engineering
    • E02D5/02Sheet piles or sheet pile bulkheads
    • E02D5/16Auxiliary devices rigidly or detachably arranged on sheet piles for facilitating assembly

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Bulkheads Adapted To Foundation Construction (AREA)

Description

Titel: Steun.
De onderhavige uitvinding betreft een steun, in het bijzonder geschikt voor het aanbrengen van een rail op een ongelijke ondersteuning, zoals het boveneinde van een 5 damwand.
In de stand van de techniek is het bekend om op de boveneinden van damwandplaten een rail aan te brengen. Wanneer bij werkzaamheden parallel ten opzichte van elkaar verlopende damwanden aanwezig zijn, kan op elk van de damwanden een rail worden 10 gemonteerd. Deze rail kan worden gebruikt voor het geleiden van een werktuig. Over de rail wordt bijvoorbeeld een graafmachine heen en weer gereden, om grond tussen de damwanden te kunnen weghalen.
Damwanden zijn doorgaans opgebouwd uit verschillende damwandplaten. Deze 15 damwandplaten worden naast elkaar in de grond gedreven, waarbij de zijranden van de damwand zodanig zijn uitgevoerd dat deze kunnen ingrijpen in geleidingen van naastgelegen damwandplaten. De damwandplaten zijn doorgaans relatief groot en zwaar. Bij het in de grond aanbrengen van de damwandplaten is het niet eenvoudig elke plaat over een exact gelijke lengte in de grond te drijven. Dat heeft als effect dat de 20 damwandplaten over verschillende afstanden uitsteken boven de grond. De boveneinden van de naast elkaar geplaatste damwandplaten vormen daarom geen gladde, gelijkmatige ondersteuning, voor het daarop bevestigen van de rail.
In de stand van de techniek is het gebruikelijk om bij in de grond aangebrachte 25 damwandplaten het gemiddelde te kiezen van de hoogte waarover de damwandplaten uit de grond steken. Platen die verder dan het gemiddelde uitsteken worden aan de bovenzijde voorzien van een inkeping, door aan de bovenzijde van de damwand plaatmateriaal weg te snijden. Damwandplaten die minder verder uit de bodem steken dan het gemiddelde worden aan de bovenzijde voorzien van een steunelement, dat 30 bijvoorbeeld door middel van lasnaden op het boveneinde van de damwandplaten wordt vastgezet. Door het aanbrengen van de inkepingen in de te lange platen en door het bevestigen van de steunelementen op de te korte platen, wordt een vlakke baan verkregen waarop de rail bevestigd wordt.
1016825^ 2
De werkwijze volgens de stand van de techniek heeft echter als effect dat vrijwel alle damwandplaten aan de bovenzijde daarvan beschadigen. Voordat de damwandplaten opnieuw kunnen worden gebruikt, moet óf het boveneinde van de damwandplaten recht 5 worden afgeslepen, óf het steunelement worden verwijderd. Door deze werkzaamheden worden de platen aan de bovenkant beschadigd of korter. Verder kost het afslijpen van de damwandplaten en steunelementen relatief veel tijd, en daarmee geld.
Het is het doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een inrichting voor het 10 ondersteunen van een rail, die het beschadigen van de damwandplaten aan de bovenzijde daarvan in hoofdzaak vermijdt.
Dat doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt doordat de steun is voorzien van een eerste deel voor het aangrijpen op een ondersteuning, zoals het boveneinde van 15 een damwandplaat, en een tweede deel voor het aangrijpen op een balk of rail, waarbij het eerste deel met het tweede deel verbonden is via een koppelelement, waarbij met behulp van het koppelelement de afstand tussen het eerste deel en het tweede deel instelbaar is. Daarbij is het mogelijk dat met behulp van het koppelelement de hoek tussen het eerste deel en het tweede deel instelbaar is.
20
Volgens de uitvinding wordt de steun met het eerste deel daarvan vastgeklemd op het boveneinde van een damwandplaat. Vervolgens wordt de hoogte van het tweede deel ten opzichte van de damwandplaat ingesteld met behulp van het koppelelement. Hoe korter de afstand die de damwandplaat uit de grond steekt, hoe langer het 25 koppelelement zal worden ingesteld. Andersom geldt dat hoe verder de damwandplaat uit de grond steekt, des te korter het koppelelement ingesteld zal worden. Op deze manier kan men zonder de damwandplaten te beschadigen aan de bovenzijde van de damwandplaat een ondersteuning voorzien waarop de rail kan worden bevestigd.
30 Door toepassing van deze steun ontstaat minder materiaalverlies, waardoor de herstelwerkzaamheden vervallen. Bovendien is de steun bijzonder geschikt voor hergebruik.
1 Π 1 h P ? R Ί ΐ i O id.* \ 3
In de praktijk wordt op de damwandplaten geen specifieke rail, zoals bijvoorbeeld een spoorrail, bevestigd, maar doorgaans wordt op de damwandplaten een I- of H-profiel geplaatst. Daarom wordt in de onderhavige tekst niet alleen gesproken over de mogelijkheid om rails te bevestigen op de damwandplaten, maar ook balken.
5
Met de balken wordt met nadruk ook een dergelijk I- of H-profiel bedoeld.
Volgens de uitvinding is het mogelijk dat het eerste deel ten minste twee uitstekende elementen of benen omvat voor het daartussen ontvangen van de ondersteuning.
10
Door deze maatregel wordt bereikt dat het eerste deel van de steun aan de bovenzijde over het boveneinde van de damwandplaat kan worden geschoven. De aanwezigheid van de benen aan weerszijden van de damwandplaat zorgt ervoor dat de steun niet direct van de damwandplaten valt. Tevens dient rotatie van het eerste deel van de steun 15 rond de verticale as ten opzichte van de damwandplaat te worden voorkomen. Hierin kan worden voorzien door een configuratie van benen die een dergelijke rotatie uitsluit of door op afstand van de benen borgmiddelen aan te brengen.
Verder is het mogelijk dat tenminste in één been een grendelelement is voorzien, voor 20 het uitoefenen van een klemkracht op de ondersteuning. Wanneer de steun met de benen daarvan over de boveneinden van de damwandplaat is geschoven, kan men vervolgens het eerste deel op de damwandplaten vastklemmen door het aantrekken of aandraaien van een vergrendelelement. Er zijn vele mogelijkheden bekend om een dergelijke vergrendeling te realiseren, onder meer spanhendels, klemplaten en bouten. 25
Het is voordelig dit vergrendelelement uit te voeren als bout. Een bout is niet alleen goedkoop, maar kan bovendien eenvoudig, met de hand, worden aangedraaid, voor het instellen van de benodigde klemkracht. De borging van het eerste element op de damwandplaten kan verder worden verbeterd door de bout aan het uiteinde te voorzien 30 van een punt. Met behulp van deze punt zal de bout enigszins in het materiaal van de damwandplaat indringen, echter zonder het materiaal daarbij overmatig te beschadigen.
Als alternatief is het mogelijk dat elk been is voorzien van een grendelelement.
1016825^ 4
Voor het vergrendelen van een reeds gepositioneerde rail is het voordelig dat het tweede deel twee opstaande organen omvat voor het daartussen ontvangen van de balk of de rail. Daarbij is het voordelig dat tenminste één van de opstaande organen 5 verplaatsbaar is ten opzichte van het andere orgaan, zodat een balk of rail tussen de organen kan worden opgesloten.
Als alternatief is het mogelijk dat beide organen ten opzichte van elkaar instelbaar zijn.
10 Dam wanden zijn beschikbaar in verschillende uitvoeringsvormen. Veel gebruikte damwanden zijn bijvoorbeeld de U-wand en de Z-wand. Om deze damwanden optimaal te belasten zal de rail in het horizontale vlak altijd onder een hoek staan ten opzichte van de zijden van de dam wandplaten waarop de rail bevestigd kan worden.
Het is daarom nodig dat de langsrichting van de rail voor het vergrendelen of insluiten 15 daarvan onder een hoek kan staan ten opzichte van de hartlijn van het tweede deel van de steun volgens de uitvinding. Vervolgens kan men de rail vergrendelen op dit tweede deel, door het naar elkaar toeschuiven van de opstaande organen. De organen schuift men bijvoorbeeld tot in aangrijping met de onderzijde van het I- of H-profiel om ze vervolgens met behulp van een bout of een moer te borgen, zodat de relatieve beweging 20 van de opstaande organen ten opzichte van de steun wordt belemmerd.
De vergrendeling van een rail op de steun wordt verder verbeterd doordat de opstaande organen voorzien zijn van tenminste een vinger, die gericht is in de richting van het andere orgaan. Een dergelijke vinger voorziet in opsluiting van de rail in verticale 25 richting.
Verder is het mogelijk dat de organen zodanig ten opzichte van elkaar zijn verplaatst, dat de organen niet op één lijn liggen. Deze afstand bepaalt enerzijds het mogelijke steunvlak voor de rail, maar anderzijds ook de mate waarin een onevenwichtige 30 krachtenverdeling op het steunvlak resulteert in een moment in het verticale vlak dwars op de dam wand.
1016825 5
Binnen het kader van de uitvinding is het tevens mogelijk in de opsluiting van de rail of balk te voorzien volgens bekende inspan- en klemtechnieken, mits de rail of balk vrij kan worden gepositioneerd en de vergrendeling ten opzichte van de steun zonder schade in de oorspronkelijke staat kan worden teruggebracht.
5
Volgens de een voorkeursuitvoering van de uitvinding is het mogelijk dat het koppelelement een bout of draadeind omvat. Daarbij is het mogelijk dat het koppelelement tenminste een eerste en een tweede bout of draadeind omvat. Ook is het mogelijk dat het koppelelement tenminste een derde en een vierde bout of draadeind 10 omvat.
Volgens de uitvinding wordt het koppelelement voorzien door het eerste en het tweede deel van de steun onderling te verbinden met behulp van bouten of draadeinden.
Bouten en draadeinden zijn in de eerste plaats goedkoop. Bovendien kunnen op de 15 bouten of draadeinden moeren gedraaid worden, die eenvoudig met de hand kunnen worden vastgedraaid. Volgens de uitvinding is het voordelig dat het koppelelement tenminste een eerste en een tweede moer omvat, waarbij het eerste deel van de steun zich bevindt tussen een eerste en een tweede moer.
20 Door deze maatregel is het mogelijk om het eerste deel in zijn geheel te verplaatsen ten opzichte van het tweede deel.
Naast deze voorkeursuitvoering kan tevens in een koppelelement worden voorzien volgens bekende technieken, bijvoorbeeld door gebruik te maken van gesleufde platen 25 of staaf- of buisvormige elementen met een pen-gat afstelling.
Hoewel de damwandplaten onder een nauwkeurig afgestelde hoek in de grond worden gedreven, kunnen onderlinge hoeken tussen damwand en rail worden opgevangen door het hiervoor beschreven koppelelement en voorziene spelingen in de inspan- en 30 klemmiddelen. Aanvullend is het mogelijk het koppelelement te voorzien van bekende middelen, zoals een kogelgewricht of een scharnier.
1 u i o ö 2 5^ 6
Doordat de steun zoals hiervoor besproken geen vaste verbindingspunten op de damwand of de rail heeft, worden de stelmogelijkheden slechts beperkt door de vorm van het boveneinde van de damwand of de rail.
5 Het zal duidelijk zijn dat de steun volgens de uitvinding kan worden toegepast voor iedere vergelijkbare situatie. Naast damwandplaten kan de steun bijvoorbeeld ook worden toegepast op diepwanden voorzien van profielen.
De uitvinding zal verder worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren 10 waarin:
Figuur 1 een zijaanzicht geeft van een rij naast elkaar geplaatste damwandplaten, met schematisch daarboven aangegeven een rail.
15 De figuren 2a en 2b oplossingen weergeven volgens de stand van de techniek voor het ondersteunen van een rail, aangebracht op de boveneinden van de damwandplaten.
Figuur 3a een aanzicht weergeeft van een steun volgens de uitvinding, aangebracht op het boveneinde van een dam wandplaat, waarbij het eerste deel relatief ver verwijderd is 20 van het tweede deel.
Figuur 3b een aanzicht weergeeft van een steun bevestigd op het boveneinde van een damwandplaat, waarbij het eerste deel relatief dichtbij het tweede deel geplaatst is.
25 Figuur 4a een zijaanzicht weergeeft van de steun volgens de uitvinding bevestigd nabij het boveneinde van een damwandplaat, waarbij het eerste deel in hoofdzaak parallel verloopt aan het tweede deel.
Figuur 4b een zijaanzicht weergeeft volgens figuur 4a, waarbij met behulp van moeren 30 het tweede deel onder een hoek wordt geplaatst met het eerste deel.
Figuur 5 een bovenaanzicht weergeeft van de steun volgens de uitvinding, waarbij de te ondersteunen rail schematisch is aangeduid.
1016825^ 7
In figuur 1 is een zijaanzicht weergegeven van een rij damwandplaten 1 die in de bodem 2 zijn aangebracht. Boven de damwandplaten 1 is schematisch een rail of balk 3 weergegeven. Uit figuur 2 blijkt dat de damwandplaten niet allemaal even ver uit de 5 bodem 2 steken. Dat betekent dat de boveneinden van de naast elkaar geplaatste damwandplaten 1 geen rechte lijn vormen. Een gedeelte van de damwandplaten 1 zal zo ver uitsteken dat deze moeten worden ingekort. Een gedeelte van de damwandplaten zal moeten worden verlengd.
10 In figuur 2a is het geval weergegeven dat de balk 3, volgens figuur 2a een I-profiel, is aangebracht op een damwandplaat 1 waarbij in het boveneinde van de damwandplaat 1 een uitsparing 4 is aangebracht. Door het aanbrengen van deze uitsparing 4 worden twee doelen bereikt. In de eerste plaats komt het ondereinde 5 van de balk 3 op een niveau te liggen dat overeenkomt met het boveneinde van de daarnaast gelegen 15 damwandplaten, om in een gelijkmatige ondersteuning van de balk 3 te voorzien.
Bovendien ontstaan door het wegnemen van het gedeelte 4 twee wangen 6, die ervoor zorgen dat de balk 3 zijwaarts niet kan verschuiven. Het is duidelijk dat de oplossing volgens figuur 2a alleen mogelijk is bij damwandplaten die relatief ver uit de grond steken.
20
In figuur 2b is de oplossing weergegeven volgens de stand van de techniek, voor het verlengen van damwandplaten die over een relatief korte afstand uit de grond steken. Op het boveneinde van de damwandplaat 1 is een verlengstuk 7 aangebracht. Dit verlengstuk 7 is bijvoorbeeld met behulp van een lasnaad 8 aan het boveneinde van de 25 damwandplaat 1 bevestigd. De verlenging 7 is zo uitgevoerd dat ook het ondereinde 5 van het profiel 3 op de juiste hoogte komt te liggen. Bovendien voorziet de verlenging 7 in de wangen 6 die nodig zijn om de balk 3 zijwaarts in te sluiten.
Het is duidelijk dat de oplossingen volgens de figuren 2a en 2b ertoe leiden dat vrijwel 30 elke damwandplaat 1 aan de bovenkant wordt beschadigd. Voordat de damwandplaat 1 opnieuw kan worden gebruikt moet de damwandplaat of aan de bovenzijde recht worden afgesneden (plaat volgens figuur 2a), of het verlengingsgedeelte 7 moet aan de bovenzijde van de damwandplaat 1 worden verwijderd (de plaat volgens figuur 2b).
1 01 8825* 8
Het aanbrengen van de beschadigingen aan de boveneinden van de platen 1 leidt ertoe dat de platen relatief snel aan vervanging toe zijn.
In figuur 3 a is een aanzicht weergegeven van het boveneinde van een dam wandplaat 1 5 waarop een voorkeursuitvoering van de steun 9 volgens de uitvinding is aangebracht. De steun 9 omvat een eerste deel 10 dat voorzien is van twee benen 11 voor het vastklemmen van de steun 9 op het boveneinde van de dam wandplaat 1. Voor het vastklemmen van de steun 9 op de damwandplaat 1 is in elk been 11 een schroefdraad aangebracht, waarin een bout 12 bevestigd wordt. Door het aandraaien van de bout 12 10 kan de klemkracht van de steun 9 op het boveneinde van de damwandplaat 1 worden ingesteld.
Om te voorkomen dat de steun 9 roteert rondom het punt waar de bouten 12 de damwandplaat 1 verklemmen, zijn borgmiddelen 13 onder op het eerste deel 10 15 aangebracht. Deze borgmiddelen bevinden zich op afstand van de benen 11 en omsluiten tot op zekere hoogte de damwandplaat.
De steun 9 volgens figuur 3a omvat ook een tweede deel 14 dat wordt benut voor het opleggen en vergrendelen van een te bevestigen rail of balk. Het tweede deel 14 omvat 20 een steunvlak 15 waarop de balk of de rail wordt ontvangen. Om de balk of de rail op dit steunvlak te vergrendelen omvat het tweede deel 14 ook een eerste en een tweede orgaan 16. De uitvoering van deze vergrendelingsorganen 16 blijkt vooral uit figuur 4a.
25 Het eerste gedeelte 10 en het tweede gedeelte 14 worden met elkaar verbonden door middel van draadeinden 17. In de uitvoeringsvorm volgens de figuren is steeds sprake van de aanwezigheid van vier draadeinden 17. De draadeinden 17 zijn voorzien van moeren 18, die over de lengte van de draadeinden 17 kunnen worden verplaatst. De draadeinden 17 en de moeren 18 vormen gezamenlijk het koppelelement voor het 30 koppelen van het eerste met het tweede gedeelte. Uit figuur 3a blijkt dat de draadeinden 17 vast verbonden zijn met het tweede deel 14.
101S825* 9
Door de aanwezigheid van het eerste deel 10 wordt bereikt dat de steun 9 vast op een damwandplaat 1 kan worden bevestigd, zonder deze damwand te beschadigen. Door de aanwezigheid van het tweede deel 14 wordt bereikt dat een op de damwandplatente bevestigen rail op een goede manier wordt vastgehouden. Door de aanwezigheid van 5 het koppelelement 17,18 wordt bereikt dat het steunvlak 15 in hoogte verstelbaar is ten opzichte van het boveneinde van de damwandplaat 1. Dat betekent dat met behulp van het koppelelement 17,18 de verschillen in hoogte tussen de uit de grond stekende damwandplaten 1 kunnen worden gecorrigeerd.
10 In figuur 3b is opnieuw de steun 9 aangegeven volgens de uitvinding die aangebracht is op de damwandplaat 1. In figuur 3b is schematisch aangegeven dat de damwandplaat 1 wat verder uit de grond reikt dan de damwandplaat 1 volgens figuur 3a. Dat betekent dat de moeren 18 naar boven zijn verplaatst over de draadeinden 17, om het steunvlak 15 in hoofdzaak op dezelfde hoogte te brengen als het steunvlak 15 volgens figuur 3a. 15
In figuur 4a is een zijaanzicht te zien van de steun 9 volgens de uitvinding aangebracht op het boveneinde van een damwandplaat 1. Hierin is opnieuw het eerste deel 10 te zien voorzien van benen 11, waarbij een been 11 is te zien met daarin een bout 12. Volgens figuur 4a staat het tweede gedeelte 14 relatief ver boven het eerste deel 10, 20 doordat de moeren 18 nabij het ondereinde van de draadeinden 17 geplaatst zijn. Uit figuur 4a blijkt bovendien de voorkeursvorm van de vergrendelingsorganen 16. Deze organen 16 omvatten in de eerste plaats een lijf, dat in het gebruik in hoofdzaak in horizontale richting is aangebracht. In dit lijf zijn een of meer gleuven 20 aangebracht. In deze gleuven 20 is een borgingelement zoals een bout of een schroef 21 aangebracht. 25 Door de aanwezigheid van de gleuven 20 kan het orgaan 16 in horizontale richting heen en weer worden geschoven, om de afstand tussen de opstaande delen 19 van elk van de organen 16 te vergroten of te verkleinen. Door het instellen van de afstand tussen de verschillende opstaande delen 19 van de organen 16 kan de afstand tussen deze opstaande delen 19 worden aangepast aan ofwel de breedte van het ondereinde 30 van de balk 3, ofwel aan de hoek die de balk 3 maakt ten opzichte van de steun 9. Het zal duidelijk zijn dat hoe meer de hoek tussen de langsrichtingen van de balk 3 en de steun 9 nadert naar 90°, de afstand tussen de opstaande delen 19 van de organen 16 kleiner kan worden ingesteld.
1016825- 10
Uit figuur 4a blijkt bovendien dat de vergrendelingsorganen 16 niet alleen zijn voorzien van opstaande delen 19, maar dat deze opstaande delen 19 bovendien zijn voorzien van vingers 22 die uitsteken in de richting van de balk 3. Door de aanwezigheid van deze 5 vingers 3 wordt een juiste insluiting van de balk 3 verder gewaarborgd.
In figuur 4b is een aanzicht te zien van de steun 9 aangebracht op het boveneinde van een damwandplaat 1, waarbij de positie van de moeren 18 op de draadeinden 17 is veranderd ten opzichte van figuur 4a. In de eerste plaats staat het eerste deel 14 van de 10 steun 9 dichter bij het tweede deel 10 van de steun 9, dan het geval is in figuur 4a. Bovendien is de aanwezigheid van de vier draadeinden 17 benut om het tweede gedeelte 14 enigszins onder een hoek te zetten ten opzichte van het eerste deel 10. Door deze maatregel kunnen eventuele uitlijnfouten van het bovenoppervlak van de damwandplaat 1 worden gecorrigeerd, om de ondersteuning 15 zoveel mogelijk op één 15 lijn te krijgen met het vlak 15 van naastgelegen steunen 10.
In figuur 5 is een bovenaanzicht weergegeven van de steun 9 volgens de uitvinding. In dit bovenaanzicht is te zien dat de organen 16 in hoofdzaak parallel verlopen en op afstand van elkaar liggen. In figuur 5 is de rail of balk 3 schematisch afgebeeld door 20 middel van een streep-stiplijn. De steun 9 volgens de uitvinding zal doorgaans worden gebruikt in combinatie met gebruikelijke damwandsoorten, zoals bijvoorbeeld U-wanden of Z-wanden. Bij deze wanden zal de damwand als geheel een zig-zagvorm uitvoeren. Door de aanwezigheid van deze zig-zagvorm zal de balk of rail hoofdzakelijk worden bevestigd op die delen van de wand die een hoek maken met de 25 langsrichting van de wand. Dit deel van de damwandplaat is gestippeld weergegeven in de figuur.
U ii 0""

Claims (18)

1. Steun, in het bijzonder geschikt voor het aanbrengen van een rail op een ongelijke ondersteuning, zoals het boveneinde van een damwand, met het kenmerk, dat de steun 5 is voorzien van een eerste deel voor het aangrijpen op de ondersteuning, zoals het boveneinde van een damwandplaat, en een tweede deel voor het aangrijpen op een balk of rail, waarbij het eerste deel met het tweede deel verbonden is via een koppelelement, waarbij met behulp van het koppelelement de afstand tussen het eerste deel en het tweede deel instelbaar is. 10
2. Steun volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat met behulp van het koppelelement de hoek tussen het eerste deel en het tweede deel instelbaar is.
3. Steun volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het eerste deel ten minste twee 15 uitstekende elementen of benen omvat voor het daartussen ontvangen van de ondersteuning.
4. Steun volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het eerste deel is voorzien van borgmiddelen om rotatie van de steun rond de verticale as ten opzichte van de 20 damwandplaat te voorkomen.
5. Steun volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat tenminste in één been een grendelelement is voorzien, voor het uitoefenen van een klemkracht op de ondersteuning. 25
6. Steun volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het grendelelement is uitgevoerd als bout.
7. Steun volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de bout aan het uiteinde daarvan is 30 voorzien van een punt.
8. Steun volgens conclusie 3-7, met het kenmerk, dat elk been is voorzien van een grendelelement. 1018825*» ' Λ
9. Steun volgens conclusie 1-8, met het kenmerk, dat het tweede deel twee opstaande organen omvat voor het daartussen ontvangen van de balk of de rail.
10. Steun volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat tenminste één van de opstaande organen verplaatsbaar is ten opzichte van het andere orgaan zodat een balk of rail tussen de organen kan worden opgesloten.
11. Steun volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat beide organen ten opzichte 10 van elkaar instelbaar zijn.
12. Steun volgens conclusie 9-11, met het kenmerk, dat de opstaande organen voorzien zijn van tenminste een vinger, die gericht is in de richting van het andere orgaan.
13. Steun volgens conclusie 9-12, met het kenmerk, dat de organen zodanig ten opzichte van elkaar zijn verplaatst, dat de organen niet op één lijn liggen.
14. Steun volgens conclusie 1-13, met het kenmerk, dat het koppelelement een bout of draadeind omvat. 20
15. Steun volgens conclusie 1-14, met het kenmerk, dat het koppelelement tenminste een eerste en een tweede bout of draadeind omvat.
16. Steun volgens conclusie 1-15, met het kenmerk, dat het koppelelement tenminste 25 een derde en een vierde bout of draadeind omvat.
17. Steun volgens conclusie 1-16, met het kenmerk, dat het koppelelement tenminste een moer omvat.
18. Steun volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het koppelelement per bout of draadeind tenminste een eerste en een tweede moer omvat, waarbij het eerste deel van de steun zich bevindt tussen een eerste en een tweede moer. 1016825
NL1016825A 2000-12-07 2000-12-07 Steun. NL1016825C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016825A NL1016825C2 (nl) 2000-12-07 2000-12-07 Steun.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016825A NL1016825C2 (nl) 2000-12-07 2000-12-07 Steun.
NL1016825 2000-12-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1016825C2 true NL1016825C2 (nl) 2002-06-11

Family

ID=19772547

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1016825A NL1016825C2 (nl) 2000-12-07 2000-12-07 Steun.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1016825C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2903785A1 (de) * 1979-02-01 1980-08-07 Horsch Werke Ag Brueckenauflagerung an einer spundwand
DE3939702A1 (de) * 1989-12-01 1991-06-06 K Steube Unterbau fuer eine behelfsbruecke
JPH08311863A (ja) * 1995-05-18 1996-11-26 Buruman Kk 立柱等のつなぎ材止め金具
US6009674A (en) * 1996-12-20 2000-01-04 Root; Warren N. Method and apparatus for providing earthquake resistant modular structures

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2903785A1 (de) * 1979-02-01 1980-08-07 Horsch Werke Ag Brueckenauflagerung an einer spundwand
DE3939702A1 (de) * 1989-12-01 1991-06-06 K Steube Unterbau fuer eine behelfsbruecke
JPH08311863A (ja) * 1995-05-18 1996-11-26 Buruman Kk 立柱等のつなぎ材止め金具
US6009674A (en) * 1996-12-20 2000-01-04 Root; Warren N. Method and apparatus for providing earthquake resistant modular structures

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1997, no. 03 31 March 1997 (1997-03-31) *

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2290123A1 (en) Lightweight welding table
BE1000024A7 (fr) Dispositif destine a la pose de fers ou de barres d'armature dans un revetement de chaussee.
NL1016825C2 (nl) Steun.
US4538796A (en) Dolly
JP3140123U (ja) 手延べ機の送り出し装置
JPS61500739A (ja) はしご水平調整装置
EP1260458B1 (fr) Dispositif de voies ferrées de desserte de rayonnages notamment de stockage de produits lourds et son procédé de montage
US4453282A (en) Dock leveller releasable from dock installation
CN210561748U (zh) 可调式落架装置
EP0760793B1 (en) Transport rack
CA2525165C (en) Load transfer system for flatbed trucks
US20230011976A1 (en) Edge protection system - joint orientation marker
CA2167888C (en) Continuously adjustable strapping machine
US20230012370A1 (en) Edge protection system - intersection continuous perimeter joint line
NZ790169A (en) An edge protection system – floating cover plate on intersection
US20230020378A1 (en) Armoured joint - disruptive folded anchor rail
US20230061463A1 (en) Joint edge protection apparatus - fully bridged wave plates
US20230009418A1 (en) Armoured joint - anti-skew stake bracket
NZ790194A (en) An armoured joint – anti-skew stake bracket
NZ790170A (en) An edge protection system – intersection continuous perimeter joint line
GB2610289A (en) An edge protection system - floating cover plate on intersection
WO2000026127A1 (en) A palletiser and depalletiser apparatus
FR2671574A1 (fr) Etrier d'echafaudage suspendu et module d'echafaudage comportant ledit etrier.
NZ790163A (en) A joint edge protection apparatus - fully bridged wave plates
NZ790167A (en) An armoured joint – disruptive folded anchor rail

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110701