NL1016825C2

NL1016825C2 - Support, especially for mounting rail on uneven underlay, e.g. top side of dam wall, comprises two fastener parts connected via coupling

Info

Publication number: NL1016825C2
Application number: NL1016825A
Authority: NL
Inventors: Jacob Ouwendijk
Original assignee: Hollandsche Betongroep Nv
Priority date: 2000-12-07
Filing date: 2000-12-07
Publication date: 2002-06-11

Abstract

The support has a first part for securing to the underlay, e.g. the top end of a dam wall panel (1), and a second part for securing to a beam or rail. The two parts are connected via a coupling which is used to alter the distance between them.

Description

Titel: Steun.Title: Support.

De onderhavige uitvinding betreft een steun, in het bijzonder geschikt voor het aanbrengen van een rail op een ongelijke ondersteuning, zoals het boveneinde van een 5 damwand.The present invention relates to a support, in particular suitable for mounting a rail on an uneven support, such as the upper end of a sheet pile wall.

In de stand van de techniek is het bekend om op de boveneinden van damwandplaten een rail aan te brengen. Wanneer bij werkzaamheden parallel ten opzichte van elkaar verlopende damwanden aanwezig zijn, kan op elk van de damwanden een rail worden 10 gemonteerd. Deze rail kan worden gebruikt voor het geleiden van een werktuig. Over de rail wordt bijvoorbeeld een graafmachine heen en weer gereden, om grond tussen de damwanden te kunnen weghalen.It is known in the prior art to provide a rail on the upper ends of sheet pile sheets. If sheet piling runs parallel to each other during work, a rail can be mounted on each of the sheet piling. This rail can be used to guide a tool. For example, an excavator is driven back and forth over the rail to remove soil between the sheet pile walls.

Damwanden zijn doorgaans opgebouwd uit verschillende damwandplaten. Deze 15 damwandplaten worden naast elkaar in de grond gedreven, waarbij de zijranden van de damwand zodanig zijn uitgevoerd dat deze kunnen ingrijpen in geleidingen van naastgelegen damwandplaten. De damwandplaten zijn doorgaans relatief groot en zwaar. Bij het in de grond aanbrengen van de damwandplaten is het niet eenvoudig elke plaat over een exact gelijke lengte in de grond te drijven. Dat heeft als effect dat de 20 damwandplaten over verschillende afstanden uitsteken boven de grond. De boveneinden van de naast elkaar geplaatste damwandplaten vormen daarom geen gladde, gelijkmatige ondersteuning, voor het daarop bevestigen van de rail.Sheet piles are usually made up of different sheet piles. These sheet pile walls are driven into the ground next to each other, wherein the side edges of the sheet pile wall are designed such that they can engage in guides of adjacent sheet pile sheets. The sheet pile sheets are usually relatively large and heavy. When installing the sheet pile sheets in the ground, it is not easy to drive each sheet into the ground over an exactly equal length. This has the effect that the sheet piling plates protrude above the ground over different distances. The upper ends of the sheet pile sheets placed next to each other therefore do not form a smooth, uniform support for fixing the rail thereon.

In de stand van de techniek is het gebruikelijk om bij in de grond aangebrachte 25 damwandplaten het gemiddelde te kiezen van de hoogte waarover de damwandplaten uit de grond steken. Platen die verder dan het gemiddelde uitsteken worden aan de bovenzijde voorzien van een inkeping, door aan de bovenzijde van de damwand plaatmateriaal weg te snijden. Damwandplaten die minder verder uit de bodem steken dan het gemiddelde worden aan de bovenzijde voorzien van een steunelement, dat 30 bijvoorbeeld door middel van lasnaden op het boveneinde van de damwandplaten wordt vastgezet. Door het aanbrengen van de inkepingen in de te lange platen en door het bevestigen van de steunelementen op de te korte platen, wordt een vlakke baan verkregen waarop de rail bevestigd wordt.In the state of the art, it is customary to select the average of the height over which the sheet pile plates protrude from the ground when sheet piles are installed in the ground. Plates protruding beyond the average are provided with a notch at the top, by cutting away sheet material at the top of the sheet pile wall. Sheet pile plates that protrude less further than the average from the bottom are provided with a support element at the top, which is fixed on the upper end of the sheet pile plates for example by means of weld seams. By providing the notches in the plates that are too long and by attaching the support elements to the plates that are too short, a flat path is obtained on which the rail is fixed.

1016825^ 21016825 ^ 2

De werkwijze volgens de stand van de techniek heeft echter als effect dat vrijwel alle damwandplaten aan de bovenzijde daarvan beschadigen. Voordat de damwandplaten opnieuw kunnen worden gebruikt, moet óf het boveneinde van de damwandplaten recht 5 worden afgeslepen, óf het steunelement worden verwijderd. Door deze werkzaamheden worden de platen aan de bovenkant beschadigd of korter. Verder kost het afslijpen van de damwandplaten en steunelementen relatief veel tijd, en daarmee geld.However, the method according to the state of the art has the effect that virtually all sheet pile plates are damaged at the top thereof. Before the sheet pile sheets can be reused, either the top end of the sheet pile sheets must be straight-ground or the support element removed. Due to this work, the plates on the top are damaged or shorter. Furthermore, the grinding of the sheet pile plates and supporting elements takes relatively much time, and therefore money.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een inrichting voor het 10 ondersteunen van een rail, die het beschadigen van de damwandplaten aan de bovenzijde daarvan in hoofdzaak vermijdt.It is the object of the present invention to provide a device for supporting a rail, which substantially avoids damaging the sheet pile sheets at the top thereof.

Dat doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt doordat de steun is voorzien van een eerste deel voor het aangrijpen op een ondersteuning, zoals het boveneinde van 15 een damwandplaat, en een tweede deel voor het aangrijpen op een balk of rail, waarbij het eerste deel met het tweede deel verbonden is via een koppelelement, waarbij met behulp van het koppelelement de afstand tussen het eerste deel en het tweede deel instelbaar is. Daarbij is het mogelijk dat met behulp van het koppelelement de hoek tussen het eerste deel en het tweede deel instelbaar is.This object is achieved according to the present invention in that the support is provided with a first part for engaging a support, such as the upper end of a sheet pile wall, and a second part for engaging a beam or rail, the first part having the second part is connected via a coupling element, the distance between the first part and the second part being adjustable with the aid of the coupling element. It is possible here that the angle between the first part and the second part is adjustable with the aid of the coupling element.

2020

Volgens de uitvinding wordt de steun met het eerste deel daarvan vastgeklemd op het boveneinde van een damwandplaat. Vervolgens wordt de hoogte van het tweede deel ten opzichte van de damwandplaat ingesteld met behulp van het koppelelement. Hoe korter de afstand die de damwandplaat uit de grond steekt, hoe langer het 25 koppelelement zal worden ingesteld. Andersom geldt dat hoe verder de damwandplaat uit de grond steekt, des te korter het koppelelement ingesteld zal worden. Op deze manier kan men zonder de damwandplaten te beschadigen aan de bovenzijde van de damwandplaat een ondersteuning voorzien waarop de rail kan worden bevestigd.According to the invention, the support with the first part thereof is clamped on the upper end of a sheet pile wall. The height of the second part relative to the sheet pile wall is then adjusted with the aid of the coupling element. The shorter the distance that the sheet pile plate protrudes from the ground, the longer the coupling element will be adjusted. Conversely, the farther the sheet pile plate protrudes from the ground, the shorter the coupling element will be adjusted. In this way, without damaging the sheet pile sheets, a support can be provided on the top of the sheet pile sheet to which the rail can be attached.

30 Door toepassing van deze steun ontstaat minder materiaalverlies, waardoor de herstelwerkzaamheden vervallen. Bovendien is de steun bijzonder geschikt voor hergebruik.The application of this support results in less material loss, which means that the repair work is no longer needed. Moreover, the support is particularly suitable for reuse.

1 Π 1 h P ? R Ί ΐ i O id.* \ 31 Π 1 h P? R Ί ΐ i O id. * \ 3

In de praktijk wordt op de damwandplaten geen specifieke rail, zoals bijvoorbeeld een spoorrail, bevestigd, maar doorgaans wordt op de damwandplaten een I- of H-profiel geplaatst. Daarom wordt in de onderhavige tekst niet alleen gesproken over de mogelijkheid om rails te bevestigen op de damwandplaten, maar ook balken.In practice, no specific rail, such as for example a rail, is attached to the sheet pile sheets, but usually an I or H profile is placed on the sheet pile sheets. That is why the present text not only talks about the possibility of fixing rails on the sheet piles, but also beams.

55

Met de balken wordt met nadruk ook een dergelijk I- of H-profiel bedoeld.The bars also explicitly mean such an I or H profile.

Volgens de uitvinding is het mogelijk dat het eerste deel ten minste twee uitstekende elementen of benen omvat voor het daartussen ontvangen van de ondersteuning.According to the invention, it is possible that the first part comprises at least two protruding elements or legs for receiving the support between them.

1010

Door deze maatregel wordt bereikt dat het eerste deel van de steun aan de bovenzijde over het boveneinde van de damwandplaat kan worden geschoven. De aanwezigheid van de benen aan weerszijden van de damwandplaat zorgt ervoor dat de steun niet direct van de damwandplaten valt. Tevens dient rotatie van het eerste deel van de steun 15 rond de verticale as ten opzichte van de damwandplaat te worden voorkomen. Hierin kan worden voorzien door een configuratie van benen die een dergelijke rotatie uitsluit of door op afstand van de benen borgmiddelen aan te brengen.This measure ensures that the first part of the support can be slid over the top end of the sheet pile wall at the top. The presence of the legs on either side of the sheet pile wall ensures that the support does not fall directly from the sheet pile sheets. Rotation of the first part of the support 15 about the vertical axis relative to the sheet pile wall must also be prevented. This can be provided by a configuration of legs that excludes such a rotation or by providing locking means at a distance from the legs.

Verder is het mogelijk dat tenminste in één been een grendelelement is voorzien, voor 20 het uitoefenen van een klemkracht op de ondersteuning. Wanneer de steun met de benen daarvan over de boveneinden van de damwandplaat is geschoven, kan men vervolgens het eerste deel op de damwandplaten vastklemmen door het aantrekken of aandraaien van een vergrendelelement. Er zijn vele mogelijkheden bekend om een dergelijke vergrendeling te realiseren, onder meer spanhendels, klemplaten en bouten. 25It is furthermore possible that a locking element is provided in at least one leg, for exerting a clamping force on the support. When the support with its legs has been slid over the upper ends of the sheet pile wall, the first part can then be clamped onto the sheet pile wall by tightening or tightening a locking element. Many possibilities are known for realizing such a locking, including clamping levers, clamping plates and bolts. 25

Het is voordelig dit vergrendelelement uit te voeren als bout. Een bout is niet alleen goedkoop, maar kan bovendien eenvoudig, met de hand, worden aangedraaid, voor het instellen van de benodigde klemkracht. De borging van het eerste element op de damwandplaten kan verder worden verbeterd door de bout aan het uiteinde te voorzien 30 van een punt. Met behulp van deze punt zal de bout enigszins in het materiaal van de damwandplaat indringen, echter zonder het materiaal daarbij overmatig te beschadigen.It is advantageous to design this locking element as a bolt. A bolt is not only cheap, but can also be easily, manually, tightened to set the required clamping force. The securing of the first element on the sheet pile sheets can be further improved by providing the bolt with a point at the end. With the aid of this point, the bolt will penetrate somewhat into the material of the sheet pile wall, but without unduly damaging the material.

Als alternatief is het mogelijk dat elk been is voorzien van een grendelelement.Alternatively, it is possible that each leg is provided with a locking element.

1016825^ 41016825 ^ 4

Voor het vergrendelen van een reeds gepositioneerde rail is het voordelig dat het tweede deel twee opstaande organen omvat voor het daartussen ontvangen van de balk of de rail. Daarbij is het voordelig dat tenminste één van de opstaande organen 5 verplaatsbaar is ten opzichte van het andere orgaan, zodat een balk of rail tussen de organen kan worden opgesloten.For locking an already positioned rail it is advantageous that the second part comprises two upright members for receiving the beam or rail between them. It is advantageous here that at least one of the upright members 5 is displaceable relative to the other member, so that a beam or rail can be confined between the members.

Als alternatief is het mogelijk dat beide organen ten opzichte van elkaar instelbaar zijn.Alternatively, it is possible that both members are adjustable relative to each other.

10 Dam wanden zijn beschikbaar in verschillende uitvoeringsvormen. Veel gebruikte damwanden zijn bijvoorbeeld de U-wand en de Z-wand. Om deze damwanden optimaal te belasten zal de rail in het horizontale vlak altijd onder een hoek staan ten opzichte van de zijden van de dam wandplaten waarop de rail bevestigd kan worden.Dam walls are available in different embodiments. Commonly used sheet pile walls are, for example, the U-wall and the Z-wall. In order to optimally load these sheet pile walls, the rail in the horizontal plane will always be at an angle with respect to the sides of the sheet pile wall to which the rail can be mounted.

Het is daarom nodig dat de langsrichting van de rail voor het vergrendelen of insluiten 15 daarvan onder een hoek kan staan ten opzichte van de hartlijn van het tweede deel van de steun volgens de uitvinding. Vervolgens kan men de rail vergrendelen op dit tweede deel, door het naar elkaar toeschuiven van de opstaande organen. De organen schuift men bijvoorbeeld tot in aangrijping met de onderzijde van het I- of H-profiel om ze vervolgens met behulp van een bout of een moer te borgen, zodat de relatieve beweging 20 van de opstaande organen ten opzichte van de steun wordt belemmerd.It is therefore necessary that the longitudinal direction of the rail for locking or enclosing thereof can be at an angle with respect to the axis of the second part of the support according to the invention. The rail can then be locked on this second part by sliding the upright members towards each other. The members are, for example, slid into engagement with the underside of the I or H profile and subsequently secured with the aid of a bolt or nut, so that the relative movement of the upright members relative to the support is impeded.

De vergrendeling van een rail op de steun wordt verder verbeterd doordat de opstaande organen voorzien zijn van tenminste een vinger, die gericht is in de richting van het andere orgaan. Een dergelijke vinger voorziet in opsluiting van de rail in verticale 25 richting.The locking of a rail on the support is further improved in that the upright members are provided with at least one finger which is directed in the direction of the other member. Such a finger provides for confinement of the rail in the vertical direction.

Verder is het mogelijk dat de organen zodanig ten opzichte van elkaar zijn verplaatst, dat de organen niet op één lijn liggen. Deze afstand bepaalt enerzijds het mogelijke steunvlak voor de rail, maar anderzijds ook de mate waarin een onevenwichtige 30 krachtenverdeling op het steunvlak resulteert in een moment in het verticale vlak dwars op de dam wand.Furthermore, it is possible that the members are displaced relative to each other such that the members are not aligned. This distance determines on the one hand the possible support surface for the rail, but on the other hand also the extent to which an unbalanced distribution of forces on the support surface results in a moment in the vertical plane transverse to the dam wall.

1016825 51016825 5

Binnen het kader van de uitvinding is het tevens mogelijk in de opsluiting van de rail of balk te voorzien volgens bekende inspan- en klemtechnieken, mits de rail of balk vrij kan worden gepositioneerd en de vergrendeling ten opzichte van de steun zonder schade in de oorspronkelijke staat kan worden teruggebracht.Within the scope of the invention it is also possible to provide the confinement of the rail or beam according to known clamping and clamping techniques, provided that the rail or beam can be freely positioned and the locking with respect to the support without damage in the original state can be reduced.

55

Volgens de een voorkeursuitvoering van de uitvinding is het mogelijk dat het koppelelement een bout of draadeind omvat. Daarbij is het mogelijk dat het koppelelement tenminste een eerste en een tweede bout of draadeind omvat. Ook is het mogelijk dat het koppelelement tenminste een derde en een vierde bout of draadeind 10 omvat.According to a preferred embodiment of the invention, it is possible that the coupling element comprises a bolt or threaded end. It is possible here for the coupling element to comprise at least a first and a second bolt or threaded end. It is also possible that the coupling element comprises at least a third and a fourth bolt or threaded end 10.

Volgens de uitvinding wordt het koppelelement voorzien door het eerste en het tweede deel van de steun onderling te verbinden met behulp van bouten of draadeinden.According to the invention, the coupling element is provided by interconnecting the first and the second part of the support with the aid of bolts or threaded ends.

Bouten en draadeinden zijn in de eerste plaats goedkoop. Bovendien kunnen op de 15 bouten of draadeinden moeren gedraaid worden, die eenvoudig met de hand kunnen worden vastgedraaid. Volgens de uitvinding is het voordelig dat het koppelelement tenminste een eerste en een tweede moer omvat, waarbij het eerste deel van de steun zich bevindt tussen een eerste en een tweede moer.Bolts and threaded ends are primarily cheap. Moreover, nuts can be tightened on the bolts or threaded ends, which can easily be tightened by hand. According to the invention it is advantageous for the coupling element to comprise at least a first and a second nut, the first part of the support being situated between a first and a second nut.

20 Door deze maatregel is het mogelijk om het eerste deel in zijn geheel te verplaatsen ten opzichte van het tweede deel.This measure makes it possible to move the first part as a whole relative to the second part.

Naast deze voorkeursuitvoering kan tevens in een koppelelement worden voorzien volgens bekende technieken, bijvoorbeeld door gebruik te maken van gesleufde platen 25 of staaf- of buisvormige elementen met een pen-gat afstelling.In addition to this preferred embodiment, a coupling element can also be provided according to known techniques, for instance by making use of slotted plates or rod or tubular elements with a pin-hole adjustment.

Hoewel de damwandplaten onder een nauwkeurig afgestelde hoek in de grond worden gedreven, kunnen onderlinge hoeken tussen damwand en rail worden opgevangen door het hiervoor beschreven koppelelement en voorziene spelingen in de inspan- en 30 klemmiddelen. Aanvullend is het mogelijk het koppelelement te voorzien van bekende middelen, zoals een kogelgewricht of een scharnier.Although the sheet pile plates are driven into the ground at a precisely adjusted angle, mutual angles between sheet pile and rail can be absorbed by the coupling element described above and provided clearances in the clamping and clamping means. In addition, it is possible to provide the coupling element with known means, such as a ball joint or a hinge.

1 u i o ö 2 5^ 61 u i o ö 2 5 ^ 6

Doordat de steun zoals hiervoor besproken geen vaste verbindingspunten op de damwand of de rail heeft, worden de stelmogelijkheden slechts beperkt door de vorm van het boveneinde van de damwand of de rail.Because the support as discussed above has no fixed connecting points on the sheet pile wall or the rail, the adjustment possibilities are only limited by the shape of the upper end of the sheet pile wall or the rail.

5 Het zal duidelijk zijn dat de steun volgens de uitvinding kan worden toegepast voor iedere vergelijkbare situatie. Naast damwandplaten kan de steun bijvoorbeeld ook worden toegepast op diepwanden voorzien van profielen.It will be clear that the support according to the invention can be applied for any comparable situation. In addition to sheet pile sheets, the support can also be applied, for example, to deep walls with profiles.

De uitvinding zal verder worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren 10 waarin:The invention will be further elucidated with reference to the accompanying figures 10 in which:

Figuur 1 een zijaanzicht geeft van een rij naast elkaar geplaatste damwandplaten, met schematisch daarboven aangegeven een rail.Figure 1 shows a side view of a row of sheet pile sheets placed next to each other, with a rail indicated above them schematically.

15 De figuren 2a en 2b oplossingen weergeven volgens de stand van de techniek voor het ondersteunen van een rail, aangebracht op de boveneinden van de damwandplaten.Figures 2a and 2b represent solutions according to the state of the art for supporting a rail mounted on the upper ends of the sheet pile sheets.

Figuur 3a een aanzicht weergeeft van een steun volgens de uitvinding, aangebracht op het boveneinde van een dam wandplaat, waarbij het eerste deel relatief ver verwijderd is 20 van het tweede deel.Figure 3a shows a view of a support according to the invention, mounted on the upper end of a dam wall plate, the first part being relatively far away from the second part.

Figuur 3b een aanzicht weergeeft van een steun bevestigd op het boveneinde van een damwandplaat, waarbij het eerste deel relatief dichtbij het tweede deel geplaatst is.Figure 3b shows a view of a support mounted on the upper end of a sheet pile wall, the first part being placed relatively close to the second part.

25 Figuur 4a een zijaanzicht weergeeft van de steun volgens de uitvinding bevestigd nabij het boveneinde van een damwandplaat, waarbij het eerste deel in hoofdzaak parallel verloopt aan het tweede deel.Figure 4a shows a side view of the support according to the invention attached near the upper end of a sheet pile wall, the first part running substantially parallel to the second part.

Figuur 4b een zijaanzicht weergeeft volgens figuur 4a, waarbij met behulp van moeren 30 het tweede deel onder een hoek wordt geplaatst met het eerste deel.Figure 4b shows a side view according to Figure 4a, wherein with the help of nuts 30 the second part is placed at an angle with the first part.

Figuur 5 een bovenaanzicht weergeeft van de steun volgens de uitvinding, waarbij de te ondersteunen rail schematisch is aangeduid.Figure 5 shows a top view of the support according to the invention, wherein the rail to be supported is schematically indicated.

1016825^ 71016825 ^ 7

In figuur 1 is een zijaanzicht weergegeven van een rij damwandplaten 1 die in de bodem 2 zijn aangebracht. Boven de damwandplaten 1 is schematisch een rail of balk 3 weergegeven. Uit figuur 2 blijkt dat de damwandplaten niet allemaal even ver uit de 5 bodem 2 steken. Dat betekent dat de boveneinden van de naast elkaar geplaatste damwandplaten 1 geen rechte lijn vormen. Een gedeelte van de damwandplaten 1 zal zo ver uitsteken dat deze moeten worden ingekort. Een gedeelte van de damwandplaten zal moeten worden verlengd.Figure 1 shows a side view of a row of sheet pile wall plates 1 arranged in the bottom 2. A rail or beam 3 is shown schematically above the sheet pile wall plates 1. Figure 2 shows that the sheet pile sheets do not all protrude equally far from the bottom 2. This means that the upper ends of the sheet pile sheets 1 placed next to each other do not form a straight line. A part of the sheet pile sheets 1 will protrude so far that they must be shortened. Part of the sheet pile sheets will have to be extended.

10 In figuur 2a is het geval weergegeven dat de balk 3, volgens figuur 2a een I-profiel, is aangebracht op een damwandplaat 1 waarbij in het boveneinde van de damwandplaat 1 een uitsparing 4 is aangebracht. Door het aanbrengen van deze uitsparing 4 worden twee doelen bereikt. In de eerste plaats komt het ondereinde 5 van de balk 3 op een niveau te liggen dat overeenkomt met het boveneinde van de daarnaast gelegen 15 damwandplaten, om in een gelijkmatige ondersteuning van de balk 3 te voorzien.Figure 2a shows the case that the beam 3, according to Figure 2a, is an I-profile, is arranged on a sheet pile wall 1, wherein a recess 4 is arranged in the upper end of the sheet pile wall 1. Two goals are achieved by providing this recess 4. In the first place, the lower end 5 of the beam 3 comes to lie at a level corresponding to the upper end of the adjacent sheet pile plates, in order to provide a uniform support for the beam 3.

Bovendien ontstaan door het wegnemen van het gedeelte 4 twee wangen 6, die ervoor zorgen dat de balk 3 zijwaarts niet kan verschuiven. Het is duidelijk dat de oplossing volgens figuur 2a alleen mogelijk is bij damwandplaten die relatief ver uit de grond steken.Moreover, by removing the part 4 two cheeks 6 are formed, which ensure that the beam 3 cannot move sideways. It is clear that the solution according to Figure 2a is only possible with sheet pile sheets that protrude relatively far from the ground.

2020

In figuur 2b is de oplossing weergegeven volgens de stand van de techniek, voor het verlengen van damwandplaten die over een relatief korte afstand uit de grond steken. Op het boveneinde van de damwandplaat 1 is een verlengstuk 7 aangebracht. Dit verlengstuk 7 is bijvoorbeeld met behulp van een lasnaad 8 aan het boveneinde van de 25 damwandplaat 1 bevestigd. De verlenging 7 is zo uitgevoerd dat ook het ondereinde 5 van het profiel 3 op de juiste hoogte komt te liggen. Bovendien voorziet de verlenging 7 in de wangen 6 die nodig zijn om de balk 3 zijwaarts in te sluiten.Figure 2b shows the solution according to the state of the art, for extending sheet pile plates that protrude over a relatively short distance from the ground. An extension piece 7 is provided on the upper end of the sheet pile wall 1. This extension piece 7 is, for example, attached to the upper end of the sheet pile wall 1 by means of a weld seam 8. The extension 7 is designed in such a way that the lower end 5 of the profile 3 also comes to lie at the correct height. Moreover, the extension 7 provides in the cheeks 6 which are necessary to enclose the beam 3 sideways.

Het is duidelijk dat de oplossingen volgens de figuren 2a en 2b ertoe leiden dat vrijwel 30 elke damwandplaat 1 aan de bovenkant wordt beschadigd. Voordat de damwandplaat 1 opnieuw kan worden gebruikt moet de damwandplaat of aan de bovenzijde recht worden afgesneden (plaat volgens figuur 2a), of het verlengingsgedeelte 7 moet aan de bovenzijde van de damwandplaat 1 worden verwijderd (de plaat volgens figuur 2b).It is clear that the solutions according to figures 2a and 2b result in that virtually every sheet pile wall 1 is damaged at the top. Before the sheet pile sheet 1 can be used again, the sheet pile sheet must be cut straight or at the top (sheet according to figure 2a), or the extension section 7 must be removed at the top of sheet pile sheet 1 (the sheet according to figure 2b).

1 01 8825* 81 01 8825 * 8

Het aanbrengen van de beschadigingen aan de boveneinden van de platen 1 leidt ertoe dat de platen relatief snel aan vervanging toe zijn.Applying the damage to the upper ends of the plates 1 leads to the plates needing to be replaced relatively quickly.

In figuur 3 a is een aanzicht weergegeven van het boveneinde van een dam wandplaat 1 5 waarop een voorkeursuitvoering van de steun 9 volgens de uitvinding is aangebracht. De steun 9 omvat een eerste deel 10 dat voorzien is van twee benen 11 voor het vastklemmen van de steun 9 op het boveneinde van de dam wandplaat 1. Voor het vastklemmen van de steun 9 op de damwandplaat 1 is in elk been 11 een schroefdraad aangebracht, waarin een bout 12 bevestigd wordt. Door het aandraaien van de bout 12 10 kan de klemkracht van de steun 9 op het boveneinde van de damwandplaat 1 worden ingesteld.Figure 3a shows a view of the upper end of a dam wall plate 15 on which a preferred embodiment of the support 9 according to the invention is arranged. The support 9 comprises a first part 10 which is provided with two legs 11 for clamping the support 9 on the upper end of the dam wall plate 1. For clamping the support 9 on the dam wall plate 1, a screw thread is arranged in each leg 11. in which a bolt 12 is attached. By tightening the bolt 12, the clamping force of the support 9 on the upper end of the sheet pile wall 1 can be adjusted.

Om te voorkomen dat de steun 9 roteert rondom het punt waar de bouten 12 de damwandplaat 1 verklemmen, zijn borgmiddelen 13 onder op het eerste deel 10 15 aangebracht. Deze borgmiddelen bevinden zich op afstand van de benen 11 en omsluiten tot op zekere hoogte de damwandplaat.In order to prevent the support 9 from rotating around the point where the bolts 12 clamp the sheet pile wall 1, locking means 13 are arranged at the bottom on the first part 10. These locking means are situated at a distance from the legs 11 and enclose the sheet pile wall to a certain extent.

De steun 9 volgens figuur 3a omvat ook een tweede deel 14 dat wordt benut voor het opleggen en vergrendelen van een te bevestigen rail of balk. Het tweede deel 14 omvat 20 een steunvlak 15 waarop de balk of de rail wordt ontvangen. Om de balk of de rail op dit steunvlak te vergrendelen omvat het tweede deel 14 ook een eerste en een tweede orgaan 16. De uitvoering van deze vergrendelingsorganen 16 blijkt vooral uit figuur 4a.The support 9 according to figure 3a also comprises a second part 14 which is used for laying on and locking a rail or beam to be fixed. The second part 14 comprises a support surface 15 on which the beam or rail is received. In order to lock the beam or the rail on this support surface, the second part 14 also comprises a first and a second member 16. The embodiment of these locking members 16 is especially apparent from Figure 4a.

25 Het eerste gedeelte 10 en het tweede gedeelte 14 worden met elkaar verbonden door middel van draadeinden 17. In de uitvoeringsvorm volgens de figuren is steeds sprake van de aanwezigheid van vier draadeinden 17. De draadeinden 17 zijn voorzien van moeren 18, die over de lengte van de draadeinden 17 kunnen worden verplaatst. De draadeinden 17 en de moeren 18 vormen gezamenlijk het koppelelement voor het 30 koppelen van het eerste met het tweede gedeelte. Uit figuur 3a blijkt dat de draadeinden 17 vast verbonden zijn met het tweede deel 14.The first part 10 and the second part 14 are connected to each other by means of threaded ends 17. In the embodiment according to the figures the presence of four threaded ends 17 is always present. The threaded ends 17 are provided with nuts 18 which extend over the length. of the wire ends 17 can be moved. The threaded ends 17 and the nuts 18 together form the coupling element for coupling the first with the second part. Figure 3a shows that the wire ends 17 are fixedly connected to the second part 14.

101S825* 9101S825 * 9

Door de aanwezigheid van het eerste deel 10 wordt bereikt dat de steun 9 vast op een damwandplaat 1 kan worden bevestigd, zonder deze damwand te beschadigen. Door de aanwezigheid van het tweede deel 14 wordt bereikt dat een op de damwandplatente bevestigen rail op een goede manier wordt vastgehouden. Door de aanwezigheid van 5 het koppelelement 17,18 wordt bereikt dat het steunvlak 15 in hoogte verstelbaar is ten opzichte van het boveneinde van de damwandplaat 1. Dat betekent dat met behulp van het koppelelement 17,18 de verschillen in hoogte tussen de uit de grond stekende damwandplaten 1 kunnen worden gecorrigeerd.Due to the presence of the first part 10, it is achieved that the support 9 can be fixedly attached to a sheet pile wall 1, without damaging this sheet pile wall. Due to the presence of the second part 14, it is achieved that a rail mounted on the sheet pile platform is retained in a good manner. Due to the presence of the coupling element 17,18, it is achieved that the supporting surface 15 is height-adjustable with respect to the upper end of the sheet pile wall 1. That means that with the aid of the coupling element 17,18 the differences in height between the protruding sheet pile plates 1 can be corrected.

10 In figuur 3b is opnieuw de steun 9 aangegeven volgens de uitvinding die aangebracht is op de damwandplaat 1. In figuur 3b is schematisch aangegeven dat de damwandplaat 1 wat verder uit de grond reikt dan de damwandplaat 1 volgens figuur 3a. Dat betekent dat de moeren 18 naar boven zijn verplaatst over de draadeinden 17, om het steunvlak 15 in hoofdzaak op dezelfde hoogte te brengen als het steunvlak 15 volgens figuur 3a. 15Figure 3b again shows the support 9 according to the invention, which is mounted on the sheet pile wall 1. Figure 3b shows schematically that the sheet pile wall 1 extends slightly further out of the ground than the sheet pile sheet 1 according to Figure 3a. This means that the nuts 18 have been moved upwards over the threaded ends 17, in order to bring the supporting surface 15 substantially at the same height as the supporting surface 15 according to figure 3a. 15

In figuur 4a is een zijaanzicht te zien van de steun 9 volgens de uitvinding aangebracht op het boveneinde van een damwandplaat 1. Hierin is opnieuw het eerste deel 10 te zien voorzien van benen 11, waarbij een been 11 is te zien met daarin een bout 12. Volgens figuur 4a staat het tweede gedeelte 14 relatief ver boven het eerste deel 10, 20 doordat de moeren 18 nabij het ondereinde van de draadeinden 17 geplaatst zijn. Uit figuur 4a blijkt bovendien de voorkeursvorm van de vergrendelingsorganen 16. Deze organen 16 omvatten in de eerste plaats een lijf, dat in het gebruik in hoofdzaak in horizontale richting is aangebracht. In dit lijf zijn een of meer gleuven 20 aangebracht. In deze gleuven 20 is een borgingelement zoals een bout of een schroef 21 aangebracht. 25 Door de aanwezigheid van de gleuven 20 kan het orgaan 16 in horizontale richting heen en weer worden geschoven, om de afstand tussen de opstaande delen 19 van elk van de organen 16 te vergroten of te verkleinen. Door het instellen van de afstand tussen de verschillende opstaande delen 19 van de organen 16 kan de afstand tussen deze opstaande delen 19 worden aangepast aan ofwel de breedte van het ondereinde 30 van de balk 3, ofwel aan de hoek die de balk 3 maakt ten opzichte van de steun 9. Het zal duidelijk zijn dat hoe meer de hoek tussen de langsrichtingen van de balk 3 en de steun 9 nadert naar 90°, de afstand tussen de opstaande delen 19 van de organen 16 kleiner kan worden ingesteld.Figure 4a shows a side view of the support 9 according to the invention mounted on the upper end of a sheet pile wall 1. Here again the first part 10 can be seen provided with legs 11, wherein a leg 11 can be seen with a bolt 12 therein According to figure 4a, the second part 14 is relatively far above the first part 10, because the nuts 18 are placed near the lower end of the threaded ends 17. Figure 4a furthermore shows the preferred form of the locking members 16. These members 16 comprise in the first place a body which, in use, is arranged substantially in the horizontal direction. One or more slots 20 are provided in this body. A locking element such as a bolt or a screw 21 is arranged in these slots 20. Due to the presence of the slots 20, the member 16 can be slid back and forth in the horizontal direction to increase or decrease the distance between the upright parts 19 of each of the members 16. By adjusting the distance between the different upright parts 19 of the members 16, the distance between these upright parts 19 can be adjusted to either the width of the lower end 30 of the beam 3, or to the angle that the beam 3 makes with respect to of the support 9. It will be clear that the more the angle between the longitudinal directions of the beam 3 and the support 9 approaches 90 °, the distance between the upright parts 19 of the members 16 can be set smaller.

1016825- 101016825-10

Uit figuur 4a blijkt bovendien dat de vergrendelingsorganen 16 niet alleen zijn voorzien van opstaande delen 19, maar dat deze opstaande delen 19 bovendien zijn voorzien van vingers 22 die uitsteken in de richting van de balk 3. Door de aanwezigheid van deze 5 vingers 3 wordt een juiste insluiting van de balk 3 verder gewaarborgd.Figure 4a also shows that the locking members 16 are not only provided with upright parts 19, but that these upright parts 19 are furthermore provided with fingers 22 protruding in the direction of the beam 3. Due to the presence of these fingers 3 a correct containment of the beam 3 further guaranteed.

In figuur 4b is een aanzicht te zien van de steun 9 aangebracht op het boveneinde van een damwandplaat 1, waarbij de positie van de moeren 18 op de draadeinden 17 is veranderd ten opzichte van figuur 4a. In de eerste plaats staat het eerste deel 14 van de 10 steun 9 dichter bij het tweede deel 10 van de steun 9, dan het geval is in figuur 4a. Bovendien is de aanwezigheid van de vier draadeinden 17 benut om het tweede gedeelte 14 enigszins onder een hoek te zetten ten opzichte van het eerste deel 10. Door deze maatregel kunnen eventuele uitlijnfouten van het bovenoppervlak van de damwandplaat 1 worden gecorrigeerd, om de ondersteuning 15 zoveel mogelijk op één 15 lijn te krijgen met het vlak 15 van naastgelegen steunen 10.Figure 4b shows a view of the support 9 mounted on the upper end of a sheet pile wall 1, wherein the position of the nuts 18 on the wire ends 17 has been changed with respect to Figure 4a. In the first place, the first part 14 of the support 9 is closer to the second part 10 of the support 9 than is the case in Fig. 4a. In addition, the presence of the four threaded ends 17 is utilized to set the second part 14 slightly angled relative to the first part 10. By this measure, any alignment errors of the upper surface of the sheet pile wall 1 can be corrected, so that the support 15 possible to align with the plane 15 of adjacent supports 10.

In figuur 5 is een bovenaanzicht weergegeven van de steun 9 volgens de uitvinding. In dit bovenaanzicht is te zien dat de organen 16 in hoofdzaak parallel verlopen en op afstand van elkaar liggen. In figuur 5 is de rail of balk 3 schematisch afgebeeld door 20 middel van een streep-stiplijn. De steun 9 volgens de uitvinding zal doorgaans worden gebruikt in combinatie met gebruikelijke damwandsoorten, zoals bijvoorbeeld U-wanden of Z-wanden. Bij deze wanden zal de damwand als geheel een zig-zagvorm uitvoeren. Door de aanwezigheid van deze zig-zagvorm zal de balk of rail hoofdzakelijk worden bevestigd op die delen van de wand die een hoek maken met de 25 langsrichting van de wand. Dit deel van de damwandplaat is gestippeld weergegeven in de figuur.Figure 5 shows a top view of the support 9 according to the invention. In this plan view it can be seen that the members 16 run substantially parallel and are spaced apart. In Figure 5 the rail or beam 3 is schematically depicted by means of a dashed-dot line. The support 9 according to the invention will generally be used in combination with conventional sheet pile types, such as, for example, U-walls or Z-walls. At these walls, the sheet pile wall as a whole will have a zigzag shape. Due to the presence of this zigzag shape, the beam or rail will mainly be mounted on those parts of the wall that form an angle with the longitudinal direction of the wall. This part of the sheet pile wall is shown in broken lines in the figure.

U ii 0""U ii 0 ""

Claims

Support, in particular suitable for mounting a rail on an uneven support, such as the top end of a sheet pile wall, characterized in that the support 5 is provided with a first part for engaging the support, such as the top end of a sheet pile wall, and a second part for engaging a beam or rail, wherein the first part is connected to the second part via a coupling element, wherein the distance between the first part and the second part is adjustable with the aid of the coupling element. 10

Support according to claim 1, characterized in that the angle between the first part and the second part is adjustable with the aid of the coupling element.

3. Support according to claim 1 or 2, characterized in that the first part comprises at least two protruding elements or legs for receiving the support between them.

4. Support as claimed in claims 1-3, characterized in that the first part is provided with locking means to prevent rotation of the support about the vertical axis relative to the sheet pile wall.

Support according to claim 3 or 4, characterized in that a locking element is provided in at least one leg, for exerting a clamping force on the support. 25

Support according to claim 5, characterized in that the locking element is designed as a bolt.

7. Support as claimed in claim 6, characterized in that the bolt is provided with a point at the end thereof.

Support as claimed in claims 3-7, characterized in that each leg is provided with a locking element. 1018825 *

Support as claimed in claims 1-8, characterized in that the second part comprises two upright members for receiving the beam or the rail between them.

Support according to claim 9, characterized in that at least one of the upright members is displaceable relative to the other member so that a beam or rail can be confined between the members.

11. Support as claimed in claim 9 or 10, characterized in that the two members are adjustable relative to each other.

12. Support as claimed in claims 9-11, characterized in that the upright members are provided with at least one finger which is directed in the direction of the other member.

Support as claimed in claims 9-12, characterized in that the members are displaced relative to each other such that the members are not aligned.

Support according to claims 1-13, characterized in that the coupling element comprises a bolt or threaded end. 20

Support according to claims 1-14, characterized in that the coupling element comprises at least a first and a second bolt or threaded end.

Support as claimed in claims 1-15, characterized in that the coupling element comprises at least a third and a fourth bolt or threaded end.

17. Support as claimed in claims 1-16, characterized in that the coupling element comprises at least one nut.

Support according to claim 17, characterized in that the coupling element comprises at least a first and a second nut per bolt or threaded end, the first part of the support being located between a first and a second nut. 1016825