NL1016800C2 - Verplaatsbare overkapping met hemelwaterafvoer. - Google Patents

Description

Verplaatsbare overkapping met hemelwaterafvoer

De uitvinding heeft betrekking op demontabele overkapping met ten minste twee paar kolommen, twee uiteengelegen, in hoofdzaak parallelle holle liggers die ieder door 5 ten minste twee kolommen worden ondersteund, en op de liggers afgesteunde, in hoofdzaak waterondoorlaatbare dekplaten.

Demontabele overkappingen, bijvoorbeeld demontabele parkeerinrichtingen, zijn in vele uitvoeringen bekend uit de stand van de techniek, en omvatten op losneembare wijze aan de inrichting bevestigde constructies voor het afvoeren van hemelwater naar 10 het maaiveld. Deze constructies dienen na het opbouwen van een parkeerinrichting aangebracht te worden aan de inrichting. Hierbij dient gedacht te worden aan afVoergoten, drainageleidingen en andersoortige ontwateringsmiddelen, evenals afdichtrubbers langs de naden van losneembare onderdelen van een demontabele parkeerinrichting.

15 Bekende parkeerinrichtingen hebben als nadeel dat het opbouwen en afbreken omslachtig is, doordat niet alleen de inrichting zelf, maar tevens de gehele hemelwaterafvoerinrichting dient te worden gemonteerd en gedemonteerd. Dit heeft tot gevolg dat vele handelingen nodig zijn om de gehele parkeerinrichting af te breken, te verplaatsen en op te bouwen. Tevens zijn de ontwateringsmiddelen bij opbouw en 20 demontage onderhevig aan relatief snelle slijtage, terwijl de afdichtorganen, zoals rubbers, bij het opbouwen telkens weer moeten worden vernieuwd.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een parkeerinrichting welke op eenvoudige wijze is op te bouwen en af te breken. Verder is het een doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een parkeerinrichting welke, 25 zonder additionele handelingen te verrichten tijdens de opbouw van de parkeerinrichting, reeds is voorzien van een hemelwateropvang en hemelwaterafvoer, waarbij slijtage van de hemelwaterafvoermiddelen wordt verminderd en waarbij afzonderlijke afdichtorganen achterwege kunnen blijven.

Het doel wordt bereikt doordat ten minste een holle ligger aan een bovenzijde is 30 voorzien van een watertoevoeropening en een boven de kolom gelegen waterafvoeropening, waarbij de dekplaten met een waterafVoerelement boven de watertoevoeropening van de ligger zijn geplaatst en waarbij ten minste een kolom is voorzien van een met de waterafvoeropening van de ligger samenwerkend 1016800 2 opvangorgaan. Door het integreren van de hemelwateropvang en hemelwaterafVoer in de dragende constructie, behoeft geen aparte afwaterinrichting aangebracht te worden aan de parkeerinrichting, zodat de parkeerinrichting eenvoudiger en met minder moeite afgebroken, verplaatst en opgebouwd kan worden.

5 In een voorkeursuitvoeringsvorm is de verplaatsbare parkeerinrichting volgens de uitvinding voorzien van ten minste een ligger, welke ligger aan de zijde van de dekplaat open is. De rand van de dekplaat kan boven het open bovenvlak van de ligger zijn geplaatst, zodat het afgestroomde water in de open ligger, bijvoorbeeld een open omega-ligger, wordt afgevoerd naar het opvangorgaan van de kolom. Door het 10 combineren van de draagfunctie van de ligger en de waterafVoerende functie van het kanaal, wordt in de constructie een gewichtsbesparing bereikt. Tevens wordt de bouwtijd verkort, vanwege de kleinere hoeveelheid onderdelen die gemonteerd respectievelijk gedemonteerd moeten worden, zodat het opbouwen en afbreken van de parkeerinrichting op goedkopere wijze kan geschieden.

15 Om het water goed te laten afvloeien zijn alle dekplaten onder een hoek geplaatst.

Tevens zijn de dekplaten enigszins op afstand van elkaar geplaatst waardoor een spleet is gevormd tussen aangrenzende dekplaten. De spleet tussen de dekplaten is bij voorkeur aangebracht aan de laagste zijde van een onder een hoek staande dekplaat, zodat het over de dekplaat afvloeiende water door de spleet kan afvloeien in de eerder 20 genoemde open ligger.

De kolom, welke zorg draagt voor de ondersteuning van een parkeerlaag of een dakoppervlak, is aan de bovenzijde ervan voorzien van een inrichting voor het dragen van de open ligger, alsmede van een inrichting voor het opvangen en bufferen van water uit de open ligger en het afvoeren van het water naar drainagebuizen. De 25 kolommen bevatten flenzen voor bevestiging van de liggers en voor onderlinge koppeling door middel van spankabels.

De kolommen zijn in een uitvoeringsvorm voorzien van stelmiddelen, welke mogelijk maken dat de hoogten van de oppervlakten ten opzicht van het maaiveld of de ondergrond over een bepaalde afstand zijn te variëren Dit is in het bijzonder van 30 voordeel wanneer de ondergrond niet geheel vlak is en de ondergrond plaatselijk bodemhoogteverschillen vertoont.

Een en ander wordt nader verduidelijkt met behulp van de in de tekening opgenomen figuren. Hierin toont: H0168P" 3

Fig. 1 een zijaanzicht van de verplaatsbare parkeerinrichting volgens de onderhavige uitvinding;

Fig. 2 een doorsnede-aanzicht van dekplaten, voorzien van een spleet en de onderliggende open omega-ligger; en 5 Fig. 3 een aanzicht van de bovenzijde van een kolom voorzien van een aansluitpunt voor de open omega-liggers.

Figuur 1 toont een zijaanzicht van de verplaatsbare parkeerinrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding. De parkeerinrichting 1 omvat een parkeeroppervlak 2 en een evenwijdig daaraan geplaatst dakoppervlak 3, dat eventueel dienst kan doen als 10 draagvlak voor een voertuig. Tussen beide oppervlakken zijn twee op afstand geplaatste kolommen 5, 6 voorzien, welke aan de onderzijde aansluiten aan het parkeeroppervlak 2 en aan de bovenzijde een raamwerk van loodrecht op elkaar geplaatste open liggers 4,4', 4" draagt. De liggers 4,4', 4” zijn afgesteund op een bassin 9 voor het afvoeren van hemelwater vanaf het dakoppervlak 3. Het water dat op het 15 dakoppervlak 3 terechtkomt, stroomt af naar een open spleet 7 tussen twee dekplaten 20, 21, waardoorheen het water in de open ligger 4, 4', 4" terecht komt, welke het water verder afvoert naar de bovenzijde van de kolommen 5, 6, op een kolomhoofd 9 waarvan het bassin geplaatst is, welke het water langs een buitenzijde van de kolommen 5, 6 naar het maaiveld geleidt.

20 De kolommen 5, 6 zijn opgebouwd uit buisvormige profielen, welke vanaf de bovenzijde tot aan de onderzijde hol kunnen zijn om te fungeren als drainagekolom. De onderzijde van de kolommen 5, 6 kan aangesloten worden op een regenwaterafvoer of iets dergelijks (niet afgebeeld). De waterafvoer kan tevens langs een buitenzijde van de kolommen plaatsvinden, zoals getoond in figuur 3.

25 Om de stabiliteit te waarborgen van de constructie en de eventueel optredende windbelasting op te vangen, zijn in de wanden van de parkeerinrichting 1 kruisverbanden opgenomen in de vorm van trekstaven 8, welke zich diagonaal uitstrekken van een flens 28 aan de onderzijde van een kolom 5 naar een flens 29 aan de bovenzijde van een naastliggende kolom 6.

30 Figuur 2 toont doorsnede-aanzicht van dekplaten 3, voorzien van een spleet 7 en de onderliggende open omega-ligger 4, 4', 4". De dekplaten 3 liggen op korte afstand van elkaar tegen elkaar aan, gescheiden door een spleet 7. De uiteinden 11 aan de afvloeizijde van de dekplaten 3 zijn licht hellend om het water goed te laten afvloeien.

1016800 4

Ook de dekplaten 3 zijn onder een lichte hoek geplaatst, aflopend in de richting van de afvloeizijde van het water.

Onder de dekplaten 3 zijn verstevigende profielen 10 aangebracht, die de belasting op de dekplaten 3 verdelen over het gehele oppervlak. Onder de 5 verstevigende profielen 10 zijn de open omega liggers 4, 4', 4" geplaatst, op zodanige wijze dat de uiteinden 11 van de dakplaten 3 boven het open gedeelte van de open omega-ligger liggen. Door de spleet 7 kan hemelwater (niet afgebeeld) vanaf de dakplaten naar de open omega-ligger 4 stromen. De dwarswanden 23, 24 van de ligger 4' liggen tegen de kopse kant van de liggers 4,4". Hiermee wordt een vrije afvoer uit de 10 uiteinden 30, 31 gegarandeerd. De liggers 4, 4', 4" zijn afgesteund op de bovenzijde 32 van het bassin 9.

Eenmaal in de open omega-ligger 4, stroomt het water naar de uiteinden 30, 31 die boven het bassin 9 gelegen zijn, dat het lastdragende kolomhoofd 9 vormt en dat het uit de liggers 4, 4', 4" gestroomde water opvangt en buffert. De liggers 4, 4', 4" zijn 15 door middel van een bout- en moerverbinding 14 via de flens 26 bevestigd aan het bassin 9. Vanuit dit bassin 9 wordt het water door een afvoer 12 langs de kolom 5 geleid. Onder het bassin 9 is een verbindingsplaat 15 opgenomen voor de onderlinge koppeling van kolommen via een trekstaaf 13.

Voor de stijfheid en stabiliteit van de constructie zijn aan de bovenzijde van de 20 kolom 6 flenzen 29 aangebracht voor koppeling van kruisverbanden 8 in de vorm van de trekstaven 8, die kruislings verlopen naar flenzen 28 van de tegenoverliggende kolom 5.

Figuur 3 toont een aanzicht van de bovenzijde van een kolom 5 voorzien van een aansluitpunt voor een viertal in kruisverband gekoppelde open omega-liggers 4, 4', 4", 25 4'". Boven de kolom 5 komen de vier open omega-liggers 4, 4', 4", 4"' bij elkaar. Het water dat zich in het kanaal 16 van de open omega-ligger 4' bevindt, stroomt aan het uiteinde 17 van de open omega-ligger 4' uit in het bassin 9, welke als buffer of geleidingsreservoir dient. Vanuit het bassin 9 stroomt het water via een kleine afvoerleiding 12 af uitwendig langs de kolom of naar het binnenste deel van de kolom 30 5.

1 016800

Claims (15)

1. Demontabele overkapping met ten minste twee paar kolommen, twee uiteengelegen, in hoofdzaak parallelle holle liggers die ieder door ten minste twee 5 kolommen worden ondersteund, en op de liggers afgesteunde, in hoofdzaak waterondoorlaatbare dekplaten (20, 21), waarbij ten minste een holle ligger (4, 4', 4", 4"') aan een bovenzijde is voorzien van een watertoevoeropening en een boven de kolom gelegen waterafvoeropening (17, 31, 32), waarbij de dekplaten (20, 21) met een waterafvoerelement (11) boven de watertoevoeropening van de ligger (4, 10 4', 4", 4'") zijn geplaatst en waarbij ten minste een kolom (5, 6) is voorzien van een met de waterafvoeropening van de ligger samenwerkend opvangorgaan (9).

2. Overkapping volgens conclusie 1, waarbij de liggers (4, 4', 4", 4"') over hun lengte een grotendeels open bovenvlak omvatten, waarbij de zijranden (11) van de 15 dekplaten (3) boven het open bovenvlak liggen.

3. Overkapping volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat twee dwars op de ligger (4, 4', 4", 4"') gelegen dekplaten zich in eikaars verlengde uitstrekken met hun langsranden op onderlinge afstand in de langsrichting boven het open bovenvlak 20 van de ligger (4,4', 4", 4"').

4. Overkapping volgens conclusie 1,2 of 3, waarbij ten minste een kolom aan zijn kop een opvangbassin omvat met een bovenrand waarop ten minste een van de liggers (4, 4', 4", 4'") is afgesteund, welk opvangbassin is voorzien van een 25 waterafvoeropening.

5. Overkapping volgens conclusie 4, waarbij de watreafVoeropening van de ligger (4, 4', 4", 4"') wordt gevormd door een open uiteinde dat boven het bassin (9) is gelegen. 30

6. Overkapping volgens conclusie 4 of 5, waarbij het opvangbassin (9) voorbij de omtrek van de kolommen (5, 6) uitsteekt en waarbij de uitstroomopening (12) in het 1015800 bassin (9), gezien vanaf het bodemvlak van het bassin (9), buiten de projectie van de kolom (5, 6) in het bodemoppervlak is gelegen.

7. Overkapping volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ligger (4, 4', 4", 5 4'") U-vormig zijn met hoofdzakelijk verticale zijwanden (22), die nabij hun bovenuiteinden zijn voorzien van een dwars op de zijwanden (22) gelegen dwarswanddeel (23,24).

8. Overkapping volgens conclusie 7, waarbij door een kolom (5, 6) ten minste twee 10 haaks opgestelde liggers (4, 4', 4", 4"') worden afgesteund, waarbij het uiteinde van één ligger boven de kolomkop is afgesteund tegen de dwarswanddelen (23, 24) van de haaks daarop gelegen ligger.

9. Overkapping volgens conclusie 8, waarbij vier liggers (4, 4', 4", 4"') met hun 15 uiteinden boven de kolomkop kruisvormig zijn afgesteund, waarbij telkens twee liggers in eikaars verlengde lopen.

10. Overkapping volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de kolommen (5, 6) nabij hun kop en nabij een voet zijn voorzien van een verbindingsorgaan (26, 27, 20 28,29) voor verbinding met een spanorgaan (8,13).

11. Overkapping volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de liggers (4, 4', 4", 4"') nabij hun uiteinden in een bodemvlak (25) zijn voorzien van een flens (26), en waarbij het opvangbassin (9) nabij een bovenrand is voorzien van ten minste een 25 flens voor verbinding met een flens van een ligger.

12. Kolom (5, 6) voor toepassing in een overkapping volgens een der conclusies 1 tot en met 11, met aan hun kop een opvangbassin (9) met een uitstroomopening, welk opvangbassin (9) voorbij de omtrek van de kolom uitsteekt en waarbij het bassin 30 een bovenrand (32) omvat voor het afsteunen van horizontale liggers (4,4', 4", 4"'), en nabij de bovenrand (32) is voorzien van ten minste een bevestigingsorgaan (26) voor bevestiging aan de liggers (4,4', 4", 4'"). 1018800 ' I )

13. Kolom (5, 6) volgens conclusie 12, waarbij de uitstroomopening in het bassin, gezien in een bodemvlak van het bassin, buiten de projectie van de kolom (5, 6) in het bodemvlak (15) is gelegen.

14. Kolom (5, 6) volgens conclusie 12 of 13, aan zijn kop en/of voet voorzien van ten minste een bevestigingsorgaan voor bevestiging aan een spankabel.

15. U-vormige ligger (4, 4', 4", 4"') voor toepassing in een overkapping, volgens een der conclusies 1 tot en met 11, met een bodemwand, twee hoofdzakelijk verticale 10 zijwanden (22) die nabij hun bovenuiteinden zijn voorzien van een dwars op de zijwanden gelegen dwarswanddeel (23, 24), en met nabij uiteinden een aan een uitwendige zijde van de bodemwand gelegen bevestigingsorgaan (26) voor bevestiging aan een kolomkop. 1016800