NL1016591C1 - Werkwijze en inrichting voor het koelen van geslacht pluimvee. - Google Patents

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET KOELEN VAN GESLACHT PLUIMVEE

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het koelen van geslacht pluimvee.

Bij het slachten van pluimvee worden poten, 5 nek, veren en ingewanden verwijderd. Vervolgens dient het geslachte pluimvee gekoeld te worden. Koelen met lucht heeft als nadeel, dat het in een lang tijdsbestek plaatsvindt en het geslachte pluimvee een grauwgele kleur met donkere vlekken verkrijgt. Daarnaast treedt een 10 gewichtsverlies (tot 3%) op.

Volgens een andere bekende werkwijze wordt . geslacht pluimvee in een schroefspindel verplaatst in tegenstroom aan water. Doordat het pluimvee in de spindel tegen elkaar aanligt wordt dit gemangeld, waardoor een 15 onvoldoende koeling optreedt en koeling langdurig moet voortgaan alvorens een gewenste temperatuur van beneden + 4°C wordt bereikt. Daarnaast is de te gebruiken hoeveelheid water aanzienlijk.

De onderhavige uitvinding beoogt een werkwijze 20 en inrichting voor het koelen van geslacht pluimvee te verschaffen, waarbij de koeling zeer snel plaatsvindt. Hierdoor behoudt het geslachte pluimvee een gezonde kleur, bezit een lange bewaartijd en treedt in hoofdzaak geen gewichtsverlies op. Deze koeling kan plaatsvinden 25 door slechts gebruik te maken van gekoeld stromend water, terwijl van het gebruik van chemicaliën, in welke vorm dan ook, kan worden afgezien.

De onderhavige uitvinding is gebaseerd op het inzicht, dat door het uitwendig koelen van het pluimvee, 30 maar bovendien door het tegelijkertijd inwendig koelen van het pluimvee, de effectiviteit van de koeling wordt bevorderd, dit terwijl elk stuk pluimvee separaat aan de koeling wordt onderworpen. Doordat daarbij wordt vermeden 1016591“" ♦ 2 dat het borstbeen naar binnen wordt gedrukt, en door de snelle koeling vasoconstrictie wordt bevorderd, waardoor geen gewichtsverlies van het geslachte pluimvee optreedt tijdens het koelen en derhalve het gewicht van het 5 geslachte pluimvee in hoofdzaak gelijk blijft aan het slachtgewicht. Het zal duidelijk zijn dat door deze wijze van koelen volgens de uitvinding eventueel ook op het pluimvee aanwezige verontreiniging adequaat wordt verwijderd. Dit leidt tot een aanzienlijke verlaging van 10 het kiemgetal.

Derhalve verschaft de uitvinding een werkwijze voor koelen van geslacht pluimvee, omvattende: i. het positioneren van het pluimvee met gespreide poten, met de buikholte omhoog en gericht in de 15 transportrichting van het pluimvee; en ii. het transporteren van het gepositioneerde pluimvee door gekoeld, stromend water, waarbij de transportrichting van het pluimvee tegengesteld is aan de stromingsrichting van 20 het water, zodanig, dat het pluimvee door water wordt omstroomt en doorstroomt vanaf de buikholte naar de nekholte toe.

Voor het inwendig doorstromen en koelen van het geslachte pluimvee is het van belang dat van het pluimvee 25 de poten zijn gespreid en de buikholte naar omhoog in de transportrichting is gericht. Door de tegengestelde richting van de transportrichting van het pluimvee en de stromingsrichting van het koelende water ontstaat een stuwing ter hoogte van de open buikholte van het 30 pluimvee. Water zal daardoor vanaf de buikholte door het geslachte pluimvee heen passeren en via de nekholte het pluimvee verlaten. Volgens een eerste uitvoeringsvorm is het zij lijf in de transportrichting gericht. Volgens een tweede voorkeursuitvoeringsvorm is het achterlijf in de 35 transportrichting gericht. Doordat het achterlijf in de transportrichting is gericht zal het borstbeen door de stuwdruk van het water niet naar binnen gedrukt worden,

101 659 H

3 zodat het pluimvee van buikholte naar nekholte toe inwendig doorstroombaar is.

Onder pluimvee wordt allerhande gevogelte verstaan, waaronder kippen, zoals moederdieren, kuikens 5 en leghennen, eenden, fazanten, parelhoenders, ganzen, kalkoenen en dergelijke.

Na het koelen van het geslachte pluimvee kan doorgekoeld worden tot de temperatuur voor verdere verwerking. Ten einde zoveel mogelijk een bezoedeling van 10 het koelwater te vermijden, heeft het verder voorkeur dat men het gekoelde pluimvee laat uitdruipen. Aldus kan de kip uitdruipen en daarop aanwezig eventueel bezoedeld water worden verwijderd alvorens wordt doorgekoeld. Derhalve heeft het nadien voorkeur dat het gekoelde 15 pluimvee wordt doorgekoeld.

Indien het pluimvee bestemd is voor de versmarkt, heeft het voorkeur dat het doorgekoelde pluimvee wordt onderworpen aan luchtkoeling tot beneden vanaf + 4°C.

2 0 Indien het pluimvee bestemd is voor met name de diepvriesmarkt, heeft het voorkeur, dat het doorgekoelde pluimvee wordt diepgevroren.

Een ander aspect van de uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de 25 voornoemde werkwijze. Deze inrichting omvat: i. positioneermiddelen voor het opnemen van het geslachte pluimvee met de buikholte omhoog gericht in de transportrichting; ii. transportmiddelen voor het transporteren van 30 het gepositioneerde pluimvee; en iii. koelmiddelen, omvattende een langwerpige bak voor gekoeld en stromend water, waarbij de stromingsrichting tegengesteld is aan de transportrichting.

3 5 Het pluimvee kan met het zij lijf of achterlijf gericht zijn in de transportrichting.

Zoals hiervoor is aangegeven, heeft het verder voorkeur, dat de positioneermiddelen omvatten 101 659 Ή 4 opneemorganen voor het gespreid opnemen van de poten van het pluimvee. Een elegante positionering wordt verkregen indien verder bij voorkeur de opneemorganen in de transportrichting gerichte sleuven omvatten waarin een 5 pluimveepoot hakend is opgenomen. Hierdoor is het mogelijk om het pluimvee handmatig danwel automatisch in de positioneermiddelen aan te brengen en na koeling gemakkelijk daaruit te verwijderen. Indien plaatsing van het pluimvee of verwijdering van het pluimvee in een 10 richting dwars op de transportrichting geschiedt, heeft het verder voorkeur, dat de positioneermiddelen via een roteerbaar gestel zijn verbonden met de transportmiddelen. Aldus is het mogelijk om na rotatie een dwarsaanbreng- of verwijderbewerking uit te voeren.

15 Vanwege hiervoor genoemde redenen heeft het verder voorkeur dat omvattende een op de koelbak aansluitend uitdruipstation, en verder dat een op het uitdruipstation aansluitende doorkoelmiddelen, omvattende een doorkoelbak voor gekoeld en stromend water, waarbij 20 de stromingsrichting tegengesteld is aan de transportrichting.

Door de snelle koeling van het geslachte pluimvee, behoudt het pluimvee een gezonde, witte kleur, bezit een houdbaarheid voor de versmarkt van tenminste 25 acht dagen. Terwijl grauwe kleur en donkere of roestvlekken nagenoeg niet optreden. Derhalve is aan het geslachte pluimvee kenmerkend zichtbaar het daarop volgens de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding uitgevoerde koelbewerking. Een ander kenmerk van het 30 pluimvee is, dat het slachtgewicht in hoofdzaak gelijk is aan het gekoelde gewicht. De egale, witte en natuurlijke kleur van het geslachte pluimvee is gedeeltelijk afhankelijk van het type pluimvee en het pluimveedieet.

In het algemeen kan worden gesteld, dat het pluimvee 35 verkregen volgens de uitvinding een egale, natuurlijke kleur bezit, zoals RAL 9010 of 9003 voor moederdieren en kuikens, en RAL 9001 of 1013 voor leghennen.

j η j f? r, o * «b 5

Genoemde en andere kenmerken van de werkwijze en inrichting als ook van het geslachte pluimvee volgens de uitvinding zullen hierna verder verduidelijkt worden aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, dat slechts bij 5 wijze van voorbeeld wordt gegeven, zonder dat daartoe de uitvinding wordt geacht beperkt te zijn. Hierbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekening, waarin:

Figuur 1 is een schematisch perspectivisch aanzicht van de inrichting volgens de uitvinding; 10 Figuur 2 op grotere schaal een weggebroken aanzicht van detail II uit figuur 1;

Figuur 3 op een andere schaal de uitneembewerking ter hoogte van detail III uit figuur 1, en 15 Figuur 4 en 5 elk nog een andere variant van de inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een inrichting 1 voor het koelen van geslacht pluimvee 2, in dit geval kippen. De inrichting 1 omvat een transportsysteem 3, dat passeert 20 door een haarspeld-vormige koelbak 4, vervolgens door een uitdruipstation 5 en een doorkoelbak 6. Vanaf het station 7 sluit het transportsysteem 3 op niet-getoonde wijze weer aan op de koelbak 4.

De koelbak 4 en de doorkoelbak 6 zijn 25 vervaardigd van roestvrij staal. Beide bakken liggen onder een zodanig afschot dat de transportrichting 8 in de koelbak 4 en de transportrichting 9 in de doorkoelbak 6 tegengesteld is aan de waterstromingsrichting 10, respectievelijk 11 in de koelbak 4 of de doorkoelbak 6.

30 De snelheid van het transportsysteem en de lengte van de koelbak 4 en de doorkoelbak 6 en het uitdruipstation 5, zijn zodanig gekozen, dat de kippen 2 circa 2-3 minuten verblijven in de koelbak 4, 3 minuten uitdruipen in het uitdruipstation 5 en circa 7 minuten in de doorkoelbak 6, 35 wanneer daarop volgend luchtkoeling tot de gewenste eindtemperatuur van bijvoorbeeld 4° wordt bereikt, of doorkoelen met hetzelfde systeem tot de gewenste eindtemperatuur wordt bereikt (van bijvoorbeeld 4°C).

101 659 1^ 6

Het koelwater in de koelbak 4 en in de doorkoelbak 6 kan via niet-getoonde koelraiddelen worden gekoeld of kan zijn voorzien van ijs voor het bereiken van een temperatuur beneden 4°C.

5 Figuur 2 toont meer in detail de doorkoeling van de kippen 2.

Het transportsysteem 3 omvat een transportrail 12 waarlangs via wielen 13 een transportgestel 14 passeert. De transportgestellen 14 zijn onderling via een 10 schakel 15 verbonden.

Elk transportgestel 14 is voorzien van een oog 15, waarin roteerbaar een as 16 van de positioneermiddelen 17 is opgenomen. De as 16 eindigt in een aanslag 18, die bij het transport volgens pijl 9 in 15 figuur 2 drukt tegen een aanslag 19. In deze stand zijn de opneemorganen 20 in de transportrichting 9 gericht, waarbij in die richting 9 open sleuven 20 hakend aan het kniegewricht 21, poten 22 van de kip 2 opnemen. In deze positie zijn de poten 22 in de sleuven 20 hakend 20 opgenomen gespreid. De buikholte 23 is omhoog gericht en de nekholte 24 naar beneden gericht. Het achterlijf 25 is in de transportrichting 9 en tegen de waterstromingsrichting 11 in gericht. Het voorlijf 26 met het borstbeen is in de andere richting gericht. Door de 25 verplaatsing van de kip 2 tegen de stromingsrichting 11 in, wordt de kip 2 zijdelings omstroomd door water 27 en aan de buitenzijde gereinigd en gekoeld met water 28.

Door de stuwing van water ter hoogte van de buikholte 23, die via het inwendige van de kip 2 in verbinding staat 30 met de nekholte 24, ontstaat een inwendige stroming van water 29, waardoor de kip 2 ook inwendig wordt gekoeld.

De doorkoelbak 6 is vervaardigd van roestvrij staal en is voorzien van schotplaten 30, die eventueel aanwezig bezinkend vuil naar het midden van de bak 6 35 leiden. Alwaar is gelegen een luchtbuis 32 met neerwaarts gerichte gaten 32, waar doorheen lucht wordt geblazen, zodat luchtbellen 33 in het water 28 een agitatie en werveling te weeg brengen. Dit bevordert de koeling.

1016591* 7

Ofschoon in figuur 2 slechts de werking van de doorkoelbak 6 in detail is beschreven, zal het duidelijk zijn, dat dezelfde koelbewerking plaatsvindt in de koelbak 4, die eenzelfde constructie bezit maar slechts 5 een geringere lengte vanwege de daarin uitgevoerde, kortere nareinigings- en koelingsbewerking.

In het uitdruipstation 5 passeert de kip 2 hangend in de sleuven 20 van de opneemorganen 19, terwijl vanaf de buiten- en binnenzijde water kan uitdruipen dat 10 wordt opgevangen in een niet-getoonde bak. De kip 2, hangend aan het· transportsysteem 3 bevindt zich hierbij in koele lucht opdat een opwarmen van de kip wordt vermeden.

Figuur 3 toont het overhangen van de kip 2 .15 vanaf het transportsysteem 3. Met behulp van een aanslaggeleider 34 wordt de aanslag 18 geroteerd in de richting van de pijl 35 en slaat tegen een aanslag 36. Hierdoor worden de sleuven 20 met daarin de poten 22 van de kip 2, in dit geval tegen de wijzers van de klok in, 20 geroteerd en verplaatst in een richting, die dwars staat op de transportrichting 9. Hierdoor kan dwars op de transportrichting 9 de kip 2 uit de sleuven 20 genomen worden en overgehangen in een ander transportsysteem dat bijvoorbeeld de kippen toevoert naar een inrichting voor 25 het opdelen van de kip 2. Het is ook mogelijk dat de kip wordt toegevoerd naar een inrichting voor het uitvoeren van een luchtkoeling van de doorgekoelde kippen 2, danwel naar een inrichting voor het diepvriezen van de kippen 2, dit afhankelijk van de verdere toepassing van de kip voor 30 de versmarkt of de diepvriesmarkt.

Figuur 4 toont een met figuur 2 overeenkomende variant van het transportsysteem 3. Elk transportgestel 14 omvat een gondel 37 die om een pen 38 zwenkend is verbonden met een transportstang 39.

35 Elke gondel 37 is voorzien van opneemorganen 40 voor het hakend opnemen van het kniegewricht 21 van een kip 2. De buikholte 23 is omhoog gericht en de nekholte 24 naar beneden gericht. Het zij lijf 41 is in de 101 659 Ή 8 transportrichting 9 gericht en tegen de waterstromingsrichting 11 in gericht. De kip 2 wordt zijdelings omstroomd door water 27. Door de stuwing van water ter hoogte van het zij lijf 41 ontstaat een 5 inwendige stroming van water 29 waardoor de kip 2 inwendig wordt gekoeld. Door de stuwing en de kanteling van de gondel 37 rond de pen 38, zal de buikholte 23 gericht zijn in de richting van de waterstroom 29 waardoor een goede inwendige stroming verzekerd is.

10 Figuur 5 toont een variant van het transportsysteem 3 dat is getoond in figuur 4. In dit geval is de gondel 37 star verbonden met de stang 39, waardoor tijdens transport door de koelbakken de buikholte 23 niet gericht wordt in de richting van de 15 waterstroming 29. Desondanks is een afdoende inwendige koeling van de kip 2 verzekerd.

De kip 2, na de luchtkoeling, diepvrieskoeling en/of verpakking bezit een natuurlijke, egale kleur en is in hoofdzaak vrij van donkere plekken en geel verkleurde 20 plekken. Dit wordt verkregen door de snelle koeling. Door de daarbij optredende vasoconstrictie is vochtverlies vermeden. Het gewichtsverlies ten opzichte van het slachtgewicht is zelfs in veel gevallen nihil. De kleur van de gekoelde kip volgens de uitvinding bezit een 25 natuurlijke slachtkleur. Voor moederdieren, hennen en kuikens kan deze kleur in veel gevallen gelijk zijn aan die van RAL 9010 of 9003. Voor leghennen komt de kleur veelal overeen met RAL 9001 en 1013. Opgemerkt wordt echter, dat afhankelijk van het dieet de kleur van de kip 30 en als gevolg van rasverschillen kan variëren. Van belang blijft echter, dat onnatuurlijke verkleuring en donkerkleuring door de uitvinding wordt vermeden vanwege de efficiënte koeling.

1016331^

Claims (18)

1. Werkwijze voor koelen van geslacht pluimvee, omvattende: i. het positioneren van het pluimvee met gespreide poten, met de buikholte omhoog en gericht in de 5 transportrichting van het pluimvee; en ii. het transporteren van het gepositioneerde pluimvee door gekoeld, stromend water, waarbij de transportrichting van het pluimvee tegengesteld is aan de stromingsrichting van 10 het water, zodanig, dat het pluimvee door water wordt omstroomd en doorstroomt vanaf de buikholte naar de nekholte toe.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin het zij lijf van het pluimvee in de transportrichting gericht 15 is.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin het achterlijf van het pluimvee in de transportrichting gericht is.

4. Werkwijze volgens conclusies 1-3, waarin men 20 het gekoelde pluimvee laat uitdruipen.

5. Werkwijze volgens conclusies 1-4, waarin het gekoelde en gereinigde pluimvee wordt doorgekoeld.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarin het doorgekoelde pluimvee wordt onderworpen aan luchtkoeling 25 tot een gewenste eindtemperatuur beneden vanaf + 4°C.

7. Werkwijze volgens conclusie 5, waarin het doorgekoelde pluimvee wordt diepgevroren.

8. Inrichting voor het koelen van geslacht pluimvee omvattende; 3. i. positioneermiddelen voor het opnemen van het geslachte pluimvee met de buikholte omhoog gericht in de transportrichting; ii. transportmiddelen voor het transporteren van het gepositioneerde pluimvee; en 101 659 1-1 ψ # iii. koelmiddelen, omvattende een bak voor gekoeld en stromend water, waarbij de stromingsrichting tegengesteld is aan de transportrichting.

9. Inrichting volgens conclusie 8, waarin de 5 positioneermiddelen het pluimvee met het zij lijf richten in de transportrichting.

10. Inrichting volgens conclusie 8, waarin de positioneermiddelen het pluimvee met het achterlijf richten in de transportrichting.

11. Inrichting volgens conclusie 8-10, waarin de positioneermiddelen omvatten opneemorganen voor het gespreid opnemen van de poten van het pluimvee.

12. Inrichting volgens conclusie 11, waarin de opneemorganen in de transportrichting gerichte sleuven 15 omvatten waarin een pluimveepoot hakend is opgenomen.

13. Inrichting volgens conclusie 8-12, waarin de positioneermiddelen via een roteerbaar gestel zijn verbonden met de transportmiddelen.

14. Inrichting volgens conclusie 8-13, 20 omvattende een op de koelbak aansluitend uitdruipstation.

15. Inrichting volgens conclusie 14, omvattende een op het uitdruipstation aansluitende doorkoelmiddelen, omvattende een doorkoelbak voor gekoeld en stromend water, waarbij de stromingsrichting tegengesteld is aan 25 de transportrichting.

16. Geslacht pluimvee, verkrijgbaar volgens de werkwijze van conclusie 1-7 of de inrichting volgens conclusie 8-15.

17. Pluimvee volgens conclusie 16, waarin het 30 slachtgewicht in hoofdzaak gelijk is aan het gekoelde gewicht.

18. Pluimvee volgens conclusie 16 of 17, met een egale, natuurlijke kleur, zoals RAL 9010 of 3003 voor moederdieren en kuikens, en RAL 9001 of 1013 voor 35 leghennen. 1016591-